MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • De Praktijk
    • Onderzoek gesignaleerd
    • Reflecties
    • Discussie
    • Professie en Persoon
    • Congressen
    • Boeken (en zo)
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
    • Artikel indienen
    • Gebruik van artikelen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Proefabonnement
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over Systeemtherapie
    • Redactie
    • Adverteren
    • Open Access
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 31 (2019) / nummer 4
PDF  

Trauma en veerkracht met Froma Walsh

Beatrijs Lens-van den Berg
1 september 2025

Samenvatting

Congres georganiseerd door de RINO Groep [De Meern, 28 juni 2019]

De organisatoren van dit congres waren verheugd Froma Walsh als keynote spreker naar Nederland te kunnen halen. Slechts tweemaal eerder kwam zij naar ons land, en gezien haar leeftijd is dit misschien wel de laatste keer. Walsh (co-directeur van het Center for Family Health Firestone in Chicago, emeritus professor aan de University of Chicago) is een autoriteit op het gebied van trauma en veerkracht in families en schreef daarover onder andere het belangrijke standaardwerk Strengthening family resilience (Walsh, 2016).

Dagvoorzitter Guus van Voorst (klinisch psycholoog, psychotherapeut en systeemtherapeut, hoofd behandelprogramma Autismespectrumstoornissen GGZ-Centraal en werkzaam in eigen praktijk) vertelde bij de opening dat hij al vroeg geraakt werd door het belang van het werk van Walsh dat gaat over kracht, verbinding en hoop in families, die helpen om de donkere en oncomfortabele gebieden van verdriet binnen te gaan. Veerkracht staat volop in de belangstelling in ons vak, maar wordt vooral gezien als een individueel kenmerk van mensen, als iets binnenin ons. Walsh echter stelt dat veerkracht pas zijn werk kan doen als deze ingebed is in betekenisvolle veerkrachtige verbindingen. Veerkracht als een systeemkenmerk dus.

Walsh loodste ons daarna in sneltreinvaart door haar theorie over veerkracht in families met haar lezing ‘Family resilience – Overcoming trauma & serious life challenges’. Ze had zoveel te vertellen dat rust en verdieping wat ontbraken. Toch was het bijzonder om naar haar te luisteren. Walsh is de belichaming van hoop en geloof in veerkracht die altijd aanwezig is. Zij startte met haar gezinsveerkrachtmodel, dat onlangs ook helder werd beschreven in het artikel van Rood (2019). Meer dan in onze Europese traditie gebruikelijk is, neemt spiritualiteit voor haar een zichtbare plek in als een deel van wie wij zijn, met elkaar verbonden door onze waarden en menselijkheid. Dit komt onder andere tot uiting in onze overtuigingen, de belangrijkste pijler uit haar model. Zij hekelt de dominante westerse overtuiging dat we moeilijkheden aan onszelf te wijten hebben en zelf moeten zien op te lossen. Uit wetenschappelijke studies blijkt dat individuen ‘relationele lifelines’ nodig hebben om door te kunnen na verlies en trauma. Dat kunnen gezinsleden zijn, personen uit de familie of de gemeenschap waarin iemand leeft.

Om veerkracht aan te spreken en te vergroten moeten we niet pathologiseren en individualiseren maar normaliseren, en problemen zien als begrijpelijk in de omstandigheden waaronder mensen zich staande houden. Dat maakt ze menselijk en hanteerbaar. Walsh noemde daarbij de impact van geopolitieke ontwikkelingen op vele gezinnen. Ze vertelde over een project met Bosnische families die gevlucht waren naar de Verenigde Staten, die allen individueel traumatisch verlies leden. Maar hier was ook sprake van collectief trauma binnen de gemeenschap. Walsh bracht deze gezinnen bij elkaar in groepen waar zij werden uitgenodigd hun verdriet en pijn te delen, te spreken over het leven toen en het nu. Wat was er veranderd, verloren, geleerd? Zij moedigde hen aan vanuit hun krachten actieve coping te mobiliseren, zich opnieuw te verbinden met elkaar en hun onderlinge culturele en spirituele connecties. Zo konden zij samen betekenis geven en een weg voorwaarts zoeken, met hernieuwde hoop en dromen, ingebed in de gemeenschap en in de wetenschap dat zij niet de enigen waren met deze geschiedenis. ‘Veerkracht,’ zei Walsh, ‘moeten we zien als een proces dat kan groeien als hoop en pijn met elkaar verbonden worden binnen betekenisvolle relaties.’

Van Voorst ging daarna verder met zijn lezing getiteld ‘Een levend verlies’. Hij legde uit dat levend verlies altijd een onduidelijk verlies is en daardoor ambigue. Zoals wanneer iemand fysiek aanwezig, maar psychologisch afwezig is, bijvoorbeeld bij autisme, dementie of niet aangeboren hersenletsel. Of als iemand fysiek afwezig, maar psychologisch aanwezig is, zoals bij vermissing. Bij levend verlies bevriest het rouwproces door de onduidelijke uitkomst. Zoals ook kan voorkomen bij mensen die ongeneeslijk ziek zijn, maar door de behandelingen nog wel een tijd van leven hebben.

In zijn lezing wisselde Van Voorst steeds van perspectief, en dat was indrukwekkend. Als behandelaar helpt hij mensen met autisme een weg te vinden in hun leven. Maar ook in zijn eigen leven moest hij een weg zien te vinden met levend verlies nadat zijn vrouw in 2013 ernstige hersenschade opliep. Zijn leven kwam tot stilstand, hij raakte uitgeput en zijn huis veranderde in een museum. Uitleg door professionals over wat er aan de hand was, waarbij zijn gevoelens gevalideerd en genormaliseerd werden, hielp hem zich te verhouden en weer een weg te vinden. Ook leerde hij de zorg voor zijn vrouw meer te delen met zijn volwassen kinderen en sociale netwerk. Zijn verhaal sloot naadloos aan bij Walsh’ pleidooi om niet te pathologiseren, maar te normaliseren en samen met het systeem veerkracht te vergoten. Van Voorst sloot af met te vertellen dat hij zich op een andere manier verbonden voelde met de rouw en het verlies van zijn patiënten. Zijn persoonlijke ervaringen met veerkracht en verlies verdiepten zijn werk.

Na de pauze ging Jan Baars (klinisch psycholoog, psychotherapeut en systeemtherapeut, werkzaam bij GGZ Veenendaal en hoofdopleider Systeemtherapie bij de RINO groep) in op het thema ‘trauma in gezinnen: relationeel trauma’. Trauma betekent verlies van verbondenheid omdat je hersenen zich dan specialiseren in omgaan met gevoelens van angst en verlating. Traumabehandeling bij kinderen moet daarom altijd geïntegreerd zijn, individuele therapie ingebed in de context van het gezin. Baars doet dat met de Attachment Based Family Therapy. Kinderen helpen om weer woorden te vinden en ouders helpen om de kwetsuur van hun kinderen onder ogen te zien, geen ‘sorry’ te zeggen, maar de pijn werkelijk te kunnen erkennen, vormt daarbij de kern van zijn werk als gezinstherapeut.

In de middag ging Walsh dieper in op traumatisch verlies. De dood beëindigt het leven, maar niet de relatie. Zij stond uitgebreid stil bij de bereidheid oog te hebben voor de verschillende manieren waarop mensen rouwen. Het meest bleef mij bij hoe zij vertelde over rouwen als een proces van verhaal kunnen maken, bij de pijn aanwezig kunnen blijven en de bereidheid een diepe connectie met de ander aan te gaan. Zijzelf kan zich verbinden met het verdriet van haar cliënten in de wetenschap dat 60% van de mensen vertelt door het verlies uiteindelijk ook gegroeid te zijn en diepere verbindingen met anderen te ervaren. Door haar hele verhaal klonk hoe zij steeds luistert naar hoe mensen uiteindelijk iets kunnen doen met hun verlies om het betekenis te geven. Actie als krachtig tegengif tegen de machteloosheid.

Tot slot betraden Christien de Jong (vrijgevestigd gz-psycholoog/psychotherapeut, werkzaam in haar eigen praktijk en bij het AIGR) en Leo Gualthérie van Weezel (gepensioneerd psychiater), beiden opleiders, het podium. Levendig en goed geregisseerd loodsten zij de zaal door een rollenspel met twee acteurs, een echtpaar waarvan één kanker had gehad. Gualthérie voerde het gesprek met het echtpaar en vroeg steeds input vanuit de zaal. De Jong verbond dit soepeltjes aan vijf sleutels voor versterking van veerkracht bij ernstige ziekte, waaronder het externaliseren van de ziekte als gemeenschappelijke bedreiging en het normaliseren en valideren van emoties. Heel helpend vond ik hun focus op ambivalenties bij ziekte en het gesprek daarover in het rollenspel door onder andere te spreken over hoop en vrees, ziek en gezond, afhankelijkheid en autonomie en de betekenis daarvan voor hen beiden. Zij gaven ons ook hoop door onderzoek van Chaplin & McIntyre (2001) aan te halen waaruit blijkt dat hoop, ook bij (naderende) ingrijpende verliezen, eigenlijk niet verdwijnt maar een stip aan de horizon blijft. Die verschuift van hoop op lange(re) overleving naar kwaliteit van leven (comfort), waardigheid (worth) en ten slotte de wens verbonden te blijven met onze naasten tot het einde. Een mooi einde van deze rijke en intensieve dag, die begon en eindigde met de noodzaak van de verbinding met belangrijke anderen om ons heen.

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

Literatuur

  • Chaplin, J. & McIntyre, R. (2001). Hope – An exploration of selected literature. In S. Kinghorn & R. Gamlin (eds), Palliative nursing bringing comfort and hope. Edinburgh: Baillière Tindall.
  • Rood, I. (2019). Veerkracht opnieuw bezien. Systeemtherapie 31(2), 71-86.
  • Walsh, F. (2016). Strengthening family resilience (third edition). New York/London: Guilford Press.

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Jaargang 37, nr. 3, september 2025

Neem een ABONNEMENT Laatste editie Archief

Nieuwsbrief Boom Psychologie

Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.

Aanmelden

Boeken

Verbonden
Amir Levine, Rachel Heller
€ 19,95
Meer informatie
De JIM-aanpak
Levi van Dam, Sylvia Verhulst
€ 19,95
Meer informatie
Handboek suicidaal gedrag bij jongeren
Jan Meerdinkveldboom, Ineke Rood, Ad Kerkhof
€ 26,95
Meer informatie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Systeemtherapie

Foke van Bentum

WG-plein 209

1054 SE Amsterdam
telefoon: (020) 612 30 78

redactie@nvrg.nl

Klantenservice

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

(088) 0301000 

klantenservice@boom.nl