De vijf V’s van de systeemtherapeut
Samenvatting
Net zoals het bij het onderhouden van een andere taal helpt om die te blijven spreken, lezen of beluisteren, zo is het ook gesteld met het systeemtheoretisch denken en handelen. Ik werk in de verslavingszorg, een sector waar andere stromingen ruimer vertegenwoordigd zijn en de systeemtherapie soms onder druk staat. Dit geldt ook voor behandelcontexten gericht op de behandeling van andere problematieken, zoals angst en trauma. Het blijft een uitdaging om ook in deze contexten het systeemtheoretisch denken een plaats te geven. Het systemische gedachtegoed biedt andere ingangen dan het vanzelfsprekende denken van zowel cliënten als hulpverleners in termen van karaktereigenschappen, persoonlijkheidsstoornissen, tekorten en diagnoses. In het alledaagse denken wordt veel minder stilgestaan bij de verbindingen, beïnvloedingen en contexten waarin mensen zich bevinden. Om een systemische manier van werken en denken, zowel met individuen, paren, gezinnen, groepen als organisaties, vast te houden, is het nodig om zich te blijven scholen, in supervisie te gaan, aan intervisiegroepen deel te nemen en … te lezen en te schrijven.
Het behoort tot de doelstellingen van dit vakblad om systemische inspiratie te bieden, om toepassingen in de praktijk te illustreren, om theoretische concepten uit te werken, om systemisch onderzoek te publiceren en om systeemtherapeuten en systeemtherapeutisch werkers uit de praktijk aan het woord te laten.
Verbinding en uitwisseling ervaren met collega-systeemtherapeuten uit Vlaanderen en Nederland was een van de redenen voor mijzelf om twaalf en een half jaar geleden in de redactie van het tijdschrift Systeemtherapie te stappen. Het waren boeiende jaren van dialoog met de andere redactielieden, maar vooral met de auteurs van allerhande artikelen.
Mijn redacteurschap hielp om mijn systemisch denken te bewaken en scherp te houden. Het was fijn om verbondenheid te voelen maar ook om de verschillen tussen de leden van dezelfde systeemfamilie meer te appreciëren.
Naar aanleiding van mijn afscheid uit de redactie is mij gevraagd dit voorwoord te schrijven. Bij het kiezen van een onderwerp moest ik denken aan mijn ondertussen gepensioneerde collega-gedragstherapeut. Hij had het op onze teamvergaderingen steevast over de zes G’s: Gebeurtenis, Gedachte, Gevoel, Gedrag, (lichamelijke) Gewaarwording en Gevolg. Er hing zelfs een A4’tje aan de muur van ons teamlokaal waarop de zes G’s vermeld stonden. Bij een casusbespreking werd er dan bijvoorbeeld gesproken over werken op de tweede of derde G. Ik was eerlijk gezegd een beetje jaloers op dat handige, overzichtelijke schemaatje waarop mijn collega kon terugvallen om naar de complexiteit van de dingen te kijken. Ik had ondertussen zelf al ondervonden dat het niet evident is om het systeemdenken in een paar zinnen aan anderen uit te leggen. Het zou overigens fijn zijn om hierover met systeemtherapeuten en systeemtherapeutisch werkers of counselors eens van gedachten te wisselen. Hoe leg jij dat uit? Welke woorden gebruik jij? Welke metaforen hanteer jij hiervoor? Naar analogie van de zes G’s van mijn collega dacht ik dat de vijf V’s misschien een manier zouden kunnen zijn om iets van het systemisch handelen te verduidelijken. Hier komen ze.
In de eerste V zitten al twee betekenissen: Verkennen en erkennen. Het verkennen van betekenissen is belangrijk in systeemtherapie. We gaan er namelijk van uit dat betekenissen niet vastliggen. Als buitenstaander kunnen we niet weten wat iets betekent voor de cliënten. We moeten het toetsen of navragen. Dit geldt overigens ook voor de gesprekken zelf. Vandaar het belang van cliëntenfeedback. Wat een gesprek betekent voor een cliëntsysteem is zelfs voor een ervaren therapeut niet direct kenbaar. Hoe dikwijls gebeurt het niet dat we verrast zijn over wat een cliënt van een gesprek meeneemt of ervan onthouden heeft? In Verkennen zit ook erkennen. Hoe kunnen we erkennend zijn voor wat cliënten, paren en gezinnen meemaken, voor de zorgen en dilemma’s die ze ervaren, de inspanningen die ze doen? Vaak staat de mogelijkheid tot het ervaren van erkenning onder druk, omdat mensen in het contact met de buitenwereld deze niet of te weinig ervaren. De inspanningen worden als vanzelfsprekend beschouwd, de last die mensen dragen is vaak onzichtbaar, de ervaringen die ze meemaken krijgen geen bestaansrecht. We kunnen als systeemtherapeut of systeemtherapeutisch werker of counselor verschil maken door op zoek te gaan naar vormen van erkenning in de leefwereld van cliënten, of door een context te creëren waar erkenning kan plaatsvinden.
De tweede V is de V van Verbinding, misschien wel een van de belangrijkste elementen van systeemtherapie. Hoe kunnen we individuen, paren en gezinnen met elkaar verbinden of herverbinden? Een quote van een mijn opleiders is veelbetekenend: ‘Verschillen maken mensen blind voor wat hen bindt.’ Verbinden gaat ook over de vraag: hoe kunnen we ons als therapeut verbinden met cliënten en cliënten met ons? Maar ook: hoe kunnen we mensen verbinden met een gemeenschap waartoe ze behoren? En: hoe kunnen we cliënten opnieuw verbinden met hun waarden, met datgene wat ze belangrijk vinden maar wat onder druk is komen te staan?
De derde V gaat over Verrijken. Hoe kunnen we, naast aandacht voor de problemen en worstelingen, aandacht geven aan wat goed loopt, aan veerkracht en aan steunbronnen? Hoe kan de rijkdom van mensen tot uiting komen? Belangrijk is om hier oog voor te hebben zonder afbreuk te doen aan de moeilijkheden waarmee mensen worstelen. Het kan soms helpen om de goedlopende terreinen niet al te expliciet in de verf te zetten maar eerder ‘terloops’ op te merken. Verder heeft de systeemtherapeut oog voor uitzonderingen en unieke uitkomsten, naast de probleemverhalen.
De vierde V gaat over Verbreden. Ook dit is een belangrijk uitgangspunt in de systeemtherapie. Hoe kunnen we ruimer kijken dan het intrapsychische, het pathologische of het individuele? Kunnen we naar de samenhangen kijken waarin mensen vertoeven? Van waaruit kunnen we begrijpen dat mensen doen wat ze doen? Hoe kunnen we een groothoeklens in plaats van een telelens hanteren om naar ‘moeilijk gedrag’ te kijken? Begrippen als context en sociaal discours zijn helpende concepten bij dit bredere kijken.
De vijfde V is de V van Verrassen. Hoe kunnen we verrassende vragen stellen waardoor mensen ook voor zichzelf en anderen verrassende antwoorden geven? Hoe kunnen we door de context of de setting te veranderen nieuwe mogelijkheden ontdekken? Systeemtherapeuten en systeemtherapeutisch werkers of counselors maken soms gebruik van non-verbale of creatieve technieken die nieuwe openingen creëren. Denk bijvoorbeeld aan psychomotorische therapie (PMT), werken met Duplopoppen, foto’s of kaarten, of een methodiek als het reflecting team van de Noorse psychiater Tom Andersen en de daarop gebaseerde Outsider Witness-methodiek van Michael White. Het zijn manieren om iets anders mogelijk te maken en meerstemmigheid binnen te brengen.
De lezer mag zich vrij voelen om nog andere V’s toe te voegen. Zo zullen sommigen spreken over het belang van werken met Verschil of oog hebben voor de probleem- en alternatieve Verhalen die mensen vertellen, of nog: cliënten helpen te Verwoorden wat nog niet gezegd is. Anderen vinden het belangrijk om te Vertragen in gesprekken of om de Veerkracht te versterken. Sommigen zullen misschien opmerken dat een complexe theorie en benadering zich niet laat reduceren tot enkele V’s. Maar daar zou Einstein op zeggen: ‘If you can’t explain it simply you don’t understand it well enough.’
In ieder geval wensen we je veel leesplezier met dit gevarieerde en boeiende nieuwe nummer van het tijdschrift.
Veel van de V’s komen uitgebreider aan bod in het artikel van Christien de Jong, Albert Neeleman en Marian Ploegmakers-Burg: ‘De Handwijzer – Systeemtherapie in de vingers’. De auteurs, allen zeer ervaren systeemtherapeuten en opleiders van supervisoren, brengen in het artikel de systeemtherapeutische competenties bijeen die de NVRG heeft opgesteld. Zij maken daarbij gebruik van de metafoor van de hand. De vijf vingers, de handpalm en de pols verwijzen ieder naar een systemische kerncompetentie. Wil je weten welke dat zijn, dan nodigen we je uit om het artikel te lezen.
Dat systeemtherapie veel kan betekenen in het veld van angst- en dwangklachten illustreert het tweede artikel van Luuk Stapersma, Juul Veeger, Lisbeth Utens en Chaim Huijser: ‘Supportive parenting for Anxious Childhood Emotions (SPACE) – De behandeling van angst en dwang via ouders’. Bij angst is er namelijk sprake van gezinsaanpassing doordat gezinsleden zich aanpassen aan de klachten van het kind. Door behandeling van de ouders wordt getracht de angst- en dwangklachten van het kind te verminderen. Deze benadering is gebaseerd op het gedachtegoed van Geweldloos Verzet. De auteurs illustreren hun aanpak met een mooie casusbespreking.
We kunnen er niet meer omheen: het gebruik van psychedelica in psychotherapie. Voor het eerst verschijnt over dit onderwerp een artikel in ons tijdschrift. Het is van de hand van Cinthe Lemmens: ‘Tussen hype en hoop – Systeemtherapie met behulp van psychedelica’. Zij onderzoekt hoe deze middelen een therapeutische waarde kunnen hebben binnen een systemische context. Lemmens pleit voor aanvullend onderzoek en een open dialoog over dit thema binnen ons vakgebied. Hopelijk voelt u zich als lezer aangesproken om op deze uitnodiging in te gaan. Haar e-mailadres vindt u onder aan het artikel.
In de rubriek De Praktijk nemen Marieke van Rijn, relatie- en gezinstherapeut, en Alex, de moeder van Lars, het woord. Zelfs met de zoon is voor dit artikel samengewerkt. Het is een boeiende kruisbestuiving tussen de professionele deskundigheid van de therapeut en de ervaringsdeskundigheid van een moeder en zoon. Ze hebben het over koers houden als je kind tussen je vingers wegglipt. Ook deze behandeling is gebaseerd op Geweldloos Verzet en maakt gebruik van interessante ‘koers’-tekeningen.
In de rubriek Professie & Persoon interviewen Cinthe Lemmens en Jasmien Peeters Nora Bateson, dochter van de bekende Gregory Bateson. Nora zelf is kunstenaar, filmmaker, schrijver, onderzoeker en systeemdenker. In dit persoonlijke interview komen we ook meer te weten over de warm data labs waarover ze in Amsterdam scholing is komen geven.
De congressenrubriek is goed gevuld, met vijf congresverslagen. Traditiegetrouw vinden elk jaar in maart de congressen van de NVRG en de BVRGS plaats. Nienke Smulders brengt verslag uit van het NVRG-congres met als titel ‘Perspectivistische lenigheid’. Ze concludeert: ‘Lenig zijn is beseffen dat het niet gaat om de waarheid, maar om wat ertoe doet voor jou en de ander.’ Jasmien Peeters is verslaggever van de BVRGS-studiedag met als titel ‘Modern families, over fluïde gezinnen en helpende systemische praktijken’. Peeters durft het aan om datgene wat ze gemist heeft tijdens de studiedag zelf in haar verslag aan te vullen. Mariëlle Beckers schrijft op haar beurt over het boeiende symposium ter gelegenheid van het nieuwe boek van Flip Jan van Oenen waarin hij pleit voor het verdragen van mentale pijn. Van Oenen wordt trouwens in drie van de vijf congresverslagen vermeld. Een veelgevraagd spreker dus. Verder zijn we blij met het congresverslag van Hedwig Zaagman-Smit over transculturele geestelijke gezondheidszorg. Hierdoor is er ook in dit nummer aandacht voor het thema diversiteit, dat we als redactie blijvend onder de aandacht willen brengen. Tot slot is er het verslag van Jan Meerdinkveldboom naar aanleiding van veertig jaar Amsterdams Instituut voor Gezins- en Relatietherapie (AIGR), tezamen met het afscheid van Frans Holdert. Het werd een feestelijke dag met boeiende lezingen én pakkende muziek.
In de boekenrubriek lezen we een mooie bespreking van Sofie Dieltjens over het boek van onderzoeksjournalist Jan Stevens: Zusters zonder liefde. Daarin heeft hij het over vrouwelijk misbruik in de kerk. Hij reconstrueert de schrijnende verhalen van kinderen die opgroeiden onder de hoede van kloosterzusters. Voor Dieltjens is het boek ‘een pleidooi voor het doorbreken van stilte, voor het erkennen van onzichtbaar leed, en voor het begrijpen van gedrag binnen zijn context’.
Een tweede boekbespreking komt van Maud Schaepkens en gaat over het laatste boek van levende legende Irvin Yalom, inmiddels ruim boven de negentig jaar, dat hij samen met zijn zoon Benjamin Yalom schreef: Het uur van het hart. Yalom schrijft in dit boek over eenmalige sessies met cliënten. Het valt Schaepkens op dat hij systemisch werkt door stil te staan bij hoe de relatie met de therapeut symbool staat voor wat er in het dagelijks leven gebeurt tussen de cliënt en belangrijke anderen. Door deze bespreking raak je geïnspireerd het hele boek zelf te lezen.
Tot slot is er nieuws van de redactie. Terwijl de een vertrekt, komt er nieuw bloed binnen in de persoon van Hans Dieleman, Vlaams psycholoog en systeemtherapeut. Hij werkt als gezinstherapeut binnen de residentiële kinderpsychiatrische werking in het UZ Leuven, campus Gasthuisberg en in een eigen praktijk. Met veel vertrouwen laat ik de congressenrubriek over in zijn handen en die van collega-redactielid Nienke Smulders.
Om met de vijf V’s te eindigen: we hopen dat de lezer in dit nieuwe nummer van het tijdschrift Systeemtherapie op Verkenning kan gaan om interessante ontdekkingen te doen, zich extra Verbonden voelt met de systemische praktijk én met de collega’s die hierover geschreven hebben. Hopelijk kan dit nummer de eigen visie Verbreden en Verrijken met Verrassende nieuwe inzichten …
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden