‘Twee maal drie is zeven Wiede wiede wie wil van mij leren’ – Meerstemmige verhalen over nieuw samengestelde gezinnen
Samenvatting
Studiedag georganiseerd door Rapunzel [Leuven, 29 november 2019]
De titel van de dag, die verwijst naar een liedje van Pippi Langkous, bracht jeugdherinneringen naar boven en activeerde verhalen over Pippi waarmee we groot zijn geworden. De stoere, onafhankelijke, gekke Pippi, die andere dingen durfde dan wijzelf. We vroegen ons af of het Pippi zou lukken het verschil te maken op deze studiedag over nieuw samengestelde gezinnen. De complexiteit van het thema met daarnaast de speelse aankondiging, schiep verwachtingen.
Het meisje Pippi leeft in een bijzonder gezin. Haar moeder leeft niet meer en haar vader is op zee. Vol bravoure kijkt ze het leven in. Met veel moed kan ze van spannende situaties iets aparts maken. Daarnaast kent Pippi ook eenzame momenten. Als haar vriendjes Annika en Tommy thuis aan tafel zitten, kijkt zij als buitenstaander toe naar die gezellige gezinsmomenten.
De studiedag bestond uit twee lezingen en een aanbod aan workshops. Een leuke verrassing was theateracteur Joris Hessels die de gehele dag aanwezig was en met wie je tijdens de pauze op een heuse Belgische canapé mocht zetelen voor een gesprek.
Dagvoorzitter Jasmina Sermijn, psycholoog en therapeut bij Hestia en opleider bij Rapunzel, nodigde ons uit in de grote schoenen van Pippi te stappen en iets van Pippi mee te nemen naar huis, zoals de inrichting van een gezin naar eigen zin, tegenover de traditionele gezinsverhalen. Ook werden we gevraagd goed na te denken over wat Pippi nodig zou hebben om volwassen te worden.
Bart Heirbaut, maatschappelijk werker en opleider bij Rapunzel, begeleidde ons vol overgave en enthousiasme op de accordeon, om al zingend op zoek te gaan naar onze eigen Pippi. De eerste keer klonken er schuchtere klanken, waarna vervolgens uit volle borst werd meegezongen: ‘Twee maal drie is zeven. Wiede wiede wie wil van mij leren?’
Waar Pippi een romantisch verhaal uit onze jeugd is, zo nam filosoof en schrijver Jan Drost ons vol verve mee naar de huidige tijd, waar verhalen om ons heen, ook in ons eigen leven, doorspekt lijken te zijn met romantische idealen. Drost noemt dit ‘het romantisch misverstand’. Het romantisch ideaal doet verlangen naar de volmaakte ander die aan het ideaal voldoet en een projectie van het ideale verlangen wordt. Door al deze verwachtingen is het moeilijk het ideaal in stand te houden. Het zogenoemde ideale paar loopt het risico uit elkaar te gaan om vervolgens opnieuw op zoek te gaan naar de volmaakte ander. Zolang dit ideaal verlangen leidend is, dreigen nieuwe samenstellingen weer uit elkaar te vallen. Sterker nog, het romantisch misverstand blijkt mensen gevangen te houden in de paradox: hoe meer teleurstellingen, des te sterker het verlangen naar dit romantisch ideaal kan zijn.
Tegenover dit romantisch ideaal stelt Drost de ‘wezenlijk verschillende Ander’ en het relationeel denken volgens de filosoof Levinas. Bij de romanticus ligt de schuld bij de ander, bij de relationeel denker gaat de persoon bij zichzelf te rade. Drost liet hierover de filosoof Nietzsche spreken met diens woorden: ‘Waar je niet meer kunt liefhebben, moet je weggaan.’ Wanneer ouders bij elkaar blijven voor de kinderen, leren de kinderen iets over romantiek, maar mogelijk minder over de liefde. Weggaan uit een relatie kan een nieuwe ontmoeting met jezelf betekenen. Er schuilt kracht in afscheid te nemen van idealen en zo ook van het romantisch ideaal.
Geboeid en vol aandacht volgden we de filosofische weg die Drost met ons aflegde. Hij gaf in vogelvlucht een heldere en inspirerende schets van de worstelingen in de liefde binnen de maatschappelijke context. We kregen een blik in de geschiedenis om vervolgens een korte blik vooruit te werpen. Wat staat ons te wachten in de liefde? In de huidige tijd zien we een maatschappelijke beweging die op zoek is naar een herdefiniëring van het gezin. Deze beweging gaat van geërfde sociale structuren naar originele improvisaties. De zoektocht zal zijn hoe iedere persoon in deze nieuwe, originele improvisaties meegenomen kan worden. En als we over originele improvisaties nadenken, dan komen we toch weer op Pippi uit.
Na Jan Drost deelde Cindy Schepers, ervaringsdeskundige, integratief therapeut en relatietherapeut in haar praktijk voor nieuw samengestelde koppels, haar ervaringen. Ze benadrukte dat een nieuw samengesteld gezin fundamenteel andere problematiek heeft dan bijvoorbeeld een gezin waarin pleegzorg of adoptie is. Stilstaan bij deze verschillen is cruciaal. Het kenmerk van nieuw samengestelde gezinnen is dat er altijd een andere ouder buiten het gezin aanwezig is. Daarnaast zijn er kinderen van wie het paar niet samen ouder is, en allen kampen met verschillende verlieservaringen. Deze factoren beïnvloeden elkaar. Ook al kun je mensen relatiedieren noemen en ook al is er sprake van liefde, dan nog kunnen deze factoren bijna onoverkomelijke obstakels worden in het bouwen van een duurzame relatie.
In de zaal werd een schatting gemaakt van hoelang het gemiddeld duurt voordat een nieuw samengesteld gezin een eigen kleur en eigen evenwicht ontwikkelt. Uit onderzoek is gebleken dat dit bij gunstige omstandigheden zo’n vier tot zeven jaar duurt. Schepers kon niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het is uitroeptekens – een stellige positionering die ontstaat in strijd en gedoe – weer vraagtekens te laten worden. Zo kan men in gesprek blijven over allerlei moeilijke thema’s die middels het stellen van vragen niet dichtgetimmerd hoeven te worden.
Tijdens haar workshop verdiepte Schepers de thematiek naar het bouwen aan verbinding in een nieuw samengesteld gezin. Rouw en acceptatie staan hierin centraal. Ze wees op de kans dat er een wij-versus-zij-dynamiek ontstaat. Hoe kan deze multiculturele samenleving in het klein, geïntegreerd raken en haar eigen vorm ontwikkelen? Het is als een Italiaan die in Japan gaat wonen. Er zijn andere rituelen en andere vanzelfsprekendheden waarvan je je bewust moet worden als nieuw samengesteld gezin. Daarbij is het creëren van eigen, nieuwe rituelen belangrijk.
De insteek van Schepers liet een structureel geluid horen naast de collaboratief georiënteerde invulling van deze dag. Dit zou enige verwarring kunnen zaaien. Aan de andere kant bood dit structurele geluid een verbreding aan de inhoud van de studiedag. Naast Pippi liet ook Annika zich horen, en mogelijk liep ook Tommy ergens rond.
Elles Punt, systeem- en dramatherapeut bij Euthopia en de Viersprong, bracht ons in haar workshop terug bij spel en beweging. We moesten aan de slag. Knopen ontworstelen, naar voren stappen, puzzelstukjes leggen. We voelden aan den lijve hoe middels eenvoudige elementen zware thematiek enige lichtheid en vernieuwing kreeg. Pippi zou zeker hebben meegedaan en we zouden haar waarschijnlijk hebben kunnen verleiden wat meer over zichzelf met ons te delen.
Uiteindelijk kwam de vraag hoe we Pippi zouden kunnen ondersteunen zich verder te ontwikkelen tot volwassene. Theateracteur Joris Hessels sloot de dag met zijn beschouwingen in een cadans met elke keer weer de introductiezin: ‘Het is oké…’ ‘Vraagtekens kunnen soms uitroeptekens worden. Het is oké te zoeken, wroeten, vinden en weer kwijt te raken. Het is oké.’ In die zin zeggen we mogelijk tegen Pippi dat het oké is dat ze is wie ze is geworden: vindingrijk, dapper, soms eenzaam.
Hij eindigt zijn beschouwingen over de dag met: ‘Liefde, daar kun je nooit genoeg van hebben.’
De dag voldeed aan onze verwachtingen. Vernieuwend was de bewustwording hoe wezenlijk het is het unieke verhaal van ieder gezinslid te horen in een nieuw samengesteld gezin. We konden met een speelse ‘Pippi-bril’ kijken en luisteren. Geïnspireerd en met nieuwe frisse inzichten huppelen we naar huis met in gedachten de woorden van Pippi: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.’ Geldt het niet voor alle gezinsleden in een nieuw samengesteld gezin, dat ze iets voor elkaar moeten krijgen wat ze nooit eerder hebben gedaan?
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden