In memoriam Annie Mattheeuws
Samenvatting
‘En, ken je haar nu al wat beter?’ Met deze vraag werd ik bij diverse ontmoetingen verwelkomd toen ik enkele maanden bij de Interactie-Academie in Antwerpen werkzaam was. We schrijven 1983. Kennelijk was Annie voor veel mensen een soort enigma. Professioneel zeer beslagen, rijk, belezen en met een groot invoelingsvermogen; de vraag wie die vrouw daarnaast of daarenboven ook nog was bleef in de lucht hangen zonder veel concrete aanwijzingen over het antwoord. Een collega vertelde me dat ze op zijn kantoor kwam en een foto van zijn vrouw en kinderen van de tafel veegde: ‘Ongepast, je bent hier op je werk. En bovendien ben je psychotherapeut.’
Datzelfde enigmatische beleefde ik al bij onze eerste ontmoeting in 1975, vier jaar nadat Annie samen met de andere pioniers (Nand Cuvelier, Denise Everaert, An Custers …) de Interactie-Academie had gesticht. Na een paar introductieprogramma’s kwam ik bij haar terecht voor een overleg over mijn kandidatuur voor de systemische psychotherapie-opleiding. Toen heette die nog ‘Opleiding in de algemene systeemtheorie’. Zowel van dat gesprek als in de opleiding herinner ik me vragen en opmerkingen van haar kant die mijn leven en mijn wereld zodanig en met goed gevolg in rep en roer brachten, dat ik ze nog woordelijk kan herhalen. Tegelijk, hoe aanwezig ze ook was in het professionele, zo ‘onleesbaar’ was ze daarnaast; buiten het feit dat ze een eigen huis aan het verbouwen was – ze bleef namelijk een paar keer afwezig omdat werklieden alle ramen kwamen vervangen – en dat ze van tuinieren hield, zijn we niet veel wijzer geworden. Dit staat in schril contrast met de gebruikelijke neiging bij veel gezins- en systeemtherapeuten om juist die persoonlijke ‘systemen’ mee ter sprake te brengen in hun conversatie met leerlingen en collega’s. Ik heb deze kant van Annie altijd begrepen als loyaliteit aan de basisprincipes van de therapeutische context, die reeds door Freud en zijn volgelingen als dominant kader werden neergezet. De therapeut focust op de cliënt en desgevallend op de therapeutische relatie, maar blijft zelf als persoon buiten beeld. Annie was daar zeer consequent in. Zelfs toen ze een relatie kreeg met een van haar collega’s en het een publiek geheim was dat ze samenwoonden, werd daarover met geen woord gerept.
En laat nu juist die vrouw, een klinisch psycholoog en psychotherapeut met een op sommige punten erg behoudende ingesteldheid, zeker in Vlaanderen een revolutie ontketend hebben in het denken over tussenmenselijke aangelegenheden, over relaties, problematiek en pathologie. Haar kennismaking met het werk van de Palo Alto-groep (Watzlawick c.s.) betekende een stroomversnelling, een constructieve toets voor haar opvatting dat er nieuwe manieren van benaderen nodig waren in de hulpverlening en in andere tussenmenselijke activiteitsdomeinen – denken we maar aan bijvoorbeeld opvoeding, leiding geven en coördinatie, wetenschappelijk onderzoek, cultureel werk.
Die nieuwe benadering, die ze behalve in de psychotherapieopleiding uitdroeg in talrijke artikelen en in het twee keer per jaar door zovelen gesmaakte Seminarie Systeembenadering, draagt in haar ontwikkeling tussen pakweg 1975 en 2000 in grote mate haar signatuur. De neerslag ervan werd leesbaar in het door Annie in 1982 opgerichte Systeemtheoretisch Bulletin. Het unieke in het model dat ze heeft ontworpen is de invulling van de abstracte systeemtheorie met concrete communicatietheorieën, iets wat volop mogelijkheden bood op het operationele vlak, in de toepassing van de systeemtheorie op al die diverse terreinen. De stimulansen die ze gegeven heeft aan dit nieuwe perspectief op relaties, op hulpverlening, sociaal werk, psychotherapie, zijn van onschatbare waarde. Naast haar positie als pionier en stichter was Annie Mattheeuws van rond 1980 tot 2002 ook inhoudelijk directeur van de Interactie-Academie en lid van de Raad van Toezicht. Halfweg het jaar 2002 ging ze met pensioen.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden