De caleidoscoop van de groepssupervisie
Samenvatting
Studiedag van het Amsterdams Instituut voor Gezins- en Relatietherapie [Amsterdam, 22 maart 2019]
Een caleidoscoop is een ‘mooie-beeldenkijker’. De samenwerking van licht, spiegeltjes, kraaltjes en menselijke beweging vormt fantastische, unieke beelden.
De studiedag ‘De caleidoscoop van de groepssupervisie’ wordt georganiseerd door het Amsterdams Instituut voor Gezins- en Relatietherapie (AIGR) aan de Prinsengracht in Amsterdam omdat, zo meldt de organisatie, ‘groepssupervisie supervisoren en supervisanten specifieke mogelijkheden biedt tot leren.
Hoe sluit je als supervisor aan bij het individuele proces van elke supervisant alsook bij het gezamenlijk proces van de groep? Hoe haal je als supervisant het beste uit je groep en je supervisor? Hoe geef je elkaar feedback? Vanuit welke kaders en perspectieven kun je naar groepssupervisie kijken?’ De organisatoren zijn de systeemen groepstherapeuten Albert Neeleman, Marian Ploegmakers-Burg en Reinout Graaff van het AIGR. Dagvoorzitter is AIGR-collega Flip-Jan van Oenen. Het team laat in de aankondiging weten dat ‘een aantal principes en technieken wordt besproken en middels oefeningen ervaren’.
Een dertigtal NVRG-supervisoren hebben deze dag de weg naar de prachtige locatie aan de gracht gevonden. Naast nieuwsgierigheid is er vanaf de start ook veel ontmoeting en uitwisseling. Kom je naar het AIGR, dan begeef je je in een warm bad.
Na een kort welkom worden we meegenomen in de dromen van onze gastheren en -vrouw. Door onze dromen komen we in een ruimte buiten de alledaagse werkelijkheid die gevuld is met fantasie, angst, geheimen, schaamte en hoop.
Na deze introductie gaan de deelnemers kort in tweetallen aan de slag met drie kleine opdrachten. Ten eerste armpje drukken, ten tweede enkele stappen op elkaars voeten liften, vooruit en achteruit, en ten derde elkaar bevragen op een favoriet spel of een belangrijke droom. In de oefening voelen we intimiteit, afstand en nabijheid. We ervaren plezier en merken dat er ruimte vrijkomt. We tasten ons contact af, er is rivaliteit en fanatisme, spel en plezier. Er wordt samengewerkt en naar evenwicht gezocht. Naar aanleiding van deze oefening krijgen we een inkijkje in elkaars persoonlijke functioneren. Het brengt ons direct middenin het onderwerp van deze dag.
Na deze gezamenlijke ervaring worden we door onze oefenpartner voorgesteld aan de groep. In het voorstellen gaat de focus ongevraagd direct naar het karakter van de ander en niet naar diens functie. Er worden – met toestemming – enkele persoonlijke issues gedeeld en er ontstaat een veilige sfeer. Mooie oefeningen om zelf in praktijk te brengen!
Met deze oefening is de toon gezet en kunnen we gaan luisteren naar Ploegmakers-Burg die begint met ‘Superviseren is leren leren’ en ‘Leren is van perspectief kunnen veranderen’. Zij noemt de cyclus van Kolb, die ‘leren’ omschrijft als een cyclisch proces dat vier fasen kent: ervarenobserveren-conceptualiseren-experimenteren. Ploegmakers-Burg tekent boven dit tweedimensionale speelveld met vier hoeken een punt die verbonden is met alle vier hoeken, waardoor er een driedimensionale piramide ontstaat. In de top van de piramide plaatst Ploegmakers-Burg de reflectie. Een supervisor reflecteert dus op alle vier onderdelen van het leren (en omdat de ene leerstijl beter bij de ene supervisant zal passen dan bij de andere ontstaan er vier typen leerders: de doener, de dromer, de denker en de beslisser. Voor de supervisor is het helpend hierin onderscheid te maken).
Dan is het de beurt aan Neeleman die ons iets vertelt over ‘De netelige positie van de supervisant’. Netelig omdat de supervisant geacht wordt zijn of haar persoonlijke kwesties te delen met de supervisor. Zaken die de supervisant moeilijk kan delen met anderen, omdat er geheimhoudingsplicht is en ook omdat dierbare naasten niet altijd ruimte hebben hier aandacht aan te besteden. Dat geeft een eenzaam gevoel. Vervolgens heeft die supervisor met wie je je thema’s deelt zowel ‘deskundigheidsmacht’ als ‘sanctiemacht’. Een soort strenge ouder die je kan maken of breken. Neeleman vertelt over de schaamte als je ‘door de mand valt’, een gevoel dat elke supervisant herkent.
Neeleman richt onze blik op de verschillen tussen een dyadische supervisie en een groepssupervisie. Groepen hebben een enorme kracht in zich. Een goede supervisor weet die krachten constructief in te zetten. In de groep zijn getuigen, wat veel invloed heeft op alle betrokken individuen. De getuigen hebben een belangrijke rol in het verdunnen, het normaliseren, het reflecteren, het opzoeken van tussenruimte en het resoneren. In een groep wordt vrijer geassocieerd dan in een dyadisch contact. In een groep ontstaat minder snel één waarheid, er zijn meerdere spiegeltjes. Binnen een groep ontstaat een eigen, spontane dynamiek. Neeleman benadrukt de verschillen in structuur: free-flow versus duidelijke werkvormen in de vorm van oefeningen en rollenspelen. In een groep kan de supervisant als ‘cosupervisor’ ervaring opdoen. De supervisor dient keuzes te maken in deze verschillende vormen.
Na deze inleiding gaan we met elkaar aan de slag. We bereiden een rollenspel voor aan de hand van zelf ingebrachte supervisiecasuïstiek. Ploegmakers-Burg inventariseert bij de deelnemers technieken en oefeningen die gebruikt kunnen worden in (groeps)supervisie. Dat levert een mooi palet op: taal (reflectieverslagen, poëzie, tekstkaarten, metaforen), beelden (reisverhaal, stripverhaal, ansichtkaarten, geleide fantasie), muziek, opstellingen (beesten, poppen, een taal erbij), theater (sculpting, gestalt, rollenspel) en ten slotte digitale technieken (informatie op internet). Ploegmakers-Burg voegt er nog aan toe: de stoute opdracht. Laat de supervisanten dingen uitspreken die eigenlijk niet gezegd mogen worden. Doe iets wat je normaal gesproken niet zou durven.
We gaan oefenen. Niet de inhoud van de casus, maar de dynamiek binnen de supervisiegroep is daarbij het domein van actie. We worden uitgedaagd ook een van de genoemde technieken in te zetten, waarmee we vooral gaan ‘doen’ in plaats van ‘praten over’. Fantastisch om in de rol van de supervisant te voelen wat de groepsdynamiek met je doet. Zelf kwam ik in een rol waarin ik mij erg buitengesloten voelde door de andere groepsleden. Heel beangstigend en onveilig. Gelukkig werd er goed ingegrepen door de (oefen)supervisor. Alle groepsleden, inclusief ikzelf, zijn geraakt.
Na de lunch neemt Reinout Graaff ons mee in de multiculturele groepssupervisie. Dat doet hij aan de hand van de theorie van Marie Rose Moro, een Franse psychiater met een uitgebreide staat van dienst op het gebied van transculturele psychiatrie. Moro houdt zich bezig met dromen, en zo komen we terug bij de opening van deze dag. Graaff vraagt zijn supervisanten: ‘Wil je als inbreng een droom meenemen?’ Dromen vormen in de opvattingen van Moro ingangen voor zaken die niet gezegd worden. Graaff gaat met ons in de vorm van een rollenspel een groepssupervisie oefenen volgens het model van Moro: er is een interviewer (dat is een van de supervisanten), een inbrenger (dat is een van de supervisanten) en een reflecting team (de andere supervisanten). De supervisor functioneert als begeleider.
Het spel wordt gestart. De interviewer bevraagt de inbrenger, het reflecting team luistert mee, de supervisor houdt het proces in de gaten (blijft het veilig en constructief?) Na een aantal minuten zet de supervisor het spel stop en mag het reflecting team vertellen wat voor beelden het interview bij hen oproept. Hen wordt gevraagd dit te doen zonder duidingen te geven, zonder verbindingen te leggen, zonder betekenissen toe te kennen, dus puur associatief. In feite gaat het hier om de verhalen van de getuigen.
Er komen verhalen los die voor alle groepsleden buitengewoon leerzaam zijn. De supervisor vraagt eenieder daar weer op te reageren. Een prachtige werkvorm en mooie ervaring. Hoe het proces ook loopt, er kan altijd weer op gereflecteerd worden.
We komen aan het einde van de dag. Ploegmakers-Burg geeft ons allemaal een caleidoscoop cadeau. Van Oenen sluit de dag af in een trio met heerlijke Bossanovamuziek. Niet reflecterend, maar relaxerend. Een fijne afsluiting van een geslaagde dag!
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden