MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • De Praktijk
    • Onderzoek gesignaleerd
    • Reflecties
    • Discussie
    • Professie en Persoon
    • Congressen
    • Boeken (en zo)
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
    • Artikel indienen
    • Gebruik van artikelen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Proefabonnement
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over Systeemtherapie
    • Redactie
    • Adverteren
    • Open Access
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 36 (2024) / nummer 1
PDF  

Kintsugi en de magie van het verhaal

Interview met Jan Olthof
Albert Neeleman, Jasmien Peeters
1 september 2025

Samenvatting

Ken je het Bunderbos? Het klinkt als een sprookjesbos, maar het ligt echt in het zuiden van Limburg. Dit dichtbegroeide gebied op hellingen in de Maasvallei, op de rechteroever van het Julianakanaal, bestaat uit het Lage Bos, het Hoge Bos en het Armenbos. Het strekt zich van zuid naar noord uit over een lengte van meer dan vijf kilometer. Nabij mondt de Geul in de Maas uit. Het is het steilste hellingbos in Nederland. Er ontspringen verschillende bronnetjes. Zeker in de lente is het Bunderbos een geliefde wandelplek, omdat bermen en bosbodem dan vol staan met kleurrijke voorjaarsbloeiers. Het is het territorium van de das, de vos en de zeldzame vuursalamander, die met zijn geel-zwarte huid wel heel exotisch oogt. In dit gebied laten ook wilde zwijnen zich geregeld gelden, dus wandelaars wordt voor hun eigen veiligheid afgeraden zich in de schemer of tijdens zonsopgang in het bos te begeven.

Op een steenworp afstand van het Bunderbos ligt de School voor Systemische Opleidingen van Jan Olthof. Dit opleidingsinstituut heeft hij in 2017 samen met Mariëlle Gelissen (psycholoog, systeemtherapeut en opleider NVRG) opgericht. Olthof geeft er opleiding, training en supervisie in de systeemtherapie. Naast leertherapeut, supervisor en opleider voor de NVRG is hij geschoold in de ericksoniaanse hypnotherapie. Al sinds 1984 is Olthof gevestigd als zelfstandig psychotherapeut. Zijn praktijk Het Verbindend Patroon bevindt zich naast de School voor Systemische Opleidingen.

Tal van publicaties en optredens hebben van Olthof een invloedrijke figuur gemaakt in de Lage Landen. We noemen er een aantal. Samen met psychiater Eric Vermetten is hij de auteur van het boek De mens als verhaal (Olthof & Vermetten, 1994). Dit boek is onlangs door hemzelf heruitgegeven. In deze beschrijving van het narratieve perspectief voor de psychotherapie vinden we al het pleidooi dat veel van zijn werk kenmerkt: de verbeelding aan het woord te laten. Bijna twintig jaar later verscheen een vervolg: Handboek narratieve psychotherapie voor kinderen, volwassenen en families – Theorie en praktijk (Olthof, 2013). Dit handboek brengt filosofische, wetenschappelijke en theoretische inzichten in de narratieve psychotherapie samen en verbindt deze met inspiratiebronnen als poëzie, film en kunst. In 2021 publiceerde hij het boek Cruijffiaans denken in de narratieve systeemtherapie – Navigeren in complexiteit (Olthof, 2021) en organiseerde hij een mooie studiedag rondom dit boek (Neeleman, 2022). Het boek bevat bespiegelingen over onze omgang met complexiteit aan de hand van voetbal als metafoor en gedachten en ideeën van profvoetballer en voetbaltrainer Johan Cruijff die als systemisch gezien kunnen worden. In 2017 bracht hij samen met Ger Zwartjes (psychiater en psychotherapeut) de videoreeks Gezinstherapie in de praktijk (Olthof & Zwartjes, 2017) uit. Hierin komt een aantal belangrijke facetten van de systemische behandeling van een gezin aan bod. Daarnaast publiceerde Olthof artikelen in diverse vaktijdschriften en is hij een veelgevraagd spreker op symposia over systeemtherapie en narratieve psychotherapie.

Wie zijn lange lijst met publicaties naloopt zal weinig titels vinden waar het woordje ‘narratief’ in ontbreekt. De eerste vraag in ons gesprek is dan ook wat het woord ‘narratief’ en Jan Olthof met elkaar te maken hebben? ‘Een goed huwelijk’, glimlacht Olthof. ‘Ik werkte in psychiatrisch centrum Vijverdal in Maastricht, op een afdeling voor mensen met een lange psychiatrische geschiedenis. Met een enthousiast team wilden wij een andere psychiatrie ontwikkelen. Er waren mensen op de afdeling met wie je geen therapeutisch gesprek kon hebben. Ze gaven geen ingang tot hun innerlijke problematiek. Zo was er een mevrouw die telkens als haar man kwam een aanval kreeg en schuddend in de hal op de grond ineenzeeg. Ze werd voor de zoveelste keer met de ambulance weggebracht en ik dacht: Wat is dat nou? Hoe krijg je contact met haar, op een andere manier dan de psychiatrie biedt? Die bestond veelal uit negeren, reguleren, controleren, een vijandige houding. Die benadering biedt weinig soelaas. En zo waren er meer patiënten. In die tijd had je de club van directieve therapeuten. Zij lieten zich inspireren door hypnotherapeut Milton Erickson. De Nederlandse Vereniging voor Hypnose was toentertijd slapend. De medische hypnose was nog een autoritaire benadering van hypnose. Erickson was een psychiater die zijn leven lang bevriend is geweest met Gregory Bateson, de grondlegger van het systeemdenken. Bateson zei: “Als je wat over therapie wilt leren en over de esthetiek van het verbindend patroon, dan moet je bij Erickson zijn.” Zo gingen tal van bekende mensen, zoals Jay Haley, bij hem hun licht opsteken. Een van de vele bijdragen die Erickson leverde aan het vak is het werken met verhalen. Op het eerste congres van de club van directieve therapeuten gonsde het van de verhalen. Het was een feest om daar te zijn. Toen ik terugkwam kon ik ineens verhalen vertellen. Dat kon ik eerder niet. Als ik vroeger een opstel schreef vloeide het nooit. Ik wurmde net een voldoende bij elkaar. De assistent in opleiding met wie ik daar geweest was, Anjo Schuite, en ik begonnen verhalen te vertellen aan patiënten met wie we niet konden spreken. Ik vond het zo bijzonder hoe je dan contact kreeg. Ik dacht: Hoe kan dat nou? Dat als je mensen met zulke grote existentiële problemen en ernstige symptomatologie verhalen vertelt, dat er dan toch contact ontstaat? Terwijl je als je redelijkerwijs een gewoon gesprek met hen probeert te voeren, dat niet gaat? De eerste met wie ik ervaring opdeed was een mevrouw op de afdeling die gedwongen opgenomen was. Destijds was ze totaal vervuild aangetroffen. Ze was gescheiden en haar man wilde niets meer met haar te maken hebben. Ze was arm, maar liep op hoge hakken en met een versleten bontjas over de afdeling, zonder schroom pronkend met haar creditcard. Nee, therapie ging écht niet, ze moest met haar man naar een belangrijk congres! Nou, dan ben je een jonge psycholoog, 27 jaar, en heet je hoofdbehandelaar. Maar goede raad is duur. Geïnspireerd door dat directieve congres en mijmerend over deze vrouw kwam bij mij het beeld naar boven van een trotse pauw. En toen ben ik een keer naast haar gaan zitten, koffiedrinken op een maandagmorgen. Ik begon te vertellen dat ik dat weekend met mijn kinderen naar de kinderboerderij was geweest. “Mijn dochtertje is nog zo’n klein drupke, hè. Maar die was helemaal gefascineerd door de pauwen. Die pauw spreidde zijn vleugels zo uit met van die prachtige glinsteringen. En ik was gefascineerd door hoe mijn dochter daarnaar keek.” Gewoon dat had ik verteld, onder het motto “Laat ik eens wat proberen”. En we kregen wat contact, misschien door de onbewuste koppeling van de pauw en haar manier van in het leven staan. Ik zei natuurlijk niet: “Jij bent een pauw”! Je moet dat nooit duiden. Ik dacht dat het goed was op tijd weer weg te gaan en het daarbij te laten. Wie schetst mijn verbazing dat ze de volgende maandag vroeg of ik dat weekend weer op de kinderboerderij was geweest. Ik dacht: wat zullen we nou hebben! Ik vertelde verder over mijn dochter en de trotse pauw met zijn mooie kleuren. Toen zei ze: “Mag ik eens met u praten?” En voor het eerst kwam ze bij mij in mijn werkkamer. Qua verhaal moest ik eerst improviseren, maar zo ontstond er wel iets nieuws. En na een paar afspraken waarin we spraken over de pauwen bracht ze te berde: “Weet u dat ik gescheiden ben?” Ik zei dat ik dat wist, maar ging eerst door op het pauwenspoor. Geleidelijk aan ging zij steeds een tipje van de sluier lichten. Het leidde uiteindelijk tot een heel goed contact. Dat was zo’n beetje mijn eerste ervaring met het vertellen van verhalen in therapie. Michael White kende ik toen nog niet. Mijn ingang was dus Milton Erickson. White en de filosofie kwamen er voor mij later bij. Maar sinds deze ervaringen ben ik blijven puzzelen: Wat is een verhaal? En hoe kan het dat verhalen helpen om contact te krijgen dat in conventionele gesprekken en taal niet tot stand komt? Sinds die tijd studeer ik op de betekenis van verhaal en narrativiteit.

Ik heb altijd geweten dat ik in de psychiatrie wilde werken. Ik ben pas achteraf gaan begrijpen waarom. Tijdens mijn studie pedagogische en andragogische wetenschappen aan de Radboud Universiteit in Nijmegen liep ik stage bij de psychiatrische instelling Huize Padua in Boekel, Noord-Brabant. En ineens, out of the blue, kwam de gedachte bij mij op: stel dat ik hier een dossier van mijn vader vind! Zonder enige context kwam dat zomaar bij mij op! En twintig jaar later bleek dat mijn vader daar inderdaad in de psychiatrie had verbleven. Ik denk dat ik in de psychiatrie wilde werken vanuit het besef dat het om onbegrepen mensen gaat, mensen die niet gehoord worden. En mijn ouders waren elk op hun eigen manier onbegrepen mensen. Ik ben het oudste kind van vijf. Volgens mij ben ik het kind van de eerste huwelijksnacht, heel welkom. Mijn ouders en zeker mijn vader, waren streng katholiek opgevoed. Gemeenschap voor het huwelijk was er niet bij. Ik denk dat ze zich daar vijf jaar aan gehouden hebben. Mijn vader was de jongste van vier jongens. Zijn vader was aan de Spaanse griep overleden toen hij zelf zes maanden was. Mijn grootmoeder bleef dus met vier zonen achter. Ze verkocht de zaak en ging terug naar haar familie. Ieder dubbeltje werd omgedraaid om de kinderen een opleiding te geven. Ze is nooit een nieuwe relatie begonnen. Ze heeft haar leven ten dienste van de kinderen gesteld. En dat liet ze merken ook. “Ik heb alles voor jullie gedaan! Ik heb ieder dubbeltje voor jullie omgedraaid!” En als jongste mocht mijn vader niet uit huis. Hij kon niet loskomen. Er was woningnood en hij was verschrikkelijk verliefd op mijn moeder. Zij gingen dus boven wonen. Mijn oma eiste dat mijn vader eerst bij haar op bezoek kwam voordat hij naar boven ging. Vanuit dat enorme loyaliteitsconflict is hij in een hele diepe crisis gekomen. Er was geen ggz, er was wel psychiatrie, maar daar werd zijn probleem niet begrepen. Er waren in die tijd nog geen echte behandelingen. Dat is een hele zware tijd geweest. Lang gewacht voordat hij mocht trouwen met zijn grote liefde. En dan nog geen ruimte krijgen, omdat je moeder zegt: “Ik heb alles voor je gedaan en nou laat je mij alleen?” Vader is toen in Wassenaar opgenomen. De psychiater daar had wel enig begrip voor hem en adviseerde dat hij bij zijn moeder weg zou gaan en hard moest werken. Hard werken en bidden lukten goed. Dat weggaan bij moeder was natuurlijk moeilijk en loste zijn conflict niet helemaal op. Ze zijn wel van Nijmegen naar West-Brabant verhuisd. Ik was toen een half jaar oud. Toen ik twee was raakte mijn vader nogmaals in een diepe crisis. En toen is hij een tijd in Huize Padua opgenomen. Daarna is het nooit meer teruggekomen, mede doordat mijn moeder steeds achter hem stond. Ogenschijnlijk was hij de flamboyante jeugdarts die de jeugdgezondheidszorg in de regio opbouwde, maar mijn moeder was een stille kracht, die daar lang relatief weinig waardering voor kreeg. Ik wist dit allemaal nog niet, in ieder geval niet bewust. Maar ik wist wel dat ik gezinstherapie wilde gaan doen en ik ben pedagogiek gaan studeren. Veel later, in leertherapie, is dat allemaal op een bewust niveau duidelijk geworden. Na vaders pensionering werden mijn ouders weer helemaal verliefd op elkaar en voelde moeder zich ook op handen gedragen. Zelf neig ik dan ook om lang met paren door te werken. Ik heb vertrouwen dat je een crisis kunt overwinnen, en dat dat ook in het belang is van de kinderen. Beter dan scheiden om de problemen uit de weg te gaan. Ik zeg tegen stellen: “Ik heb een contract met jullie relatie. Ik werk in het belang van jullie relatie.” Als ze dan na drie jaar toch uit elkaar gaan is het geen breuklijn, maar gaan ze goed uit elkaar.’

Zelf is hij de moeder van zijn kinderen verloren aan een ziekte. ‘Mijn vrouw Marleen, die ik al kende vanuit de introductietijd op de universiteit, en ik hebben de zorg voor onze dochter en zoon samen verdeeld. En thuis en werk op elkaar afgestemd. In 1998 overleed Marleen na een ziekteperiode van een kleine drie jaar. Laura en Lars waren nog maar negen en zeven. Een niet te bevatten verdriet. We waren diep in de rouw. Toen heb ik ervaren hoe belangrijk gemeenschap is, een netwerk om je heen. We hebben veel steun gehad van onze families, van vrienden en collega’s, van de buurt en de school van de kinderen.

Ik ben thuisgebleven om ons leven samen opnieuw vorm te geven, een leven zonder de moeder van de kinderen en zonder haar als mijn partner. Ik kon niet meer werken. Een vriendin heeft een brief laten uitgaan naar al mijn patiënten met collega’s bij wie ze verder zouden kunnen gaan met de behandeling. Of ik terug zou keren liet zij in het midden. Ik had geen idee of ik ooit weer mijn werk in de praktijk zou kunnen oppakken. Ongeveer een jaar ben ik thuisgebleven en toen ik overwoog om toch maar de praktijk te sluiten en mijn andere werk op te zeggen, kreeg ik ineens kaartjes van mijn patiënten met de vraag wanneer ik terug zou komen. Zo kreeg ik een kaartje van een patiënt met de tekst: “Ik heb het idee dat jij gaat stoppen met je praktijk. Dat mag niet gebeuren. Je hebt mij zo goed geholpen. Als je nu eens weer op mij ging oefenen?” Dat vond ik zo ontroerend. Een vriend en collega heeft me “terug gezongen” in de praktijk. Ik kon het gebouw bijna niet meer in en hij heeft me letterlijk bij de hand genomen en voor mij in alle ruimtes gezongen. Zo heb ik me de ruimte weer eigen gemaakt. Een priester-beeldhouwer uit Breskens, Omer Gielliet, heeft voor mij een prachtig abstract beeld gemaakt van “moeder en kind” en toen dat in de praktijk stond ben ik weer begonnen. Ik schreef een brief aan mijn patiënten en ze bleken bijna allemaal te hebben gewacht in het vertrouwen dat ik terug zou komen. Vanaf eind 1999 heb ik mijn werk hervat. Na een tijdje kwam de inspiratie om te schrijven terug. Ik ging weer les en supervisie geven en ons gezin kwam in een ritme. Het is goed gegaan met mijn kinderen en ze zijn uitgegroeid tot mooie mensen. Het geeft me een gevoel van dankbaarheid en bescheidenheid. Zonder de steun van velen had ik het nooit gered.’

Kintsugi (金継ぎ: ‘gouden verbinding’) is de Japanse kunst van het repareren van gebroken keramiek met goud- of zilverkleurige lak. In de Japanse schoonheidsleer benadrukken de sporen van breuk en herstel de imperfectie en vergankelijkheid en dragen zo bij aan de schoonheid van een voorwerp. Sporen van gebruik en het benadrukken van de barsten in een keramieken voorwerp onthullen een deel van zijn geschiedenis en verhogen de waarde van een object. Olthof toont een kopje dat op deze manier bewerkt is en wijst op de gouden breuklijn. ‘Dat ben ik eigenlijk. Er is een vóór en een ná. Na een ingrijpende breuk, verlies of trauma ben je wezenlijk anders. Gaat het alleen om die breuk of gaat het om het herstel van alle verbindingen in een nieuwe orde? Deze gouden rand getuigt van een ambacht waarin je met de breuk mee werkt, goed onderzoekt, alles verbindt. Eenzelfde alchemie is bij traumabehandeling ook nodig. Zodat het “voor” en “na” in een nieuwe betekenis samenkomen.’

Bunde is op het eerste oog misschien niet een heel bijzonder plaatsje, maar het kent een lange geschiedenis, mede door de gunstige ligging op de rechterflank van het Maasdal. Het werd al in 1145 voor het eerst vermeld. Het maakte lang deel uit van het Land van Valkenburg. In 1626 werd Bunde een zelfstandige heerlijkheid. Dit zijn historische verhalen. Maar vergis u niet. Ook heden ten dage gebeuren er bijzondere dingen in Bunde.

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

Literatuur

  • Neeleman, A. (2022). Cruijffiaans denken als inspiratiebron voor complexe problematiek in de ggz: psychiatrie, psychotherapie, jeugdzorg [Boekbespreking]. Systeemtherapie, 34(1), 44-46.
  • Olthof, J. (2013). Handboek narratieve psychotherapie voor kinderen, volwassenen en families – Theorie en praktijk. De Tijdstroom.
  • Olthof, J. (2021). Cruijffiaans denken in de narratieve systeemtherapie – Navigeren in complexiteit. Narrare.
  • Olthof, J., & Vermetten, E. (1994). De mens als verhaal. De Tijdstroom.
  • Olthof, J., & Zwartjes, G. (2017). Gezinstherapie in de praktijk [Educatieve videoreeks]. School voor Systemische Opleidingen.

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Jaargang 37, nr. 3, september 2025

Neem een ABONNEMENT Laatste editie Archief

Nieuwsbrief Boom Psychologie

Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.

Aanmelden

Boeken

Handboek suicidaal gedrag bij jongeren
Jan Meerdinkveldboom, Ineke Rood, Ad Kerkhof
€ 26,95
Meer informatie
Verbonden
Amir Levine, Rachel Heller
€ 19,95
Meer informatie
De JIM-aanpak
Levi van Dam, Sylvia Verhulst
€ 19,95
Meer informatie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Systeemtherapie

Foke van Bentum

WG-plein 209

1054 SE Amsterdam
telefoon: (020) 612 30 78

redactie@nvrg.nl

Klantenservice

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

(088) 0301000 

klantenservice@boom.nl