In varietate concordia
Samenvatting
Toen ik mij enkele jaren geleden bij de redactie van het tijdschrift Systeemtherapie vervoegde, ging ik ervan uit dat ik bij een groep gelijkgezinden zou terechtkomen. Dat was natuurlijk ook zo, maar toch was ik getroffen door de grote verscheidenheid aan invalshoeken, gebruikte concepten en systemische opvattingen. Dit was nog meer het geval bij het lezen en redigeren van de artikels waar auteurs uit heel verschillende systemische bronnen putten en vaatjes tappen. Wat overigens ook merkbaar is in dit nummer, waar auteurs refereren aan pioniers uit heel diverse stromingen zoals Michail Bachtin, John Bowlby, Ivan Boszormenyi-Nagy, Sue Johnson en Michael White.
Ook over de doelgroep van de systeemtherapeut variëren de opvattingen, van gezinnen en netwerken aan de ene kant tot systemisch werken met individuen aan de andere. Het risico bestaat dat de verschillen al te zeer op de voorgrond komen en de gelijkenissen uit het vizier geraken. Dit gebeurt ook in gezinnen, paren, groepen en gemeenschappen waar verschillen in problemen kunnen uitmonden en voor grote verwarring zorgen. Dit leidt soms tot individuele conclusies als ‘Ik hoor er niet bij’ of ‘De ander hoort er niet bij.’ Waarheidsconflicten kunnen heel existentieel aanvoelen: ‘Ik heb geen reden tot bestaan.’ Ik herinner me een beklijvende uitspraak uit mijn eigen therapieopleiding: ‘Moeilijkheden maken mensen blind voor wat hen bindt.’ Dit is wat er soms dreigt te gebeuren in systemen. Om de verschillen als rijkdom te kunnen zien, is een voldoende gemeenschappelijk gedragen platform een noodzakelijke voorwaarde.
Net zoals systeemtherapeuten al eens aan gezinnen of koppels de vraag stellen wat hun wapenspreuk is die in enkele woorden samenvat wat hen kenmerkt, kunnen we dezelfde vraag aan de systeemtherapeuten voorleggen. Wat zou het motto van de systeemtherapie kunnen zijn? Misschien kunnen we voor onze wapenspreuk inspiratie putten uit de reeds bestaande spreuken. Het wapenschild van Nederland, ‘Ik zal handhaven’, legt misschien te veel nadruk op autonomie, terwijl het motto van België, ‘Eendracht maakt macht’, dan weer te veel de verbondenheid accentueert. Dan is het wapenschild van Europa misschien nog het meest van toepassing: ‘In varietate concordia’, in het Nederlands officieel vertaald als ‘In verscheidenheid verenigd’ of ‘Eenheid in verscheidenheid’. Dit motto geeft aan dat de Europese eenwording een proces is van werken aan vrede en welvaart gevoed door de vele verschillende culturen, talen en tradities van Europa. Net zo is de systeemtherapie een proces in ontwikkeling met een gemeenschappelijke basis gevoed door verschillende stromingen, perspectieven en invalshoeken.
Dergelijke samenwerkingsverbanden over de grenzen van allerlei verschillen heen zijn kwetsbaar. Het resultaat van het recente Brexit-referendum toont dit nog maar eens aan. Het blijft dus ook voor systeemtherapeuten zelf van belang om bij elkaar de onderlinge verbondenheden te blijven zien. Eén van de betrachtingen van dit tijdschrift is om een gemeenschappelijk forum te bieden aan alle systemische hulpverleners in Nederland en België, over contexten en disciplines heen. Ik herinner aan de dubbele doelstelling van dit blad: enerzijds de stimulering, verdere ontwikkeling en wetenschappelijke benadering van de systeemvisie, anderzijds de bespreking van recente ontwikkelingen in de systeemtherapie. Bij het doorlezen van dit nummer zul je merken dat deze doelstellingen opnieuw ruimschoots gehaald zijn.
We blijven jullie ook uitnodigen om te reageren op gepubliceerde artikels opdat dit tijdschrift geen statisch maar een dynamisch gebeuren mag zijn. Uiteraard krijgen we ook graag nieuwe artikels toegezonden. Heel vaak merken we immers dat mooie initiatieven of zinvol werk van hulpverleners binnen de therapiemuren helaas niet tot een publicatie leiden. Voor de lezer die zich hierin herkent: moge het een uitnodiging zijn om in je pen te kruipen. Hierdoor bied je de mogelijkheid aan andere hulpverleners en bijgevolg ook aan andere cliënten om mee te genieten van jouw ervaring. Ook als het geen succesverhalen zijn, zijn we geïnteresseerd om ze te lezen. In plaats van best practices mogen het ook eens lesser practices zijn. Wij van onze kant bieden een stimulerende ondersteuning in het schrijfproces.
Naast de vormelijke verbinding in het hebben van een gemeenschappelijk tijdschrift is er de interessante vraag waar de inhoudelijke verbindingen zitten in het systeembos met zijn verschillende bomen. Het is de verdienste van de hernieuwde versie van het Handboek systeemtherapie (Savenije, van Lawick & Reijmers, 2014) om de verschillen te integreren. In de inleiding stellen de redacteurs drie centrale begrippen als houvast voor: in systeemtherapie gaat het namelijk altijd over interacties, relaties en context. ‘Het uitgangspunt is dat het functioneren van mensen betekenis krijgt, en kan begrepen worden, door wat zich tussen mensen afspeelt. En wat zich tussen mensen afspeelt, krijgt slechts betekenis in een context’ (p. 12). Of anders gezegd: ‘Het zit niet tussen de oren maar tussen de neuzen…’
We beginnen dit nummer met een in memoriam voor de dit jaar overleden Flor Peeters door Tomas van Reybrouck. Peeters was een van de pioniers van de Interactie-Academie in Antwerpen en heeft een rijke en diverse bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van ons vakgebied.
In het hoofdartikel berichten An Hooghe, Paul Rosenblatt & Peter Rober over onderzoek naar de betekenissen van het niet spreken in koppels die een kind verloren hebben. De auteurs zien een uitdaging voor systeemtherapeuten. Zij vragen zich af, gegeven het feit dat koppels soms verkiezen hierover niet met elkaar te spreken, hoe wij als therapeuten dan mensen in hun verlies kunnen verbinden.
Patty Leijten, Maartje Raaijmakers, Bram Orobio de Castro&Walter Matthys schrijven in Onderzoek gesignaleerd over het ouderprogramma ‘Incredible years’ voor gedragsproblemen bij kinderen uit laagopgeleide- en migrantengezinnen. Dit ouderprogramma blijkt effectief te zijn om gedragsproblemen bij kinderen van drie tot acht jaar te verminderen en het opvoedgedrag van ouders te verbeteren. Minstens even boeiend om te lezen is hoe de onderzoekers deze laagopgeleide en migrantengezinnen voor hun onderzoek hebben kunnen bereiken.
In de praktijkbijdrage laat Linne De Loof mooi zien hoe er in gezinnen waar het wantrouwen welig tiert toch een ontmoeting tussen een moeder en een dochter kan tot stand komen. Hiervoor is het volgens de auteur nodig om als therapeut de leiding van het gesprek in handen te nemen. Cliënten moeten de garantie krijgen dat de gespreksruimte veilig is.
Cathy Van Gorp&Nine van Stratum laten ons in Professie & Persoon kennismaken met Dan Hughes. Hij is de vader van de attachtment-focused family therapy (afft). Bij hem vinden we de inspirerende uitspraak ‘eerst connectie, dan correctie’ terug, maar dat hij nog veel meer te vertellen heeft krijg je te lezen in dit artikel.
In de goed gevulde rubriek Congressen bespreekt Ingrid Delameillieure het jaarlijkse congres van de BVRGS over netwerken. Het viel haar daar op dat het begrip ‘netwerken’ door elke spreker verschillend werd ingevuld. Op welke manier dit gebeurt, licht ze toe in haar congresverslag. Dat het thema scheiding hot is, blijkt uit het feit dat twee congresverslagen hierover handelen. Lenny Rodenburg bezocht de studiedag ‘Scheiding vanuit verschillende perspectieven’ en vroeg zich op voorhand af: wat zou deze dag toevoegen aan al hetgeen hier reeds over is gezegd en geschreven? Wat ze op weg naar huis daarop als antwoord formuleert, lees je in dit verslag. Beatrijs Lens-van den Berg bezocht het symposium ‘In dialoog over conflictscheidingen’ georganiseerd door Stichting Veilige Haven. Zowel professionelen uit de therapeutische als de juridische wereld namen het woord over een onderwerp dat, zoals Lens-van den Berg schrijft, ‘niet in de koude kleren gaat zitten’. Conflictscheidingen hebben een grote impact op kinderen. Andersom kan er ook sprake zijn van huiselijk geweld van kinderen tegen ouders. In een volgende bijdrage brengt Benedicte Lowyck verslag uit van de studiedag ‘Familie en psycholoog: partners in zorg’ die handelde over de verschillende rollen van de familie in de psychologische zorg voor de patiënt. Saskia Everts bezocht de studiedag over puberterreur en vertelt welke sprekers haar al dan niet geïnspireerd hebben.
In de boekenrubriek bespreekt May Michielsen de negende herziene druk van De onverbrekelijke band – Inleiding en ontwikkelingen in de contextuele therapie van Nagy, geschreven door Annelies Onderwaater. Na lezing concludeert Michielsen dat dit het meest up-to-date Nederlandstalige boek over de contextuele therapie is. Een laatste boekrecensie is van de hand van Leny van Dalen. Zij recenseert Op voet van oorlog, een roman van Willeke Stadtman die haar eigen familiegeschiedenis beschrijft in een gezin waar kinderen erg te lijden hebben onder de gewelddadige ruzies van hun ouders. Van Dalen argumenteert waarom elke hulpverlener dit boek moet lezen.
Net als elk levend systeem is ook onze redactie open en steeds in beweging. Na jarenlange trouwe dienst nemen we afscheid van Jannigje Bolk, als redactiesecretaresse vanuit de NVRG verbonden aan het tijdschrift. Zij kweet zich voortreffelijk van haar taak en tevens zullen we haar gevoel voor humor en taalgevoel missen. Van haar leerden we de uitdrukking kennen: ‘If you want something done, ask a busy person.’ Deze uitspraak is overigens perfect op Jannigje zelf van toepassing. We wensen haar veel succes bij de geboorte van een nieuwe levensfase. Marjolein van der Meer zal haar taken overnemen.
Daarnaast verwelkomen we als nieuw redactielid een frisse kracht in de persoon van Wilco Kroon, systeemtherapeut bij Eleos jeugdzorg ggz. We wensen Wilco, Marjolein en onszelf als redactie een vruchtbare samenwerking toe.
Voor je ligt dus een nummer met een grote verscheidenheid aan bijdragen maar alle gebundeld onder de vlag van de systeemtherapie. In verscheidenheid verenigd…
We wensen je van harte veel leesplezier toe.
Literatuur
- Savenije, A., van Lawick, M.J. & Reijmers, E.T.M. (red.) (2014). Handboek systeemtherapie. Utrecht: De Tijdstroom.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden