En altijd maar verlangen – Over loyaliteit en exoneratie
Samenvatting
Studiedag sectie Contextuele therapie NVRG
[Ede, 10 juni 2022]
De contextuele therapie van Ivan Boszormenyi-Nagy staat bekend als een sympathieke benadering, maar is niet altijd gemakkelijk toepasbaar. Tijdens de studiedag van 2019 werden vier contextueel therapeuten gevraagd enkele contextuele concepten te concretiseren naar bruikbare interventies. Dat resulteerde in een vraag naar meer.
De vraag naar meer kreeg deze studiedag vorm in een tweetal thema’s: loyaliteit en exoneratie. Aan de hand van het levensverhaal van journalist en documentairemaker Frénk van der Linden werden deze elementen uitgelegd en belicht. Van der Linden lichtte met behulp van zijn documentaire Verloren band (2009) toe hoe zijn proces in de verwerking van de scheiding van zijn ouders zijn leven getekend heeft. Deze documentaire vormde de achtergrond van de bijdrage van Vlaams psycholoog, psychotherapeut en contextueel therapeut Jan Hoet, die sprak over loyaliteit en loyaliteitsconflicten. Contextueel therapeut Wilma van Klaveren sprak over exoneratie: hoe exoneratie (ook wel ‘vergeving’ genoemd) vroeg of laat een rol gaat spelen in complexe relaties en hoe een therapeut daarmee aan de slag kan gaan. Het boek En altijd maar verlangen – De liefdesoorlog van mijn ouders van Van der Linden (2021) stond bij de bespreking van deze hoofdelementen centraal. De dag werd afgerond met een panelgesprek tussen de sprekers, met als moderator Kees Bregman, predikant en vrijgevestigd contextueel counselor.
Deze studiedag opende met de documentaire Verloren band (2009) van Frénk van der Linden. Jan Hoet nam deze documentaire en het eerdergenoemde boek, waarin Van der Linden de onderlinge gezinsrelaties en de ingewikkeldheden daarvan voelbaar portretteert, onder de loep op het thema loyaliteit. Hij gaf zijn missie weer: hoe kunnen wij als therapeuten het beter doen? Volgens Hoet kunnen wij als therapeuten aan de missie werken door telkens weer te begrijpen hoe loyaliteit in die specifieke casus werkt. Als we relaties aangaan, ontwikkelen we loyaliteit, en bij relaties horen conflicten. Hoe harmonisch een gezin er ook uitziet, je weet als therapeut niet hoe loyaliteiten zich ontwikkeld hebben in een systeem. Daarom maak je als therapeut loyaliteit onderwerp van gesprek om samen met de cliënt diens zorgen en behoeften te begrijpen.
Het spreken over loyaliteit bracht me tot het inzicht dat in het geval van gespleten loyaliteit (een kind kan zich niet loyaal voelen aan de ene ouder zonder zich deloyaal te voelen aan de andere ouder), de jongste generatie dit niet op kan lossen. Wat een kind ook doet, het zal altijd falen, omdat het geen ruimte geboden wordt door zijn of haar ouders. In dit soort situaties kunnen kinderen een onrechtvaardige balans van geven en ontvangen ervaren, waardoor het kind de wereld als onbetrouwbaar kan gaan zien en de ontwikkeling tot autonome en verantwoordelijke volwassene bemoeilijkt wordt.
Volgens Hoet is het belangrijk om in de dialoog te onderzoeken wat rechtvaardig is: een gesprek dat altijd in het perspectief van drie generaties wordt gevoerd. Het uitwerken van een genogram is daarbij essentieel, want zoals Hoet het prachtig omschreef: ‘Het is niet omwille van het begrijpen van de geschiedenis, maar het is omwille van het uitwerken van de toekomst.’
De lezing van Wilma van Klaveren stelde een voor mij lastig tastbaar onderwerp aan de orde: exoneratie. Haar lezing leerde me dat exoneratie nodig is wanneer de oprechte dialoog onmogelijk lijkt (door bijvoorbeeld intergenerationele moeilijkheden, contactbreuken of ouders die overleden zijn) en er toch nog veel te herstellen is. Volwassen kinderen verlangen dikwijls naar herstel van onrecht. Exoneratie is een volwassen hertaxatie: een proces van in het reine komen met onrecht en onbalans door een volwassen beoordeling van situaties in het leven van iemands ouders, de keuzes, inspanningen en grenzen in het verleden, en parallellen ontdekken tussen schade in het verleden en het gedrag in het hier-en-nu. Cliënten vragen zich bijvoorbeeld af: ‘Waarom? Waarom deden mijn ouders dat? Waarom konden die dingen gebeuren? Wat maakte hen blind voor mijn noden? Waarom hielden ze geen rekening met mij? Waarom zagen zij mij niet?’ Al die vragen kunnen zorgen oproepen ten aanzien van het eigen functioneren: ‘Ga ik dit bij mijn kinderen ook doen?’ Of: ‘Ik doe hetzelfde als mijn ouders en kan het niet stoppen.’ Of: ‘Ik kan zelf geen relatie in stand houden.’
Van Klaveren adviseerde therapeuten om de cliënt te helpen stilstaan, het onrecht te laten doorleven en ruimte te creëren voor boosheid, verdriet en rouw, terwijl zij met de cliënt door een verhaal van pijn en verdriet worstelen. Vanuit contextueel perspectief zijn erkenning van zowel onrecht als verdienste essentieel in dit proces. Daarnaast is het belangrijk niet uit het oog te verliezen dat dit een circulair proces is, omdat relaties in beweging blijven. Met exoneratie kan vrijheid en winst voor alle partijen bereikt worden. Dit betekent voor mij zoveel als iedereen recht doen. Een zoeken naar evenwicht in eerlijkheid en betrouwbaarheid in relaties: de balans van geven en ontvangen.
Handvatten hierbij zijn dat de cliënt het proces uitvoert en je als therapeut begeleidend aanwezig bent. Verder mag je exoneratie nooit opleggen. Timing is hierbij belangrijk, evenals meerzijdige partijdigheid en het werken met en verdragen van pijn en verdriet. Exoneratie kan in een en dezelfde generatie veel teweegbrengen, omdat brusjes uit hetzelfde gezin allemaal een ‘andere’ vader en moeder hebben, vanwege hun verschillende levensfasen en hun eigen unieke positie in het gezin. Het is belangrijk om daar als therapeut oog voor te hebben. Helpend was voor mij het besef dat het exoneratieproces de cliënt helpt om volwassen te worden in zijn eigen rol en daarmee de ouder ook zijn eigen rol te laten vervullen. Vaak is het daarbij helpend als de cliënt begrijpt hoe de ander tot zijn daden is gekomen.
In het panelgesprek onder leiding van moderator Bregman werden waardevolle onderwerpen en vragen vanuit de discussiegroepen besproken. Het panelgesprek gaf een mooi overzicht en samenvatting van de dag. Het panelgesprek was waardevol en liefdevol confronterend voor Frénk, die zich ter plekke realiseerde dat hij als kind rouwde en de illusie had dat hij de liefdesoorlog tussen zijn ouders kon oplossen. Zijn parentificatie werd helder. Van der Linden beschreef loyaal en exonererend zijn proces met de treffende woorden: ‘Het is wel helder van wie ik die grote muil heb!’ Wat een voorrecht deze dag van hem te leren!
Als antwoord op de vraag hoe wij het als therapeuten anders kunnen doen, zou ik zeggen dat het van belang is dat alle betrokkenen in een systeem zoveel mogelijk gehoord worden of dat hun perspectief betrokken wordt. Als de moeder van Van der Linden wel was gehoord, zou dat wellicht tot andere mogelijkheden hebben geleid voor alle betrokkenen. Voor mij was deze dag waardevol en leerzaam. Hij heeft me kapstokken gegeven waaraan ik interventies uit de dagelijkse praktijk kan ophangen. De opfrissing en verheldering van de contextuele begrippen ‘loyaliteit’ en ‘exoneratie’ heeft mij nieuwe inzichten gegeven en me bewust gemaakt dat je als therapeut veel kunt betekenen in het leven van de cliënt en tegelijkertijd het proces van de cliënt moet laten zijn. Zoals Else-Marie van den Eerenbeemt ooit zei: ‘Het leven is sterker dan de therapie.’ Dank aan iedereen die deze dag mogelijk heeft gemaakt!
Literatuur
- Linden, F. van der (2009). NCRV Dokument – Verloren band [Documentaire]. NCRV.
- Linden, F. van der (2021). En altijd maar verlangen – De liefdesoorlog van mijn ouders. LuijtinghSijthof.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden