In memoriam Alice van der Pas (1934 – 2017)
Samenvatting
Op 30 juli overleed Alice van der Pas. Met haar overlijden nemen we afscheid van de grand old lady van de ouderbegeleiding en de psychologie van ouderschap.
Van der Pas begon haar loopbaan als ouderbegeleider in 1958. Dertig jaar later realiseerde ze zich dat het vak van ouderbegeleiding in Nederland weliswaar een zestigjarige staat van dienst had, maar dat een theoretisch fundament ontbrak. Daar besloot ze wat aan te doen. Ze schreef het tiendelige Handboek Methodische Ouderbegeleiding (Van der Pas, 1993-2017), richtte het Tijdschrift voor Ouderschap & Ouderbegeleiding op dat nu als Ouderschapskennis zijn twintigste jaargang kent, organiseerde studiedagen, verzorgde lezingen, becommentarieerde andermans werk en schreef een schier eindeloze reeks artikelen. Toen ze 66 jaar was, besloot ze een proefschrift te schrijven. Ze wilde zichzelf dwingen tot een kritische ordening van haar ervaringen in veertig jaar werken met ouders en van haar eigen en andermans hele en halve gedachten over ouderschap. En daar wilde ze het stempel van de wetenschap op, in de vorm van een bul. Niet om eigen status, maar om het vak standing te geven.
Ook na haar proefschrift (Van der Pas, 2003) bleef ze denken en schrijven. Ze was gefascineerd door de vraag hoe ouders het klaarspelen om tegen de verdrukking in als ouder overeind te blijven en hun kinderen groot te brengen. Waarom het soms misgaat is gemakkelijk te snappen, maar waarom het doorgaans goed gaat is een veel moeilijkere vraag.
Haar langdurige ervaring als ouderbegeleider bracht Van der Pas tot de overtuiging dat er meer moet zijn wat ouders drijft dan liefde alleen. Wat ouders volgens haar bovenal bezielt is een besef van verantwoordelijkzijn, onvoorwaardelijk en voorgoed. Hoe verantwoordelijk je je ook weet, een kind grootbrengen is een zware opgave. Dat maakt ouders en ouderschap broos en kwetsbaar. En tegelijk is het ouderschap zo belangrijk.
Ouderschap, zo hield Van der Pas niet op te benadrukken, is een groot maatschappelijk goed. Dus hoe kunnen we ouders helpen de goede ouder te zijn die ze willen zijn? Voor dat overeind blijven als ouder, zo ging ze begrijpen, zijn vier buffers nodig: een solidaire samenleving, een goede taakverdeling want niemand kan het alleen af, bij tijd en wijle stilstaan bij wat je doet en voelt, en af en toe de ervaring dat je een goede ouder bent.
Van der Pas wist als geen ander dat je verantwoordelijk weten als ouder niet betekent dat een kind altijd bij zijn ouders moet opgroeien. Soms moeten anderen de zorg voor de veiligheid van een kind overnemen. Dan lijkt er een dilemma: kiezen voor het belang van het kind of voor dat van de ouder. Volgens Van der Pas is dat een schijndilemma; het belang van het kind en dat van de ouder zijn immers complementair. Met zorg voor de veiligheid van een kind is ook het belang van de ouders gediend; uiteindelijk wensen ouders het beste voor hun kind, hoezeer ze de schijn ook tegen hebben. Zorg voor veiligheid van een kind sluit solidariteit met ouders niet uit, integendeel. Juist deze solidariteit maakt het mogelijk om zowel oog te hebben voor de veiligheid van een kind als voor het zeer en de schaamte van ouders om eigen falen.
Ik ken in het domein van zorg voor ouders en kinderen vrijwel niemand die met zoveel passie haar werk heeft gedaan als Van der Pas. De praktijk van ouderbegeleiding en de psychologie van ouderschap was haar kindje. Het was haar missie om het tot wasdom te brengen en die missie voerde ze uit, onvoorwaardelijk en tot aan het eind van haar dagen. Onderdeel hiervan was te zorgen dat voor dat kind ruimte werd gemaakt en dat het voor vol aangezien zou worden. En wie het te na kwam of het niet begreep, kon er van lusten soms. Ook dat is goede ouders eigen.
Net als iedere ouder leefde ze op van ‘goede ouder’-ervaringen, van de erkenning dat ze het goed deed, zoals bijvoorbeeld de ontvangst van de lifetime achievement award van de International Family Therapy Association en van een lintje van de instelling van het lectoraat Ouderschap & Ouderbegeleiding, het behalen van haar doctorsbul. Bovenal leefde ze op van de ervaring dat ze mensen om zich heen wist voor wie ze een bron van inspiratie was.
Haar bezieling wist ze, geholpen door een aanstekelijk en verfrissend taalgebruik, over te dragen op tal van hulpverleners die in de jeugdzorg, het onderwijs, de jeugdgezondheidszorg en de kinderbescherming met ouders te doen hebben. Dat ze is blijven schrijven en nadenken tot aan het eind van haar dagen, getuigt niet alleen van een enorme passie voor haar vak, maar ook van haar wens daar het allerbeste van te maken.
Kort voor haar overlijden was ik bij haar op de koffie. Ze vertelde over een boekje waaraan ze werkte. Het thema was: ‘goede ouder’-ervaringen. En dat zou echt het laatste zijn, zei ze. Dat was het dus ook, maar anders dan ze gedacht had. Totaal onverwacht heeft ze haar pen, haar weergaloos trefzekere pen, moeten neerleggen. We moeten het nu doen met wat ze heeft nagelaten, en dat is veel, heel veel. Ook daarin is ze een goede ouder geweest.
Literatuur
- Pas, A. van der (1994-2017). Handboek methodische ouderbegeleiding (10 delen). Amsterdam: SWP.
- Pas, A. van der (2003). A serious case of neglect – The parental experience of child rearing. Outline for a psychological theory of parenting. Dissertatie. Delft: Eburon.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden