Co-constructing bridges of meaning
Samenvatting
Fourth European Conference of Narrative Therapy and Community Work
[Barcelona, 6-9 juli 2016]
Het vierde Europese narratieve congres duurde twee dagen en werd geflankeerd door interessante pre- en postworkshops.
Stephen Madigan, directeur van de Vancouver School of Narrative Therapy, presenteerde in een acht uur durende pre-workshop zijn model over het werken met ‘hoogconflict’-paren. Met zijn methode van relational interviewing helpt hij paren terug te gaan naar de kernwaarden en overtuigingen van waaruit hun relatie is gestart. Door daarnaar terug te keren komt opnieuw zicht op wat de moeite waard is om voor te vechten. Als vanzelf ontstaat daardoor reflectie op de lastige verschillen.
Veel elementen uit het narratieve gedachtegoed zijn in Madigans methode te herkennen. Op verschillende manieren worden onder meer re-membering, re-authoring en witnessing op verbindende wijze in de gesprekken verweven. De sociale en culturele context waarin de partnerrelatie is ingebed, betrekt hij onder meer door belangrijke anderen bij de partnergesprekken uit te nodigen. De video’s en enkele ervaringsgerichte oefeningen, zoals het schrijven van een brief vanuit het standpunt van de relatie, hielpen goed om het door hem beschreven proces van herstel van de relatie-ethiek te begrijpen.
Madigan gaf veel ruimte aan het beantwoorden van de uiteenlopende vragen. Dit maakte de presentatie soms traag en verbrokkeld. Bovendien plaatste het hem nog meer in de positie van een deskundige. Bij sommige deelnemers riep het de vraag op in hoeverre het idee van de algemene toepasbaarheid van zijn model contrasteert met de impliciete bescheidenheid die bij de narratieve therapeut lijkt te passen. Met zijn theoretische visie, zijn goed toepasbare en op ethiek gefocuste model en het beschikbaar stellen van videomateriaal (via zijn website www.therapeuticconversations.tv) levert hij naar ons idee een belangrijke bijdrage aan het ontwikkelen en uitdragen van het narratieve gedachtegoed. Madigan legt met zijn nadruk op de ethische dimensie een koppeling naar de sociale en politieke context.
Diezelfde bredere context kwam op de tweede dag meer centraal te staan bij de pre-congresworkshops over het werken met mensen in situaties van maatschappelijk conflict en onderdrukking. Dankzij de inspanningen van velen was het gelukt om een groep Palestijnse collega’s, allen werkzaam bij het Treatment and Rehabilitation Centre for Victims of Torture te Ramallah, naar Barcelona te krijgen. Zij presenteerden hun ervaringen met families van gedetineerden en oorlogsslachtoffers in Palestijns gebied, een actueel en indringend onderwerp. Deze presentatie maakte vooral duidelijk dat het Palestijnse oorlogsdiscours en de Europese context ver van elkaar staan. Het was leerzaam te ontdekken hoe de positieve betekenisgeving rondom slachtoffers en martelaars in de Palestijnse gebieden wezenlijk verschilt van Europese opvattingen.
In de andere preworkshop presenteerde Poh Lin Lee, verbonden aan het Dulwich Centre te Adelaide, haar ervaringen met het werken in een asieldetentiecentrum. Lee had haar workshop de titel ‘Halfway across the bridge’ gegeven. Met narratieve strategieën hielp zij mensen die zich gevoelsmatig op een brug bevonden en letterlijk en figuurlijk niet meer voor- of achteruit konden, betekenis te laten vinden door voortdurend te zoeken naar met wie, met wat of met welk idee ze verbonden zijn. Ze vertelde het verhaal van een jongeman die een voorbeeld nam aan het doorzettingsvermogen van een overleden vriend. Het gaf een indringend beeld van hoopvolle activiteiten in uitzichtloze situaties. Samen kun je meer overbruggen.
In deze presentatie was er een prettige afwisseling van uitleg, foto, film en reflectie. Een praktische interviewopdracht over elkaars eetgewoontes leverde bovendien een bijdrage aan het versterken van de onderlinge verbinding tussen de congresdeelnemers. Lee gaf met haar workshop een mooi voorbeeld van humane en perspectief creërende hulpverlening aan mensen in situaties van afhankelijkheid en onderdrukking. Het was een leuk idee om haar verontschuldigde collega David Denborough, bekend narratief therapeut uit Australië, door middel van een filmpje ook bij het congres aanwezig te laten zijn. Inspirerend was het om te zien hoe toegewijd de medewerkers van het Dulwich Centre verder gaan met het vormgeven en uitwerken van het gedachtegoed van Michael White.
Na deze interessante en discussie oproepende pre-congresworkshops was er een wat obligate plenaire opening over de toenemende invloed van het narratieve gedachtegoed. Het was duidelijk dat de organisatoren een Europees netwerk van narratieve hulpverleners voor ogen hebben. Deze hulpverleners uit tal van Europese landen zijn er op de congresdagen uitstekend in geslaagd met hun presentaties en zo’n veertig workshops een bijdrage aan deze ontwikkeling te leveren. Er was een gevarieerd aanbod van verschillende onderwerpen zoals narratief onderzoek, supervisie, huiselijk geweld en paartherapie. Het moet wel gezegd worden dat de beschrijvingen vooraf te summier waren waardoor verwachtingen niet altijd uitkwamen, en dat de workshops wisselend van kwaliteit waren.
Vanuit de lage landen waren er zinvolle en kwalitatief goede bijdragen. We willen ze hier graag kort noemen: Sabine Vermeire van de Interactie-Academie bracht in haar workshop ‘Intake als herverbinden’ een alternatieve manier om intakes te doen. Robert van Hennik van Euthopia had het over zijn boeiende promotieonderzoek naar narratieve therapie als ‘practice-based evidence-based practice’. Anik Serneels van Rapunzel en Plan B gaf een workshop over hoe levenstransities niet alleen risico’s maar ook mogelijkheden bieden. Mieke Dings van de Viersprong verbond in haar workshop schematherapie met narratieve therapie. Jasmina Sermijn van de Vrije Universiteit Brussel en Hestia toonde het videoproject ‘Closer to you’, waarin een moeder haar zoon vertelt hoe de diagnose bipolaire stoornis haar jarenlang gevangen heeft gehouden en hoe ze geprobeerd heeft zich eruit te bevrijden. Sarah Strauven, werkzaam in een eigen praktijk te Leuven, bracht in haar workshop twee Afghaanse vluchtelingen mee. Zij illustreerden dat vluchtelingen niet alleen beschadigd zijn maar over veel overlevingskracht beschikken. Het is hartverwarmend te merken hoe actief en betrokken veel van onze collega’s zijn bij het uitbouwen van het narratieve gedachtegoed en ook in Europees verband een belangrijke steen aan de ontwikkeling van ons vak bijdragen.
Hugh Fox, medeoprichter en directeur van het Institute of Narrative Therapy in Londen, besloot het congres met een inspirerend toekomstbeeld van een community of practice met een gedeelde visie en een gedeeld repertoire van verhalen, methoden en ervaringen. Fox beschouwde het congres als een politieke daad, als het ter discussie stellen van het dominante, vaak individualiserende en pathologiserende therapiediscours. Hij sprak de hoop uit dat het congres zou mogen bijdragen tot de vorming van het door de organisatoren voorgestelde Europese netwerk.
Met Jill Freedman van het Evanston Family Therapy Center hadden we een gerenommeerde afsluiter van het congres. Freedman had haar post-congresworkshop de titel ‘Developing stories creatively’ meegegeven. Zij wist boeiend te vertellen en demonstreerde hoe met een gezin te spreken waarvan het kind is aangemeld. Ze benadrukte het belang van het vinden van de juiste toon als manier om het contact aan te gaan. Ze gaf de congresdeelnemers de boodschap mee: ‘Een therapeut behandelt geen probleem maar is geïnteresseerd in de ander en kan van daaruit spreken over wat er zo lastig is.’ Een mooie interventie is de vraag aan een moeder om te vertellen wat het lastige kind goed kan. Freedman pleitte ervoor vol te houden, niet te snel op te geven en de verleiding te weerstaan om te spreken over datgene waarover het gezin graag wil spreken, namelijk het lastige kind. In plaats daarvan gaat Freedman samen met alle gezinsleden op zoek naar het geprefereerde verhaal. Geen stem mag worden overgeslagen. Alle stemmen kunnen iets zinvols zeggen waardoor we de betekenis van het probleem beter leren kennen. Ze liet zien dat met narratieve gesprekstechnieken het probleem losgeweekt kan worden van de persoon. Daarna kan makkelijker over de betekenis van het probleem gesproken worden, niet alleen met het individu maar ook met de andere gezinsleden. In het voorbeeld van Freedman maakte het gesprek over boosheid plaats voor de betekenis ‘ik wil controle terug over mijn leven’. De andere gezinsleden ondersteunen dit vanuit hun rol als getuige. Freedman pleitte ervoor veel gebruik te maken van creatieve vormen, zoals het maken van tekeningen, drama, het schrijven van brieven en het maken van lijstjes.
Een congres is natuurlijk veel meer dan luisteren naar sprekers. Narratieve therapie gaat ook over verbinden met wat er in de wereld gebeurt. Barcelona is een prachtige plaats voor zo’n congres. Er zijn tal van analogieën in de stad te vinden met het narratieve. Gaudi is natuurlijk een verhaal op zichzelf. In het MACBA (Museu d’Art Contemporani de Barcelona) was een expositie van de Amerikaanse kunstenares Andrea Fraser die aansloot bij het congres en ook bij het bredere maatschappelijke kader van de narratieve ontwikkeling. Met haar statement ‘Art is not about hope, art is about disgust of the dominant discourse’ maakte ze eenzelfde beweging als Hugh Fox. We aanvaarden het dominante discours niet maar we gaan wel op zoek naar een ander, hoopvoller discours. David Epston, een van de grondleggers van de narratieve benadering, gaf ons in een videoboodschap mee: ‘Do not learn your students to be mapmakers, keep researching, keep it alive, keep developing.’
Het congres is ook een ontmoeting met mensen die je nog niet kende of het verdiepen van bestaande contacten. Het was bovendien leuk om met een relatief grote groep Nederlandse en Vlaamse deelnemers te verkeren en de tijd te hebben om persoonlijke en professionele onderwerpen uit te wisselen.
We mogen onze Spaanse collega’s bedanken voor het organiseren van het al weer vierde Europese narratieve congres. Dat is een hele klus, waarmee ongeveer driehonderd collega’s bij elkaar werden gebracht. De organisatoren laten met het congres zien dat narratieve therapie deel uitmaakt van een brede actuele maatschappelijke ontwikkeling. Het gaat ook over hoop, omdat het bijdraagt aan de ontwikkeling van een humaniserend discours in ons vak en in de wereld.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden