Vijfentwintig jaar
Samenvatting
Het is al weer anderhalf jaar geleden dat wij ons als redactie realiseerden: in 2014 bestaat Systeemtherapie vijfentwintig jaar. Met bevlogenheid dachten we na hoe dit jubileumnummer vorm zou moeten krijgen. De structuur met vaste rubrieken mocht in dit nummer voor deze ene keer wat losser. Het moest een persoonlijk en reflectief nummer worden, gevuld met een terugblik op het verleden maar zeker ook met een blik op heden en toekomst. Er moest plaats zijn voor onderzoek, mede omdat voor het voortbestaan van de systeemtherapie onderzoek en praktijk onlosmakelijk verbonden zijn. En zeker moest er ruimte zijn voor ‘kopstukken van systeemtherapie’ omdat zij nu eenmaal zinnige dingen zeggen en wij ze in ons vak en de vereniging nodig hebben. Maar boven alles moest het een nummer worden waarbij iedereen na lezen kon zeggen: wat hebben we toch een mooi en inspirerend vak.
Onze zoektocht bij de samenstelling van het jubileumnummer begon bij het eerste nummer van Systeemtherapie. Het werd uitgegeven op 1 november 1989 en was een initiatief vanuit de Nederlandse Vereniging voor Relatie- en Gezinstherapie. Het volledige eerste nummer is overigens in het kader van dit jubileumnummer terug te lezen op de website van de NVRG. Waarom juist vijfentwintig jaar geleden de oprichting van een tijdschrift? De eerste uitgave was in een tijd waarin diverse systeemtherapeutische scholen zich na een periode van bloei stevig gevestigd hadden, maar onder vuur kwamen te liggen onder invloed van nieuwe theoretische ontwikkelingen (Reijmers, 2014). Het gemis aan een identiteitsbepalend en deskundigheidsbevorderend tijdschrift deed het bestuur van de NVRG destijds besluiten een tijdschrift op te richten met de systeemtheorie als referentiekader. Het moest een tijdschrift worden waarin alle leden van welke stroming dan ook zich zouden herkennen (Hendrickx, 1989).
Systeemtherapie werd opgericht en een nieuwe traditie ontstond. Systeemtheoretische concepten evolueerden en Systeemtherapie deed verslag. Een mix van academici, ervaren en beginnende auteurs uit het werkveld beschreven vijfentwintig jaar lang wetenswaardige artikelen, boeiende, soms scherpe discussies, reflecties en recensies over beproefde concepten, nieuwe ontwikkelingen en stromingen. Het systeemtheoretisch referentiekader en Systeemtherapie evolueerden in interactie met elkaar.
Mocht over vijfentwintig jaar, bij het vijftigjarig jubileum, de toekomstige redactie dit jubileumnummer ter hand nemen en zich afvragen waar wij anno 2014 staan, dan zal de eerste reactie vast zijn: ‘Ach ja, toen ontving men Systeemtherapie nog door de brievenbus op de mat.’ De papieren versie zal al lang tot het verleden behoren en de brievenbus overigens ook. Om de context van dit nummer te begrijpen, zal onherroepelijk het tijdsbeeld van 2014 beschouwd worden. Hoewel het systeemtherapeutische werkveld zich misschien in een rustiger vaarwater bevindt dan eind jaren ’80 (Reijmers, 2014), woedt buiten de storm van de politieke en maatschappelijke context. Ik denk aan bezuinigingen en de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten. Bij het schrijven van dit voorwoord (september) is landelijk nog geen driekwart van de aanbestedingen van zorg door gemeenten gedaan. Het is te voorspellen, en ik zie het op dit moment in mijn praktijk al ruimschoots gebeuren, dat kinderen en hun gezinnen tussen wal en schip geraken. Wat ben ik benieuwd naar hoe men daar over vijfentwintig jaar op terug kijkt. Maar ach, ik geef betekenis vanuit mijn eigen context in het hier en nu. Laat de toekomstige redactie vooral dit jubileumnummer lezen: een rijk gevuld nummer en een illustere weergave van systeemtherapie anno 2014.
Het eerste hoofdartikel is geschreven door Frans Boeckhorst en geeft historisch inzicht in hoe het systeemtheoretisch referentiekader zich ontwikkeld heeft. Boeckhorst zet de ontwikkeling van narratieve concepten en metaforen in een tijdsperspectief en reflecteert op de conceptuele onderbouwing daarvan. Dit artikel is het artikel dat tot op heden ontbrak. Dit stevige en zorgvuldige tegengeluid op de narratieve stroming doet de hedendaagse grondvesten van het systeemtheoretisch referentiekader trillen en biedt een mooie opmaat voor een inhoudelijke discussie. Dus een ieder die zich na het lezen geroerd weet, schroom niet en schrijf een reactie.
Dany Baert beschouwt in het tweede hoofdartikel het profiel, de positie en de identiteit van de systeemtherapeut en systeemtheorie in de huidige maatschappelijke en politieke context en overweegt mogelijkheden voor de toekomst. Opnieuw een reflectie die aanzet tot nadenken. Zo pleit Baert voor uitbreiding van de systemische praktijk tot ver buiten het terrein van de hulpverlening. Daar voeg ik aan toe dat er naar mijn mening ook binnen de hulpverlening nog voldoende terrein te winnen valt.
In het derde hoofdartikel reflecteert Jan Meerdinkveldboom op twee grote liefdes: de liefde voor Haley en de liefde voor de adolescentenkliniek. Beide liefdes zijn beproefde concepten en beide staan in de huidige tijd onder druk. Meerdinkveldboom belicht de waardevolle aspecten en neemt de lezer vanuit een warme betrokkenheid mee naar zijn kliniek, een liefde die ik, zeker weer na lezen, met hem deel.
Lesley Verhofstadt, Olivia De Smet en Benedicte Lowyck staan stil bij de jarenlange relatie die systeemtherapie en wetenschappelijk onderzoek met elkaar hebben. Deze keer is de vaste structuur van de rubriek Onderzoek gesignaleerd losgelaten en bestaat de bijdrage uit een overzicht van diverse meningen van onderzoekers die systeemtherapie een warm hart toedragen. Naast het lezen van de conclusies die uit deze ‘meerstemmigheid’ ontstaan, is het een aanrader te ontdekken hoe de verschillende onderzoekers denken over de relatie systeemtherapie en wetenschappelijk onderzoek.
Beatrijs Lens en Bonny Schillemans, Nine van Stratum, Jan Meerdinkveldboom, Leny van Dalen en Harry van Velsen portretteren in hun interviews vijf leermeesters. Alfred Lange, Alice van der Pas, Peter Rober, Anna de Voogt en Joep Choy belichten achtereenvolgens vanuit hun eigen professionele en persoonlijke invalshoek vijfentwintig jaar systeemtherapie. Ook opgenomen in deze bijdragen zijn bekende citaten van leermeesters van buiten het Nederlandstalige gebied, omdat ook zij hun stempel drukten.
‘Jubilea zijn, naast een reden om feest te vieren en vooruit te kijken, ook momenten van herdenking en afscheid.’ Het is de eerste zin uit de rubriek In Memoriam, waarin Jolanthe de Tempe en Jan Meerdinkveldboom Mieke Crolla herdenken. Ze overleed afgelopen september en was een van de grondleggers van de systeemtherapie in Nederland. Henk Trip interviewde haar in 2002, een interview dat in dit nummer integraal is overgenomen.
We sluiten dit jubileumnummer af met vier congresverslagen en een recensie door Simone Schopman van het eerste nummer van Systeemtherapie. Boeiend dat juist de rubriek Congressen in dit eerste nummer een weergave geeft van het tijdsbeeld van 1989. De rubriek ‘Congressen’ en ‘Boeken’ zijn de afgelopen vijfentwintig jaar geliefd gebleken en mogen dan ook in dit nummer niet ontbreken.
Wat eigenlijk ook niet had mogen ontbreken was een interview met een van de oprichters van het tijdschrift. Graag hadden we een interview met Anke Savenije in dit nummer geplaatst, maar toch hebben we er voor gekozen plaatsing daarvan te laten samenvallen met de recensie van het nieuwe Handboek systeemtherapie. Het interview en de recensie houdt u dan ook van ons te goed. En dat geeft hoop. Want ook na dit jubileum zal Systeemtherapie inhoud geven. Welke stormen en golfbewegingen er ook gaan komen, het systeemtheoretisch referentiekader zal zich blijven ontwikkelen en Systeemtherapie zal verslag blijven doen.
Literatuur
- Hendrickx, J. (1989). Van de redactie. Systeemtherapie, 1(1), 2-4.
- Reijmers, E. (2014). Ontwikkelingen in theorie en praktijk. In A. Savenije, M. J. van Lawick & E. T. M. Reijmers (red.), Handboek systeemtherapie (pp. 26-43). Utrecht: De Tijdstroom.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden