Uit liefde voor de stiel, ontmoetingsdag voor supervisoren en opleiders
Samenvatting
Studiedag georganiseerd door de BVRGS
[Mechelen, 14 maart 2024]
Op 14 maart volgde ik als supervisor in opleiding mijn eerste BVRGS-studiedag, een ontmoetingsdag voor supervisoren en opleiders. Graag neem ik jullie mee naar mijn ervaring en naar wat de dag mij bood. Ik speelde een thuiswedstrijd op een heerlijke locatie, de vroegere brouwerij Lamot, met een prachtig uitzicht op de Mechelse trots, de Sint-Romboutskathedraal, en vlak bij een van de bruisende pleinen, de vismarkt, van onze mooie stad Mechelen. Het leverde een parallelproces op, want de sprekers op de studiedag zetten ons beroep van therapeut, supervisor en opleider al even mooi in de verf. Ik wist niet zo goed wat ik van deze dag mocht of kon verwachten. De inleiding leerde me alvast dat deze studiedag het resultaat is van een hardwerkende commissie die het belang van systemische supervisie voor systeemtherapeuten blijvend op de kaart wil zetten. Naast dat belang wensten ze ook vooral via verbinding en ontmoeting elke supervisor letterlijk en figuurlijk op de kaart te zetten door een plattegrond te voorzien waar elke deelnemer zijn of haar naam kon prikken op de eigen werklocatie. Contact maken met jezelf als supervisor, inspiratie opsnuiven en het verbreden van je perspectieven werden als verlangens voor de dag geformuleerd.
In het plenaire gedeelte brachten Peter Adriaenssens en Liesbet Smeyers, beiden aan de basis van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling en nu gepensioneerd, in een gezellige woonkamersfeer, onder leiding van Annick Ruyts, reporter en moderator, hun persoonlijke ervaringen met psychotherapie en supervisie. Ze benadrukten het belang van het zoeken in de ontmoeting wat werkt met én voor alle betrokken partijen. Er was ruimte voor meerstemmigheid niet alleen vanuit de werkcontext, maar ook vanuit hun persoonlijke, kwetsbare levenssfeer. Zou de gezellige woonkamersfeer, het vertrouwde van elkaars gezelschap en de vele wateren die ze reeds samen doorzwommen hebben, de sprekers (on)bewust toelaten om die meer persoonlijke stemmen uit de transgenerationele levenssfeer aan bod te laten komen? Hun stemmen lieten ons toe ook in ontmoeting te gaan met onszelf. In het plenair gesprek kwamen de verschillende vormen van taal aan bod en het waarderen van het niet-spreken. Smeyers gaf als voorbeeld dat ze vaak gewerkt heeft met een rode draad, een bol wol, die geweven kon worden in de verhalen van mensen maar die symbolisch ook kon worden doorgeknipt. ‘Soms moet iets niet gezegd worden’, ‘Veel wegen zijn bewandelbaar, woorden zijn lang niet de enige opties’ zijn duidelijke houvast-quotes. Daarnaast kwam ook de kracht van elk mens om zichzelf te ontwikkelen naar voor. Dit kan door zichzelf de vrijheid te geven op ontdekking te gaan en het eigen pad te verrijken door contact te maken met zichzelf, met vele diverse anderen maar ook met andere vakgebieden. Uit het gesprek leerde ik verder dat je als therapeut en supervisor een bron van veilige gehechtheid kan bieden door wederkerig, collaboratief in verbinding te staan met cliënten en therapeuten. Dit proces vraagt wel wat zoeken, afstemming en kwetsbaarheid van iedereen, wat haarfijn werd gedemonstreerd in het plenair gesprek. Het kwetsbare kwam voor mij ook naar voren in de vraag rond ‘beoordelingsangst’ binnen een supervisiecontext. De sprekers kaartten immers aan dat het kan gaan over angst bij zowel de supervisor als de supervisant. Wat blijkt? Geroutineerde, ervaren supervisoren dragen evengoed onzekerheden met zich mee in een ontmoeting met een supervisant: ‘Ga ik iets kunnen bijdragen?’, ‘Hoe vinden we elkaar?’, ‘Was het zoals ik het wou laten overkomen?’ Net zoals de supervisant goed wil overkomen en angstig is voor het inbrengen van een supervisievraag. Dit inzicht doet mij als supervisor in opleiding met tal van onzekerheden, geruststellen en mij voorzichtig thuis voelen. Eén van de kernboodschappen van het plenaire gedeelte die ik graag meeneem, is dat we als supervisor de taak hebben ruimte te creëren om als een reisgezel wegen te verkennen, de worsteling bespreekbaar te maken en samen te reflecteren.
Na de lunch werden we verwend met twee uit vijf te kiezen workshops. (1) Alexandra Nuytkens en Kitty Van Der Smissen, beiden werkzaam in een eigen praktijk en in opleiding tot supervisor, dompelden ons onder in de complexiteit van het supervisieproces. (2) Karen Aerden en Hanne Devinck, beiden zelfstandig systeemtherapeuten, draaiden de gewone supervisielens even om en zochten naar het narratief van succes. (3) Catherine Claeys en Kristien Schoevaerts, beiden werkzaam in een privépraktijk, keerden terug naar datgene wat supervisor en supervisant in de systemische supervisie met elkaar verbindt, namelijk de gemeenschappelijke grond, de theorie van het systeemdenken. Ik volgde de workshop met (4) Eliska Vereecken en Jan Speetjens, beiden systeemtherapeut in een eigen praktijk. In die workshop kregen we een inkijk in hoe supervisie vanuit een collaboratief en narratief perspectief er kan uitzien. In een interview met elkaar én in een live supervisie illustreerden ze het belang van blijvend nieuwsgierig vragen stellen. Het zijn vragen die helpen de waarden en normen van de supervisant in kaart te brengen en die kunnen helpen in het zoeken naar verbredende en rijkere perspectieven zowel bij zichzelf als bij het systeem waarmee de supervisant aan de slag gaat. (5) Tot slot volgde ik de workshop van Paul Castelijns, supervisor, leertherapeut en opleider bij de Interactie-Academie. In de workshop nam hij ons mee naar de kenmerken van leertherapie en hoe deze te onderscheiden valt van supervisie, therapie en coaching. Hij stelde een definiëring en een invulling voor systemische leertherapie voor. Ik onthoud vooral dat het belangrijk is om alert te blijven op het ‘contract’ dat de leertherapeut, supervisor en therapeut met de supervisant of cliënt maakt. Daarnaast begreep ik ook dat het een zoektocht blijft hoe leertherapie vanuit een verplichte opleidingscontext eenzelfde waardenvol effect kan hebben als vrijwillige leertherapie.
Uit het geroezemoes na de workshops kon ik opmaken dat de trend van het kwetsbare ontmoeten van het plenaire deel zich verder uitrolde over alle workshops. Voor mij was de studiedag vooral geslaagd vanwege zijn verbindend effect. Als supervisor in opleiding overheersten vóór de studiedag de stemmen die zeiden: ‘Hoor ik er wel al bij?’, ‘Heb ik me niet eerst nog meer te verdiepen?’, ‘Past het wel dat ik hier al rondloop?’ Stemmen die – hoe paradoxaal ook – me tijdens en na de studiedag juist verbonden hebben laten voelen. De dag was een aaneenschakeling van ontmoetingen: ontmoeten in de schaamte, in de kwetsbaarheid, in het zoeken, in het afstemmen, in het wankelen, in het twijfelen, in het niet weten, enzovoort.
Kortom, deze studiedag bracht me in verwondering op zoveel verschillende domeinen. Zoals Jan Speetjens in zijn workshop de metafoor binnenbracht: in ‘verwondering’ zit het woord ‘wonder’ en het woord ‘wonde’. Deze dag heb ik het wonder ‘supervisie’ mogen voelen, proeven, ruiken en horen en heb ik gezien hoe de sprekers uit liefde voor hun stiel kwetsbaar in verbinding gingen met zichzelf en de anderen. Ook werd de wonde van het fragiel vakgebied in een huidig maatschappelijk perspectief – waar men steeds meer pasklare antwoorden verlangt – zichtbaar en bespreekbaar gemaakt. Tot slot bevestigde de studiedag me dat supervisie ook ‘wanderen’, mijn eerste associatief woord met supervisie, mag zijn. Wanderen is het samen verwonderd ronddwalen in de reflectieve ruimte. Laat dat nu net zijn wat er donderdag 14 maart op die zonnige dag in Mechelen gebeurde, en dat uit liefde voor de stiel!
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden