Ouderschap en systeemtherapie
Samenvatting
Studiedag georganiseerd door de sectie Kinderen en Jeugdigen van de NVRG
[Utrecht, 16 maart 2018]
Vrijdag 16 maart hield de sectie Kinderen & Jeugdigen van de NVRG in Utrecht haar studiedag met als thema Ouderschap en systeemtherapie. ‘Wat vraagt de veranderende visie op ouderschap van de systeem-therapeut?’, was de onderliggende vraag. De dag was volgeboekt, wat duidelijk maakt dat het thema leeft.
De dag begon met het voorstellen van het nieuwe bestuur van de sectie, Karin van Dijk als voorzitter en de leden Marja Waal en Monique Hof. Vervolgens pakte de dagvoorzitter, Edu van der Velden, op zijn geheel eigen wijze de draad op. Als opmaat zei hij dogma’s en mythen over het ouderschap te sparen. Die zijn er dus volop. Ter illustratie vertelde hij over Bertus, een oude man in zijn dorp, die naar eigen zeggen niet was opgevoed, maar ‘goed groot gebracht’. Zijn moeder had hem voorgeleefd, en dat was het geweest.
De eerste spreker was Esther van Fenema, die behalve psychiater ook violist is. Ze is vooral bekend door haar columns in Medisch Contact en The Post Online. Prikkelend en verwarring zaaiend las zij drie columns over ouderschap voor. De teneur was duidelijk: versterk bij je kind zijn frustratietolerantie, dat levert een realistisch zelfbeeld op. Ze bekritiseerde de huidige trend om kritiek op het kind in zachte termen te verpakken in plaats van ongewenst gedrag onverbloemd ‘af te kraken’. Grenzen worden niet aangegeven en zelfrelativering wordt niet aangeleerd. ‘Veel kinderen’, zo memoreerde ze, ‘moeten excelleren, want elk kind wordt bij voorbaat beschouwd als geniaal. Dat levert kinderen veel stress op.’ Van Fenema illustreerde haar betoog met de constatering dat tegenwoordig juist millenials een burn-out hebben en meer artsen in de opleiding tot specialist stranden. Het waren mooie herkenbare columns. Bij mij in de buurt is een basisschool met een sterklas voor extra begaafde kinderen. Het komt daar voor dat ouders bij de tienminu-tengesprekjes met een advocaat verschijnen: wat heeft de leerkracht nagelaten dat hun kind niet naar die sterklas mag? Er volgde een levendige discussie, waarin vooral bepleit werd om als systeemtherapeuten positie te kiezen. Anders gezegd: durf aan ouders duidelijk te maken wat in de opvoeding belangrijk is om aan kinderen mee te geven. Maar helemaal kwamen we er niet uit.
Na een kort intermezzo waarin Van der Velden wederom zijn associaties met het onderwerp van de dag met een eigen anekdote vorm gaf, vervolgde Luc Van den Berge, filosoof en systeemtherapeut, met een betoog over de ‘Positionering en herpositionering van ouders en professionals’. Het was een verslag van zijn onderzoek binnen het domein van de wijsgerige pedagogiek naar de genoemde posities. Hij noemde als voorbeeld de titel ‘kinderpsychiater’, die op de keper beschouwd alleen het kind als cliënt benoemt en dus niet de ouders. Als anderzijds ouders steun nodig hebben, spreekt men van opvoedonder-steuning waarbij de hulpverlener de expert is die wetenschappelijke kennis bezit die de ouders niet hebben. Als je daarbij de ouders als een middel ziet om het doel te bereiken, namelijk het welzijn en geluk van het kind, ga je voorbij aan hun subjectieve verhaal en ook aan hun ethische positie. Ouders willen immers primair het goede doen voor hun kind. Van den Berge pleit voor een tweeledige houding van de hulpverlener. Treed op als expert maar leg aansluitend je kennis voor aan de ouders met de vraag ‘Wat betekent dit voor u?’. Het was niet gemakkelijk zijn betoog te volgen, doorspekt als het was met filosofische begrippen en abstracte denklijnen. Gelukkig kunnen we zijn lezing nalezen.
In het middagprogramma bezocht ik de workshop van Jan Olthof over vaderliefde. Olthof had zich tot doel gesteld ons meer bewust te maken van de betekenis van de vader voor het opgroeiende kind. Hij noemde daarbij de situaties waarin vaders en mannen niet meer aanwezig zijn, zowel in eenoudergezinnen als op scholen waar alle leerkrachten vrouwen zijn. Onderling bespraken we welke woorden je van je vader hebt meegekregen en wat dit voor je heeft betekend. Olthof vertoonde een gruwelijke film waarin een moeder haar prepuberzoon dwingt vooral grenzeloos van haar te houden en hem straft als hij dat niet doet of kan. Schokkend was dat vader alles in de gaten had en niet tussenbeide kwam. De titel luidde niet voor niets ‘Mon fils a moi’. De moraal was dat een kind zich zonder een vader niet goed kan ontwikkelen. Olthof vertelde dat hij in de therapie vaders erop aanspreekt als zij hun taak verwaarlozen. In een volgend filmpje zagen wij het tegenovergestelde, een vader die zijn dochter, met succes, instrueert om weer te gaan eten. Tussendoor vertelde Olthof over zijn eigen geschiedenis als vader. Omdat zijn vrouw jong stierf, moest hij zijn zoon opvoeden als vader en moeder tegelijk. Dat was soms akelig moeilijk, maar toen het uit de hand ging lopen zorgde hij met een forse ‘vaderlijke’ ingreep voor een ommekeer. Helaas liet de techniek het bij de workshop regelmatig afweten waardoor niet alles vertoond kon worden en de presentatie vertraagd werd, maar de boodschap was duidelijk.
Na de thee volgde Lenny Rodenburg met de hechtingsgerichte gezinstherapie, die veel verwantschap toont met de emotionally focused therapy. Rodenburg toonde ons de differentiatie in afstand en nabijheid tussen ouders en hun kinderen in de loop van hun ontwikkeling. Als veiligheid in het geding is zijn grenzen nodig, evenals leiding geven en ingrijpen. Als er geen gevaar is, kunnen ouders volgen en vertrouwen geven om daarna, als alles goed gaat, het kind in vertrouwen los te laten. Een mooi schema dat los van de ontwikkelingsfasen van het gezin gehanteerd kan worden. Net als Van Fenema constateerde Rodenburg dat ouders veel meer het kind en diens wensen volgen dan dat ze leiding geven en frustreren. Ook benadrukte ze dat kinderen alleen kunnen leren hun emoties te reguleren als de ouders hun dat voorleven. In de therapie is het dan ook vaak nodig dat de ouders dit eerst leren voordat zij zich geloofwaardig, dus met een modelfunctie, met hun kinderen kunnen verstaan. Vanzelfsprekend moet ook de therapeut dit voorbeeldig kunnen! In drietallen, met één als observator, oefenden we het tot bedaren brengen van een geëmotioneerde ouder, waarbij het spiegelen van emoties waardevol bleek.
Pas daarna kwam de erkenning van die emoties tot zijn recht, gevolgd door het benoemen van de realiteit. Een mooie oefening die zichtbaar kalmte bracht. Tot slot gaf Rodenburg een overzicht van de punten van verschil tussen Hughes (attachment-focused family therapy), Diamond (attachment-based family therapy) en Palmer (emotionally focused family therapy), en sprak zij de verwachting uit dat hun verschillen vermoedelijk zullen verdwijnen in een gezamenlijk model. Dat lijkt mij zowel mooi als gewenst.
In de afsluiting van de dag associeerde Van der Velden met behulp van enkele anekdotes opnieuw over ouderschap vanuit de vraag wat nu van betekenis is in de opvoeding. Daarmee besloot hij een goed georganiseerde, levendige en aangenaam verlopen dag met gedenkwaardige beschouwingen en inzichten, die ook voor mij als regelmatig oppassende en mee opvoedende opa goed was om mee te maken.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden