Sporen van hoop – Over het goede in de mens als kompas voor de hulpverlener
Samenvatting
VCW symposium
[online, 19 mei2021]
Midden in de werkweek maken we een online ‘wandeling’, georganiseerd door de Vereniging van Contextueel Werkers (VCW). Dit symposium heeft als doel: de zoektocht naar de goede intenties van de mens en hoe die een bron van hoop en herstel kunnen zijn. We gaan op zoek naar ‘sporen van hoop’ en dat maakt ons nieuwsgierig. Dagvoorzitter Cees Tollenaar, voorzitter van de VCW, bereidt ons op een enthousiaste manier voor op een ontspannen, maar ook pittige ‘wandeltocht’, waarin we mogen vertrouwen op ervaren reisleiders.
Onze eerste reisleider is Pieter Hoekstra, theoloog en psycholoog. Hij heeft een eigen praktijk en is directeur-bestuurder van het Nederlands Instituut voor Logotherapie en Existentiële Analyse. Hij neemt ons mee in de visie van Viktor Frankl, een Oostenrijkse neuroloog en psychiater en de grondlegger van de logotherapie. Het is iemand met een optimistisch en idealistisch mensbeeld: ‘Wij hebben geen eisen of vragen aan het leven te stellen. Het leven stelt ons voor vragen. Het is aan ons om antwoord te geven.’ Frankl vindt daarnaast dat je hoog moet inzetten op levensdoelen. Als je je richt op wat jij denkt dat haalbaar is, dan kom je gegarandeerd lager uit. Frankl had zelf hoogtevrees, maar deed aan bergbeklimmen en nam vliegles. Zo gaf hij in eigen gedrag vorm aan zijn visie. Volgens Frankl is therapie niet meer dan een stukje meewandelen met onze cliënt en kunnen wij geen mensen genezen. Wij vinden deze manier van relativering van ons werk prettig, evenals zijn focus op de mens en niet alleen op de ziekte. In zijn betoog zoekt Hoekstra naar verbindingswegen tussen Nagy en Frankl. Hij vindt die in het onderzoekende, de nieuwsgierigheid en de gerichtheid op het goede. Hoekstra vertelt veel in korte tijd. Het roept de behoefte op de wandeling nog eens rustig, in eigen tempo, over te doen.
Wim Dekker, docent sociologie op de Christelijke Hogeschool Ede, neemt ons mee in een krachtig betoog, op zoek naar hoop in de kern van het gezin. Hij zoomt in met een persoonlijk verhaal om vervolgens, vanuit verschillende perspectieven, te vertellen over de plek van het gezin door de jaren heen. De essentie van hoop is, volgens Dekker, dat als er iets misgaat, je erop kunt vertrouwen dat er iemand is. De balans tussen autonomie (vertrouwen op jezelf) en verbinding (in relatie zijn tot de ander) is hierin belangrijk. Hij beschrijft het belang van de individualisering voor met name vrouwen en homoseksuelen vanuit de ideeën van socioloog Giddens en benadrukt dat het gezin hierdoor ‘intenser’ is geworden. We kiezen bewuster voor een gezin en reflecteren over onze relaties. Er is meer vrijheid om andere keuzes te maken. Deze individualisering heeft ook een keerzijde. Voorbeelden daarvan zijn de last die kinderen dragen na een scheiding, maar ook het feit dat niets meer zeker is door het eindeloos reflecteren op wat we allemaal doen. Dat reflecteren best vermoeiend is, herkennen we zeker. De individualisering heeft ons veel gebracht, maar Dekker geeft aan dat er wel een slag te slaan is in het hervinden van de verbinding met de ander. In plaats van onze eigen behoefte centraal stellen, de ander weer echt gaan zien. Het maakt ons trots als Dekker benadrukt hoe belangrijk ons verbindende werk als hulpverlener hierin is. Hij eindigt met een kritische noot richting het zorgstelsel van Nederland waarin het ontvangen van zorg gediskwalificeerd wordt. We moeten vooral zelfredzaam zijn. Niets is zo schadelijk in de samenleving als wanneer iemand hoopvol aanklopt en er niet wordt opengedaan. Deze lezing raakt ons als hulpverlener en als mens.
Na de pauze vervolgen we onze ‘wandeltocht’ met de leerzame lezing van Jaap van der Meiden, systeem- en contextueel therapeut en opleider, supervisor en leertherapeut contextuele therapie bij de Christelijke Hogeschool Ede. Hij heeft van de complexe theorie van Nagy een duidelijk model gemaakt, deels ook eerder beschreven in Systeemtherapie (Van der Meiden, 2021). Hierbij maakt hij gebruik van een metafoor uit de muziek. De bas zorgt ervoor dat muziek beter begrepen wordt. Zo is Van der Meiden op zoek gegaan naar de ‘contextuele bas’. Dat is het axioma van Nagy over de onderlinge afhankelijkheid van mensen. Mensen hebben elkaar nodig om te kunnen bestaan. Hieruit ontstaat ons mensbeeld met de twee pijlers verbondenheid en rechtvaardigheid of de balans van geven en ontvangen. De pathologie vertelt ons wat er misgaat als het geven en ontvangen verstoord raakt en de methodologie toont hoe je dan aan de slag kunt. Van der Meiden laat ons het belang zien van een duidelijke theorie voor de uitvoering ervan in de praktijk. Tegelijkertijd is er voor ons een minder duidelijke link naar het thema ‘sporen van hoop’ dan in de andere lezingen.
Rutger Bregman, historicus en schrijver, neemt ons als vierde en laatste spreker in een hardlooptempo mee langs zijn sporen van hoop. Net als Hoekstra benoemt hij dat het belangrijk is gebruik te maken van elkaars kennis, omdat er anders een kokervisie kan ontstaan. Aan de hand van verschillende onderzoeken uit de sociologie, psychologie en biologie laat hij zien dat ‘de meeste mensen deugen’ (Bregman, 2019).
Middels verschillende voorbeelden worden we geconfronteerd met foutieve conclusies uit nieuwsberichten en onderzoeken. Het doet ons beseffen dat we hier kritischer naar mogen kijken. Zo laat hij zien dat het omstanderseffect, het uitblijven van het bieden van hulp door omstanders, niet klopt. Hij verwijst naar het nieuwsbericht dat een vrouw werd vermoord terwijl achtendertig mensen toekeken, zonder in te grijpen. Achteraf bleek dat de journalist dit vooral schreef omdat het artikel goed zou verkopen. Met andere voorbeelden laat Bregman zien dat mensen in nood elkaar juist wel helpen. Uiteindelijk wordt er gepubliceerd wat goed verkoopt, zegt Bregman. Hij geeft aan nu wel wat genuanceerder te denken over ‘de goede mens’ dan toen hij zijn boek schreef. ‘Het kwade is sterker, maar het goede is in de meerderheid’ is zijn uitgangspunt. Volgens Bregman is de beste manier om haat en vooroordelen te bestrijden mensen in contact te brengen met elkaar en te zorgen dat ze naar elkaars verhaal luisteren. In zijn conclusie noemt Bregman dat het ‘goede doen’ soms ook kan betekenen dat we verbindingen en/of loyaliteiten mogen loslaten.
Het is geen dag waarin we concrete interventies leren en bespreken. Dit symposium heeft een filosofische insteek, die ons stof tot nadenken biedt. De dag zorgt ervoor dat we in aanloop naar het schrijven van deze recensie samen nog meermalen terugblikken op wat er allemaal gezegd en verteld is. Het maakt ons opnieuw bewust van onze rol in het maken en herstellen van verbindingen tussen gezinsleden en het belang van samenwerking met verschillende disciplines. De optimistische en relativerende visie van Frankl en zijn moed nemen we graag mee, alsook het vinden van een goede balans tussen autonomie en verbinding bij onszelf en in het werk met onze gezinnen. Een dag die de focus legt op de goede intenties van de mens is prettig en geruststellend. Wij denken dat we zowel goede als minder goede intenties in ons hebben en dat het erom gaat deze beide kanten in onszelf en in de ander erkenning te geven.
Literatuur
- Bregman, R. (2019). De meeste mensen deugen. Amsterdam: De Correspondent.
- Meiden, J. van der (2021). De toepasbaarheid van contextuele interventies in systeemtherapie. Systeemtherapie, 33(2), 171-185.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden