MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • De Praktijk
    • Onderzoek gesignaleerd
    • Reflecties
    • Discussie
    • Professie en Persoon
    • Congressen
    • Boeken (en zo)
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
    • Artikel indienen
    • Gebruik van artikelen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Proefabonnement
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over Systeemtherapie
    • Redactie
    • Adverteren
    • Open Access
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 29 (2017) / nummer 3
PDF  

De kwetsbaarheid van de therapeut

Cathy Van Gorp
1 september 2025

Samenvatting

BVRGS congres

[Antwerpen, 17 maart 2017]

Gilbert Lemmens (psychiater, systeemtherapeut, UZ Gent, voorzitter van de BVRGS) opent het congres. Hij stipt aan dat we als therapeut een zeer unieke en helende relatie met onze cliënten hebben. Het is een uitdagende relatie die ook onder onze huid kan kruipen. Een evidence based en wettelijk kader voor ons beroep blijft eveneens een uitdaging volgens Lemmens. Hij wenst ons een leerrijke dag met handvatten om ons beter te wapenen, opdat onze grootste zwakte onze grootste kracht zou kunnen zijn.

De eerste plenaire lezing houdt Guy Bosmans, klinisch psycholoog en gedragstherapeut werkzaam aan de onderzoekseenheid gezins- en orthopedagogiek van de Katholieke Universiteit (KU) Leuven. ‘Er is weinig onderzoek dat zich richt op de kwetsbaarheid van de therapeut’, aldus Bosmans. Hij wil ons via zijn gehechtheidsonderzoek en het gebruik van attachment based family therapy (abft) inzicht geven in de mogelijke valkuilen van de therapeut. Wat bij de cliënt gebeurt, resoneert ook bij ons en beïnvloedt ons welzijn.

Bosmans is van mening dat de gehechtheidstheorie vanuit positief wetenschappelijke benadering een slechte theorie is omdat ze tegenstrijdige adviezen toelaat vanuit een en dezelfde theorie. Zo herinnert hij zich een discussie uit het begin van zijn carrière over een uithuisplaatsing. Het kind was duidelijk onveilig gehecht. Het team raakte vast in uiteenlopende meningen, gestaafd door dezelfde hechtingstheorie. Was het nu meest opportuun het kind bij de oma te plaatsen of toch terug bij de moeder? ‘Veilige gehechtheid gaat in essentie over het vertrouwen dat je terecht kan bij je zorgfiguren als je stress hebt’, vat Bosmans samen. ‘Vertrouwen stimuleert je exploratiedrang. Zo leer je van alles over jezelf. Deze ervaringen beschermen je op hun beurt tegen de uitdagingen van het dagelijks leven.’ Bosmans vindt het jammer dat de term ‘onveilige hechting’ foutief als pathologie wordt gehanteerd. Veertig procent van de populatie kan als onveilig gehecht worden beschouwd. We kunnen wel stellen dat veilige hechting een buffer vormt voor problemen, maar we kunnen onveilige hechting enkel correleren aan problemen en niet als oorzaak of als afzonderlijke pathologie hanteren. Bosmans verwijst nog naar Ainsworth (1970) die de term ‘onveilige hechting’ afleidde van het Latijnse sine cura, als beschrijving van wat het was; zonder zorg.

Bosmans promoot abft als een therapeutische weg om breuken in het vertrouwen te herstellen en zo voor een correctieve ervaring tussen ouders en kinderen te zorgen. Abft stelt je als therapeut voor twee grote uitdagingen. Om de vertrouwensbreuk in kaart te brengen moet je emoties verdiepen, daar waar we als systeemtherapeut geleerd hebben te verbreden. Hierin moet je ook de ouders mee krijgen. Dat kan enkel door hun inzet te erkennen. Als je ziet wat er fout loopt, is een positieve focus op de ouders niet altijd evident. Als therapeut word je tevens met je eigen gehechtheidsgeschiedenis geconfronteerd. Gehechtheidservaringen zijn blauwdrukken voor nieuwe relaties. Gehechtheidservaringen geven ons scripts over zorg. Het is niet evident om je hersenen af te leiden van geactiveerde schema’s die informatie selecteren. Bosmans illustreert dit aan de hand van het gekende youtube filmpje ‘The monkey business illusion’. Hij benadrukt het belang van mildheid naar jezelf. Mijn mildheid was alvast aangescherpt na deze heldere en herkenbare lezing.

De tweede plenaire lezing werd gegeven door Nady Van Broeck, klinisch psycholoog aan de KU Leuven. Van Broeck beschrijft zichzelf als onderzoeker, docent en clinicus. Zij staat al jaren op de eerste rij als het gaat over ‘de doos waarin ons werk zich afspeelt’, zoals ze dit zelf noemt. Wetten en kaders zijn aspecten waarin ons hart als therapeut minder ligt. Ik merk inderdaad dat het moeilijk is mijn aandacht vast te houden bij deze lezing. Van Broeck vraagt zich allereerst af of er in Vlaanderen een wet nodig was. Het blijkt dat slechts een derde van de mensen met psychologische problemen de weg naar behandeling vindt. Er is veel onwetendheid en een te beperkte toegankelijkheid bovenop de lange wachtlijsten. De nieuwe wet regelt in de eerste plaats de uitoefening van de gezondheidsberoepen, meer specifiek van de klinisch psychologen en orthopedagogen. De wet op de psychotherapie als bijzondere beroepstitel is voorlopig opgeschort.

Er zijn dus nog veel vragen en onzekerheden. Van Broeck brengt saaie en onoverzichtelijke materie op een heldere manier. Uit de vragen in het publiek blijkt dat een aantal mensen erg enthousiast is over deze uiteenzetting. Ik blijf wat op mijn honger zitten want wat voor mijn patiënten telt, is of terugbetaling al dan niet mogelijk is en dat wordt niet duidelijk.

Na de broodjesmaaltijd is er keuze uit acht workshops. Ik kies er twee waarvan de titels mij sterk aanspreken. ‘Maken diepe wonden zachte heelmeesters?’ is de vraag die Hadi Waelkens, psycholoog, seksuoloog en systeemtherapeut digestieve oncologie bij UZ Leuven, zich stelt. Het thema kwetsbaarheid is haar niet vreemd. Op macroniveau, zoals ze het zelf noemt, heeft ze als oncopsychologe een zware job want ze werkt vaak zeer dicht bij de dood. Ze zit daarbij op een eilandje binnen het medisch team. Op microniveau merkt ze dat ze soms geen woorden vindt, dat ze soms twijfelt of ze verschil maakt en of haar verhaal ons vandaag zal raken. Aan de hand van een ontroerende casus van een gezin waarvan de moeder de strijd tegen pancreaskanker verloor, illustreert Waelkens hoe verschillende brillen noodzakelijk zijn om te blijven kijken. Haar brillen als psycholoog, als moeder, als partner, als vrouw, bieden allemaal een welbepaalde kijk op het gebeuren. Breed genoeg kijken is nodig om voldoende te kunnen afstemmen op de noden van het gezin en op de eigen noden. Het genieten van oppervlakkigheid in haar privétijd is soms nodig na de existentiële diepgang van haar werk. Ze bekent dat languit met een zak chips en een glaasje wijn naar ‘Temptation Island’ kijken om er ’s anderendaags met collega’s hartelijk over te roddelen, heel helpend kan zijn om staande te blijven.

Aan de hand van de sprookjesachtig getekende kaarten uit het spel ‘Dixit’ probeert ze ons net als haar patiënten op een verbredende manier dicht bij onze emoties te brengen, daar waar woorden misschien moelijker zijn. Ook ik ben een groot voorstander van het gebruik van beelden of verhalen om mensen op weg te zetten naar meer bewustwording van hun eigen binnenkant.

De tweede workshop, ‘Wanneer het verhaal van je cliënt je eigen nachtmerrie is’, is van Laura Deckers, orthopedagoog en systeemtherapeut in het studentengezondheidscentrum aan de KU Leuven en in eigen praktijk in Leuven, opleider bij het Instituut voor Psychotherapeutische Relatie en Reflectie, Mechelen, en Ludmilla Moons, maatschappelijk assistent en systeemtherapeut, Hestia en Keerpunt in Mechelen. Beide therapeuten zijn opgeleid in abft en nemen ons via live gespeeld casusmateriaal mee in de uitdagingen en de kracht van het werken met gehechtheid en gehechtheidsbreuken. Ze zetten vooral het belang in de verf om als therapeut de eigen kwetsbaarheid te verdragen. Net daarin zit de veranderingsmogelijkheid. Beide therapeuten brengen in praktijk wat Bosmans in de voormiddag beklemtoonde. Het werken vanuit de gehechtheidsbril richt de blik op je eigen hechtingsgeschiedenis en je hechtingsgedrag in huidige relaties.

Tijdens de afrondende receptie valt me bij het napraten met enkele collega’s op dat mijn vanzelfsprekendheden voor vele anderen toch vernieuwend zijn gebleken. Ik vind het als therapeut en als teamleider essentieel om zicht te houden op eigen kwetsbaarheden. Intervisie en supervisie zijn een must om je staande te houden in onze uitdagende job, alsook om deze kwaliteitsvol te blijven doen. Beide workshops waren hier zeker goede voorbeelden van, gebracht door therapeuten die hun ‘zelf’ meenemen in het werk en deze workshop.

Onderbelicht bleef voor mij de invloed van de hulpverleningscontext op onze kwetsbaarheid als hulpverlener. Onze organisaties zijn een weerspiegeling van de maatschappij waar de druk van bezettingscijfers en onderbestaffing het kwetsbare kader vormt van ons mooie werk.

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

Literatuur

  • Ainsworth, M.D.S., & Bell, S.M. (1970). Attachment, exploration, and separation – Illustrated by the behavior of one-year-olds in a strange situation. Child Development, 41, 49-67.

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Jaargang 37, nr. 3, september 2025

Neem een ABONNEMENT Laatste editie Archief

Nieuwsbrief Boom Psychologie

Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.

Aanmelden

Boeken

Handboek suicidaal gedrag bij jongeren
Jan Meerdinkveldboom, Ineke Rood, Ad Kerkhof
€ 26,95
Meer informatie
De JIM-aanpak
Levi van Dam, Sylvia Verhulst
€ 19,95
Meer informatie
Verbonden
Amir Levine, Rachel Heller
€ 19,95
Meer informatie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Systeemtherapie

Foke van Bentum

WG-plein 209

1054 SE Amsterdam
telefoon: (020) 612 30 78

redactie@nvrg.nl

Klantenservice

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

(088) 0301000 

klantenservice@boom.nl