Elkaar zien
Samenvatting
Virginia Satir maakte diepe indruk op mij tijdens mijn opleiding tot systeemtherapeut. We bekeken een videoband waarop zij in gesprek was met een gezin dat worstelde om de weg naar elkaar te vinden. In die worsteling vielen rake klappen. Wat Satir in deze sessie deed, is kenmerkend voor ons vak. Op speelse wijze leerde zij de gezinsleden hun handen anders te gebruiken. Handen die sloegen, raakten de ander nu liefdevol aan. Met hun handen leerden zij elkaar zien.
Systeemtherapie gaat over de ander en jezelf zien. Ook dit nummer staat weer bol van de artikelen waarin dat naar voren komt. Al lezend ter voorbereiding op dit voorwoord werd ik enthousiast door die veelkleurige verhalen. Wat hebben we een mooi vak! Een woord van dank dan ook aan al die auteurs die zich inspannen hun verhalen met ons te delen. Ook bedacht ik me: een goede behandeling ontstaat niet vanzelf. Ons ambacht vraagt tijd en aandacht, reflectie en debat.
In deze tijd zijn dat geen vanzelfsprekendheden. Binnen onze zorgbedrijven neemt de druk van productie en prestatie toe. In Nederland, zoals onze koning het in zijn kersttoespraak (2016) treffend verwoordde, hebben velen het gevoel in een land zonder luisteraars te leven. In het Westen groeien verhalen van onvrede, voelen mensen zich niet gezien en dientengevolge nemen populisme en polarisatie toe. Binnen zo’n context is het niet eenvoudig om bezield ons vak uit te oefenen, de ander te zien en in contact met jezelf en je context te blijven. Daarom is tijd nemen voor reflectie en debat, wat we ook met ons tijdschrift Systeemtherapie beogen, buitengewoon zinnig. Reflectie en debat helpen ons nieuwe wegen vinden om mensen te helpen die om onze zorg vragen. Ze helpen ons ook, in de lijn van Andolfi (zie documentaire Andolfi, teacher in the school of life, 2014), in contact met onze eigen kwetsbaarheid de ander te ontmoeten en ze helpen ons systeemtherapeuten maatschappelijk relevant bezig te zijn.
Elkaar zien is zowel in ons vak als in onze samenleving een belangrijke kwestie. Het is de ontmoeting uit de joods-christelijke traditie waarin we ‘ik en gij’ worden en de op gelijkwaardigheid en verdraagzaamheid gestoelde medemenselijkheid die zo’n fundamentele waarde is in het humanisme. Die ontmoeting kan soft klinken, maar is dat niet. Natuurlijk worden de in sommige kringen verguisde ‘kopjes thee’ met smaak gedronken en worden elkaar verhalen verteld. In dat contact gaat het echter ook over verschillen, wederzijdse verantwoordelijkheden en rekening houden met elkaar. Het praktijkverhaal van Kuppens in dit nummer is een mooi voorbeeld van zo’n ontmoeting.
Satir (Hillewaere & Van Hennik, 2014), ervaringsgericht systeemtherapeut van het eerste uur, is wat mij betreft een icoon in ons vak. Iconen inspireren ons te bewegen in de richting die ons raakt en ons werk, dat zo verbonden is met ons zijn, zin en betekenis te geven. We identificeren ons met onze iconen en we differentiëren ons van hen. Zo ontwikkelen we onszelf. Satir was een old school social worker. Iemand die vanuit haar hart het contact met de ander zocht. De ander die een appel op haar deed, niet zelden van overheidswege gedwongen. Mensen die vastliepen in de eigen en vaak ook de maatschappelijke modder. Dan maakt het niet zoveel uit of je de geneeskundestudent bent uit de bijdrage van Olthof en Gelissen of de gemarginaliseerde Davy uit Kuppens’ verhaal. Hoewel Satir aan het einde van haar werkzame leven wellicht wat doorschoot in haar denken over maakbaarheid van de samenleving en de rol van de systeemtheorie daarin, blijft haar betrokkenheid op de ander voor mij een lichtend voorbeeld. Persoonlijk vind ik het een groot goed dat we mensen anno 2017 vanuit het welzijnswerk en de geestelijke gezondheidszorg bij mogen staan. En dat niet alleen, er is ook ruimte voor ontwikkeling en vernieuwing van ons vak. Die ruimte vult zich niet vanzelf en daagt ons uit haar te benutten.
De auteurs van de twee prachtige hoofdartikelen in dit nummer hebben dat laatste gedaan. Zij voegen op hun vakgebied, in hun systemische school, met hun artikel wat toe en dragen zo bij aan de ontwikkeling van ons vak. Dat inspireert en daagt uit!
In het eerste artikel beschouwen Jef Slootmaeckers & Lieven Migerode partnergeweld in het licht van emotionally focused therapy (eft). Een bijzonder artikel want tot nog niet zo lang geleden was partnergeweld een contraindicatie voor eft. Door partnergeweld in de interactiecirkel te plaatsen, maakt het deel uit van het grotere geheel en kan ook het partnergeweld in dat kader behandeld worden. Met hun artikel geven Slootmaeckers en Migerode handvatten aan efttherapeuten die met paren met partnergeweld werken en zetten zij aan tot verdere uitwerking.
Het tweede hoofdartikel gaat over narratieve systeemgerichte traumabehandeling en is geschreven door Jan Olthof & Mariëlle Gelissen.
Het is een pakkend geschreven artikel dat ons meeneemt op Rens’ reis om een weg te vinden met de ingrijpende ervaringen in zijn leven die hem belemmeren in zijn functioneren en ontwikkeling. De combinatie van emdr en narratieve systeemtherapie is aansprekend: het behandelt het trauma en ontwikkelt een nieuw verhaal. Een zin in dit artikel over het belang van goed co–therapeutisch werk als onderdeel van de therapeutische context trof me. Olthof en Gelissen schrijven: ‘Deze therapeutische context van twee (bij verschillende organisaties werkende, red.) therapeuten die goed samenwerken, wordt gedurende de behandeling door Rens ervaren als een veilig kader.’ Het tekent de zorgvuldigheid van de auteurs en hun betrokkenheid bij de behandeling van hun patiënt. Over elkaar zien gesproken!
De rubriek De Praktijk biedt ruimte aan inspirerende praktijkverhalen. Kristel Kuppens neemt ons mee in de beschrijving van de behandeling van een vader van een residentieel opgenomen jongere en de huidige partner van die vader. Zij zitten vast in een voor hen en hun behandelaars tamelijk uitzichtloos verhaal. Geïnspireerd door een workshop bij Sabine Vermeire pleegt Kuppens een narratieve interventie die het dominante probleemverhaal weet te verruimen. Zij sluit haar beschrijving af met de veelzeggende woorden: ‘Als therapeut gaf deze methodiek ook mij opnieuw zuurstof en houvast. Ik herontdekte een ouderpaar waarmee ik me kon verbinden.’
Lezenswaardig is ook het interview dat Cathy Van Gorp voor de rubriek Professie & Persoon had met Ineke Rood. Rood geeft aan dat het centrale thema in haar werk samen te vatten is in de vragen ‘Wie is deze mens in de context van zijn omgeving? En hoe ondersteun ik hem bij het zoeken naar veerkracht die volgens mijn opvatting in elke persoon verscholen ligt?’ Rood is een van de auteurs van het in dit nummer gerecenseerde boek over suïcidale jongeren. Dat brengt het gesprek op authenticiteit van de behandelaar en op het thema dood. Van Gorp beschrijft in dit interview mooi hoe de familiegeschiedenis en de eigen levensweg van Rood vervlochten zijn met haar als vakvrouw.
In de rubriek Onderzoek gesignaleerd vertelt Peter van der Ende ons over de bevindingen van zijn promotieonderzoek naar strategieën die mensen met ernstige psychische problematiek gebruiken om te slagen in hun ouderrol. Het artikel is toegankelijk geschreven en doet praktische handreikingen. Ongeveer de helft van de volwassenen met psychiatrische problematiek heeft kinderen, zo schrijft Van der Ende, en de helft van deze groep mist steun bij het opvoeden van hun kinderen. Deels omdat zij er (bijvoorbeeld uit angst of schaamte) niet om vragen en deels omdat de behandelaar die niet aanbiedt. Van der Ende pleit er voor bij de behandeling van deze groep meer te gaan denken in termen van gezinsbenadering en doet daartoe aanbevelingen.
In de rubriek Congressen komen ditmaal twee bijeenkomsten aan de orde. Ilse van Zon beschrijft haar indrukken van de studiemiddag van de Rotterdamse Kring met Thomas Fondelli. Fondelli vertelde over zijn zoektocht naar een theoretische onderbouwing voor de behandeling van mensen met autisme. Hij laat individuele verklaringen voor autisme staan en daagt mensen uit autisme betekenis te geven vanuit een relationeel kader. Als voorbeeld noemt Van Zon psycho-educatie, dat niet slechts het geven van informatie over de stoornis inhoudt maar een relationele interventie is in het ontdekken van een visie die aansluit, verbindt en verruimt. De systeemtheorie biedt zo een kader dat behulpzaam is bij het reflecteren op wat er zich tussen mensen (met of zonder autisme) afspeelt en welke betekenissen er worden verleend. Kevser Gün bericht over het NVRG-congres dat in september 2016 plaatsvond en de titel ‘Insluiting en uitsluiting’ droeg. Gün houdt in haar verslag en passant een warm pleidooi voor het vergroten van de interculturele sensitiviteit van systeemtherapeuten. Over de maatschappelijke relevantie van ons vak gesproken!
In de rubriek Boeken (en zo) bespreken we drie boeken. Het Handboek suïcidaal gedrag bij jongeren van Jan Meerdinkveldboom, Ineke Rood en Ad Kerkhof wordt besproken door Nikander Rühl. Rühl spreekt van een compleet handboek waarin het systeemtheoretisch denken sterk vertegenwoordigd is en besluit met de opmerking dat het boek hem inspireerde de zorg aan de aan hem toevertrouwde suïcidale patiënten te verbeteren. Jolanthe de Tempe bespreekt vervolgens Attachment-based family therapy for depressed adolescents van Diamond, Diamond en Levy. De Tempe zet het model van Diamond c.s. (abft) naast het model van Dan Hughes (afft). Afft is in Nederland en Vlaanderen een bekend model in tegenstelling tot abft. Interessant zijn De Tempes gedachten over de late ontdekking van abft door systeemtherapeuten in Nederland en Vlaanderen. Zij komt tot de conclusie dat beide modellen elkaar op een waardevolle manier aanvullen. Hanna Van Parys sluit de rij met een bespreking van het boek Te vroeg volwassen – over parentificatie, van Marinka Kamphuis. Van Parys geeft aan dat het boek een goed overzicht geeft van de recente literatuur over parentificatie, en helpend kan zijn voor de leek die met het onderwerp bezig is. Een systeemtheoretische visie (Kamphuis is gedragstherapeutisch en analytisch opgeleid) blijft wat haar betreft echter onderbelicht.
Als redactie hopen we dat u dit nummer weer met plezier zult lezen. Hopelijk draagt het bij aan de inspiratie voor uw dagelijks werk. Misschien brengt het u tot andere inzichten of daagt het u uit bepaalde gedachten verder te ontwikkelen. Mocht u het waardevol vinden daarover wat te delen, dan nodigen we u van harte uit zelf een bijdrage te schrijven voor Systeemtherapie. Onze redacteuren staan u in dat geval graag met raad en daad bij.
Literatuur
Hillewaere, B. & Van Hennik, R. (2014). Ervaringsgericht perspectief. In A. Savenije, M.J. van Lawick & E.T.M. Reijmers (red.), Handboek systeemtherapie (pp. 339352). Utrecht: De Tijdstroom.
Philip Besamusca (regisseur), 2014. Andolfi, teacher in the school of life [documentaire]. Nederland: uitgave van Molemann Mental Health.
www.koninklijkhuis.nl/documenten/videos/2016/12/25/kersttoespraak-2016.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden