Sekscultuur – Een herwaardering van seksualiteit
Samenvatting
Bettina Stangneth. Nederlandse vertaling door Charlotte van Rooden (2021). Atlas Contact. 295 pp. € 22,99
ISBN 9789045044590
Bettina Stangneth is een Duits filosoof, die promoveerde met een proefschrift over Immanuel Kant en het radicale kwaad. In eerdere publicaties boog ze zich onder meer over het antisemitisme en het nationaalsocialisme. Van haar hand verschenen ook enkele titels in het Nederlands, waaronder Het kwade denken (2017) en Leugens lezen (2019).
Sekscultuur leest als een vurig pleidooi tegen scheefgegroeide en vastgeroeste genderverhoudingen en maatschappelijke vertogen over seksualiteit. Binnen het huidige seksnegatieve klimaat, zo stelt de auteur, is seks te gevaarlijk om ongecontroleerd te blijven. Stangneth traceert de wortels van deze visie in de geschiedenis van het katholieke Europa, waar seks, zonde en de minderwaardige (en tevens bedreigende) positie van de vrouw tot een particuliere moraal gevlochten werden.
De auteur reflecteert over het gepolariseerde spanningsveld tussen biologie en cultuur. Een biologisch denken beschouwt seks als een natuurlijk verschijnsel: seks is het dierlijke, instinctieve in ons. Hiertegenover staat cultuur, de overwinning op dit dier(lijke) in ons. Eenieder dient een positie in te nemen tegenover dit spanningsveld. Hoe men dat doet, kan niet losgezien worden van de maatschappelijke context waarin men zich bevindt. Elke samenleving legt immers normen op, ook op het vlak van gender en seks(e). Wie zich daar doelbewust aan onttrekt en/of er niet aan beantwoordt, riskeert doelwit te worden van discriminatie en uitsluiting.
Elk pleidooi voor acceptatie van sekse, seksuele en genderdiversiteit roept echter een minstens even groot scala aan tegenreacties op. Zelfs als bijvoorbeeld wetenschappelijke inzichten over de biologische seksevariatie gedocumenteerd en maatschappelijk gedeeld worden, houdt menigeen vast aan het gangbare binaire denken inzake geslacht. Hetzelfde geldt voor seksuele en genderdiversiteit. Homoseksualiteit, bijvoorbeeld, wordt weleens op grond van biologische redenen als ‘natuurlijk’ – en dus als een normale, biologische variatie – verklaard: je vindt het immers ook terug in het dierenrijk. De geschiedenis leert ons echter dat ‘biologisch bewijsmateriaal’ ook op inhumane manieren ingezet kan worden, waarbij men homoseksualiteit als een afwijking van de natuurlijke norm beschouwt. De link met eugenetische praktijken is dan niet meer veraf. De gespannen verhouding tussen biologie en cultuur maakt seks en alles wat daarbij komt kijken verre van vanzelfsprekend, aldus Stangneth. Een centrale aanname lijkt te zijn dat in een cultuur waarin vooral de gevaren en onwenselijke uitkomsten van seks centraal staan (bijvoorbeeld soa’s, ongewenste zwangerschap, seksueel geweld), er weinig ruimte is om vrij over seks te spreken. Wie dat toch doet, loopt het risico onrust op te roepen en als provocerend te worden beschouwd.
Nog ingewikkelder wordt het volgens Stangneth wanneer we ons niet enkel buigen over het vraagstuk nature of nurture, natuur of cultuur, maar de mens daarenboven ook nog eens beschouwen als een zelfreflectief wezen. Ze wijst in dit verband op het wezenlijke verschil tussen ‘een lichaam zijn’ en ‘weten dat je lichamelijk bent’. Op basis hiervan stelt de auteur de aanname centraal dat de seksuele ervaring een uiterst complexe zelfervaring is. In de verdere uitwerking van deze stelling klinken Stangneths filosofische beschouwingen bij momenten erg psychodynamisch en intrapersoonlijk. Zo heeft ze het over de demonen waar eenieder mee worstelt bij seks en seksualiteitsbeleving. Denk aan de spanning en onzekerheid wanneer men zich (als eerste) aan de ander blootgeeft tijdens een seksuele ontmoeting, of iemands worsteling met diens seksuele oriëntatie. Eveneens noemt de auteur in dit verband de angst voor verlies van het zelf dat in de seksuele ontmoeting met de ander besloten ligt. Aldus zou seks de inherente tegenstellingen van de psyche op scherp stellen. Ten slotte passeren ook termen als driften, begeerte en lust de revue.
De titel en korte inhoud van het boek maakten me nieuwsgierig. Al is dit boek niet specifiek geschreven voor hulpverleners, ik vroeg me af welke inspiratie systeemtherapeuten zouden kunnen putten uit een filosofische benadering van seks(ualiteit). Het hele boek kan opgevat worden als een poging het denken over seks onder de loep te nemen en onszelf te positioneren ten aanzien van een aantal dominante opvattingen en maatstaven inzake seksualiteit. Het betaamt een filosoof om daarbij de grote existentiële vraagstukken (zingeving, de dood, afstand-nabijheid en verantwoordelijkheid) niet te schuwen, zij het dat deze in dit werk benaderd worden op een eerder abstracte manier. Als lezer vond ik het bijgevolg niet altijd makkelijk de rode draad vast te houden, en soms voelden Stangneths uiteenzettingen breedvoerig aan. Ter illustratie: pas op pagina 206 geeft de auteur een omschrijving van wat nu onder ‘sekscultuur’ begrepen kan worden: ‘de manier waarop mensen omgaan met de menselijke vaardigheid seksuele prikkels te ervaren’, en besluit ze haar uiteenzetting op pagina 265 ‘dat ieder mens zijn eigen sekscultuur is’.
De korte hoofdstukken lezen vlot en uitnodigend en beginnen doorgaans met een citaat. Deze zijn niet steeds vertaald en hun relevantie was me niet altijd even duidelijk. Eveneens wordt bijna ieder hoofdstuk vergezeld van een afbeelding van (vooral) oosterse, erotische rituele voorwerpen en relikwieën. Hoewel Stangneth doorheen haar werk naar tantra verwijst en seks met onze lichamelijke existentie verbindt, verwonderde me toch de eerder eenzijdige keuze voor de voorgestelde afbeeldingen. Het doet de indruk ontstaan dat de (ware?) wijsheid over seks elders te vinden is. Bijgevolg imponeert de oosterse sekscultuur als zijnde opener en positiever dan het van taboe doordrongen katholieke westerse denken over seks. Dat ook de auteur zich niet helemaal kan onttrekken aan de huidige maatschappelijke context, verklaart misschien waarom het boek, ondanks toespelingen op seksuele en genderdiversiteit, bijwijlen toch eerder hetero- en cisgender normatief leest. Ook is de opbouw van het boek me niet altijd even duidelijk. Naar mijn aanvoelen maakt de auteur soms grote gedachtesprongen en nopen zinnen meermaals tot herlezen. Af en toe bekroop me het gevoel: ‘Waar gaat dit nu eigenlijk over?’ Tevens lijkt van de lezer verwacht te worden dat deze min of meer vertrouwd is met het denken van mensen als Michel Foucault, Immanuel Kant en Sigmund Freud. Geregeld verwijst de auteur immers naar hun inzichten en bijdragen in het huidige denken over seks(ualiteit) en relaties, zonder noodzakelijkerwijs te verduidelijken wat deze of gene auteur nu precies bijdraagt aan haar betoog.
De relevantie voor de systeemtherapeut ligt mijns inziens vooral in het ons rekenschap geven van prevalente maatschappelijke discoursen inzake gender en seksualiteit en hoe deze het welzijn van mensen kunnen beïnvloeden. Zo stelt de auteur de opvatting aan de kaak dat masturbatie enkel gedurende een korte periode acceptabel is. Ook breekt ze de visie open dat enkel geslachtsgemeenschap tussen een (cisgender) vrouw en (dito) man ‘echte seks’ is. Verder stelt Stangneth vraagtekens bij de dubbele seksuele moraal die vrouwen treft. Het is eveneens de verdienste van de auteur om de aandacht te richten op het belang van lichamelijkheid en aanraking: een dimensie die mogelijk in psychotherapie op de achtergrond kan verdwijnen. Concluderend zou ik durven stellen dat de voornaamste (filosofische) boodschap is om niet te snel te denken dat je alles begrijpt. Ook dat is mijns inziens een richtinggevend principe dat ons werk als psychotherapeut inspireert. En in dat opzicht is de auteur wat mij betreft in haar opzet geslaagd.
Literatuur
- Stagneth, B. (2017). Het kwade denken. Atlas Contact.
- Stagneth, B. (2019). Leugens lezen. Atlas Contact.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden