‘Als je ouder wordt, wordt alles minder en zelfs dat niet’
Samenvatting
Bovenstaande liet ik me tegen een vriend ontvallen die over zijn naderende pensioen mijmerde.
Als ervaringsdeskundige kan ik daarover van alles vertellen, maar het is slechts één kant van de medaille. Zeker, allerhande functies van lichaam en geest nemen af en gaan kwetsuren en beperkingen vertonen. Sociaal lijd je regelmatig verlies: familieleden en goede vriendinnen en vrienden overlijden, anderen raken in de ziekenboeg of gaan dementiële verschijnselen vertonen. Dat is in zekere mate een rouwproces, zoals volgens Freud feitelijk elke levensfase die in een andere overgaat, gepaard gaat met rouwen over wat er niet meer is. Dat geldt voor de peutertijd die je achter je moet laten als je gaat kleuteren, en voor de middelbare leeftijd als je ontdekt dat je geen lekkere tijden meer haalt bij het hardlopen.
Staat daar niet veel tegenover? Natuurlijk wel, en niet het geringste. Persoonlijke groei, het ervaren van innerlijke kracht om lastige situaties het hoofd te bieden en tevreden kunnen zijn met wat je in het leven hebt gedaan. Los van deze individuele verworvenheden is de fase van senioriteit ook de fase waarin de kinderen de maatschappij instromen, en van het zien opgroeien van kleinkinderen, op wie je vaak gaat oppassen. Er komen meer op de leeftijd toegesneden sociale activiteiten waardoor je weer nieuwe contacten kunt maken. Je komt aan hobby’s toe en bent van de druk van werken verlost. En er is binnen een relatie meer tijd voor elkaar.
Ja, mooi allemaal, als het tenminste een beetje goed gaat. Maar daar moet je wel wat voor doen, zoals bewegen volgens het advies van Erik Scherder (2017), en daarnaast, volgens vele boekjes, nieuwsgierig blijven en sociaal actief zijn.
Wat hebben systeemtherapeuten nu aan zo’n beschouwing over ouderen bij wie het goed gaat? Er gaat immers ook veel niet goed. Met de toenemende vergrijzing zou je kunnen verwachten dat de vraag naar systeemtherapie voor ouderen toeneemt. Maar dat komt nergens duidelijk naar voren, althans die vraag komt niet in de publiciteit. Terwijl alleen al het empty nest na het vertrek van het jongste kind kan leiden tot het aan de oppervlakte komen van relatieproblemen. En als het werkzame leven eindigt, wat móet je dan de hele dag met elkaar? Zeker als je al langere tijd toch wat op elkaar uitgekeken bent, kan de relationele verveling toeslaan. Een andere relatie beginnen is ook niet altijd makkelijk of aantrekkelijk. Echt moeilijk kan het worden als één van beiden hulpbehoevend wordt. Dan wordt een steeds groter beroep gedaan op de partner, die ook ouder wordt en minder kan. In zo’n situatie zullen de veerkracht en de in stand gebleven liefde bepalen wat nog mogelijk is. Hoe moeilijk dat kan zijn kunnen we afleiden uit de artikelen in het themanummer van Systeemtherapie over neurologische ziektebeelden (september 2019).
De ouderdom is dus een periode waarnaar je enerzijds kunt uitkijken maar ook een periode waarop je je anderzijds moet voorbereiden. Zoals Willem Jan Otten eens in Trouw schreef (Otten, 2015): oud worden, je kunt er niet jong genoeg mee beginnen.
Wordt de adolescentie steevast de grootste overgang in een mensenleven genoemd, de ouderdom is een goede tweede. Dan doemt immers de dood op. Dat vooruitzicht confronteert je met de vraag of je, terugkijkend, tevreden kunt zijn met hoe je leven verlopen is, wat je hebt gedaan en gepresteerd, hoe je bent omgegaan met je gezinsleden, vrienden en anderen. Zijn er nog emotionele schulden in te lossen of nare gebeurtenissen te verwerken? En vooruitkijkend: wat wil je nog, wat kan je nog en wat mag je nog? Dit laatste: van de dokter, je partner, je kinderen. Want al komt het verstand met de jaren, bij iedereen kan er een verschil optreden tussen wat men wil doen en wat goed is. De grenzen van je mogelijkheden komen in zicht. Een belangrijk verschil met de adolescentie is dat deze circa twaalf jaar duurt – van twaalf tot vierentwintig á vijfentwintig jaar – terwijl de ouderdom, gerekend vanaf de pensioenleeftijd tot ongeveer vijfentachtig jaar, gemiddeld zo’n twintig jaar in beslag neemt. Waarna een periode komt waarin maar weinigen nog zorgeloos alles kunnen doen wat ze willen en in toenemende mate hulp van buitenaf nodig is.
Het ligt dus voor de hand om de conclusie te trekken dat dit wel een groot werkterrein voor systeemtherapeuten moet zijn. Want alle beperkingen die zich openbaren, hebben steeds ook effect op de directe omgeving. Maar in welke mate zijn onze collega’s met hun werkwijze toegespitst op problematiek bij ouderen? En is het werken in de zorg voor ouderen wel zo interessant? Welnu, lees nog maar eens het interview met
Marijke Maas-van Leeuwen in de NVRG Nieuwsbrief van 24 april 2024 (Van Bentum, 2024), die vijfenveertig jaar werkte in de ouderenpsychiatrie. Daarin heeft ze veel nieuwe initiatieven ontplooid. Het enthousiasme straalt ervan af. Dus mocht u uitkijken naar een andere werksetting, informeert u dan eens wat er op dit terrein te doen is. Mijn boodschap is dat we gerichter aandacht moeten gaan besteden aan deze omvangrijke doelgroep.
Ongetwijfeld zijn er meer collega’s die ervaring hebben op dit terrein. Hen, en ook anderen, daag ik uit, nodig ik uit de pen te vatten en ons deelgenoot te maken van hun ervaringen en melding te maken van behandelvormen die vooral geschikt zijn voor onze ouderen.
Die uitnodiging brengt me op het redactieproces. Het is de doelstelling van het tijdschrift om een podium te bieden voor systeemtherapeuten in ons taalgebied, om zowel beginnende als ervaren systeemtherapeuten als lezers te inspireren en als auteurs te motiveren om te publiceren. Daarin is de taak van de redactie om artikelen te publiceren die een goede kwaliteit hebben, interessant zijn voor veel lezers en ook helder en begrijpelijk zijn, ook voor systeemtherapeuten die nog niet zo lang in het vak zitten. Als redactie lezen we het artikel vanuit de positie van de lezers van ons vaktijdschrift, en onze inzet is dat we meedenken met de auteurs hoe de structuur van het artikel het beste vorm gegeven kan worden. In enkele gevallen gaan we met de auteur om de tafel zitten omdat een gesprek soms meer verhelderend werkt dan een mailcontact. Meestal komen we zo tot mooie, kwalitatief goede bijdragen. In enkele gevallen komen we met de auteurs niet tot overeenstemming over de structuur en opzet van de ingezonden tekst. Dat vinden we uiteraard spijtig, maar voor ons als redactie blijven de inhoudelijke kwaliteit, het boeiende thema dat aan de orde gesteld wordt door de auteur en de vlotte leesbaarheid van de tekst centraal staan.
Speciale aandacht is vereist als een artikel gebaseerd is op een onderzoek. In onze rubriek Wetenschap & Praktijk beogen we inzicht te geven in methoden van onderzoek die relevant zijn voor de systeemtherapeutische praktijk. Voor die rubriek vragen we om de onderzoeksmethoden begrijpelijk en inzichtelijk te verwoorden, en aan de andere kant de toepasbaarheid van de onderzoeksresultaten voor de lezer in beeld te brengen onder meer door te illustreren met casuïstiek. Dat vraagt een en ander van zowel de auteurs als de redacteuren. Meestal leidt deze investering tot een gedegen en toegankelijk artikel, en dat is alle moeite meer dan waard.
Sue Johnson is overleden. Wat heeft zij veel voor ons vak betekend! De afgelopen twee decennia is haar ziens- en werkwijze actief in Nederland en Vlaanderen geïntroduceerd door Karin Wagenaar en Lieven Migerode, en met veel succes. De emotionally focused therapy (EFT) plus de uitbreidingen naar paren, individuen en gezinnen die de laatste jaren door Johnson zijn ontwikkeld, nota bene tijdens haar ziekzijn, zijn gemeengoed geworden. Velen zijn vervolgens door haar en haar navolgers opgeleid. Wagenaar en Migerode openen dit nummer met een zeer verdiend in memoriam waarin Johnson en haar werk in een stralende zon worden geplaatst.
‘Een ecosystemische netwerkbenadering – Voorkoming van intergenerationele overdracht van criminaliteits- en geweldsdynamieken’. Werkt dat? Deze titel van het eerste artikel, geschreven door Robert van Hennik, Meike Lommers en Dity Mudde intrigeert ten zeerste. Een bij weinigen vertrouwd onderwerp, buiten ons feitelijke vakgebied, maar een zeer interessante toepassing van systemisch kijken, denken en handelen. Als je hiermee kunt voorkomen dat jongeren als vanzelfsprekend net als hun ouders in de criminaliteit belanden, boek je grote winst. Het wijst ons er ook op dat wijder, dus ecosystemisch, kijken buiten het gezin zeer belangrijk kan en zal worden. In zijn prachtige lezing op het NVRG-congres in maart van dit jaar gaf Jim van Os al aan welke ontwikkelingen eraan komen.
Ook al geen vriendelijk onderwerp: geweld in gezinnen en de effecten daarvan op opgroeiende kinderen. Margreet Visser, Caroline Jonkman en Valerie Fictorie wijden hier twee artikelen aan. In het eerste, in dit nummer, onderzoeken zij welke effecten huiselijk geweld heeft op alle gezinsleden en op de onderlinge relaties. Ook duiken zij op de vraag hoe dit geweld kan ontstaan en op welke wijze – ook hier! – intergenerationele overdracht een rol kan spelen. Al lezend ontdek je welke complexe gevolgen dit geweld met zich meebrengt.
Gelukkig is boosheid niet identiek met geweld. Linne De Loof onderzoekt in haar bijdrage aan de rubriek De Praktijk de wijze waarop zij met boosheid is omgegaan, zowel die van cliënten als die van haarzelf. Bruno Hillewaere schreef er dit jaar al een uitgebreid artikel over (Hillewaere, 2024). Haar openhartig verslag van de zoektocht, en van het vinden van oplossingen, is wederom prachtig geschreven, zoals we van haar gewend zijn. Zij zal zeker niet de enige zijn die hierin een weg moet vinden.
Er volgt nog een bijdrage in De Praktijk, en wel van Martje Schubert. Zij neemt ons mee in haar worstelingen om een angstige jonge vrouw, gevangen tussen twee culturen, zo goed mogelijk te begrijpen en te behandelen. En dat gaat niet vanzelf. Autonomie en vrijheid zijn nodig voor een goede behandeling van de angstproblemen. Hoe kunnen die vorm krijgen in een culturele context waarin die termen zo’n andere lading hebben dan in de Nederlandse therapeutische context? Een boeiende geschiedenis met een uitkomst die toch past bij de situatie van die vrouw. Het supervisieproces waarvan Schubert ons verslag doet, heeft haar gewonnen voor ons vak.
In de rubriek Professie & Persoon deze keer een interview met Frans Boeckhorst. Albert Neeleman en Jasmien Peeters spraken met hem op een Nijmeegs terras. Boeckhorst heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het systeemdenken in Nederland. Hij schreef en sprak veel en leidde velen op. Ook was hij redacteur van Systeemtherapie en van het eerste Handboek gezinstherapie (Hendrickx et al., 1991). Niet voor niets is hij Lid van Verdienste van onze vereniging! In dit interview brengt hij boeiende theoretische beschouwingen naar voren waarmee hij, onder meer, zijn aanvankelijke weerzin tegen de rubriek onderbouwt. Zo blijft Boeckhorst een zeer interessante collega.
Dit nummer bevat vijf verslagen van congressen. Het eerste is vanzelfsprekend dat van de NVRG, getiteld ‘Inclusion & Fusion’. Marcella van Zuijdam overdenkt het thema en benadrukt het belang ervan. Inclusiever denken kwam ook naar voren in de presentatie van Jim van Os, ik noemde hem al. Hoewel hij het systeemdenken noodzakelijk vindt om goede ggz te kunnen organiseren stuit hij op onwil bij de beleidsmakers. Aan het einde van de dag concludeert Van Zuijdam dat haar witte oogkleppen haar hadden verhinderd om verschillen in diversiteit goed waar te nemen. Was die bewustwording niet precies het doel van dit congres?
Skrållan De Maeyer volgde als supervisor in opleiding een ontmoetingsdag voor supervisoren en opleiders van de BVRGS, ‘Uit liefde voor de stiel’. Hij is opgetogen over de vele domeinen die aan bod kwamen en over ieders zoektocht naar wat belangrijk was en kon helpen. Om tot slot te concluderen dat supervisie ook kan betekenen dat je kunt gaan dwalen en openstaan voor wat je tegenkomt.
Van geheel andere aard was de andere BVRGS-studiedag getiteld ‘Genderidentiteit – Systemisch werken voorbij de binariteit’. Deze vond plaats in het Diocesaan Pastoraal Centrum te Mechelen, wat bij de verslaglegger, Yves Dingens, enige ambigue gevoelens opriep. Een actueel onderwerp waarmee systeemtherapeuten in de praktijk moeite kunnen hebben. Er was, zo schrijft Dingens, ruimte op het podium voor partners en andere familieleden van personen met een andere dan cisgenderidentiteit. Als belangrijk kwam naar voren op welke wijze een hulpverlener respectvol met dergelijke personen kan communiceren.
Jasmien Peeters deed verslag van het EFT-congres in België ‘Vechten voor de liefde’, over partnergeweld in intieme relaties. Op dit congres droeg Linne De Loof de tekst voor die in dit nummer is opgenomen. Peeters is getroffen door de multifocale glazen van mildheid en mededogen waarmee de EFT een antwoord biedt in situaties van ontreddering en geweld in de relaties met de mensen die ons het dierbaarst zijn.
De Vereniging van Contextueel Werkers organiseert elk jaar een symposium voor Nederlandse en Vlaamse werkers. Dit jaar was het thema ‘Migratie en loyaliteit’, ook weer zeer actueel. Paul Heyndrickx doet er verslag van. In verschillende lezingen kwam de spagaat naar voren aan wie of wat je niet meer, deels of geheel trouw wilt blijven als je levensverhaal gecompliceerd wordt door migratie. Welk proces ook, de jongste generatie helpt de ouders met integreren, dus parentificatie komt duidelijk aan bod. Bij het aanhoren van zoveel betogen vanuit migratiegeschiedenissen voelde Heyndrickx zich nogal eens een witte Belg.
En tot slot de rubriek Boeken (en zo). Denise Matthijssen las Waar het vandaan komt – Patronen doorbreken met inzicht in je familiesysteem van Vienna Pharaon. Het boek draait om ‘herkomstwonden’ en de soms lastige combinatie met de in een gezin van herkomst ervaren liefde. Matthijssen vindt het boek prettig leesbaar en toegankelijk; en daarmee is het niet alleen geschikt voor therapeuten maar ook voor iedereen die zoekt naar inzicht in zichzelf en die patronen uit zijn of haar gezin wil gaan begrijpen.
Zelf een meer dan enthousiaste hardloper, las Jasmien Peeters het boek Samen in beweging – Een werkwijzer voor therapeuten – Psychomotorische therapie, geschreven door Marcel Simons, Jolanda Degen-Hofman, Karen Huis in ’t Veld, Fred van Henten en Martin van den Blink. Deze vijf auteurs, deels psychomotorisch therapeuten en deels systeemtherapeuten, geven vele voorbeelden uit de praktijk van hoe paren en gezinnen in de gymzaal tot actie komen, nieuwe ervaringen opdoen en anders met elkaar gaan interacteren. Als de beweging uitblijft, is dat direct gespreksstof. Peeters las het met veel plezier.
De laatste twee boeken zijn geen vakliteratuur. Of toch wel? De vooral van kinderboeken bekende schrijfster Carry Slee schreef een autobiografie, en die liegt er niet om. Maud Schaepkens komt al lezend vele onderwerpen uit ons vak tegen: loyaliteitsproblemen, identiteitsverwarring, transgenerationele overdracht, het kan niet op. Kent het eerste deel wat te uitgesponnen beschrijvingen, het tweede deel ervoer Schaepkens als adembenemend.
Jan Umans las Mauk van Jan Vantoortelboom, een geschiedenis van trauma en verlies. De vader van Mauk voedt hem op als leefde het gezin in het Wilde Westen. Geweld en straffen waren aan de orde van de dag, inclusief partnergeweld. De eigen jeugd van de auteur is zijn inspiratiebron. Umans is onder de indruk van het boek en noemt het een absolute aanrader.
Al met al presenteren wij u een goed gevuld nummer waarin ook nieuwe perspectieven worden geopend. Ik nodig u uit erin te duiken en erin onder te gaan. Ik voorspel dat het leesplezier groot zal zijn.
Referenties
- Bentum, F. van (2024, 24 april). Ouderen hebben de toekomst – Ouderenpsychiatrie wordt steeds boeiender! Interview met Marijke Maas-van Leeuwen. NVRG Nieuwsbrief. Geraadpleegd 10 juli 2024 op www.nvrg.nl/ouderen-hebben-de-toekomst-ouderenpsychiatrie-wordt-steeds-boeiender-interview-met-marijke-maas-van-leeuwen
- Hendrickx, J., Boeckhorst, F., Compernolle, T., & Pas, A. van der (1991). Handboek gezinstherapie. Bohn Stafleu van Loghum.
- Hillewaere, B. (2024). De waarde van kwaadheid in systeemtherapie en partnerrela-tietherapie – Kwaadheid in een context van hoop. Systeemtherapie, 36(1), 11-25.
- Otten, W.J. (2015, 17 januari). Oud worden, je kunt er niet jong genoeg mee beginnen. Trouw. Geraadpleegd 10 juli 2024 op www.trouw.nl/nieuws/oud-worden-je-kunt-er-niet-jong-genoeg-mee-beginnen~bbfb97d5
- Scherder, E. (2017). Laat je hersenen niet zitten – Hoe lichaamsbeweging de hersenen jong houdt. Athenaeum – Polak & Van Gennep.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden