Interactie en improvisatie
Samenvatting
Samen met Jan Meerdinkveldboom reis ik op een vrijdag in mei af naar Santpoort-Zuid om Joep Choy te interviewen. Bij de eerste stap die ik in zijn werkkamer zet, dringt de heerlijke geur van de vele boeken mijn neus binnen. Een groot gedeelte van de wanden is bekleed met hoge, volle boekenkasten. Af en toe loopt Choy tijdens ons bezoek, geïnspireerd door het gespreksonderwerp, rechtstreeks af op een kast, een plank en vervolgens een boek, om er iets over te vertellen of uit voor te lezen. Choy is werkzaam als auteur, psycholoog, psychotherapeut, systeemtherapeut en organisatieadviseur. Hij is opleider, supervisor en leertherapeut in de gezinstherapie. Van 1997 tot 2003 was hij voorzitter van de NVRG. Ook is hij opleider, trainer en coach van bestuurders, managers, organisatieadviseurs, coaches en mediators. Hij heeft meerdere artikelen en boeken geschreven, waarvan De vraag op het antwoord — Systemische interventies voor conflicten in organisaties (2005), inmiddels in de achtste druk, het meest bekend is. Iets van zijn kijk op organisaties is te vinden in Van Hennik & Bom (2009). Choy werkt een half jaar per jaar, woont vier maanden in Zuid-Frankrijk, waar hij veel schrijft, en is twee maanden per jaar op reis. Ondanks zijn 67 jaar hoopt en verwacht hij het op deze manier nog lang vol te houden.
We starten het gesprek met een uitstap naar het verleden en komen al snel bij de ervaring die Choy zijn eerste kennismaking met systemisch denken noemt — de muziek. Hij heeft in zijn jeugd saxofoon en dwarsfluit leren spelen. In die tijd speelde hij wel drie tot vier uur per dag. Hij kon er veel emoties in kwijt en genoot met name van samenspel. Op zijn achttiende jaar kreeg hij de kans om in de jazz- en rockband van Linda van Dijk te spelen en zodoende heeft hij twee jaar als beroepsmuzikant gewerkt. Hij leerde hier zijn podiumangst overwinnen en genoot van de populariteit als muzikant.
De jazzmuziek lijkt Choy op het lijf geschreven. ‘Jazz is interactie, het gaat over de relatie tussen jou en je instrument, tussen jou en de componist die je speelt, tussen jou en de band en jou en je publiek. Samenwerken in de zelfde toonsoort geeft synergie. Maar als één iemand een valse noot speelt, bederft hij wel de pret van zes anderen.’ De metafoor over het spelen in een band gebruikt Choy nog regelmatig om uitleg te geven over systemisch denken en werken. Met een glinstering in zijn ogen vertelt hij dat hij later dwarsfluit speelde in een Bachtrio. De pianist zei regelmatig tegen hem: ‘Die noot staat er niet, Joep’, waarop Choy antwoordde: ‘Maar hij klonk wel mooi hè?’ Choy houdt van improviseren en vindt het juist moeilijk om te reproduceren wat al gemaakt is. Dit is zijn leidmotief en daarom past het systeemdenken evenals de jazzmuziek zo goed bij hem. Zo heeft hij aan de start van een sessie, of het nu gaat om therapie of teambemiddeling, twee tot drie vragen in zijn hoofd. Daarna borduurt hij voort op het antwoord.
Choy is als derde in een gezin van vier geboren in Amsterdam en heeft een Nederlandse moeder en een Chinese vader. Zijn vader was de eerste Chinees die tot Nederlander werd genaturaliseerd. Hij was als hardwerkende zakenman met een eigen bedrijf veel afwezig. Choy omschrijft zijn jeugd als welgesteld en onbezorgd, tot aan zijn puberteit. Zijn ouders waren conservatief en zijn middelbare school progressief. Hij was sympathisant van de provo’s, waarmee hij het zijn ouders niet gemakkelijk maakte. Choy is echter altijd vrij gelaten in de keuzes die hij maakte. Ook toen hij ervoor koos om geen eindexamen te doen. Pas na zijn jaren als beroepsmuzikant heeft hij staatsexamen gedaan. Hij is zich bewust van de invloed van het hebben van een vangnet bij de keuzes die hij maakte. Hij heeft zich nooit druk hoeven maken om geld of werk, want hij zou altijd aan het werk kunnen in de zaak van zijn vader. ‘Je maakt betere en gewaagdere salto’s als er een net onder hangt.’ Over de band met zijn ouders vertelt Choy verder dat vroeger de afstand tussen ouder en kind groter was dan nu. Hij heeft dat nooit als een gemis ervaren, totdat hij zelf meer betrokken was bij het opgroeien van zijn kinderen en langs het voetbalveld stond. ‘Nu mijn kleindochter er is, maken we er een behoorlijke kluwen van’, vertelt hij luid lachend. Wat echter wel hetzelfde is gebleven door de generaties heen, is dat zij allen ‘bezige bijen’ zijn.
25 JAAR SYSTEEMTHERAPIE
‘Difference is knowledge.’
(Gregory Bateson)
Over zijn vrouw zegt Choy: ‘Zij is altijd een heel belangrijk baken in mijn leven geweest.’ Ze leerden elkaar kennen op de middelbare school en zijn nog altijd heel gelukkig samen. Zijn vrouw is voor hem een goede gids — iemand die de volgeling het gevoel geeft dat hij zijn eigen pad kiest. ‘Dat heb ik meerdere malen in mijn leven gedacht’, vertelt hij lachend. ‘Die leiding heb ik ook wel nodig. Ik voel het gaspedaal gemakkelijker dan de rem, dus dan kan ik nog wel eens uit de bocht vliegen en daarin moet ik soms teruggefloten worden.’
Een belangrijk moment in de ontwikkeling van Choy tot systeemdenker was zijn kennismaking met gezinstherapie en groepstherapie. Dit gebeurde tijdens zijn stage, toen hij psychologie studeerde, in het psychiatrisch ziekenhuis in Santpoort. Deze behandelingen vond hij fascinerend. Hij had op dat moment zelf een gezin en hechtte veel waarde aan het gezinsleven. Hij geloofde echt in gezinstherapie en voelde dat hij die kant op moest. Het was liefde op het eerste gezicht en die is ook nooit meer overgegaan. ‘De essentie van het menszijn komt tot uitdrukking in de relatie’, is zijn optiek. Hij koos ervoor om bij Max van Trommel in opleiding te gaan. Van Trommel is belangrijk voor hem geweest. Hij was meester in het vatten van complexe zaken, waaronder de cybernetica, in begrijpelijke taal. Daarnaast heeft Choy geleerd van de rust en het gezag dat hij uitstraalde.
Choy raakte tevens erg onder de indruk van Minuchin en zijn werk. Als belangrijke inspirators noemt Choy naast Minuchin en Van Trommel ook Carl Whitaker, Edu van de Velden, Theo Compernolle en Els Huijser. Aan de hand van een anekdote geeft Choy ons een inkijkje in zijn eerste supervisiereeks die hij bij Huijser volgde. ‘Ik weet nog goed, we hadden nog geen video en we moesten dus audiobandjes opnemen. We beluisterden een audiobandje van mij waarop ik wel een kwartier in gesprek was met een gezin over hun klacht dat de adolescent de rotzooi in zijn kamer niet opruimde. Ik zal het nooit vergeten, Els drukte na een kwartier op de knop en zegt tegen mij: “Jezus Joep, ik val bijna in slaap. Hoe kan je nou in godsnaam een kwartier praten over de rotzooi in zijn kamer, terwijl het gaat over de rotzooi in de relaties! Wanneer komt dat stuk een keer?” Vanaf dat moment roep ik dat het moet gaan waarover het moet gaan.’
En zo komen we bij wat Choy een merkwaardig aspect van ons werk noemt: mensen praten vaak niet over datgene waarover zij het willen of zouden moeten hebben. Hij noemt als voorbeeld het bespreekbaar maken van seksuele problemen in partnerrelatietherapie. Menig paar is opgelucht en tegelijk teleurgesteld wanneer dit niet aan bod komt binnen de therapie. Daarom opent hij het gesprek met de opmerking: ‘Ik heb met duizenden echtparen gesproken en het gaat eigenlijk altijd over geld, macht of seks. Waarmee wilt u beginnen?’
Choy geeft in zijn eigen praktijk nog altijd relatietherapie. Hier heeft hij een heel eigen vorm voor. Hij werkt alleen met zelfbetalers en voert maximaal vijf gesprekken van twee uur. In de loop der jaren heeft hij ontdekt dat deze vorm het beste bij hem past en ook bij zijn doelgroep, die grotendeels bestaat uit mensen uit het zakenleven. In de praktijk merkt hij dat hij vaak zelfs minder gesprekken nodig heeft.
Als we vragen hoe dit zo gegroeid is, legt Choy ons uit hoe hij na zijn opleiding tot gezinstherapeut de opleiding voor psychoanalytische adolescentenpsychotherapie heeft gevolgd. Hierin leerde hij dat therapie een langdurig en geleidelijk proces is en dat ook veranderingen geleidelijk aan tot stand komen. Dat strookt echter niet met zijn eigen ervaring. Hij sluit zich meer aan bij Whitaker, van wie hij leerde dat verandering plotsklaps kan ontstaan doordat er een kwartje valt. Zijn ervaring in organisaties is ook bepalend geweest voor zijn vormgeving van partnerrelatietherapie. Ook daar weten mensen precies wat er mis is, maar het lukt ze niet om met elkaar in een nieuwe toonsoort te komen.
Gaandeweg het gesprek komt steeds meer naar voren hoe Choy een echte eclecticus is in zijn vak. Hoewel hij zich qua denken over het vak het meeste thuis voelt bij het sociaal-constructionisme, herkent hij zich als persoon vooral in het directieve gastheerschap van Minuchin. Hij legt dit uit aan de hand van zijn werk met organisaties, waarin hij de leden actief uitnodigt hun verhaal te doen. Een organisatie is een optelsom van verhalen die er allemaal toe doen. In het construeren van een nieuw, gemeenschappelijk verhaal hanteert hij de oplossingsgerichte en narratieve stijl. Daarnaast vindt hij structuur heel belangrijk. In een organisatie gaat het om de inhoud: doelen, visie, winst, prestaties, et cetera. Het bespreekbaar maken van de betrekkingen is een helpend middel om deze inhoud te dienen. Want als de betrekkingen verstoord zijn, kan er niet meer gesproken worden over de inhoud. Kunnen metacommuniceren is erg belangrijk.
Als Choy praat over de concepten die hem helpen in het vak, klinkt daaruit overduidelijk de invloed van Watzlawick. Wanneer we hem hiernaar vragen, zet hij dit meteen kracht bij: ‘Ja, het boek De pragmatische aspecten van de menselijke communicatie is mijn bijbel’ (Watzlawick, Beavin & Jackson, 1970). De systeemtheorie is een wetenschapstheorie met principes die toepasbaar zijn in heel veel vakgebieden. Het is voor Choy een belangrijk richtinggevend kader gebleven in zijn professionele ontplooiing, maar ook in het vak van organisatieadvies in het algemeen. Hij ziet daar een steeds verder groeiende hoeveelheid literatuur verschijnen over de systeemtheorie en bijvoorbeeld ook over narratieve stromingen. Choy ziet een gouden toekomst voor het systeemdenken en de systeemtheorie, zolang we ook buiten het niveau van gezinnen blijven denken.
Van zijn vijfendertigste tot zijn vijftigste jaar is Choy bestuurder geweest van Triversum, een kinder- en jeugdpsychiatrisch centrum in Alkmaar. Hij vertelt dat hij geluk had dat hij in deze leuke kleine club terechtkwam en de club kon uitbreiden. Geholpen door de tijdgeest heeft hij de omzet vervijfvoudigd. Hij vertelt met trots over de mensen die bij Triversum werkten. ‘Het was een swingend geheel en we deden revolutionaire dingen. Ik kon erg genieten van het succes van de mensen in mijn instelling.’ Na de laatste grote fusie die hij meemaakte begon hij spirit te missen. Hij voelde dat hij niet meer de juiste mens op de juiste plek was.
Tegenwoordig is hij opleider in leiderschap. Hij leert managers en bestuurders dat een goede leider een balans vindt tussen enerzijds durven geloven in je eigen gelijk en anderzijds je eigen gelijk ter discussie durven stellen. Choy ziet het steeds opnieuw als een uitdaging om uit te vinden hoe hij degenen die aan het roer staan zover kan krijgen dat ze gaan snappen wat hun mensen beweegt. Hoe kunnen bestuurders hun medewerkers daadwerkelijk het gevoel geven dat ze regie over hun werk hebben en met passie aan hun doelen kunnen werken? Als bestuurder was hij maar in één ding geïnteresseerd: of mensen lol in hun werk hadden. Daarvoor te zorgen ziet hij als taak van de bestuurder. Niemand is zijn werk, maar de relatie met je werk is wel essentieel.
Binding met de jeugdzorg is Choy altijd blijven houden. Hij houdt van het idealisme, de hartstocht en passie die hij in dat veld ziet. Dit spreekt de muzikant in hem aan. Wij vragen hoe hij tegen de ontwikkelingen binnen de jeugdzorg aankijkt, omdat de transitie een behoorlijke reorganisatie vraagt. Hij is er duidelijk over: ‘Kennelijk hebben we de bezuinigingen verdiend, immers, wat wij waard zijn is wat de mensen ervoor willen geven. Dit is dus wat het is en laten we van hieruit samen kijken wat voor moois we ervan kunnen maken. De transitie biedt kansen en onzekerheid kan het beste losmaken in instellingen.’
25 JAAR SYSTEEMTHERAPIE
‘One cannot not communicate.’
(Paul Watzlawick)
Als bestuurder zou Choy niet mee protesteren tegen de transitie. Je kunt als werkgever geen veranderingen doorvoeren waar je zelf niet achter staat. Dan verlies je je geloofwaardigheid. Dat werkt cynisme in de hand en dat is funest voor een organisatie. Hij heeft er absoluut vertrouwen in dat de zorg hoe dan ook geregeld zal worden. ‘Waarom zou het niet goed geregeld worden? We weten alleen niet hoe.’
Choy vertelt over zijn ervaring als bestuurder in een onzekere periode. Hij heeft een club van vijfhonderd mensen vanuit Haarlem en Amstelveen naar Alkmaar verhuisd. Naarmate de verhuizing naderde, groeide ook de ongerustheid onder de medewerkers. Er werden hem door de ondernemingsraad veel ‘wat als’-vragen gesteld. Een aantal keren antwoordde hij op deze vragen: ‘Dat weet ik niet.’ Totdat iemand vroeg: ‘Wat weet je dan wel?’ ‘Dat zal ik je vertellen’, antwoordde hij, ‘ik heb besloten dat ik mijn probleemoplossend vermogen meeverhuis. Dus op het moment dat al die problemen die jullie noemen zich voordoen, los ik ze allemaal op, één voor één. Ik los het op.’ Regie over de toekomst hebben we niet. Het enige wat we hebben is het vertrouwen dat we de regie in de toekomst kunnen nemen.
Nu ziet Choy regelmatig in organisaties gebeuren dat — vanuit onmacht — managers naar professionals wijzen en vice versa. De kop is te ver los geraakt van de romp. ‘Bovenwereld en onderwereld wantrouwen elkaar en dat genereert veel negatieve energie.’ Hij gunt het zorginstellingen dat er meer verbinding komt, dat er gedacht wordt in termen van oplossingen en dat iedereen zich vanuit het systeemdenken verbonden voelt met de samenleving. Dus als er minder geld is, moet er bezuinigd worden.
Zelf vindt Choy dat het in de geestelijke gezondheidszorg wel een onsje minder kan. Er is best wat overtollig vet ontstaan in de periode dat er veel geld was. Hij ziet de transitie van de jeugdzorg als een goed moment om eens opnieuw te bekijken wat echt nodig is. Na de transitie bepalen de gemeenten het beleid en voeren zij de regie over de financiën. Voor hen is dit nieuwe materie. Voor de instellingen betekent dat een nieuwe uitdaging. Immers, zij zullen zich opnieuw moeten profileren met kwalitatief hoogstaande en financieel aantrekkelijke diensten. ‘Vanzelfsprekendheid’ is verleden tijd en dat biedt tal van kansen. Choy vertelt dat hij bezig is met een aantal organisaties om goede plannen te maken. Met de stem van de muzikant sluiten we dit optimistisch gestemd interview af. ‘We hebben een prachtig vak, waarin het leren leven met onzekerheid een erg belangrijk thema is. Deze tijd geeft ons juist veel ruimte om te improviseren.’
Literatuur
- Choy, J. (red.) (2005). De vraag op het antwoord — Systemische interventies voor conflicten in organisaties. Santpoort Zuid: NISTO publicaties.
- Hennik, R. van, m.m.v. Bom, H. (2009). Over het theater van de professional en het berijden van een olifant — De toepassing van systeemtheorie op organisaties. Systeemtherapie, 21(4), 226-238.
- Watzlawick, P. , Beavin, J. & Jackson, D. D. (1970). De pragmatische aspecten van de menselijke communicatie. Deventer: Van Loghum Slaterus.
- Voor een overzicht zie www.choyconsultants.nl.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden