Het plezier van opleiden
Samenvatting
Over het thema van dit nummer hebben we als redactie niet lang na hoeven denken. We bemerkten dat er in ons taalgebied weinig is geschreven over het opleiden van systemisch werkenden, laat staan over systemisch opleiden. Vanuit deze constatering is dit themanummer geboren. Opleiden zet aan tot reflectie. Waartoe leiden we op? Hoe leiden we op? En niet in de laatste plaats: hoe speelt de systeemtheorie een rol in ons opleiden?
De systeemgerichte benadering kent in de zorgorganisaties in onze lage landen meerdere verschijningsvormen. De systemisch counselor, de systeemtherapeutisch werker en de systeemtherapeut zijn voorbeelden van beroepen die zich richten op een relationeel benaderen van vragen en problemen. De vraag speelt soms op: is dit alleen een perspectief, een wijze van verstaan van de dingen of is de systeembenadering ook een vak, een ambacht? Beide is naar ons idee het geval. Als systemisch werkenden staan we in de traditie van de systeemtheorie die gecombineerd met inzichten uit de menswetenschappen en ervaringen in de vaak weerbarstige praktijk is uitgegroeid tot een wijze van verstaan en handelen. Ons vak is daarmee een professie geworden. Een professional bezit gespecialiseerde kennis en ervaring, verkregen door opleiding en training, en bijgehouden middels bijscholing. Op basis van deze deskundigheid heeft de professional bevoegdheden en een mate van autonomie.
Bij het woord ambacht horen termen als gereedschap, meester, gezel, oefening en vorming, en er komen associaties bij op als de gildecultuur, belangen en beroepseer. Dit taalspel biedt een aantal vruchtbare gedachten over opleiden. Het meester-gezelmodel is in de basis een bruikbaar model om jonge collega’s in de dagelijkse werkpraktijk te ondersteunen in de ontwikkeling van ons vak. Vermoedelijk hebben we allemaal zinnetjes in ons hoofd die ons zijn overgeleverd door collega’s aan wie we veel hebben gehad in onze persoonlijke en professionele ontwikkeling.
Samen met ervaren collega’s op de werkvloer ervaring opdoen is momenteel overigens niet vanzelfsprekend voor collega’s die ons vak aan het leren zijn. De nadruk die met de marktwerking in de zorg is komen te liggen op efficiëntie maakt dat velen van hen nu op een solistische plek werken. Het maakt het niet eenvoudiger een professionele identiteit te ontwikkelen. We hebben een verantwoordelijkheid om met hen podia te creëren in en buiten onze organisaties om samen te groeien in ons vak. Die ontmoeting is ook van grote waarde voor ervaren collega’s.
Het joodse leerhuis, de plaats waar men de joodse religieuze geschriften bespreekt met het oog op een goed leven, is in dit verband wellicht ook een mooie metafoor als het om relationeel leren gaat: in een leerhuis worden perspectieven uitgewisseld. Niet louter als denkbeelden of ervaringen, maar met een praktische existentiële toepassing. In dit proces is niet het vinden van ‘de juiste interpretatie’ van belang, maar het proces van in gezamenlijkheid leren leven. Daar wordt leren ook ‘geinig’. Dit van oorsprong Hebreeuwse woord is via het Jiddisch in onze taal gekomen en betekent in het Hebreeuws zoiets als een ontspannen verbonden vreugde. Plezier in de verschillen, de plaagstootjes, het delen van elkaars levenservaringen en de herkenning bij elkaar. Het gaat om een relationele, elkaar voortdurend beïnvloedende manier van leren waarin je door elkaar groeit en je ontwikkelt. Die vreugde kennen we vanuit opleiding en bijscholing. Je ervaart haar ook als je lesgeeft: het plezier van mensen zich te zien ontwikkelen in hun vak en tevens het plezier van zelf je vak steeds beter te verstaan. Lesgeven is tenslotte tweemaal leren, zoals de Franse essayist Joseph Joubert in de achttiende eeuw al schreef. Als je iets over wilt brengen zul je je daarin moeten verdiepen, en door de dialoog met de studenten, de vragen en opmerkingen doe je gezamenlijk nieuwe inzichten op. Als systeemtherapeut en als opleider hebben we beiden de ervaring dat je geregeld opnieuw beseft dat we een prachtvak beoefenen (er zijn ook andere dagen). Een vak dat een degelijke wetenschappelijke en wetenschapsfilosofische basis kent, tegelijkertijd praktisch is en in een traditie staat die het opneemt voor mensen die buiten de maatschappelijke boot vallen. Dat gold voor Minuchin in de Bronx. Dat geldt voor Andolfi die ter nagedachtenis aan zijn broer in Rome een stichting heeft opgezet die geestelijke gezondheidszorg biedt aan hen die dat niet kunnen betalen. En ook heel dichtbij waren daarvan prachtige voorbeelden te zien in de Voices from the margins projects op het NDC2-congres dat in de zomer van 2019 in Antwerpen plaatsvond (Robbemond & Kroon).
Dit nummer is rijk gevuld met artikelen van opleiders van verschillende opleidingsinstituten. Ze beschrijven ieder voor zich wat in de huidige maatschappelijke context en fase van de ontwikkeling van ons vak belangrijk is om over te dragen en creëren daarmee gezamenlijk een tijdsbeeld. De tijd van elkaar bestrijdende scholen en absoluut geloof in de eigen benadering lijkt goeddeels achter ons te liggen. Het wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat de specifieke methodiek een verwaarloosbaar element is in het uiteindelijk effect van therapeutische inspanningen. De persoon van de therapeut en de therapeutische alliantie krijgen veel aandacht in de artikelen.
Wat verder opvalt is hoe vaak de naam van Bateson genoemd wordt. Is er sprake van een herijking op onze bronnen? De NVRG organiseerde een congres met Nora Bateson waarvan u in dit nummer een verslag aantreft en de BVRGS organiseert dit voorjaar een congres waarin de belangrijke raakvlakken en verrijkende verschillen van systemische praktijken centraal staan. Het lijkt erop dat we als gilde van systemisch werkenden op een mooi punt zijn aangekomen: er is een zeker zelfbewustzijn ontstaan. Onze pretenties zijn kleiner geworden. Er is meer aandacht voor maatschappelijke invloeden op problematiek en er is meer aandacht voor waarden en existentiële vragen. Het is nu zaak om deze rijkdom te koesteren en verder te ontwikkelen. Het ambacht is immers niet van ons, we beoefenen het en geven het door aan volgende generaties. Hopelijk inspireert dit nummer daartoe!
In een sprankelend artikel schetst Marian Ploegmakers-Burg de ontwikkeling van de eerste Nederlandse opleiding tot supervisor bij het Amsterdams Instituut voor Gezins- en Relatietherapie. Superviseren is leren leren stelt zij en ze bespreekt een aantal bouwstenen die dit proces kunnen ondersteunen.
Vastlopen doet elke therapeut weleens. Juist door de persoon van de therapeut op zorgvuldige wijze centraal te stellen in supervisie, vinden Peter Rober, Karine Van Tricht en Hadi Waelkens handvatten om de impasse te doorbreken en flexibiliteit in positionering te hervinden.
Bruno Hillewaere beschrijft een manier van werken in supervisie waarin de dialoog en de samenwerking tussen supervisant en supervisor centraal staan. De werkwijze wordt beschreven aan de hand van de metafoor van een reis, waarbij de persoon van de therapeut bezien wordt als de gids of reisleider, theoretische perspectieven benut worden als de landkaarten, verwachtingen en de context de reisbestemming bepalen, en het kompas gevormd wordt door feedback en evaluatiemomenten. ‘Kleine grootsheid’ ligt besloten in de supervisant die open het contact met de ander aangaat en tevens een eigen positie in durft te nemen.
Hoe bevorder je cultureel bewustzijn en culturele gevoeligheid bij supervisanten? Ramón Karamat Ali houdt de competentieprofielen van de NVRG tegen het licht en komt met bruikbare vragen om culturele verschillen en betekenissen bewust en bespreekbaar te maken.
Wat maakt een leertherapie voor een systeemtherapeut in opleiding anders dan de leertherapie voor een opleideling met een ander therapeutisch referentiekader? Ineke Rood constateert dat het verre van vanzelfsprekend is om de familie in vivo in de leertherapie te betrekken. Zij trok als leertherapeut de stoute schoenen aan en besloot de ervaringen van de systeemtherapeuten in opleiding zorgvuldig na te vragen. Haar conclusie is dat de ervaring de opleidelingen promoveerde tot ervaringsdeskundigen en hen sterkte in hun overtuiging dat het goed is om familie of belangrijke anderen te betrekken bij het initiëren en ontwikkelen van hun systeemtherapieën.
In een volgend belangrijk artikel buigen Anna de Voogt en Barbara Wahl zich over een lang bestaande en veel bediscussieerde vraag in ons vak: is leertherapie zoals deze nu als verplicht onderdeel in de NVRG-opleidingsroute tot systeemtherapeut wordt vormgegeven, noodzakelijk? Op grond van eigen praktijkervaringen, literatuur en de bevindingen van workshopdeelnemers komen zij tot een ontkennend antwoord. Liever zien zij een breder aanbod waarbij bijvoorbeeld binnen de NVRG persoonlijke professionele groepstrainingen ontwikkeld zouden worden, geïntegreerd in de opleidingsroute.
In het laatste artikel introduceren Robert van Hennik, Véronique Limpens en Marieke Römer een werkmodel dat zij het ‘systemisch kompas’ noemen. Systemisch werken vraagt om ordening van de veelheid van informatie zodat je kunt schaken op verschillende schaakborden tegelijk. De auteurs leggen uit hoe het systemisch kompas hen helpt om motieven, zorgen en waarden uit te vragen en om betekenissen overeen te komen, alvorens een plan te maken en tot veranderende interactie te komen. Therapeut en cliënten stemmen samenwerking en de aanpak af door deze stelselmatig te evalueren. Het ‘systemisch kompas’ is te benutten in de praktijk van systeemtherapie, supervisie en als opleidingsmodel.
In de rubriek Reflectie doet Aristides Tamboer verslag van zijn leerproces in het online behandelen van systemen. De covid-pandemie heeft velen van ons voor de acute uitdaging gesteld om waar mogelijk ons behandelcontact digitaal vorm te geven. Niet zonder slag of stoot ontdekte hij hoe digitale systeemtherapie uitdagend en werkzaam kan blijven in tijden van noodzakelijke fysieke afstand.
Ook opleiders worden soms geconfronteerd met de hokjesgeest in het eigen denkraam. Judith de Graaf maakt ons in haar openhartige bijdrage aan De Praktijk deelgenoot van haar tobberij rond een opleideling in hijab, die tijdens een vanuit het hechtings- en ervaringsgericht perspectief gegeven blok systeemtherapie in een psychotherapieopleiding gesloten bleef over haar persoonlijke achtergrond. Kun je als opleider meer doen dan grenzen respecteren? Een nagesprek met de cursist leverde waardevolle suggesties op, zowel voor culturele sensitiviteit als voor een nieuwsgierige, respectvolle houding naar de ander.
In de bijdrage aan Professie & Persoon van de hand van Cathy Van Gorp staat Lieve Cottyn centraal. Na 33 jaar als bevlogen opleider en trainer van de Interactie-Academie te Antwerpen te hebben gewerkt, heeft zij onlangs haar opleiderswerk beëindigd. Een mooi moment om met haar te spreken over onder andere hoogoplopend conflict tussen ouders na scheiding, een thema dat haar nauw aan het hart ligt en waarover zij een boek aan het schrijven is.
In een familiebedrijf is het relationeel vermogen van de familieleden en de partners bepalend voor de kwaliteit van hun leven en werk. Een rendabel bedrijf en een harmonieuze familie bereik je door het combineren van een goed bedrijfsbestuur met een goed familiebestuur. Dit was het uitgangspunt van de tweedaagse masterclass voor therapeuten die Cathy Van Gorp bezocht. Ze raakte geïnspireerd door de zorgvuldige systemische benadering van spreker Veerle Wullaerts, die inzichtelijk maakte hoe het narratief-dialogisch werken ook in zakelijke context vrucht kan dragen.
Hybride en online congressen waren voor 2020 geen gemeengoed. Tussen de eerste en de tweede coronagolf vond het jaarlijkse NVRG-congres in hybride vorm plaats, met deelnemers in de zaal en nog veel meer deelnemers online. De titel New steps to an ecology of mind – systemische wortels in een woelige wereld duidt al de (her)oriëntatie aan op het werk van pionier Gregory Bateson. Albert Neeleman was erbij en vond de introductie in de Warm Data Labs, de pitches van bekende systeemtherapeuten en de dialogen met mensen uit andere beroepsgebieden spetterend.
In de boekenrubriek vindt u deze keer drie recensies over boeken die ook te lezen zijn als leerervaringen. Robin Glerum recenseert Van woede naar redelijkheid – Emoties, dilemma’s en erkenning bij scheiden, nieuwe partner en samengesteld gezin van Corrie Haverkort. Het boek combineert filosofische inzichten met de soms weerbarstige praktijk van nieuw samengestelde gezinnen en biedt voor die situaties handvatten om met gezinnen over existentiële thema’s in gesprek te raken en zo een voor de gezinsleden begaanbaar pad te vinden.
Jasmien Peeters vroeg zich af of zij wel de goede recensent kon zijn van het boek Van contextuele theorie naar praktijk van Jaap van der Meiden, dat tevens een neerslag is van zijn promotieonderzoek. Juist omdat de auteur in dit boek een helder model introduceert dat een plattegrond biedt van de caleidoscopische complexiteit van het gedachtegoed van Boszormenyi-Nagy is Peeters toch blij het te mogen bespreken. Ze vindt dat het boek handvatten biedt voor contextueel georiënteerde systeemtherapeuten en systemisch counselors en ook bruikbaar is voor opleidingen.
Dit lijvige nummer van Systeemtherapie rondt af met een fraaie recensie van Jan Olthof over Psychotherapie onder het vergrootglas – Mijmeringen en reflecties van Peter Lenaerts. Olthof beveelt het boek aan voor de meer ervaren therapeuten. Het boek is een bundel van grotendeels eerder verschenen artikelen en meandert zoals Olthof schrijft ‘door de tijd en de geschiedenis van de systeemtherapie en reflecteert op de visie op behandeling in de historie van het vak, op onderzoek, kunst- en filosofische stromingen’. Daarmee beschrijft hij eenzelfde beweging als we zagen in het openingsartikel over supervisie en is de cirkel van dit themanummer rond.
Rest ons dank te betuigen aan de auteurs die met veel inzet bijgedragen hebben aan dit themanummer en u namens de redactie veel plezier te wensen bij het lezen – en wellicht herlezen – van de rijke artikelen.
Literatuur
- Joubert, J. (2018). Recueil des Pensées de M. Joubert (Éd. 1838). Parijs: Hachette Livre.
- Robbemond, J., & Kroon, W. (2019). Crossing Borders, linking lives – Fifth European+
- Conference of Narrative Therapy and Community Work georganiseerd door NDC2. Systeemtherapie, 31(4), 262-265.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden