MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • De Praktijk
    • Onderzoek gesignaleerd
    • Reflecties
    • Discussie
    • Professie en Persoon
    • Congressen
    • Boeken (en zo)
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
    • Artikel indienen
    • Gebruik van artikelen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Proefabonnement
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over Systeemtherapie
    • Redactie
    • Adverteren
    • Open Access
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 29 (2017) / nummer 1
PDF  

De veerkracht van de therapeut – Interview met Ineke Rood

Cathy Van Gorp
1 september 2025

Samenvatting

Ik ontmoet Ineke Rood tijdens een van de laatste nazomerdagen van 2016 in de praktijk van Jan Olthof in Bunde, een dorp ten Noorden van Maastricht. Rood is een bezige bij. Ze bereidt er die avond een leergang filosofie voor met enkele collega’s. Samen met Jan Meerdinkveldboom en Ad Kerkhof schreef Rood het boek Handboek suïcidaal gedrag bij jongeren (2016), waarvan een recensie elders in dit nummer.

Vanaf 2000 werkt Rood in haar eigen ‘systemische praktijk voor ver-andertrajecten’ (www.inekerood.nl). Sinds ze in 2014 met pensioen ging, kan Rood zich daar volledig op toeleggen. ‘Wie is deze mens in de context van zijn omgeving? En hoe ondersteun ik deze bij het zoeken naar veerkracht die volgens mijn opvatting in elke persoon verscholen ligt?’, is haar centrale vraagstelling.

Rood groeide op in een tuindersgezin in West-Friesland. Als kind al leerde ze dat afstemmen en samenwerken belangrijk was. Waarden die ze in haar werk ook hoog houdt. Haar ouders zagen voor haar een toekomst als vrouw van een bloembollenkweker, maar haar pad liep anders.

Ze trouwde op haar eenentwintigste en startte haar carrière in de modewereld als tekenaar van patronen. Op voorzet van haar toenmalige schoonbroer begon ze naast haar baan aan de studie maatschappelijk werk. Tot op heden blijft Rood werk en studie combineren. ‘De rode draad in mijn verschillende banen is dat ik een verbinder ben’, zegt Rood.

‘Ik werkte na het verlaten van de modewereld in een huis voor ongehuwde moeders, als onderzoekster bij de raad voor kinderbescherming en de laatste vijfentwintig jaar op verschillende afdelingen van een grote ggz-instelling. Ik zetelde in enkele commissies van de NVRG en ik was er negen jaar bestuurslid. Op elke plek waar ik werkte was ik gefascineerd door de interacties tussen de persoon en de context. Ik haalde veel voldoening uit de meer leidinggevende functies waar ik nooit de voeling met het werkveld verloor. Ik ben altijd een soort meewerkende voorvrouw gebleven.’

Rood volgde zowel de psychoanalytische psychotherapieopleiding als de opleiding tot systeemtherapeut. ‘Ik ging gedurende vijf jaar in analytische leertherapie. Ik koos na de gangbare vijfentwintig sessies doelbewust mijn proces voort te zetten om een eerste grote crisis in mijn relatie het hoofd te bieden. De scheiding volgde enkele jaren later.’ Ze zwijgt even. ‘Soms vraag ik me nog wel eens af of de zaken anders zouden zijn gelopen als ik bij een systeemtherapeut in leertherapie zou geweest zijn. En als ook mijn man en de invloed van zijn gezinsgeschiedenis op tafel waren gekomen.’

In het Handboek suïcidaal gedrag bij jongeren laat Rood vooral haar stem horen als het gaat over het betrekken van het gezin bij de behandeling van jongeren in crisis. Als volwassenen hebben we zorgplicht voor jongeren. De ontwikkelingstaak bij uitstek voor de adolescent is zich anders gaan verhouden ten opzichte van de ouders. Dat maakt het een extra kwetsbare periode met een eigen specifieke dynamiek. Jongeren hebben vaak het idee, of hun wordt het idee gegeven, dat ze al volwassen zijn en volgroeid in autonomie. Niets is minder waar. Ze hebben meer dan ooit bescherming nodig. Het is essentieel de ouders letterlijk in te zetten in het proces, stelt Rood.

‘We leven in een tijd van protocollaire behandelingen die ons dwingen zo snel mogelijk een stempel te drukken. Er is weinig tijd voor communicatie. We moeten dus inventief zijn en creatief blijven in het strakke patroon en vooral niet vergeten goed samen te werken. We moeten leren ons langer verantwoordelijk te voelen, vooral voor de processen die we op gang proberen te brengen.’ Ik vraag me af of hierin een mogelijke verklaring zit voor de nog veel hogere suïcidecijfers in Vlaanderen in vergelijking met Nederland. Werken we te weinig samen? Zijn we te weinig inventief? Houden we minder lang vol? Betrekken we te weinig de ouders? Hebben we te weinig lef? Rood is minder vertrouwd met de Vlaamse manier van organiseren in de ggz, maar beaamt mijn vragen als zinvol en het onderzoeken waard. Wat onderzoek alvast heeft uitgewezen is dat de toegankelijkheid van de ggz in Vlaanderen minder goed is (Reynders, Kerkhof, Molenberghs & Van Audenhove , 2014) en dat Vlaamse jongeren minder efficiënt problemen kunnen oplossen en er ook minder gemakkelijk over praten (Portzky & Van Heeringen, 2008).

Rood gaat verder. ‘Toen Ad Kerkhof mij enkele jaren geleden vroeg een workshop te geven over suïcidaliteit, richtte ik mijn blik opnieuw op mijn eigen familiegeschiedenis. Ik hecht veel waarde aan de invloed van cultuur. Taal en cultuur gaan over waarden en normen. Het is belangrijk je eigen heilige huisjes te kennen en te weten wat belangrijke beschermjassen zijn. Mijn vriendinnen bij het CTT [collectief voor transculturele therapeuten, red.], Nel Jessurun en Kitlyn Tjin A Djie leerden mij door deze bril te kijken. Ik kom uit een cultuur van harde werkers. Ik heb vooral geleerd flink te zijn. Toen ik opgroeide in West-Friesland, telde je niet mee als je liet zien dat je klein en kwetsbaar bent. Hulp vragen was voor slappelingen.’ Of zoals haar grootmoeder aan vaders kant altijd zei: ‘Loaf ken lang an’ – als je moe bent kun je nog heel lang doorgaan.

‘Taal creëert inderdaad werkelijkheid. Tot op vandaag worden er veel drank en drugs gebruikt en jammer genoeg heeft West-Friesland ook een behoorlijk hoog suïcidecijfer. Huiskamergesprekken met de gezinnen van kwetsbare jongeren zorgden voor een verschuiving in de positieve zin. De invloed van de West-Friese cultuur wordt mooi belicht in de recente documentaire “Het verdriet van West-Friesland” (2013) van Leen van den Berg. Ik gebruik in lessituaties graag beeldmateriaal. Het is een krachtige manier om bij verschillende leerstijlen van studenten aan te sluiten. Ingrid Kamerling maakte een heel mooie documentaire, “In het hoofd van mijn zusje” (2016). Ze reconstrueerde de laatste weken van het leven van haar zus voor ze sprong en daarbij het leven liet. Haar film is haar verwerking, haar manier om weer op verhaal te komen, haar manier van herverbinden.’

Rood vlecht moeiteloos haar eigen familiegeschiedenis en persoonlijk parcours door haar theoretische inzichten heen. Ze is hierbij schatplichtig aan Olthof (zie onder andere 1994; 2012), Foucault (1976) en Byng-Hall (1985; 1995). Er ligt heel wat pijn verscholen in haar familie. Depressie, suïcide en suïcidaal gedrag lopen door de generaties heen. ‘Verlies en breuken waarvan men niet weet van elkaar wat het betekent, kunnen zwaar wegen. Ik groeide op in een gezins- en bredere cultuur waarin praten over moeilijkheden geen optie was. Onopgemerkt zal deze last zijn eigen weg zoeken om alsnog gezien te worden.’ Therapie is hard werken om kansen bloot te leggen. Het is essentieel mensen te helpen zich bewust te worden van de kansen die zich aandienen, vooral op momenten dat ze door ingrijpende levensgebeurtenissen elkaar dreigen kwijt te raken.

‘Verantwoordelijkheid nemen is een mooie waarde die ik van thuis meekreeg. Als tweede in rij ben ik verrassend genoeg het sterkst geparen-tificeerd. Later in mijn leven kreeg ik hiervoor wel de erkenning die ik als kind heb moeten missen. Ik ben mijn vader heel dankbaar dat hij er ging staan toen het er echt toe deed. Mijn moeder heeft verschillende depressieve episodes doorgemaakt na een aantal ingrijpende gebeurtenissen. Ze is ook suïcidaal geweest. Voor mijn moeder moet het hartverscheurend geweest zijn toen ze zichzelf in een kokerdenken bevond en er niet over kon praten. Gelukkig had ze mijn vader deelgenoot gemaakt van het familiegeheim dat op haar schouders rustte. Zelf besef ik hoe ik als kind mijn eigen angst om mijn moeder te verliezen omgezet heb in doen. Voelen noch praten was een optie.’

‘Ik leerde veel van mijn eigen familie.’ Rood neemt een slok van haar thee. ‘Van mijn moeder kreeg ik de liefde voor lezen, koken en genieten van muziek mee. Als de Libelle in de bus lag, ging ze altijd eerst het vervolgverhaal lezen en lieten wij haar met rust. Van mijn vader heb ik de grote liefde voor bloemen. Elk voorjaar kijk ik uit naar de bollen die in bloei komen. Er staan ook altijd mooi gevulde vazen bij mij thuis. Bloemen brengen mij troost en geven mij kracht. Naast kweker en tuinder was mijn vader ook een man die in verschillende bestuursfuncties de maatschappelijke belangen van de bloembollenkweker en tuinder heeft verdedigd. Ik zie veel van wat hij deed terug bij mezelf.’

Rood is erg overtuigd van haar visie, maar brengt alles op een rustige manier. Ze neemt tijd om te reflecteren, luistert naar zichzelf, naar de stilte, naar mijn vragen. ‘Als therapeut moet je durven de thema’s te benoemen. Ook je eigen thema’s. Authenticiteit als therapeut betekent voor mij de thema’s en problemen niet groter maken dan ze zijn, maar er vooral ook niet voor weglopen. Jammer genoeg hoor ik nog te vaak verhalen van hulpverleners die het ontbreekt aan moed om de dood in de kamer te brengen. Zo vaak merk ik dat voorafgaand aan een suïcidepoging de patiënt of het systeem op een of andere wijze in de steek gelaten werd. Dus moet je doorvragen als hulpverlener, moet je positie durven innemen.’

Als ik haar vraag waarop ze in haar loopbaan tot nu toe het meest trots is, aarzelt ze even. ‘Trots… Ik ben eerder verwonderd. Dankbaar ook. Blij dat het gegaan is zoals het gegaan is. Ik heb het soms ingewikkeld gevonden om me te ontwikkelen in de wereld van de ggz. Als leidinggevende zat ik vaak in een sandwichpositie. Het is een uitdaging om je gepast te verhouden tot de verschillende denkrichtingen en belangen. Misschien heb ik wel veel te danken aan mijn eigen passie, nieuwsgierigheid en gedrevenheid om het mooi te maken met elkaar.’ Maar: ‘Ik denk dat ik toch wel trots ben’, bedenkt ze zich. ‘Ik werd gevraagd als teammanager van een vastgelopen team. Ik was in die periode net gescheiden en worstelde erg met de gedachte of ik nog geloofwaardig was als systeemtherapeut nu mijn eigen huwelijk op de klippen was gelopen. Dit werkaanbod was een zeer welkome stimulans voor mijn zelfvertrouwen. Ik slaagde er met het team en het management in om uit het gevecht te blijven. Samen maakten we een hele cultuurslag. Een essentiële stap in dit proces was praten en beluisterd worden, zodat oude patronen konden worden ontmanteld. Er kwam ruimte om te rouwen om de opgelopen kwetsuren. Mijn eigen rouwproces om mijn verloren gegane relatie en gebroken gezin heeft me de kracht gegeven om met dit team in crisis echt stil te staan.’

‘Als moeder ben ik ook erg trots op mijn kinderen. Ik vind dat ze na een voor hen onverwachte scheiding heel mooi positie hebben ingenomen naar ons als ouders. Ze hebben zich niet laten meetrekken in mogelijke loyaliteitsconflicten en konden terecht bij hun steunfiguren. Zelf zie ik dat ik vooral bij mijn eerste zoon geworsteld heb. Hij werd geboren binnen een jaar na het verlies van mijn dochtertje, dat niet levensvatbaar ter wereld kwam. Ik voel hoe de komst van mijn kleindochter opnieuw helend is in dit proces van verlies. De komst van een derde generatie brengt altijd kansen tot herstel. Mijn tweede zoon kon na zijn geboorte genieten van de goede ervaringen die ik inmiddels had en met hem heb ik een warme relatie die minder moeite heeft gekost.’

Ik vraag tot slot of Rood nog een droom koestert. ‘Ik ben best tevreden met hoe mijn leven nu is en hoe ik in het leven sta. Misschien wil ik nog wel vaker schrijven ook. Dat smaakt verrassend genoeg naar meer. Als therapeut blijf ik me richten op de kansen die ontstaan als je durft op zoek te gaan naar de krachten in en achter de pijn die een familiesysteem met zich meedraagt. Dat staat in schril contrast met de omgangsvormen tijdens mijn jeugd. “Als we ’t er niet over hebben, bestaat het niet” was de leuze. Tijdens het schrijven van het boek over suïcide bij jongeren speelde dit thema opnieuw sterk binnen mijn bredere familiesysteem. Zo hielp het schrijven mij en andere familieleden om wat pijnlijk en gevoelig lag en schaamtevol was, openlijk met elkaar te bespreken.’

 

Buiten schijnt de herfstzon nog steeds. Ik voel me voldaan. Het is fijn bevestigd te worden in hoe belangrijk het is hard te werken als therapeut, zowel het zwoegen met levensverhalen van je patiënten en hun systeem als het doorwroeten van je eigen geschiedenis. Het is verrijkend om over de landsgrenzen heen naast verschil ook zoveel overeenkomst te ervaren.

Literatuur

Berg, L. van den (2013). Het verdriet van West-Friesland. Hilversum: Ikon.

Byng-Hall, J. (1985). The family script – A useful bridge between theory and practice, Journal of Family Therapy, 7, 301-305.

Byng-Hall, J. (1995). Rewriting family scripts – Improvisation and systems change. New York/London: Guilford.

Foucault, M. (1976). De orde van het vertoog. Meppel: Boom.

Kamerling, I. (2016). In het hoofd van mijn zusje. Rotterdam: Basaltfilm. Meerdinkveldboom, J., Rood, I. & Kerkhof, A. (2016). Handboek suïcidaal gedrag bij jongeren – Individuele en gezinsbehandeling. Amsterdam: Boom.

Olthof, J. (1994). De mens als verhaal. Utrecht: De Tijdstroom.

Olthof, J. (ism Sijbers, G.) (2012). Handboek narratieve psychotherapie – Voor kinderen, volwassenen en families: theorie en praktijk. Utrecht: De Tijdstroom.

Portzky, G. & Heeringen, G. van (2009). Suïcide bij jongeren. Psychologie en gezondheid, 37(2), 75-89.

Reynders, A., Kerkhof, A., Molenberghs, G. & Van Audenhove, C. (2014). Attitudes and stigma in relation to help-seeking intentions for psychological problems in low and high suicide rate regions. Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology, 49(2), 231-239.

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Jaargang 37, nr. 3, september 2025

Neem een ABONNEMENT Laatste editie Archief

Nieuwsbrief Boom Psychologie

Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.

Aanmelden

Boeken

Verbonden
Amir Levine, Rachel Heller
€ 19,95
Meer informatie
Handboek suicidaal gedrag bij jongeren
Jan Meerdinkveldboom, Ineke Rood, Ad Kerkhof
€ 26,95
Meer informatie
De JIM-aanpak
Levi van Dam, Sylvia Verhulst
€ 19,95
Meer informatie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Systeemtherapie

Foke van Bentum

WG-plein 209

1054 SE Amsterdam
telefoon: (020) 612 30 78

redactie@nvrg.nl

Klantenservice

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

(088) 0301000 

klantenservice@boom.nl