Er even tussenuit
Samenvatting
In tijden van goeie voornemens hoor je mensen vaak de wens uitspreken dat ze wat meer rust willen in hun leven. Dat ze af en toe tijd voor zichzelf willen nemen. Dat ze zich dit jaar niet willen laten vangen in de ratrace van wat moet tegen een bepaalde datum. Ook (systeem)therapeuten zijn hier mee bezig en trachten voortdurend een balans te vinden tussen het zogenaamde ‘werk’ en ‘privé’. Dat kan in het dagelijkse (werk)leven, maar ook ruimer bekeken door de afwisseling van werkperiodes en vakantieperiodes.
In het brainstormen over dit voorwoord bedacht ik enkele titels: ‘Er even tussenuit’, ‘Terug van weggeweest’, ‘Over rollen loslaten en terug opnemen’, … Ik zou iets schrijven over herbronnen op een paradijselijk eiland, over hoe buitenlucht, licht en zonnestralen het ultieme gevoel van rust konden met zich meebrengen. Over het loslaten van je rol als (systeem)therapeut om die dan met volle energie terug op te nemen.
De menselijke identiteit bestaat uit vele stukjes en rollen. Op vakantie ben je ineens weer meer ‘vriend(in) van’, of ‘ouder van’, of ‘partner van’ en ga zo maar door. Het is goed om even los te laten en te merken dat een mens veel meer is dan die professionele identiteit. Door een tijdje ver weg te zijn kan je het werk als systeemtherapeut nadien met frisse moed terug oppakken. Ja, zo dacht ik het. Mijn eerste werkdag na die weldoende vakantie aan de zonnige kant van de hier donkere en koude wereld, stuurde dit voorwoord echter een andere richting uit.
Die dag gebeurde op een uitvergrote manier wat ik wel vaker ervaar op een dag vol consultaties. Je begint vol goede moed, fris, je bent er klaar voor. En uur na uur raak je meer onder de indruk van de verhalen, wordt je emotioneel geraakt, voel je je aangesproken om spanningen tussen gezinsleden te kanaliseren, en langzaam maar zeker geraak je op. Dit verlies van energie speelt me vaak parten en ik ben er zeker van dat veel collega’s het herkennen. Meer nog dan de herkenbaarheid van dit proces doorheen de werkdag, speelde het niet uitkomen van mijn positieve verwachtingen me parten. Wat met het ideaal van herbronnen? Hoe komt het dat de vrolijke, zonnige kant van mezelf in een mum van tijd omgeven is door een sluier van motregen en mist?
Op deze vragen vond ik niet zo gauw een antwoord. Wel ging ik op zoek naar iets wat me hielp. Niet het ophalen van vakantieherinneringen bracht soelaas, maar lezen. Meer bepaald het lezen van de verhalen in dit nummer. Want ook de bijdragen aan dit tijdschrift zijn verhalen, zo zou Jolanthe de Tempe, redactielid van dit tijdschrift tot aan haar overlijden in april 2017, stellen. Verhalen over systeemtherapie helpen ons om onze eigen ervaringen met cliënten te kaderen, in perspectief te zien, op de juiste afstand tegen het licht te houden. Deze verhalen verbinden je ook met de gemeenschap van systeemtherapeuten. Ervaren therapeuten leren meer van andere therapeuten aan het werk te zien dan van wat die anderen zeggen over wat ze doen, staat in dit nummer te lezen. Ik weet niet of ik het er helemaal mee eens kan zijn. Vaak biedt lezen van hoofdstukken of artikels veel inzicht: puzzelstukken vallen op hun plek, je eigen impliciete kennis wordt expliciet gemaakt en je legt linken tussen je eigen handelen als therapeut en soms compleet nieuwe ideeën. Dat is allemaal heel leerzaam en inspirerend. Meer nog, lezen doet deugd, bijna evenveel als de warme zon op mijn gezicht.
Zoals in dit nummer enkele keren gebeurt, is het goed om niet enkel binnen je kader maar ook buiten je kader op zoek te gaan naar antwoorden. Hoe kijken andere disciplines naar de afwisseling tussen periodes van werk en ontspanning en de zoektocht naar de balans daartussen? Filosoof Ignaas Devisch schrijft en spreekt over rusteloosheid als een positief gegeven (Devisch, 2016). Hij plaatst het tegenover onrust, namelijk de stress die velen onder ons bijna onophoudelijk voelen, het maatschappelijk ‘nooit genoeg’. Zijn betoog kan ons helpen om onze eigen passie, gedrevenheid, ‘op dreef zijn’ opnieuw te waarderen, eerder dan ze af te doen als verwant met een ‘ziekte van deze tijd’ (zie lezing ‘leve de rusteloosheid’ op Radbouds Reflects, 2016). Want op dagen dat we op dreef zijn, zijn we vaak ook tevreden over wat we doen. Het werk waar we voor gekozen hebben is soms te veel maar lonkt ook als telkens weer een nieuwe uitdaging.
In dit nummer veel aandacht voor congressen en boeken, maar daarover hebben we het straks. We beginnen met een sterke Praktijk van Linne De Loof. Zo kort en krachtig als haar titel ‘Graniet’, zo gevat beschrijft ze haar werk als contextbegeleidster. De Loof zoomt in op datgene waar we vaak niet over praten, waar we vaak geen of veel minder woorden voor hebben. Naast actie en verandering, schrijft ze, ligt een andere heel belangrijke component van ons werk: accepteren, verdragen, aanwezig zijn. Aan de hand van een pijnlijk mooie casusbeschrijving neemt ze ons mee in een van de manieren waarop ze dit probeert te doen in haar werk met jongeren met emotieregulatieproblemen.
In een tweede Praktijk legt Jan Meerdinkveldboom uit hoe een strikte houding – naast het geven van liefde – van onschatbare waarde kan zijn voor jongeren. Vertrekkend van sturen en begrenzen als ouder, past hij deze begrippen ook toe in een therapeutische context, soms met verrassend resultaat.
We gaan verder met een prachtige reflectie van Jolanthe de Tempe: bevlogen, scherp, welbespraakt, zoals we haar kennen. Christien de Jong, voormalig redactielid, en Jan Meerdinkveldboom hielpen – na haar overlijden – om van haar tekst een afgewerkt geheel te maken, een aanklacht die de ogen opent voor de valkuilen van een doorgedreven postmodernistische visie op wetenschap. Literaire en wetenschappelijke teksten hielpen Jolanthe levenslang ‘om ingewikkeldheden van het leven te begrijpen en het hoofd te bieden’. Het gekende credo ‘therapie als verhalen vertellen’, maar deze keer verbonden met het ruimere perspectief van de sociologie en de antropologie.
Onder de rubriek Congressen wordt als eerste het jaarcongres van de NVRG besproken, ‘Liefde in tijden van verandering.’ Het congres besloeg vele onderwerpen: van liefde in de partnerrelatie tot liefde tussen ouder en kind, van vechtscheiding tot virtual reality. Cathy Harder geeft een overzicht.
Indra Bimmel en Tineke Haks waren aanwezig op de studiedagen met David Epston en diens ‘leerling’ Kay Ingamells, georganiseerd door het narratief, dialogisch en collaboratief collectief.
Via beeldmateriaal en transcripten van sessies kwam de narratieve praktijk tot leven. Tegenverhalen, die ingaan tegen het gekende probleemverhaal, blijken daar een belangrijke plaats in te hebben.
De feestelijke studiedag ‘Partnertherapie: Een apart vak!’ georganiseerd door de School voor Relatietherapie, kon niet onopgemerkt voorbijgaan. Ankie Engels en Cathy Van Gorp waren erbij en vertellen ons wat hen raakte, wat hen bijbleef en – tussen de lijnen door – ook wat ze misten tijdens deze studiedag.
Joke Nuchelmans-Wijnen zoomt in op de bijdrages van Donald Baucom tijdens het najaarscongres van de Vereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve therapie (VGCt). Cognitive behavioral couple therapy, zo schrijft ze, onderscheidt drie vormen van partnerinterventies: stoornisspecifieke interventies, partnerondersteunende interventies, en partnerrelatietherapie. Over elk van deze interventies leest u meer in haar congresverslag.
Als laatste was er het tweedaags symposium met Maurizio Andolfi, georganiseerd door De Rotterdamse Kring en Kennisprt. Steve Adeney weet de geest van het congres over te brengen in zijn verslag. De laatste paragraaf leest als een mantra: ‘(…) wees trouw aan je visie dat genezing vanuit de familie komt. Laat je niet koloniseren door te denken in termen van pathologie. Benader het symptoom steeds relationeel in de context van minstens drie generaties.’ Is dit nieuw, vraagt Adeney zich af? Nee en ja, zo zal blijken.
Naast deze vijf congressen worden ook drie boeken en een reader voorgesteld. Alfons Vansteenwegen las voor ons het nieuwe boek van Ellen Wachtel The heart of couple therapy – Knowing what to do and how to do it. In zijn lange carrière als therapeut las hij zelden zo een realistisch boek over relatietherapie. Wat hem het meeste trof waren de goed doorwrochte praktijkvoorbeelden. Van deze voorbeelden laat Vansteenwegen ons via enkele citaten al eens proeven.
Een beetje apart maar daarom niet minder interessant: de bespreking in onze boekenrubriek van een korte (21 pagina’s) reader over het verbeteren van het contact met iemand met psychose. Jan Meerdinkveldboom geeft in duidelijke bewoordingen aan waarover deze reader van Tom Rusting en Tiny van Hees gaat en waarom u hem best zou lezen.
Een boek over liefdesverdriet, dit kon en mocht niet onbesproken blijven in de rubriek. Catherine Barbez geeft een kleurrijke beschrijving van de ‘zeven gasten’ die door de auteur Petra van der Heiden als kapstok worden gebruikt voor haar boek Liefdesverdriet – Zeven bijzondere ontmoetingen met jezelf. U krijgt meteen zin om dit ‘verwerkingsboek’ aan te schaffen en een plekje te geven in uw therapieruimte.
Mia Claes werpt voor ons een kritische blik op het boek Vechten voor je scheiding, schipbreuk geslaagd – Een aanpak voor postrelationele rouw van Tineke Rodenburg en Leoniek van der Maarel. Als ervaren bemiddelaar kan ze als geen ander inzage geven in de toegevoegde waarde van het boek, alsook zet ze deze nieuwe ideeën af en toe af tegen andere gangbare opvattingen binnen de wereld van de bemiddeling.
We hopen dat het eerste nummer in het nieuwe jaar jullie opnieuw kan verrassen, vervullen en verblijden. Waarom de volgende werkdag niet starten met het lezen van een van de artikels uit dit nummer? Het kan. Het mag. Wie weet draagt u het verhaal met zich mee en sterkt het u in het klinisch werk tijdens de dag.
Literatuur
- Devisch, I. (2016). Rusteloosheid – Pleidooi voor een mateloos leven. Amsterdam: De Bezige Bij.
- Devisch, I. (2016). Leve de rusteloosheid. Lezing gegeven voor Radboud Reflects, gegeven op 11 oktober 2016. Opgehaald via https://www.youtube.com/watch?v=8JEyXL44LFE.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden