MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • De Praktijk
    • Onderzoek gesignaleerd
    • Reflecties
    • Discussie
    • Professie en Persoon
    • Congressen
    • Boeken (en zo)
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
    • Artikel indienen
    • Gebruik van artikelen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Proefabonnement
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over Systeemtherapie
    • Redactie
    • Adverteren
    • Open Access
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 29 (2017) / nummer 2
PDF  

Partnergeweld: een complex verhaal

Nienke Kiekens
1 september 2025

Samenvatting

Studiedag georganiseerd door Thomas More en Universiteit Gent
[Antwerpen, 8 december 2016]

Ik werk zowel met slachtoffers van levensbedreigende stalking door de ex-partner als met plegers rond impulscontrole. Niet zelden reageert men verwonderd op deze combinatie. Mij helpt het werken met beide zijden echter om uit de aanzuigkracht van de dichotomie te blijven. Partnergeweld is immers, zoals de titel van deze studiedag aangeeft, een ‘complex verhaal’. Als kersverse systeemtherapeut ben ik dan ook erg benieuwd naar de aangekondigde systemische invalshoek.

Tijdens de verwelkoming vertellen Kasia Uzieblo (Thomas More, Universiteit Gent) en Olivia De Smet (Universiteit Gent) over de recente bevindingen uit wetenschappelijk onderzoek. Al snel wordt korte metten gemaakt met de gangbare opvatting dat partnergeweld uitgaat van een mannelijke dader en een vrouwelijk slachtoffer. Zo blijkt geweld vaker bidirectioneel dan unidirectioneel en is er wetenschappelijke evidentie voor vrouwelijk daderschap. We horen dat het vaak moeilijk is de echte waarheid te achterhalen, voor zover die al bestaat. De systemische toon lijkt gezet: partnergeweld ontwikkelt zich immers in de interactie tussen de individuele en de sociale omgeving. Willen we het in zijn complexiteit vatten, dan moeten we oog hebben voor een circulaire in plaats van een lineaire samenhang van diverse factoren. Aandacht voor het aandeel van beide partners, zonder hen van hun verantwoordelijkheid te ontslaan, is hierbij cruciaal, aldus De Smet.

Aansluitend wordt het dagverloop geschetst met plenaire zittingen en workshops. Kiezen wordt geen sinecure want ze lijken allemaal razend interessant. Eerst volgt een lezing van Martine Groen, relatieen gezinstherapeut aan het Instituut voor Geschillen te Amsterdam en coauteur van Intieme oorlog. Over de kwetsbaarheid van familierelaties (1998). Dit standaardwerk van bijna twintig jaar oud is inmiddels aan zijn dertiende druk toe. We krijgen de instructie na te denken over de vraag wanneer we zelf ‘over de rooie gaan’. Enkel als we die arousal begrijpen, kunnen we met koppels in geweldsituaties werken, aldus Groen. Zij brengt herkenbare, heldere voorbeelden op een humoristische en toegankelijke manier.

We zien een filmfragment over geweld in een intercultureel gezin met zeven kinderen. We krijgen de vraag ons in respectievelijk de kinderen, vader of moeder in te leven. Vervolgens bespreken we welke ingang we als hulpverlener zouden nemen. Ik onthoud dat de eerste focus het stoppen van het geweld moet zijn. Daarbij is het aangewezen om geweld al meteen van bij aanvang te bevragen onder het motto ‘hoe concreter, hoe beter’. Indien nodig zelfs door het voorleggen van een lange meerkeuzelijst van geweldvormen om zo de schaamte en het taboe tot spreken te verkleinen. Een goede interviewtechniek bepaalt wat je boven tafel krijgt, beklemtoont Groen. Onze belangrijkste therapeutische taak is het systeem te kalmeren voor de kinderen want zij zijn de toekomst. Door het koppel te motiveren hun geweldprobleem aan te pakken, tracht Groen de kinderen een lange weg in de hulpverlening te besparen. Het is aangenaam om de focus op de kinderen te horen want te vaak sneeuwen zij nog onder in het hele partnergeweldverhaal.

Er volgt een uiteenzetting over het belang van concretiseren, structureren, luisteren, herhalen, normaliseren en circulaire vraagstelling bij het werken met koppels. Deze therapeutische basishouding wordt aangevuld met concrete acties zoals psycho-educatie, de spanningsmeter en de time-out methodiek. We moeten het met koppels hebben over rode knoppen, over het reptielenbrein dat overneemt wanneer we over de rooie gaan en over de ‘spitsuren’ bij partnergeweld. Gevaarlijke tijdstippen zijn doorgaans ’s morgens vroeg, net na het werk en op vrijdagavond als men iets gedronken heeft. Groen moedigt ons aan om geweld aan te kaarten want anders schaamt men zich nog meer, met nog meer kans op geweld. Een boeiende lezing, maar zoals vaker op een studiedag ontbreekt de tijd om verder in de materie te duiken. Dat geeft mij een goede reden om Intieme oorlog (Lawick & Groen, 1998) er nog eens op na te lezen.

Na de lunch starten de workshops. Ik luister eerst naar Jef Slootmaeckers, opleider bij VSPW Balans en werkzaam bij Centrum Algemeen Welzijnswerk Oost-Vlaanderen. Vanuit zijn eerdere ervaring bij het vluchthuis te Gent dat vrouwen vaak terugkeren naar een gewelddadige partner, besloot hij zich ook op de pleger te richten. Als koppeltherapeut vond hij inspiratie in de eft. Slootmaeckers ervaart dat het bij partnergeweld eerder draait om liefde en hechting dan om macht en ongelijkheid. Hij stelt dat koppels waarbij geweld heerst eigenlijk vechten om verbinding.

Naast weten wat we moeten doen, moeten we ook verstaan wat er gebeurt. Met het filmpje ‘The still face experiment’ van Edward Tronick, waarin een baby overstuur raakt wanneer mama plots geen reactie meer geeft, zien we wat er gebeurt als partners het gevoel van verbondenheid verliezen. Ze worden bang en bevestigen elkaar in hun hechtingsangst. Er wordt positie ingenomen zoals aanklampen of terugtrekken. Er ontstaan negatieve interactiecirkels met partnergeweld als uitloper. Met casuïstiek toont Slootmaeckers hoe dit frame hem helpt de koppels te verstaan. Partners inzicht geven in hun interactiepatroon geeft niet alleen rust maar haalt hen uit de schaamte.

De tweede workshop door Marjan Gryson van vzw Touché en De Huizen behelst een oplossingsgerichte aanpak van partnergeweld. Gryson nodigt ons uit te zoeken naar de sterktes van partnergeweld. We denken hierbij aan betrokkenheid, verbondenheid en passie bij het koppel. Als therapeut enkel inzetten op veiligheid en rust kan het koppel de idee geven de peper uit de relatie te halen, aldus Gryson. Zij bepleit voort te bouwen op wat wel goed gaat en daarbij te rekenen op de helende krachten van de relatie. Zo stimuleren we partners nieuwe, constructieve gewoontes aan te leren en andere keuzes dan geweld te maken. We gaan zelf in groepjes aan de slag en ik ondervind als cliënt aan den lijve het verschil tussen een adviserende en een oplossingsgerichte aanpak. Een leuke smaakmaker voor het oplossingsgericht gedachtengoed, waarin ik graag nog wat langer was ondergedompeld.

Aansluitend zien we een bevlogen Kate Walker van de universiteit van Coventry over de effectiviteit van partnergeweldinterventies enerzijds en het onderzoek naar desistance, het stoppen met feiten plegen, anderzijds. Het blijkt een les in bescheidenheid. Zo horen we dat de effecten van onze interventies veel zwakker zijn dan we zouden willen. Meer nog, vaak weten we zelfs niet of onze therapeutische tussenkomsten een positief effect hebben, dan wel schadelijk zijn. Onderzoek toont dat gedragsverandering een dynamisch proces is. We horen bevestiging voor wat we als systeemtherapeuten al langer weten, namelijk dat therapie maar een miniem aandeel in gedragsverandering heeft en dat vooral het netwerk van de cliënt cruciaal is. Walker pleit voor het respectvol en enthousiasmerend benaderen van gewelddadige cliënten. Ze vraagt ons in te zetten op de ontwikkeling van nieuwe identiteiten naast daderschap, om mensen zo in hun positief potentieel te brengen: ‘This means working with people, not on them.’

De dag wordt uitgeleid door Lieven Migerode van Context Universitair Psychiatrisch Centrum, Katholieke Universiteit Leuven. Hiervan neem ik vooral het belang van zelfzorg mee, want werken met partnergeweld houdt een risico op secundaire traumatisering in. Tevens moeten we als therapeut behoedzaam zijn voor de neiging te dichotomiseren bij intense emoties of een controlerende rol op te nemen. Afstappen van het wij-zij denken en van alles intrapsychisch bij de dader leggen, is een visie die ik alleen maar kan onderschrijven. Breed blijven kijken en alle perspectieven in het vizier blijven houden, vind ik in deze materie cruciaal. Migerode vervolgt dat we de impact van onze gewelddadige samenleving onder ogen moeten durven zien. Geweld is niet enkel iets van mensen maar ook van de samenleving. Ten slotte moeten we blijven ruimte laten om te mogen falen en moeten we blijven geloven in de goede bedoelingen van mensen. Want al wie overgaat tot geweld, gaat ook heel vaak niet over tot geweld, besluit hij. Een hoopvolle boodschap om een al even inspirerende dag mee af te sluiten.

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

Literatuur

  • Lawick, M.J. van & Groen, M. (1998). Intieme oorlog – Over de kwetsbaarheid van familierelaties. Amsterdam: Van Gennep.

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Jaargang 37, nr. 3, september 2025

Neem een ABONNEMENT Laatste editie Archief

Nieuwsbrief Boom Psychologie

Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.

Aanmelden

Boeken

Verbonden
Amir Levine, Rachel Heller
€ 19,95
Meer informatie
De JIM-aanpak
Levi van Dam, Sylvia Verhulst
€ 19,95
Meer informatie
Handboek suicidaal gedrag bij jongeren
Jan Meerdinkveldboom, Ineke Rood, Ad Kerkhof
€ 26,95
Meer informatie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Systeemtherapie

Foke van Bentum

WG-plein 209

1054 SE Amsterdam
telefoon: (020) 612 30 78

redactie@nvrg.nl

Klantenservice

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

(088) 0301000 

klantenservice@boom.nl