De jeugd heeft de toekomst, toch?
Samenvatting
Soms is een bekende uitspraak, waar jaren in werd geloofd, niet meer helemaal van toepassing. De jeugd van Nederland, en ook van vele andere landen, heeft in ieder geval de afgelopen jaren flink wat tegenslagen gekend. De coronajaren met de langdurige lockdowns hebben duidelijke sporen achtergelaten. In alle dag- en weekbladen konden we lezen over middelbare scholieren en studenten die somber waren geworden, waarbij sommigen suïcidale gedachten en behoeften hadden. Veel scholieren liepen leerachterstanden op, er was bewegingsarmoede en de sociale vaardigheden die ze in de klas en daarbuiten zich spelenderwijs eigen hadden kunnen maken, raakten op achterstand. Teruggekeerd op school viel op hoezeer hun sociale omgang verruwd en minder fijn afgestemd was geraakt. Opvallend was ook de toename van meisjes met eetproblemen. Over die ontwikkeling kun je speculeren: wellicht waren de meisjes met hun controlebehoeften in grote onzekerheid geraakt door alle corona-maatregelen, wie weet.
Maar de achter ons liggende periode is niet de enige factor die zorgen baart. Al eerder kwamen er berichten over scholieren die met een burnout thuiszitten, een fenomeen dat toch eerst voorbehouden was aan volwassenen met te veel hooi op hun vorken. Het beeld van de gezinnen kent tegenstrijdigheden. Enerzijds verwachten ouders prestaties op school opdat hun kinderen daarna een zo groot mogelijke kans maken bij een vervolgopleiding. Daartoe worden vaker dan ooit huiswerkinstituten gebruikt; deze zijn in de laatste tien jaren verdubbeld in aantal. Anderzijds is het de vraag of ouders nog wel mogelijkheden hebben om hun invloed op hun kinderen te laten gelden. De sociale media, de ‘schermen’ enzovoort, bepalen veel van hun gedrag, en dat veelal buiten het zicht van hun ouders. Buiten het gezin is eveneens de druk om te presteren in de afgelopen decennia toegenomen, en in tegenstelling tot dertig tot veertig jaar geleden speelt bij het presteren ook rivaliteit een rol. Vanzelfsprekend vinden deze ontwikkelingen vooral plaats binnen gezinnen met voldoende inkomens, kinderen uit achterstandsgezinnen raken juist meer achterop.
Los daarvan lijkt de toekomst van onze jeugd ook niet erg rooskleurig. Alles wat er op onze aarde gebeurt, komt nadrukkelijk in ons zicht: oorlogen, klimaatcrisissen, milieuproblemen, migratieproblematiek – er gebeurt veel dat de directe toekomst grijs maakt.
Vragen die opkomen zijn: In welke mate zijn onze jeugdigen nog wel veerkrachtig genoeg als het aankomt op periodes met allerhande beperkingen en andere sterke stressfactoren? In welke mate is hun frustratietolerantie ontwikkeld? Hoe goed kunnen ze omgaan met een ‘nee’? Hoe staat het met hun incasseringsvermogen? Veel gezinnen kennen tegenwoordig een bestaan waarbij het gemak de mens zou dienen. Boodschappen worden thuisbezorgd, evenals maaltijden en aankopen online. Scholieren rijden op e-bikes, ook al wonen ze niet verder dan vijf kilometer van hun school af. Ergens enige moeite voor moeten doen lijkt ‘uit’ te zijn. Kortom, zijn we met ons allen niet nogal verwend geraakt door alle mogelijkheden die er nu voorhanden zijn, en waardoor een toekomst met wellicht veel minder welvaart en welzijn erg moeilijk te accepteren is?
In een toespraak sprak koning Willem-Alexander de hoop uit voor een goede veerkracht van onze jeugd. Maar het is de vraag of zijn wens niet de vader van zijn gedachte is geweest.
Staatssecretaris Van Ooijen liet weten dat jongeren met problemen niet allemaal naar de psycholoog zouden moeten stappen. Op zich logisch gedacht, gelet op de ontwikkelingen in de jeugdhulp die dramatisch tekortschiet en de ggz die erg lange wachtlijsten heeft, terwijl steeds meer mensen menen daar gebruik van te moeten maken. De veerkracht van volwassenen maakt ook de indruk geringer te zijn geworden. Er lijkt een trend te zijn om lastigheden als problemen te ervaren en problemen om te bouwen tot stoornissen, want anders wordt hulp niet vergoed.
Welke bijdragen kunnen systeemtherapeuten leveren aan het weerbaarder maken van gezinnen, ouders en jeugdigen? Los van individuele problemen en relatiemoeilijkheden zal er aandacht moeten worden geschonken aan het besef dat omgaan met beperkingen en tekorten in het leven meer vormend is dan overvloed en gemak. Het leven bestaat nu eenmaal uit vallen en opstaan; van tegenslagen kun je groeien, frustratie leren verdragen maakt je sterker. We zullen gezinnen dus op die realiteit moeten wijzen en hen helpen die te accepteren. Ouders moeten voorbeelden worden van hoe je sterker in het leven kunt staan. Daarnaast moeten ouders weer meer de regie nemen over het leven van hun kinderen. Dat is behoorlijk lastig, want je moet dan beperkingen opleggen aan bijvoorbeeld schermtijden. We zien dat deze discussie ook in het onderwijs leeft – wel of niet mobieltjes mee in de klas – en dat veel scholen ertegen opzien deze restricties op te leggen. Voor ons dus de taak om ouders weer meer bewust te maken dat binnen de gezinnen een nadrukkelijker hiërarchie gewenst is. Nu is het begrip hiërarchie nogal uit de mode geraakt, want die wordt vaak geassocieerd met een autoritaire houding. Maar de wat zachtaardiger term ‘regie’ kan die vervangen.
Gemakkelijk zal dit niet zijn. In de hele maatschappij rondom ons is denken in termen van hiërarchie verdwenen. Ik schreef daar vorig jaar al over in een voorwoord (Meerdinkveldboom, 2022). Kijk naar onze demissionaire premier die geen visie wil etaleren en dus in feite ook geen echte regie wil voeren. En op scholen zijn leerkrachten zoveel tijd kwijt om in de klas de orde te handhaven dat ze aan lesgeven minder toekomen. Iets wat hun vak bovendien minder aantrekkelijk maakt. Wanneer we het schema van Engel (1980) voor ons zien, is het duidelijk dat het niet gemakkelijk zal zijn in de gezinnen een andere cultuur te introduceren, verschillend van die in de buitenwereld. Maar bij ouders weer meer aandacht laten ontstaan voor wat hun kinderen moeten en mogen lijkt me geen weggegooid geld. En hun het besef meegeven dat de toekomst nu eenmaal niet altijd maakbaar is ook niet.
In het genoemde voorwoord vermeldde ik ook de ontwikkeling van een aantal vormen van systeemtherapie die het hernemen van de regie door de ouders nadrukkelijk in hun werkwijze hebben opgenomen. Maar die vormen zijn bij uitstek bedoeld voor sterk problematische groepen jeugdigen, zoals met crimineel gedrag of verslavingen. Ook de jeugd zonder die uitgesproken problematiek moet goed voorbereid worden op hun toekomst. Dat vergt van de ouders dat ze hun kinderen durven vertellen dat hun realiteit zal bestaan uit meer discipline en het aanvaarden van ouderlijk gezag. Misschien dat een revival van de aanpakken van Minuchin en Haley dus voor ons in het verschiet ligt?
We openen dit nummer met een in memoriam van Bill Madsen, geschreven door Nico van der Molen en Tineke Haks. Madsen was niet zo bekend bij alle systeemtherapeuten, maar Van der Molen en Haks beschrijven hem als een stille kracht, iemand van wie je je later pas realiseerde waarmee hij allemaal bezig is geweest.
Het eerste artikel is van Heleen van der Pijl en Hans Bom. In dit artikel doen zij verslag van een kwalitatief onderzoek naar de wijze waarop de coördinator binnen het Centrum voor Consultatie en Expertise als systeemdenkende professional consultaties vormgeeft. Welke werkwijze kiest zij om te herkennen wanneer ‘het sein op wissel staat’ en met het systeem ‘te wisselen naar het spoor’ van de relationele context? Welke concepten vanuit systeemtheoretisch denken zijn hierbij behulpzaam? Een boeiende zijtak van het systemisch werken!
Van een geheel andere orde is het artikel van Sandra Braam. Nog maar kort afgestudeerd als psychomotorisch therapeut kreeg ze een ernstig ongeluk dat haar toekomst in dat vak verregaand onderuithaalde. Naast de fysieke beperkingen die er waren ontstaan, kwamen er ook scheuren in de relaties met haar vriendinnen. Bij haar opleiding tot systeemtherapeut nodigde zij die uit binnen het kader van haar leertherapie. Een niet zo gewone stap maar wel effectief. U leest het in Betekenisvolle relaties onder druk – Met vriendinnen in (leer)therapie, haar verslag over én haar reflectie op haar ongeluk en de gevolgen daarvan.
Jasmien Peeters interviewde voor de rubriek Professie & Persoon Kris Decraemer, een zeer bevlogen klinisch psycholoog en systeemtheoretisch psychotherapeut. Deze vrouw is van buitengewoon veel markten thuis, en lijkt geraakt en gefascineerd te zijn door onderwerpen die anderen eerder zouden afstoten. De eerste tien jaren na haar studie varieert ze veel van werksetting en -soort, tot ze in 1993 staflid wordt aan de Interactie-Academie. Daarna neemt haar kleurrijke carrière een hoge vlucht.
Selma Kloeg was aanwezig bij het symposium Partnerrelatietherapie: een vak apart, georganiseerd door Euthopia – Centrum voor systeemtherapie, opleiding en supervisie. Dat stond in het teken van het afscheid van May Michielsen en Jan Lens. Het middaggedeelte was zeer interessant omdat zij daar hun integratief model toonden en illustreerden. Daarbij werden zij bevraagd door verschillende medewerkers van Euthopia, die ook reflecteerden op wat de hoofdpersonen te berde brachten. Een mooie vorm voor een symposium. Van een geheel andere orde was Let’s talk about sex, de titel van de jaarlijkse studiedag van de Belgische Vereniging voor Relatie- en Gezinstherapie en Systeemcounseling (BVRGS). Sandra Nuytkens maakte een verslag van de verschillende lezingen waarin werd toegelicht op welke wijze systeemtherapeuten proactief het onderwerp seks op tafel kunnen leggen bij een partnerrelatietherapie. Een interessant onderdeel daarvan was de workshop over de seksuele gevoelens van de therapeut in supervisie. Het aspect ‘grenzen’ was daarbij, begrijpelijk, zeer belangrijk. Een mooi gevolg van deze dag was dat Nuytkens zich na afloop stukken zekerder voelde om in therapieën over seks te praten. Een derde congresverslag betrof, hoe kan het ook anders, het NVRG-lustrumcongres in Utrecht onder de titel Under construction. De NVRG veertig jaar, dat moest op een aperte manier gevierd worden, zeker na een periode met onrust en veranderingen. Nu, daar waren de organisatoren goed in geslaagd. Er is immers werk aan onze winkel nu het lastig is om systeemtherapie standaard vergoed te krijgen. En ook de Vereniging behoeft een nieuwe start. In twee dagen, die begonnen met een speelse persconferentie over de veranderingen in het zorglandschap, zo beschrijven Jeroen Wierstra en Indra Bimmel, vond een veelheid aan lezingen en workshops plaats. Daaronder ook twee lezingen via een internetverbinding met Scott Miller en Karl Tomm. Het was een rijke tweedaagse, waarin de leden weer meer verbinding met elkaar kregen, en wel, zoals het moet, via de inhoud van ons vak. Als laatste bespreekt Wilco Kroon in deze rubriek de studiedag Gezinstherapeut zijn, georganiseerd door het Universitair Psychiatrisch Centrum (UPC) van de KU Leuven. De sprekers op deze studiedag hadden van dagvoorzitter Peter Rober allemaal de vraag meegekregen: hoe kom jij jezelf tegen in het werken met systemen in jouw doelgroep? Dat leverde indrukwekkende verhalen op van een drietal sprekers van naam over hun persoonlijke ervaringen als mens en therapeut. Kroon benadrukt de wijze les van Peter Adriaenssens om, ondanks onze sterk toegenomen kennis van traumabelevingen, toch niet-wetend te blijven.
In de rubriek Boeken (en zo) een drietal recensies. Margreet van Der Schee’s bespreking van Kris Decraemers essays Bewegen tussen geweld, conflict & trauma sluit naadloos aan bij Decraemers verhaal over haar levensloop zoals Peeters het optekende. Het is een rijk boek waarin vele aspecten van het werken met mensen met een complex trauma toegelicht worden. En dat steeds onder de noemer: blijf hoop houden op een toekomst waarin het trauma minder invloed heeft. Belangrijk daarbij is dat zij de sociale context van de cliënt een belangrijke plaats toekent. Een geheel ander onderwerp komt aan de orde in het volgende boek: Ontijd – Familieroman over voltooid leven, van onze collega Judith de Graaf, gerecenseerd door Maud Schaepkens. Dit boek gaat niet over ons vak en toch ook weer wel. Het beschrijft een kunstenaar die na een beroerte niet meer kan schilderen en daarom niet meer weet hoe hij zijn leven inhoud en zin kan geven. Hoewel zijn kinderen geheel zelfstandig leven kunnen ze niet instemmen met zijn wens zijn leven te beëindigen. De Graaf, eft-therapeut, beschrijft de overwegingen vanuit de perspectieven van de drie kinderen die veel meer met hun eigen toekomst bezig zijn dan met die van hun vader. Alle drie krijgen zij veel eigen kleur en ook de onderlinge patronen worden beeldend beschreven. Het is duidelijk een roman, maar wel met onderliggende concepten uit ons vak. Tot slot las
Wilco Kroon het boek Gezinstherapeut zijn van Peter Rober, een man met een indrukwekkend oeuvre. Belangrijk onderwerp is zijn uitgangspunt om vanuit mildheid kwetsbaar de polyfonie in de therapiekamer en in zichzelf te leren verdragen, daarover te dialogeren en daarvan samen te leren, om zo een weg te zoeken naar herverbinding en nieuwe perspectieven. Dat doet hij aan de hand van vele casuïstiekbeschrijvingen. Geruststellend van hem is dat de ideale gezinstherapeut niet bestaat en dat die een levenslang leerproces ondergaat. Kroon pleit ervoor dit inspirerende boek te betrekken bij alle systemische opleidingen.
Zoals u ziet bevat dit nummer weer een zeer gevarieerd aanbod van lezenswaardige artikelen. Ik wens u veel leesplezier toe en hoop dat ze bijdragen aan uw verdere ontwikkeling en kennis.
Met het afscheid van Nadia van der Spek, die samen met Irma Röder de rubriek Wetenschap & praktijk onder haar hoede had, ontstond een vacature. Deze hebben we gelukkig kunnen invullen met de komst van Anne Maaskant. Zij is behalve klinisch psycholoog kind en jeugd een uitgesproken voorstander van systemisch werken. Eerder promoveerde ze op een onderzoek naar pleegkinderen en was ze lid van de redactie van Kind en Adolescent Praktijk. We verheugen ons op de komende samenwerking: hartelijk welkom in de redactie, Anne!
Rectificatie
Hoewel in het artikel van Pieter Lucas Heye (Systeemtherapeutische reflecties op de individualisering van gender. Systeemtherapie, 35(2), 72-85) taalkundig geen fout werd gemaakt, geeft de auteur de voorkeur aan een spelling die de term ‘trans’ als bijvoeglijk naamwoord gebruikt. Dit impliceert een spatie tussen ‘trans’ en de zelfstandig naamwoorden ‘meisje/vrouw’ en ‘jongen/man’. Zie onder meer https://onzetaal.nl/taalloket/transgender-trans.
Literatuur
- Engel, G.L. (1980). The clinical application of the biopsychosocial model. The Journal of Medicine and Philosphy, 89, 101-123.
- Meerdinkveldboom, J. (2022). Hiërarchie, gezag, autoriteit. Systeemtherapie, 34(2), 55-59.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden