MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • De Praktijk
    • Onderzoek gesignaleerd
    • Reflecties
    • Discussie
    • Professie en Persoon
    • Congressen
    • Boeken (en zo)
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
    • Artikel indienen
    • Gebruik van artikelen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Proefabonnement
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over Systeemtherapie
    • Redactie
    • Adverteren
    • Open Access
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 26 (2014) / nummer 3
PDF  

Doen we het goede? Ethisch handelen in de systeempsychotherapie

Hugo Mertens
1 september 2025

Samenvatting

Studiedag BVRGS
[Antwerpen, 21 maart 2014]

Hoe kunnen we in complexe therapeutische situaties correct professioneel en ethisch handelen? Die vraag werd nader bekeken tijdens de studiedag ‘Doen we het goed? Ethisch handelen in de systeempsychotherapie’. Via lezingen werden inspirerende gedachten aangereikt en in dialoog met de deelnemers verbonden met de praktijk.

Lieven Migerode, voorzitter van de Belgische Vereniging voor Relatietherapie, Gezinstherapie en Systeemcounseling (BVGRS), zette de toon met een verwelkoming waarin meteen al de teneur van de rest van de studiedag doorklonk: de afwezigheid van grote antwoorden, gevoelens van onzekerheid, de impact van maatschappelijke invloeden en het belang om (samen) te reflecteren.

Harry Kunneman bekleedt sinds zijn emeritaat een persoonlijke leerstoel sociale filosofie aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. Hij schetste het beeld van de hedendaagse verontrusting over de maatschappelijke ontwikkeling en de ethische beknelling die hiermee gepaard gaat. Hij verwees naar Paul Verhaeghe (2012) die het heeft over de negatieve invloed van het neoliberalisme. De dwang tot succes en geluk zou desoriëntatie, vertwijfeling en een verlies aan zelfbesef als keerzijde hebben.

Kunneman gaat daar tegenin. De mens heeft het altijd moeilijk gehad om agressieve, concurrerende tendensen te verbinden met de zorgzame. Als metafoor gebruikte Kunneman de spanning tussen de hoge gronden en de moerassige laaglanden (Schön, 1983). De hoge gronden met duidelijke oplossingen voor ‘wetenschappelijke’ problemen, de moerassigheid als een complexe existentiële ‘grond-conditie’. In de moerassigheid zitten de belangrijkste menselijke thema’s (ziekte, ongeluk…) en zijn er geen grote en algemeen geldende antwoorden. Het modernisme bevrijdt ons daar niet. Mensen kunnen evenwel, als ze de confrontatie met de problemen aangaan, samen ‘terpen’ bouwen, vluchtheuvels waarmee ze (een tijdlang) verder kunnen.

Kunneman deelt dus niet het ethische pessimisme. Hij gelooft in de tweede postmoderniteit. Mensen verbinden zich en vinden elkaar en zichzelf in de constructie van de terpen in het menselijke moeras. Zodoende is een liefdevol en betekenisvol (ethisch) leven wel degelijk bereikbaar, alsook een betere verbinding tussen het agressieve en het zorgzame in het menselijke potentieel. De moraliteit verschuift zodoende van verticaal naar horizontaal en van een eenvoudig waarheidsdenken naar een denken in complexe en nooit evidente modellen. Dit vormt meteen ook een aansporing voor de systeemtherapeuten om breder te kijken dan gezin en familie, en om zelf verbinding te zoeken met andere gezelschappen (zowel van professionele als van maatschappelijke strekking) die omgaan met ‘moerassige vragen’.

Robert van Hennik, gezinstherapeut in de Viersprong te Halsteren en in een eigen praktijk in Utrecht, was als voorzitter van het ‘narratief en dialogisch forum’ zeer goed geplaatst om het publiek mee te nemen in zijn beschouwingen over de narratieve ethiek. Hij deelt met Kunneman een postmodern ethisch optimisme. Niet alles is relatief in het postmoderne denken, wat tot een nihilistische levensstijl zou kunnen leiden. De morele agenda is niet enkel aan de hand van economische modellen opgemaakt. Het postmoderne denken kan wel degelijk inspireren tot een voortgaande dialoog over waarden, die steeds opnieuw in wisselende contexten geconstrueerd worden. Ethiek is niet (langer) centraal georganiseerd, maar decentraal aanwezig in allerhande cultuuruitingen die reflecties op het ‘goede leven’ (Savater, 2010) zijn. Ethiek ontstaat immers in conversaties, met elkaar en in de therapieruimte. Narratieve ethiek is bijgevolg geen groot verhaal, maar bestaat uit vele kleine verhalen met ‘lokale gepastheid’.

Van Hennik nam zijn publiek bevlogen mee in talloze excursies en voorbeelden die zijn rijke en filosofische verhaal illustreerden. Hij eindigde met de therapeutische praktijk, de ‘ethische onderneming’ waar geholpen wordt betekenis te vinden en waar het ongewone een plek wordt gegeven.

Katja Kurri legt zich als onderzoekster aan de universiteit van Jyväskylä (Finland) toe op de ‘onzichtbare morele orde’ in koppeltherapie. Naast de psychologische realiteit die ingang vindt via een van de grote stromingen in de therapie, is er immers ook telkens de sociale realiteit. Dit is de arena waarbinnen zich hier-en-nu de onderhandelingen (beschuldigingen, gevechten) voltrekken tussen de partners omtrent zelfsturing, verantwoording en verantwoordelijkheid. De visie en het morele discours van alle betrokkenen, therapeut inbegrepen, kan (onzichtbaar) erg verschillen. Deze situatie noopt tot bewustzijn, reflectie, en het innemen van een positie, om dan verder samen te zorgen dat patronen niet escaleren, maar dat er ruimte komt voor goede bedoelingen en verandering. Kurri probeerde een en ander te illustreren met ‘rollenspelen’ op basis van gelezen therapiefragmenten, maar dat kwam niet uit de verf, net zoals de hele presentatie trouwens, die na de gloed van de vorige sprekers overkwam als een bries uit het hoge noorden.

Na de lunch was het de beurt aan Peter Adriaenssens, kinderpsychiater en professor aan de Katholieke Universiteit van Leuven. Hij hield als inleiding op het interactieve gedeelte van de middag een gedreven betoog over de zichtbare (en onzichtbare) ethische impasses in de kinderpsychiatrie en de (gezins)therapie met kinderen en adolescenten. Adriaenssens is in Vlaanderen al jaren het icoon dat de bewustwording en de strijd belichaamt tegen onrecht en ellende die kinderen worden aangedaan. Bij hem is de koppeling naar de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen, zoals besparingsdrift en het groeiend dictaat van voorschriften en procedures, nooit ver weg. Daarnaast blijkt hij toch telkens weer een gedreven gezinstherapeut, met al het mededogen maar ook met de verantwoordelijkheid die daarmee gepaard gaat. Want ook hier weer ligt de moraliteit niet in wetten en grote ethische principes. We zitten met een ethiek van de praktijk. We zien ons verplicht om na te denken, in dialoog te treden, positie in te nemen en een transparant en bij te sturen zorgplan te hanteren. We hebben (in Vlaanderen nog) het recht ons te vergissen maar wel binnen de plicht van een professionele (ethische) transparantie.

Het vervolg van de middag bestond uit reflectie en uitwisseling naar aanleiding van een casus door leden van de BVRGS gepresenteerd. Uiteindelijk verdampte de casus in de voortschrijdende dynamiek tussen publiek en panel. Op deze manier bleek ook al doende dat de grote antwoorden uitbleven en dat samen zoeken de ethische grondhouding vormt.

Deze studiedag trok opvallend een gemiddeld ouder BVRGS- en NVRG-publiek dan gewoonlijk, alsof ethische bekommernis een toegevoegde waarde zou zijn nadat we geleerd hebben om therapie te doen. Ten overvloede kwam echter naar voren dat ethische vragen en dilemma’s overal aanwezig zijn. Het doen van het goede komt meestal overeen met het voeren van goede therapie: een duidelijke positie innemen, betrokken zijn, in dialoog gaan, overleggen met anderen en bijsturen indien nodig. Het is niet teleurstellend maar eerder geruststellend dat de grote antwoorden niet (meer) bestaan, dat we meestal wel goed (zoekend) aan de slag zijn. Een bemoedigende gedachte en een troost die ook een jonger congrespubliek deugd zou hebben gedaan.

En zo diende de in de aankondiging geciteerde, inspirerende gedachte van Albert Einstein ‘relativiteit is van toepassing op natuurkunde, niet op ethiek’ bij het afsluiten van de dag alweer genuanceerd te worden, want het toenmalige geloof in universele richtlijnen ligt echt wel achter ons.

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

Literatuur

  • Savater, F. (2010). Het goede leven — Ethiek voor mensen van morgen. Utrecht: Bijleveld.
  • Schön, D. (1983). The reflective practitioner. New York: Basic Books.
  • Verhaeghe, P. (2012). Identiteit. Amsterdam/Antwerpen: De Bezige Bij.

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Jaargang 37, nr. 3, september 2025

Neem een ABONNEMENT Laatste editie Archief

Nieuwsbrief Boom Psychologie

Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.

Aanmelden

Boeken

Handboek suicidaal gedrag bij jongeren
Jan Meerdinkveldboom, Ineke Rood, Ad Kerkhof
€ 26,95
Meer informatie
De JIM-aanpak
Levi van Dam, Sylvia Verhulst
€ 19,95
Meer informatie
Verbonden
Amir Levine, Rachel Heller
€ 19,95
Meer informatie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Systeemtherapie

Foke van Bentum

WG-plein 209

1054 SE Amsterdam
telefoon: (020) 612 30 78

redactie@nvrg.nl

Klantenservice

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

(088) 0301000 

klantenservice@boom.nl