Afscheid
Samenvatting
Vlak voor het persklaar maken van dit nummer bereikte ons het verdrietige nieuws dat onze redacteur en collega Jolanthe de Tempe op 6 april 2017 aan de gevolgen van een ernstige ziekte is overleden.
Binnen onze redactie was zij een fenomeen. Nooit eerder is er iemand geweest die ons tijdschrift zo lang gediend heeft. Jolanthe was redacteur van april 2004 tot begin april van dit jaar. Dertien jaar dus, waarvan zeven jaar redactiesecretaris. Ook was zij, behalve dat zij dertien jaargangen lang bijdragen van anderen redigeerde, een van de meest productieve auteurs die we ooit hadden, met tweeënvijftig bijdragen van haar hand. Daaronder meerdere hoofdartikelen en vooral veel boekrecensies.
Dat laatste deed zij wellicht het liefste. Werkelijk alle nieuwe boeken op ons vakgebied wilde ze lezen en becommentariëren. En dat deed zij met een precieze en scherpe pen. Haar kennis van het vakgebied was groot: je kon Jolanthe niets op de mouw spelden. Haar kritiek en relativerend vermogen golden overigens net zo goed haarzelf als andere auteurs. Bij haar schrijfwerk kwam haar achtergrond als socioloog en cultureel antropoloog naar voren en wel op een wijze die een grondige integratie met het vak van de psychotherapie en systeemtherapie verried.
Haar meest uitzonderlijke talent betrof misschien wel het redigeren van andermans artikelen. Niet alleen was haar werktempo niet te evenaren, ze had ook snel overzicht van de richting die een artikel uit moest gaan, waarbij ze oog had voor details en haarscherp en precies op de taal was. Wanneer je er als collega redactielid van overtuigd was dat je met een artikel uitgeredigeerd was, haalde Jolanthe er nog zoveel taalfouten en interpunctievergissingen uit dat je je ging schamen; hoe je toch ooit had kunnen denken dat je al best wel een volleerd redacteur was?!
Ze had een fantastische kennis van de Nederlandse taal en van werkelijk alle spellingsregels en taalwetten. Auteurs konden met hun ingezonden artikelen rekenen op een zeer gedegen en grondig commentaar op opbouw, structuur en inhoud. En onder het motto ‘de lezer heeft altijd gelijk’, waarmee ze doelde op leesbaarheid van artikelen over de meest ingewikkelde onderwerpen, was ze onverbiddelijk. Dat werd haar overigens niet altijd in dank afgenomen.
Op zondag 8 januari stuurde zij ons, haar collega’s van de redactie, een e-mail over haar ziekte die eindigde met de volgende woorden: ‘Ik heb eigenlijk nog weinig gelegenheid om verdrietig te zijn; te druk met dingen regelen, aanpassen en zoeken naar een nieuw evenwicht. Het is wel een hard gelag om in zo korte tijd zoveel vakactiviteiten te moeten opgeven […] Met z’n allen een succesvol 2017 met het tijdschrift toegewenst, en dat ik daar nog maar zo lang mogelijk deel van mag blijven uitmaken!’
‘Zo lang mogelijk’ werd drie maanden. Maar tot het allerlaatste moment maakte Jolanthe er deel van uit. En ze is nog niet klaar met schrijven, want een artikel waaraan ze nog bezig was zullen twee redactieleden – daarvoor kregen we haar toestemming – afmaken, waarna we het alsnog zullen publiceren in het volgende nummer van Systeemtherapie. Jolanthe is in het harnas gestorven.
Toen ze de redactievergadering afgelopen februari dreigde mis te lopen omdat ze te moe was om te reizen, bood ze aan die bij haar thuis te houden. En zoals ze daarbij aanwezig was, zo was ze ook in het contact: realistisch en rustig over de op handen zijnde dood en wars van valse sentimenten.
Al in 2004, in haar allereerste boekrecensie voor Systeemtherapie van een boek over leven in gezinnen na verlies, verzette ze zich tegen de Amerikaans therapeutische dwingelandij over hoe te rouwen toen ze schreef: ‘Life is hard and then we die, daar helpt geen lievemoederen aan. Maar dat is misschien wel erg Europees gedacht’ (De Tempe, 2004). Dat was Jolanthe ten voeten uit.
We verliezen in haar een fantastische en trouwe redactiecollega die wij, en we denken met ons de lezers, systeemtherapeuten en auteurs van dit tijdschrift, heel erg zullen missen.
Dit nummer openen wij met een in memoriam voor Jolanthe de Tempe, geschreven door haar vriendin, collega en voormalig redacteur van dit tijdschrift Christien de Jong.
Daarna wijden Robert van Hennik & Nine van Stratum tevens een in memoriam aan John Shotter, een man die veel invloed heeft gehad op de sociaal-constructionistisch georiënteerde systeemtherapie. Shotter was iemand die intellectueel abstract schreef maar geen theoreticus wilde zijn. Wellicht verdient hij meer aandacht dan hij tot nu toe heeft gekregen?
De twee hoofdartikelen gaan over de context waarin een behandeling plaatsvindt. Wendelien Nagtegaal & Nine van Stratum pleiten er in ‘Drukte in de therapiekamer’ voor om te wachten met het starten van de behandeling totdat klip en klaar is wat daarvan de context is. Wie wil dat wie behandeld wordt, zijn de hulpvragers het eigenlijk wel eens over de verwijzing, welke agenda’s spelen wellicht een rol? De auteurs baseren zich daarbij op de geschriften van Tilmans-Ostyn en anderen en snijden daarmee een onderwerp aan dat zonder meer essentieel is, maar in de huidige praktijk steeds minder ruimte krijgt. Er moet immers zo snel mogelijk een diagnose worden gesteld en aansluitend staat dan al vast welke behandeling daarbij past. Vertraging van dat proces kan onontbeerlijk zijn. U ziet, de systeemvisie is daarbij van groot belang. Ook Gila Schnitzer & Jean-Marie Govaerts benadrukken in hun artikel over familiebedrijven hoezeer de context daarvan belangrijk is bij hulp aan cliënten binnen die bedrijven: het vanuit een systeemtheoretisch kader genereren van hypothesen over de samenhang tussen het probleemgedrag en kenmerken van de sociale context is daarbij zeer helpend. Zodoende kunnen interventies effectief aansluiten bij de subjectieve realiteit van de aangemelde cliënt.
De Praktijk bevat deze keer een verslag van Tomas Van Reybrouck. In reactie op het artikel van Hooghe, Rosenblat & Rober, over betekenissen van het niet spreken in koppels die een kind verloren, enquêteerde Van Reybrouck de ouders uit een van zijn groepen die een kind hebben verloren als gevolg van verslaving. De reacties van die ouders op zijn vragen zijn indrukwekkend: rouwprocessen zijn voor eenieder verschillend en ze duren soms erg lang. Of zoals een van de ouders zegt: ‘Een kind krijgen is voor altijd, een kind verliezen is ook voor altijd.’ Het is aan de ouders om te spreken of te zwijgen over wat dat verlies voor hen betekent.
Beatrijs Lens-van den Berg interviewde Leo Gualthérie van Weezel, die als psychiater en systeemtherapeut ruim dertig jaar verbonden was aan het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis. Wanneer mensen kanker krijgen, zo betoogt hij, reageren zij en hun omgeving vaak zodanig dat men geneigd is om psychiatrische diagnosen te gaan plakken. Terwijl het meestal gaat om gezonde mensen die iets vreselijks meemaken. Gualthérie van Weezel ervoer dat het individueel kijken en behandelen de mensen juist vervreemdt van hun naasten terwijl die nu net zo belangrijk zijn. Meervoudig loyaal zijn, ook naar de mensen van de behandelstaf, is dan noodzakelijk.
Lisa Waals, Imke Baetens, Laurence Claes, Eva Wolfs, Eveline Goethals & Peter Rober analyseerden voor de rubriek Onderzoek gesignaleerd de literatuur over gezinsinterventies bij zelfverwondend gedrag van jongeren tussen de twaalf en achttien jaar. Dit gedrag komt voor bij wel achttien procent van de jeugd die niet in behandeling is en bij de groep met een psychiatrische diagnose varieert de prevalentie van veertig tot tachtig procent. Voorwaar een groot, en in omvang toenemend probleem. De auteurs refereren aan individuele behandelingen die nog niet zo veel effect hebben en stellen ook vast dat systemische behandelingen nog niet bewezen effectief zijn gebleken, maar dat er met gezinstherapeutische interventies toch veelbelovende resultaten worden behaald.
Dit nummer bevat een drietal verslagen van congressen. Wendelien Nagtegaal bericht over de workshop met Jim Wilson, georganiseerd door Context. De centrale boodschap van Wilson is dat het hem gaat om het contact met het gezin, en niet om een theorie, methode of protocol. En binnen dat contact vindt hij het belangrijk dat de therapeut risico’s durft te nemen, bereid is over eigen grenzen te gaan en in staat is om creativiteit te tonen. De dag bood inspirerende oefeningen en rollenspellen. Verfrissend in een tijd dat de protocollering toeneemt en eigenzinnigheid taboe aan het worden is.
‘Oude vlam, nieuwe liefde’ was de titel van de studiedag ter gelegenheid van het dertigjarig bestaan van het Amsterdams Instituut voor Gezins- en Relatietherapie. Wilbert Kok was erbij. Hij luisterde naar voordrachten van een keur van gelauwerde gezinstherapeuten, zowel van het instituut als kopstukken van buiten. En ook bij de workshops van het middagprogramma heeft hij kunnen genieten en leren.
Nienke Kiekens was aanwezig bij de studiedag ‘Partnergeweld: een complex verhaal’ in Gent, georganiseerd door Thomas More (een opleidingsinstituut in Leuven) en de Universiteit Gent. Hoezeer de systemische visie opgeld heeft gedaan in dit veld bleek uit de constatering dat de stereotypen van de mannelijke dader en het vrouwelijke slachtoffer al direct werden ontkracht door wetenschappelijk onderzoek. De dag was meer dan goed gevuld met interessante lezingen en workshops zodat de verslaggever moeite had om keuzen te maken. De dag eindigde met een hoopvolle boodschap van Lieven Migerode dat er binnen relaties ook vaak niet tot geweld wordt overgegaan.
Zoals bekend heeft de jeugdzorg en jeugd-ggz in Nederland een grootscheepse transitie ondergaan naar de gemeenten. Spaander, Aptroot, Franssen & Mulderij vonden daarin aanleiding om een boek samen te stellen waarin zij het systeemgericht werken voor behandelaars introduceren. In Relationele lenigheid – Jeugdzorg 3.0 vakmanschap, voor ons tijdschrift gerecenseerd door Elien van Oostendorp, brengen de auteurs het stop-model naar voren, waarbij stop staat voor: systeem theoretisch ontwikkelings perspectief. Dit model moet dienen als tegengif tegen medicalisering, psychiatrisering, psychologisering, pedagogisering en criminalisering van hulpvragen. Een zestal invalshoeken wordt besproken waarna het accent verlegd wordt naar de hulpverleningssituatie en ten slotte naar de hulpverlener en diens gewenste attitude. Het boek biedt een heldere theorie en concrete handvatten voor jeugdhulpverleners om hun blik te verbreden.
In het voorwoord van het maartnummer hebben wij verzuimd u op de hoogte te stellen van het vertrek van Beatrijs Lens-van den Berg uit de redactie. Andere bezigheden vergen zoveel van haar aandacht dat de combinatie met het redacteurschap niet te handhaven was. Beatrijs was lid van de redactie vanaf het najaar van 2012 en beheerde jarenlang verschillende rubrieken. Ook nam ze een periode waar als hoofdredacteur, waarbij haar sterk structurerende kant goed van pas kwam. En ook in de beoordelingen en discussies liet zij zich niet onbetuigd. Ze zal blijven bijdragen aan ons tijdschrift, heeft ze beloofd. We danken haar voor haar inzet en enthousiasme.
Literatuur
- Tempe, J. de (2004). Boekrecensie Froma Walsh & Monica McGoldrick (eds.), Living beyond loss: Death in the family. Systeemtherapie, 16(4), 246-247.
- Wagenaar, K. (2016): Relaties, hoe doe je dat? Culemborg: Van Duuren psychologie.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden