Verbinding, vrijheid, tussenruimte
Samenvatting
Het wordt bij herhaling aangehaald: de positie van de systeemtherapie in Nederland is niet eenduidig. Aan de ene kant wordt de waarde van een systeemgerichte benadering steeds breder als vanzelfsprekend gezien, aan de andere kant lijkt die vanzelfsprekendheid bij beleidsmakers, waarschijnlijk onder druk van financiële overwegingen en gebrek aan personeel, te leiden tot een onderschatting van het vak, alsof iedereen het dan ook maar gewoon even moet kunnen. Grote instellingen zijn naarstig op zoek naar ervaren systeemtherapeuten, maar het inrichten van een systeemsensitief behandelklimaat in de reguliere geestelijke gezondheidszorg of jeugdhulpverlening gebeurt maar weinig. Terwijl een systeemsensitief behandelklimaat de effectiviteit en efficiëntie van de behandeling kan vergroten en het werkplezier voor de onmisbare en zo schaarse behandelaren ten goede kan komen. Verbinding, samenhang en oog voor de mens en zijn context doen toch iedereen goed?
Ik ben dan ook verheugd te kunnen melden dat Hanna Van Parys dit nummer opent met een zeer relevant artikel over het vestigen van een systeemsensitief behandelklimaat in een klinische setting. In haar artikel ‘Systeemtherapie tijdens een psychiatrische opname – Over een aanloop nemen, springen en landen’ belicht zij op welke wijze de omgangsvormen tussen de behandelgesprekken in van invloed zijn op het welslagen van de systeemtherapeutische benadering.
Nu ik na een lang dienstverband de reguliere geestelijke gezondheidszorg verlaat en me vestig in een vrijgevestigde praktijk onder gelijkgestemden, brengt mij dat tot overpeinzingen over ingrijpende veranderingen.
Het verbreken van een langdurige verbintenis doet dat kleine universum waar je zelf het middelpunt van bent, schudden op zijn grondvesten. De beslissing is niet voor niets gevallen. Nieuwe mogelijkheden, verworven vrijheid en losraken van als onhoudbaar ervaren omstandigheden maken ruimte voor een soort overmoed. Identiteitsbepalende verbindingen komen te vervallen, nieuwe verbindingen ontstaan, ondergesneeuwde aspecten van je persoonlijkheid krijgen een nieuwe kans om zich te laten gelden.
Anderzijds is er ook het verdriet om het verlies, de angst voor de existentiële eenzaamheid, het verlies van een identiteit die opeens zo verbonden blijkt aan die verguisde ander, aan een gemeenschappelijk streven. Afscheid van de gezamenlijkheid betekent ook afscheid van dat wat je samen hebt opgebouwd, wat je samen voor elkaar krijgt maar in je eentje misschien niet.
Ook in relaties navigeren we als mensen op die twee anders gerichte stromingen door het leven: enerzijds het zoeken naar stabiliteit, veiligheid, geborgenheid en verbinding, en anderzijds het streven naar ontwikkeling, avontuur, autonomie en differentiatie.
In het V Katern in de Volkskrant van september 2023, gewijd aan relatietherapie, treft mij in het essay van Linnemann de stelling dat het verbreken van een langdurige relatie de levensverwachting van de scheidende partners met een paar jaar kan bekorten. Geen wonder dat systemen streven naar homeostase, naar behoud van evenwicht. Een veilige verbinding is een zaak van levensbelang.
In de laatste pakweg zestig jaar is er veel veranderd. In onze westerse welvaartmaatschappij is het maken van conservatieve, veilige keuzes – voor de (man met) de vaste baan waarmee je in het levensonderhoud van het gezin kunt voorzien, de huwelijkse waarden van tot de dood ons scheidt, het voldoen aan de verwachtingen van de sociaal-maatschappelijke context om niet met de nek aangekeken en uitgestoten te worden – schijnbaar minder belangrijk geworden. Individuele ontplooiing, keuzevrijheid en autonomie zijn de norm geworden, en blijkbaar is dat schrikbeeld van isolement, bestaansonzekerheid, uitgestoten en daarmee ten dode opgeschreven zijn, minder van toepassing geworden. De normatieve gezinslevenscyclus wordt maar al te vaak onderbroken door scheiding; mensen kiezen voor andere samenlevingsvormen, rolverdelingen en het uiting geven aan hun genderexpressie en -identiteit.
Anderzijds gedijt niet iedereen bij die norm van individuele vrijheid en autonomie. Reactionaire stromingen die roepen om terugkeer naar oude waarden en bijbehorende rolpatronen, winnen eveneens aan kracht (bijvoorbeeld Peterson, 2019). In al die individualiteit en diversiteit is het voor menigeen niet eenvoudig houvast te vinden, om een voorbeeld te hebben op welke manier je relatief veilig en ongeschonden door dat individuele, unieke en avontuurlijke leven heen kunt navigeren.
Vaak krijgen we als systeemtherapeut te maken met de schade die relatiebreuken kunnen teweegbrengen. Andaye Steijlen beschrijft voor ons in haar artikel ‘Stelling nemen helpt’ de module Contactherstel, die is ontwikkeld voor de gezinnen die het minst blijken te profiteren van het doorgaans krachtig werkende programma Kinderen uit de Knel, namelijk de gezinnen waarin een van beide ouders geen contact meer heeft met de kinderen en dus een van de vitale verbindingen verbroken is.
In systeemtherapeutisch werk met mensen met een andere dan standaardidentiteit – of het nu gaat om de seksuele, gender-, etnisch-culturele, religieuze of psychisch atypische identiteit(skenmerken) – is een vruchtbaar onderwerp van gesprek het zoeken naar die speciale vorm van omgang met elkaar die past bij die twee bijzondere mensen die elkaar hebben gevonden en zich samen staande houden in een leven vol moeilijkheden en onontgonnen uitdagingen die maken dat de gangbare blauwdruk van het ideale plaatje wellicht niet haalbaar of van toepassing is.
In dit tijdschrift zouden we graag het komende jaar aandacht willen besteden aan de kennis die inmiddels is verworven over diverse relatievormen en de bijbehorende faseovergangen, aan ontstane dominante verhalen om rekening mee te houden en scenario’s van veerkracht die de moderne mens tot voorbeeld kunnen strekken in het gevarieerde relationele landschap waarin wij onze weg moeten zien te vinden.
Op zoek naar die unieke verbinding tussen mensen ervaren we als therapeut mooie, maar ook pijnlijke momenten. Linne De Loof vergast ons op een prachtige Reflectie ‘Over koetjes en kalfjes’ over de pijnlijke momenten in therapie waarop het niet lukt een ontmoeting te bewerkstelligen.
Toepasselijk bij bovengenoemd streven spraken Jasmien Peeters en Jan Meerdinkveldboom voor de rubriek Professie & Persoon met Monika Joras, die in haar hele rijke werkzame leven als psychiater, systeemtherapeut, leertherapeut en dichter warm is blijven lopen voor emancipatie, autonomie en diversiteit in verbinding.
Kris hazenbosch bezocht voor ons ‘Our multi-storied bodies’, een studiedag met Poh Lin Lee en Helena Rose georganiseerd door NDC2. Hij neemt ons mee in de werkwijze van Lee om trauma’s te benaderen via een systeembenadering van het lichaam, waarin afzonderlijke lichaamsdelen verschillende stemmen, invalshoeken, pijnen en krachten hebben. Wilco Kroon doet een aansprekend verslag van het internationale congres van de Accademia di Psicoterapia della Famiglia in Asissi ‘Family therapy – The road that connects individual and social resources’. Op dit internationale congres waren de lage landen ruim vertegenwoordigd. Danny Kueppens was als Vlaamse systeemcounselor present op het NVRG-symposium ‘Over de kracht van systeemtherapeutisch werk’. Hij noemt kenmerkend voor het werk van systeemtherapeutisch werkers en systeemcounselors, ‘dat zij systeemtherapeutische ideeën inzetten bij het spreken en doen met cliënten, terwijl ze iets anders aan het doen zijn’.
Maar liefst zeven boeken zijn er voor ons gelezen. Annelies Onderwaater recenseerde het Handboek contextuele hulpverlening – Op verhaal komen in de dialoog van Paul Heyndrickx en anderen, waarbij zij opmerkt dat het accent in het boek ligt op de verbondenheid in dialoog, en minder op andere concepten uit het contextuele gedachtegoed.
Katrien Lagrou las voor ons Een introductie in EFIT – Emotionally Focused Individual Therapy, van Susan Johnson en Leanne Campbell over de toepassing van de populaire EFT-methodiek in individuele psychotherapie. Zij is enthousiast over en geraakt door die methodiek ‘die tegelijkertijd zowel betoverende magie inhoudt, als een empirisch gevalideerde formule voor een consistente en effectieve therapeutische behandeling’.
Véronique Limpens bespreekt Relatietherapie: een vak apart – Op zoek naar een integratief model van May Michielsen en Jan Lens. Een nieuw standaardwerk, niet zozeer vernieuwend, maar met recht een integratief model waarin de ervaren partnerrelatietherapeut het eigen handelen zal herkennen en dat een aanrader is voor eenieder die zich wil bekwamen in deze uitdagende vorm van systeemtherapie.
Over het nieuwe boek van Sabine Vermeire, Unravelling trauma and weaving resilience with systemic and narrative therapy – Playful collaborations with children, families and their networks, schreef Albert Neeleman een recensie. Hij wordt niet teleurgesteld in zijn hoop nu eindelijk te lezen hoe haar vermaarde creatieve, speelse, ethische en liefdevolle manier van werken er in de praktijk uitziet.
Pieter Lucas Heye recenseerde Maniërisme in systeempsychotherapie – Reflecties over creativiteit, inspiratie en afwijking van Peter Lenaerts, Suzan Langenberg en Jan Olthof. Gebruikmaken van beeldmateriaal in therapie kan nieuwe sporen openen en betekenissen verrijken, en ruimte maken voor diverse identiteiten.
Cathy Van Gorp beschrijft Familieverhalen – Praktijkboek transculturele systeemtherapie van Judith Limahelu als ‘een rijk boek van een gedreven therapeut, die ons een bijzondere inkijk geeft in de complexiteit van therapeutische processen en in de wijze waarop er met intergenerationele patronen aan de slag kan worden gegaan’. Zij merkt op dat de uitgever de auteur meer recht zou hebben gedaan door te investeren in een gedegen redactie om opbouw en taal te versoepelen.
Jasmien Peeters ten slotte las voor ons ACT in love – Over omgaan met verschillen en jezelf blijven in je relatie van Denise Matthijssen. Zij is getroffen door de ongebruikelijke verbinding tussen systeemtherapie en cognitieve gedragstherapie die Matthijssen presenteert.
Rest mij te vermelden dat onze redactie is uitgebreid met een nieuwe redacteur voor de rubriek Wetenschap & Praktijk. Anne Maaskant is klinisch psycholoog en systeemtherapeut, docent in de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog en gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam binnen het aandachtsgebied pleegzorg. Daarbovenop is zij ook ervaren als redactielid van een tijdschrift. Wij prijzen ons gelukkig en heten haar bij deze hartelijk welkom.
Literatuur
- Linnemann, E. (14 september 2023). Werkt dat nou, relatietherapie? We vroegen het experts, wetenschappers en relatietherapeuten zelf. de Volkskrant. www.volkskrant.nl/volkskrant-magazine/werkt-dat-nou-relatietherapie-we-vroegen-het-experts-wetenschappers-en-relatietherapeuten-zelf~bfecd769f/?referrer=https://www.google.com
- Peterson, J.B. (2019). Twaalf regels voor het leven – Een remedie tegen chaos. Prometheus.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden