MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • De Praktijk
    • Onderzoek gesignaleerd
    • Reflecties
    • Discussie
    • Professie en Persoon
    • Congressen
    • Boeken (en zo)
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
    • Artikel indienen
    • Gebruik van artikelen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Proefabonnement
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over Systeemtherapie
    • Redactie
    • Adverteren
    • Open Access
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 31 (2019) / nummer 1
PDF  

Twee verschillende kijken relativeren de werkelijkheid – interview met Alfons Vansteenwegen en Maureen Luyens

Cathy Van Gorp
1 september 2025

Samenvatting

Vorig jaar opperde ik het idee in de redactie om enkele koppels systeem- therapeuten te interviewen in deze rubriek. Alfons Vansteenwegen en zijn vrouw Maureen Luyens namen deze uitnodiging graag aan. ‘Nochtans’, benadrukt Luyens, ‘hebben we altijd vermeden om als therapeutisch koppel samen op te treden. We vinden dit niet passen bij onze eigen individuele originaliteit en bij wie we zijn als mens. We namen elk een andere insteek in ons vak. Maar oké, op dit moment in ons leven leek ons dit wel leuk.’ ‘Eerlijk’, vervolgt Vansteenwegen, ‘ik vind het een eer. Via een interview terugblikken op ons beider carrières doet mij wel iets.’

Het koppel leerde elkaar kennen tijdens hun studie psychologie aan de Katholieke Universiteit Leuven. Luyens studeerde af binnen de schoolpsychologie, Vansteenwegen als klinisch psycholoog. ‘Eigenlijk wilde ik gewoon de eerste jaren moeder aan de haard zijn’, vertelt Luyens, ‘maar ik kwam al snel in een job op de personeelsdienst terecht en dat beviel mij.’ Na drie jaar in deze baan vroeg psychiater Johan Verhulst aan Vansteenwegen en Luyens om samen met hem in het Communicatiecentrum in Lovenjoel een therapieprogramma voor koppels uit te werken. Het was een bewuste keuze van de oprichters van het Communicatiecentrum om dit programma vorm te geven met twee partnerkoppels. Vansteenwegen en Luyens vinden het nog steeds jammer dat het drie weken durend koppelprogramma in Lovenjoel uiteindelijk na dertig jaar werd stopgezet. Hieraan lagen zowel financiële redenen als verschuivende interne en maatschappelijke tendensen ten grondslag. ‘De psychiatrische bijklank van drie weken werkonbekwaamheid om aan je relatie te werken, klonk luider met de jaren, zodat minder kandidaten zich intekenden voor het programma’, verklaart Vansteenwegen. Een uitvloeisel van dit deel van hun werk is het bekendste boek van Vansteenwegen, Liefde is een werkwoord (2018). ‘Dat boek is echt het resultaat van een collectief. De verspreiding ervan is mijn verdienste.’

Luyens combineerde haar werk de eerste jaren met de opvoeding van hun vier kinderen. Pas nadat de jongste met de lagere school was gestart, ging zij fulltime werken. De laatste jaren van haar carrière keerde Luyens terug naar de arbeidspsychologie. Ze richtte samen met twee van hun studenten Limits op, centrum voor advies, bemiddeling en opleiding. In opdracht van de toenmalige minister van Werk Miet Smet stippelden ze mee het beleid uit rond ongewenst seksueel gedrag op het werk. Dit breidde zich later uit naar visie en coaching over pesterijen op het werk en nog algemener naar het welzijn op het werk. ‘Ik heb me later nog beklaagd’, bekent Vansteenwegen, ‘dat ik je niet vroeger gestimuleerd heb om terug te keren naar de arbeidswereld. Soms heb ik het gevoel dat ik je vanuit mijn nood aan vastigheid heb tegengehouden.’ Luyens schudt haar hoofd relativerend.

‘Door de jaren heen zijn we elk meer gespecialiseerd geraakt. Zo zal jij nooit mensen individueel zien terwijl ik dat wel doe. Ik zal ook meer verwijzingen krijgen voor seksuele problematiek’, zegt Luyens. Beiden volgden ze zowel een cliëntgerichte opleiding als een opleiding systeemtherapie. ‘Dit sterkte ons in het inbrengen van het belevingsaspect binnen een toch vrij sterk gedragsmatige insteek die er in Lovenjoel in de beginperiode heerste’, betoogt Vansteenwegen. ‘De beleving een plaats geven, gaf ons een psychotherapeutisch middel om de relatie te versterken door het stimuleren van verschil.’ ‘Zo zijn de opdrachten binnen sekstherapie heel anders qua betekenis als je ze aanbiedt als middel tot exploratie dan als doel op zich’, voegt Luyens toe.

‘Maureen kende Sue Johnson als een van de eersten in Vlaanderen en Nederland’, knikt Vansteenwegen, ‘vanuit haar cliëntgerichte opleiding werkte ze al snel met deze ideeën.’ Vansteenwegen waardeert de ideeën in EFT maar is niet zo’n fan van het categoriseren of diagnosticeren van relaties, waar Johnson meer en meer naartoe evolueerde met haar theorie. Het te eenzijdig focussen op de beleving kan het proces ook in de weg staan. ‘Koppeltherapie heeft soms ook behoefte aan educatie. Je moet mensen aansporen om dingen te doen’, zegt Luyens, ‘anders kunnen mensen te lang blijven steken in het verleden. Soms ligt er ook iets in de ontwikkeling van een van beide partners dat het proces van het koppel kan blokkeren. In het begin van mijn loopbaan kon ik daar wel eens in vastlopen. De opgelegde opdrachten van weleer zijn, zoals ik al zei, tegenindicatief. Opdrachten dienen te groeien vanuit het gesprek en de vraag bij de cliënt.’

‘Het gaat om het overbrengen tussen de partners, hen samen en met elkaar aan het werk zetten’, gaat Vansteenwegen verder. ‘Mijn visie op relatietherapie is meer gesteund op ideeën uit het communicatiedenken dan op de systeemtheorie. De ideeën van bijvoorbeeld een Watzalawick of een Satir beogen het differentiëren van de partners. Vanuit het systeemdenken à la Minuchin en Andolfi kijkt de therapeut meer naar het geheel, wat ik voor werken met gezinnen meer passend vind dan voor het werken met koppels. In dit laatste gaat het over het scherp stellen van de verhouding tussen de twee partners.’

Hoe meer we inzoomen op hun werk met koppels, hoe meer ik de gedrevenheid en passie voel doorklinken in de stem van Vansteenwegen. Luyens leunt goedkeurend achterover en zet hier en daar een kanttekening bij. Haar glimlach toont haar tevredenheid over hun beider pad in het leven. ‘Ik werk echt graag met koppels’, stelt Vansteenwegen, ‘het is zo boeiend om te zien hoe twee mensen verschillen en hoe twee verschillende kijken op de zaak de werkelijkheid kunnen relativeren. Het houdt je wakker. Je weet immers nooit hoe het echt is.’ Zowel in de artikels en boeken die ze schreven als in wat ze overbrengen in lezingen en vroeger in hoorcolleges, merk je hoe ze ieder veel waarde hechten aan verschil.

‘Het werkt voor koppels vaak zeer verhelderend en verzachtend als je hen duidelijk maakt dat verschil oké is. Je probeert elkaar te aanvaarden en minder te focussen op verandering. Vooral bij nieuwe relaties is die veranderingsdrang soms groot. In mijn boek voor singles schreef ik over moeilijk afstand kunnen doen van de eigen individualiteit in combinatie met de veranderingsdrang van de partner’, stipt Luyens aan. ‘Ik durf wel stellen dat we baanbrekend werk hebben verricht in de evolutie van de systeemtherapie. Onder meer door aandacht te geven aan de seksualiteit. Jammer genoeg gaat de evolutie nu net de andere kant op. Ik kon me niet voorstellen dat je bij de intake van een koppel niet vraagt naar hoe de seks gaat. Nu echter lijkt de seksuologie sterk te medicaliseren en begint de seksualiteit helemaal los te staan van het relationele. Jammer.’

Het is duidelijk dat Luyens en Vansteenwegen niet alleen kennis maar ook kunde hoog in hun vaandel dragen. ‘Ik ken therapeuten met een karrenvracht aan kennis’, stelt Luyens, ‘en toch zou ik er niemand naartoe sturen. Ik vind het veel belangrijker dat een student stilstaat bij de ervaring van wat er gebeurt in de gesprekken dan dat hij bij de start meteen sterk staat wat betreft kennis.’ Vansteenwegen gaat verder: ‘Een goede systeemtherapeut houdt van mensen en is dienstbaar. Een koppel moet voelen dat je als therapeut compleet achter elk van beiden staat. Je moet goed contact kunnen maken, zowel door te spreken als door te zwijgen. Kennis, persoonlijke evolutie en warmte zijn voor mij kernkwaliteiten van een goede relatietherapeut. Je moet een sfeer kunnen creëren waarin mensen willen werken.’

‘Therapie is geen wandeling. Het is hard werken, ook voor de therapeut’, glimlacht Vansteenwegen. ‘Een belangrijk concept waar jij sterk voor staat, Maureen, vind ik nog altijd wat jij noemde de empathie van het systeem.’ Luyens neemt over: ‘Het is inderdaad erg belangrijk maar ook moeilijk om bij een koppel erkenning en begrip te geven voor beide standpunten. Dat is ook voor ons een proces geweest. Je kunt snel vast komen te zitten in vooroordelen over wat wel en niet kan. Ik heb op dit vlak erg veel geleerd in het proces van ontrouw in relaties.’ ‘In een onderzoek in het Communicatiecentrum over partijdigheid’, vertelt Vansteenwegen, ‘toonde een studente aan dat daarvan weinig te vinden was in onze gesprekken. Ik ben daar nog steeds zeer fier op. Koppels die zich beiden erkend weten, durven ook meer uit te komen voor wat ze denken, voelen en willen.’ Luyens gaat verder: ‘Ik heb enorm veel bewondering voor koppels, hoe ze met twee door hun relatie gaan, hoe ze dingen dragen en verdragen.’ ‘Ik heb een enorme bewondering voor duurzaamheid van relaties’, voegt Vansteenwegen toe. ‘De geschiedenis van een koppel is soms ongelooflijk. Ook al kan ik evenveel begrip opbrengen voor koppels die uit elkaar gaan’, stelt Luyens.

Het is ook belangrijk dat er gelachen kan worden in therapie, vindt Vansteenwegen, een glimlach verzacht en ontlaadt. ‘Maar humor moet van binnenuit komen’, nuanceert Luyens. ‘Je kunt dat niet in de sessie steken als tool. Het moet volgen uit wat er is, dan doet het dienst als relativerend vermogen.’ Vansteenwegen stipt aan dat relaties zelf geëvolueerd zijn in de tijd. Waar bij het begin van hun carrière in de jaren zeventig mensen na echtscheiding nog met de vinger werden nagewezen, gebeurt nu bijna het omgekeerde. ‘Veel meer mensen zien hun samenleven als iets voorlopigs, iets dat kan eindigen. Er wordt vergeten dat de meerderheid nog altijd samenblijft.’ Volgens Luyens en Vansteenwegen zal relatietherapie altijd nodig blijven. Door de veranderingen in de ritualisering van relaties komt er meer nadruk te liggen op de persoonlijke inzet. ‘Mijn bekommernis stijgt’, geeft Luyens aan, ‘als er kinderen bij betrokken zijn. Zij maken het contract van een koppel sterker. We hebben zelf dertien kleinkinderen ondertussen. En we hebben deze waarde heel duidelijk aan onze kinderen meegegeven. Zodra je kinderen op de wereld zet, vergroot je je verantwoordelijkheid als koppel.’

‘Er is een belangrijk verschil met individuele therapie. Een relatietherapeut moet directief genoeg zijn. Hij moet structuur kunnen bieden om beide partners aan bod te laten komen’, betoogt Vansteenwegen. ‘Daar hoort bij dat je oog moet hebben voor timing en respect voor het heersende patroon van het koppel’, zegt Luyens. ‘Wanneer je te snel het woord aan de zwakkere partij geeft, doorbreek je het patroon mogelijk te snel. Merk je dat je het patroon moeilijk kan doorbreken, kijk dan waarmee dit te maken heeft.’ Ook aandachtig zijn voor je eigen irritaties vindt Luyens belangrijk. ‘Omdat het je veel kan leren over wat er aan de hand is bij het koppel.’

Ik vraag hen of deze basishoudingen als therapeut ook belangrijk zijn in hun eigen relatie. ‘Het is toch eerder een doorleefde vaardigheid, een skill’, nuanceert Luyens, ‘in een relatie vind ik empathisch begrip moeilijker dan in een sessie.’ Of hun vak als therapeut hen als partner en mens heeft veranderd, is voor Luyens een overbodige vraag. ‘Als therapie doen je niet verandert, dan moet je stoppen met je vak.’ ‘Je relativeert meer en je ziet meer’, vult Vansteenwegen aan. ‘Maar de laatste jaren hoor ik je niet meer klagen dat ik te veel de therapeut uithang. We zijn een koppel als een ander, niet beter, niet slechter. Maar misschien wordt het arsenaal waarmee je vecht wel rijker. Het mijne dan toch’, knipoogt hij. ‘Je leert beter communiceren maar misschien ook venijniger.’

Vansteenwegen stond mee aan de wieg van meerdere beroepsverenigingen, de Belgische vereniging voor relatietherapie, gezinstherapie en systeemcounseling (BVRGS) en de beroepsvereniging voor cliëntgerichte therapie. Hij trok mee aan de kar voor de erkenning van zowel de psycholoog als de titel van psychotherapeut. Het vele extra werk ter bevordering van het beroep vond hij essentieel maar ook buitengewoon leuk. Luyens bevestigt: ‘Je hebt altijd zeer veel gewerkt. Uitsluitend therapie doen en daarbuiten niks, lijkt me trouwens zeer zwaar, en mogelijk belemmerend in het open houden van je blik. Zo vond ik therapie doen en opleiding geven een manier om bij te blijven en het leven van dynamiek te voorzien.’ Vansteenwegen neemt over: ‘Ik heb altijd heel graag lesgegeven. In therapie moest ik al zoveel zwijgen. Er waren dagen dat ik acht koppels zag en ’s avonds lesgaf voor de master seksuologie.’

Vansteenwegen beseft hoeveel geluk hij gehad heeft in de kansen en de mensen die hem zijn toegevallen. Hij doctoreerde gedurende zijn klinische praktijk. Hij beseft dat de weg die hij aflegde dezer dagen niet meer mogelijk zou zijn. Hij is hier dankbaar voor en betreurt tegelijkertijd ook de huidige evolutie waar de clinici aan de universiteit aan het verdwijnen zijn. ‘Ik kon elke les met een casus beginnen, een vers verhaal van die week.’

Ik merk op dat beiden het gevoel van invloed te zijn beschouwen als een belangrijke drijfveer in hun leven en werk, maar dat ze het op een verschillende manier invullen. ‘Jij hebt je altijd graag geëngageerd voor interviews op televisie of elders’, knikt Luyens in haar mans richting, ‘zelf doe ik dat niet zo graag. Ik heb wel altijd lezingen gegeven, maar enkele jaren geleden begon ik het rondrijden daarvoor te belastend te vinden.’ ‘Ik ben altijd content als ze gelachen en gehuild hebben, als ze geraakt zijn en iets geleerd hebben’, zegt Vansteenwegen. ‘Als ik dan nog wat reclame voor onze boeken kon maken, was ik blij. Maureen daarentegen vond boeken verkopen na lezingen minder belangrijk. Terwijl ik zo content kan zijn als ik een vertaling van een boek rond kan krijgen, doet zij geen moeite om te kijken hoeveel drukken er van haar boeken gemaakt zijn.’

Ik vraag hen naar hun toekomstplannen. Luyens zou het idee overwegen om nog een boek samen te schrijven. ‘Vanuit ons helikopterzicht kunnen we schrijven over de evolutie in relaties met daarin de nadruk op het langdurig engagement dat mensen hierbij aangaan. Het effect van onze consumptiemaatschappij, dat je bijvoorbeeld ziet in televisieprogramma’s als “Blind Getrouwd”, maakt mij echt bezorgd.’ Vansteenwegen vult aan: ‘Dat herinnert me aan een uitspraak van een man in een koppel waar beide een hoge positie hadden en de vrouw zwanger was. “Ik heb eruit gehaald wat eruit te halen is”, was de voor mij choquerende uitspraak van de man, die zijn vrouw daarop onmiddellijk verliet. Als je een relatie hebt vanuit het idee om er alles uit te halen, lukt het nooit. Liefde gaat immers over geven.’

En zo komen we bij de basisconcepten terecht van onder andere Bakker & Bakker (1973): je kunt alleen maar geven als je iets hebt. En dit vereist veiligheid in een relatie en zelfzekerheid van beide partners. ‘Elkaar een eigen stuk gunnen is essentieel’, stelt Luyens. Vansteenwegen vult aan: ‘We moeten onze kinderen echt meer wij- dan ik-gericht opvoeden. Want als je alleen geleerd hebt voor jezelf te zorgen, houd je een relatie niet overeind.

Vansteenwegen zelf is nog met twee schrijfsels bezig. Een meer filosofisch geïnspireerd artikel over ‘verschilligheid’ en een boekje geïnspireerd door zijn jongste kleinkind. Toen hij geboren werd, besefte

Vansteenwegen dat hij er niet meer zal zijn als zijn kleinzoon een jaar of twaalf is. ‘Ik schrijf als opa en als mens wat de betekenis is van een aantal mogelijk vergeten of in het gedrang gekomen waarden: trouw, edelmoedigheid, liefde, inzet.’

Er is iets in dit koppel wat me intrigeert. Hun passie voor het vak staat als een paal boven water, en subtiel daartussen geweven hun warmte voor elkaar en hun gezin. Een beetje zoals hun mooie villa in jaren tachtigstijl, verscholen achter de bomen midden in een rustig dorp, hun thuis, nabij het bruisende Leuven, hun voornaamste werkterrein.

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

Literatuur

  • Bakker, C.B. & Bakker-Rabdau, M.K. (1973). Verboden toegang. Antwerpen/ Amsterdam: De Nederlandse Boekhandel.
  • Vansteenwegen, A. (2018). Liefde is een werkwoord – Spelregels voor een relatie. Tielt: Lannoo.

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Jaargang 37, nr. 3, september 2025

Neem een ABONNEMENT Laatste editie Archief

Nieuwsbrief Boom Psychologie

Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.

Aanmelden

Boeken

Verbonden
Amir Levine, Rachel Heller
€ 19,95
Meer informatie
De JIM-aanpak
Levi van Dam, Sylvia Verhulst
€ 19,95
Meer informatie
Handboek suicidaal gedrag bij jongeren
Jan Meerdinkveldboom, Ineke Rood, Ad Kerkhof
€ 26,95
Meer informatie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Systeemtherapie

Foke van Bentum

WG-plein 209

1054 SE Amsterdam
telefoon: (020) 612 30 78

redactie@nvrg.nl

Klantenservice

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

(088) 0301000 

klantenservice@boom.nl