Kritiek
Samenvatting
Mij is altijd dat kleine berichtje in de krant bijgebleven waarin werd gerefereerd aan een Amerikaans onderzoek over multinationals die na een succesvolle periode slechter gingen presteren. Jammer genoeg kan ik het precieze onderzoek niet meer achterhalen, maar de tot mijn verbeelding sprekende bevindingen herinner ik mij als volgt: in een aantal gevallen verslechterden de prestaties van het bedrijf nadat de (mannelijke) CEO gescheiden was en hertrouwd was met een jongere vrouw. Toen ik dit laatst met een bevriende psychoanalyticus besprak, kwamen we samen (meerstemmigheid!) tot de conclusie dat dit te maken had met een te sterk toegenomen zelfbeeld van zo’n CEO. In Nederland namen we eenzelfde fenomeen waar bij ING en Ahold, bedrijven die beide in zwaar weer terechtkwamen. Sommige bestuurders bleken eveneens na een scheiding een nieuwe partner te hebben. En we fantaseerden hoe dit nu zou samenhangen: zo’n CEO was eerst getrouwd met een vrouw van zijn leeftijd die hem goed kende met al zijn hebbelijkheden en onhebbelijkheden. En op die laatste had ze regelmatig kritiek. ‘Ik heb net een miljoenendeal gesloten’, ‘Alles goed en wel, maar je hebt alweer verzuimd de kinderen naar de hockeyclub te brengen, en dat is niet de eerste keer.’ Als zo’n CEO het op zijn werk hoog in de bol krijgt, gaat die kritiek thuis, die hem met beide benen op de grond moet houden, tegenstaan. Een jongere vrouw die naar hem opkijkt en hem niet tegenspreekt, is dan een uitkomst. Maar met het vertrek van zijn eerste vrouw en met haar de meerstemmigheid, blijkt de enige bron die nog corrigerend werkte van het toneel verdwenen. En is de weg vrij voor een verdere ontwikkeling van een overwaardig zelfbeeld. IJdelheid en geen kritiek kunnen verdragen liggen nu eenmaal in elkaars verlengde.
Iedereen die in een organisatie werkt kent ze, de leidinggevende die om kritiek vraagt en degene die dat nu juist niet wil horen. Wat prettiger werkt zal voor eenieder duidelijk zijn. Juist ook omdat je in het eerste geval je mening mag geven en gehoord wordt. En uit de organisatiekunde weten we dat een goede leider zijn kritiek organiseert: die zorgt dat iedereen commentaar mag leveren, zonder bang te zijn voor repercussies.
Wij van de redactie zijn vanzelfsprekend ook van de kritiek. Een auteur is immers niet altijd goed in staat om tekortkomingen in de ons aangeboden tekst zelf te zien en te onderkennen. Soms komt dat omdat iemand al erg lang eraan heeft gewerkt. En een andere keer is iemand zo enthousiast over zijn onderwerp dat hij het moeilijk vindt bepaalde aspecten niet te vermelden, terwijl die er dan naar ons idee beter uit gelaten kunnen worden. Elke auteur die een artikel inzendt, moet dus bij voorbaat geprezen worden voor zijn moed kritiek te verdragen, omdat hij er op kan rekenen dat de redactie met commentaar zal komen. En het is waar, als een auteur zijn tekst terugkrijgt van de eerste redigeerronde, spat de kleur rood nogal eens van het scherm. In de regel lukt het ons om met de schrijver van het artikel overeenstemming te bereiken over de definitieve tekst, al ziet die er soms anders uit dan de eerste versie. Zo’n proces is nodig omdat we de taak en de verantwoordelijkheid hebben ervoor te zorgen dat de artikelen in ons tijdschrift zo goed mogelijk zijn.
De redactie zit niet alleen maar in de commentaarpositie. Soms krijgen wij commentaar. Dat kan in de vorm zijn van een meningsverschil over hoe het artikel eruit moet gaan zien. Maar soms krijgen wij ook scherpe kritiek van lezers of auteurs. Dan is het primair zaak deze serieus te nemen. Soms is onze reactie erop eenvoudig: dan geven we de criticus direct gelijk of, als we echt overtuigd zijn van het tegendeel, ongelijk. Dat laatste proberen we dan gepaard te laten gaan met een degelijke onderbouwing van onze mening. Het komt ook voor dat de kritiek ons aan het twijfelen brengt. In dat geval leggen we per mail de kritiek en onze voorgestelde reactie van de aangewezen redacteur of de hoofdredacteur aan alle leden van de redactie voor. Uit al hun overdenkingen trachten wij dan een zo genuanceerd mogelijke reactie te geven aan degene met wie we van mening verschillen.
Wat willen we hier nu mee zeggen? In onze tak van sport viert het uitgangspunt ‘meerstemmigheid’ hoogtij. Dat willen wij tonen in onze meningsverschillen met auteurs en lezers, maar we willen het zeker ook laten gelden voor de meningen over gepubliceerde onderwerpen. We zien dan ook graag reacties die tot discussie kunnen leiden. En als we als redactie zelf iets fout doen? Laat het ons weten. We publiceren – in overleg en met uw toestemming – dan uw commentaar en reageren daarop. Want juist ook voor ons geldt dat Systeemtherapie van tegengeluiden alleen maar beter kan worden.
Dit nummer opent met een boeiend hoofdartikel van Sabine Vermeire. In ‘Van onthecht naar verbonden’ beschrijft zij zowel de theoretische achtergrond als de praktijk van de behandeling van kinderen bij wie de hechting aan de ouderfiguren onvoldoende goed tot stand is gekomen. En dat niet alleen, deze kinderen leven of leefden veelal in een gezin waarin op vele fronten stress is ervaren en dikwijls traumatische ervaringen zijn opgedaan. De diagnose luidt dan vaak ‘hechtingsstoornis’, wat de connotatie heeft dat dit een vaststaand gegeven is. Vermeire toont aan dat het wel degelijk mogelijk is om hierin met behulp van nieuwe narratieven een verandering ten goede te brengen, en illustreert dit met een prachtig beschreven en ontroerende casus.
Er zijn enkele koppels die beiden echtpaartherapieën doen. Daarvan is het echtpaar Alfons Vansteenwegen en Maureen Luyens wellicht wel het bekendste voorbeeld, zeker in Vlaanderen. Hun werkzaamheden in het Communicatiecentrum Lovenjoel hebben lang samen opgelopen, hoewel daarvoor en daarna hun carrières verschillend zijn geweest. Zo’n verschil waarvan Vansteenwegen opmerkt dat dit voor elk koppel wenselijk is. Maar ook inhoudelijk kent hun benadering van echtpaar- problematiek verschillen. Ze zijn beiden nog niet uitgewerkt, hun passie voor het vak is nog steeds aanwezig. Lees de Professie & Persoon van Cathy Van Gorp.
Afgelopen september vond het tweedaagse congres van de NVRG plaats in Haarlem. Die extra zaterdag hing samen met het jubileum: de NVRG bestond vijfendertig jaar! Ineke Verhoeff doet er uitgebreid verslag van en beschrijft alle innovatieve presentaties van de eerste dag. En dat waren er vele. De tweede dag was bijzonder omdat een door acteurs gespeeld gezin vanuit drie verschillende gezichtspunten aan een therapeutisch gesprek deelnam, en die gesprekken na afloop evalueerde. Een mooie wijze van kijken en vergelijken. Verhoeff sluit haar verslag af met de masterclass van Rick Pluut waarin hij het Fase Consistent Relatie Therapie (FCRT) model uitlegde. Het waren voor haar inspirerende dagen.
Pieter Heye bezocht in oktober de studiedag ‘Justice doing – Weerstand bieden aan onderdrukking en structureel of interpersoonlijk geweld’, met en rond Vikki Reynolds, georganiseerd door de Interactie- Academie te Antwerpen. Reynolds is een Canadese activiste, psychotherapeute en hoogleraar die in Vancouver teams traint die hulp bieden aan jongeren met alcohol- en drugsproblemen. De focus van haar werk is hoe cliënten erin slagen op een veerkrachtige wijze om te gaan met ervaringen van onderdrukking en geweld. Reynolds was niet alleen betrokken bij gevangenen en slachtoffers van geweld, maar wijst ook op de soms onderdrukkende en pathologiserende effecten van een diagnose, naast het feit dat een diagnose ook toegang tot passende hulp kan geven. Heye vond veel inspiratie in haar beschouwingen, die steeds leiden tot ontschuldiging van het individu.
De rubriek Boeken (en zo) is goed gevuld. Marijke Roosens bespreekt Kinderen op de eerste plaats – Bewezen werkzame opvoedingsstrategieën bij scheiding van Joanne Pedro-Caroll. Dit boek uit 2010 is uitgekomen in Nederlandse vertaling. De toename van het aantal vechtscheidingen in Nederland rechtvaardigt dat dit onderwerp in de belangstelling blijft staan. Zeker als het een boek betreft dat vol praktische adviezen voor ouders staat. Ook voor hulpverleners en andere betrokkenen is het een nuttig en leerzaam boek, ook al omdat er veel wetenschappelijk onderzoek aan ten grondslag ligt.
Vergeven – Omgaan met onrecht van de Duitse filosoof Svenja Flasspöhler wordt aangeraden door Annie Nuyts. Het boek beschrijft de (autobiografische) zoektocht van de auteur naar het begrip vergeving en de betekenis daarvan in relaties. Nuyts wijst op het gegeven dat dit onderwerp, behalve bij Nagy en Hargrave, zo weinig aandacht krijgt binnen de systeemtherapie. En dat terwijl wij zo vaak te maken hebben met relaties die dringend hersteld moeten worden en waarbij boosheid over gedragingen van een gezinslid dat herstel in de weg staat.
Traumatische ervaringen betreffen natuurlijk in eerste instantie het slachtoffer, maar ook diens partner- of gezinssysteem wordt door het gepleegde geweld in enige vorm aangedaan. Fedia Jacobs, als psychiater al dertig jaar verbonden aan het Sinai Centrum, schreef daarover in Van Daar naar Nu – Beter contact tussen geweldslachtoffers en naasten, gelezen door Kris Decraemer. Jacobs beschrijft een beeldende methode met behulp van duplo-poppetjes teneinde zichtbaar te maken welk effect het geweld heeft gehad op het individu, en wel ten tijde van het trauma, de jaren daarna en in het heden. Hoewel Decraemer ook wel elementen in het boek mist, zoals een systemische visie naast de lineaire beschrijving van het geweld op de persoon, vindt zij deze methodiek toch voor systeemtherapeuten inspirerend en leerzaam.
EFT in uitvoering – Een casusboek, onder redactie van Judith de Graaf & Jaap Zoetmulder, is het eerste praktijkboek op dit gebied. Het boek bevat zestien hoofdstukken, geschreven door een groot aantal therapeuten, onder wie zeer ervaren EFT-behandelaren en -supervisoren van het eerste uur. Mieke Hoste, zelf EFT-therapeut, bespreekt alle verschillende aspecten die naar voren komen. Interessant is dat Sue Johnson weliswaar de grondlegger is van deze methodiek, maar dat ook Daniel Hughes en Guy Diamond een grote bijdrage aan deze behandelvorm hebben geleverd. De vele aspecten komen helder aan bod, zodat het boek waardevol kan zijn voor zowel beginnende als ervaren therapeuten.
Tot slot is Systemisch werken – Een relationeel kompas voor hulpverleners van Anke Savenije, Justine van Lawick & Ellen Reijmers gerecenseerd door Wilco Kroon. Een belangrijk boek voor de opkomende beroepsgroep van systeemtherapeutisch werkers, die daarmee over een samenhangend basisdocument beschikken. De auteurs zijn zeer ervaren systeemtherapeuten en auteurs die destijds gedrieën de redactie vormden van het Handboek systeemtherapie uit 2014. Dat laatste heeft vanzelfsprekend meer diepgang, maar deze uitgave onderscheidt zich volgens Kroon daarvan doordat het vlotter leest en direct zicht geeft op het systemisch hulpverleningsproces. Een aanrader dus voor professionals vanuit alle basisdisciplines die zich willen bekwamen in systemisch werken.
Binnen de redactie heeft een wisseling van functies plaatsgevonden. Voor Annemarie Gerritsen was het niet langer haalbaar om de taken van hoofdredacteur te vervullen. Ze blijft wel lid van de redactie. Het hoofdredacteurschap wordt de komende jaren vervuld door Jan Meerdinkveldboom. Daarnaast heeft Sanne Oomens het redactiesecretariaat overgenomen van Nine van Stratum. Ook Nine blijft lid van de redactie. Wij wensen u weer veel leesplezier.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden