MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • De Praktijk
    • Onderzoek gesignaleerd
    • Reflecties
    • Discussie
    • Professie en Persoon
    • Congressen
    • Boeken (en zo)
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
    • Artikel indienen
    • Gebruik van artikelen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Proefabonnement
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over Systeemtherapie
    • Redactie
    • Adverteren
    • Open Access
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 31 (2019) / nummer 2
PDF  

Een blik achter de schermen

Reflectie van een congresvoorzitter
Tomas Van Reybrouck
1 september 2025

Samenvatting

Een van mijn mooiste jeugdherinneringen is een bezoek achter de schermen van de dierentuin in Antwerpen. Ik weet niet meer hoe oud ik was. Lagere school, denk ik. Ik was vanzelfsprekend al verschillende keren ‘gewoon’ naar de dierentuin geweest, maar die keer kregen we met school een rondleiding achter de schermen. Dat was een bijzondere en exclusieve ervaring. We kwamen op plaatsen waar andere mensen niet mochten komen. We zagen de kooien van de leeuwen langs de achterkant. We keken van bovenaf in de grote aquaria naar de vissen, terwijl de bezoekers ervoor stonden. We zagen hetzelfde vanuit een andere positie, een ander perspectief. Een zwemmende vis ziet er anders uit van boven dan van opzij. Bovendien zagen we door het water ook de bezoekers die voor het raam stonden. Dat verschil was intrigerend. Ik zag iets anders dan wat zij zagen. Bovendien zag ik hen zonder dat zij mij zagen. Ik geloof dat ik hier de meerwaarde van een metapositie heb ervaren alvorens het begrip me bekend was. Ik herinner me ook dat we toegang kregen tot de lugubere ruimtes waar insecten zoals krekels gekweekt werden, als voedsel voor andere dieren. Of de schattige kuikentjes die precies één dag oud mochten zijn om dan vergast te worden als gerecht voor de roofvogels. Dit bleef hangen: kuikentjes, die ik vooral kende van Pasen, kweken om nadien onmiddellijk te doden. Deze blik achter de schermen openbaarde een nieuwe wereld achter de wereld die we kenden. Dat was spannend, interessant en beklijvend.

Mensen die op therapie komen, gunnen ons ook een blik achter de schermen van hun leven. Ze vertellen voorvallen, worstelingen en gedachten die ze met anderen vaak niet delen. Niet zelden zijn het thema’s die vanuit de buitenwereld op weinig begrip kunnen rekenen. Cliënten krijgen afhankelijk van hun verhaal soms ontmoedigende commentaren te horen als ‘Je hebt toch alles om gelukkig te zijn’, ‘Je maakt een gezin kapot als je ontrouw bent’, ‘Je schulden zijn je eigen schuld’. Mensen hebben vaak een sterk sociaal aanvoelen en kiezen er soms voor om niet te spreken, niet de waarheid te vertellen, te minimaliseren. Veel blijft zo achter de schermen. In onze functie hebben wij het voorrecht een blik achter die schermen te krijgen. Spreken met een hulpverlener biedt de cliënt op zijn beurt de mogelijkheid hetzelfde vanuit een andere positie te bekijken. Zo nemen cliënten een metapositie in ten aanzien van de eigen dilemma’s maar ook ten aanzien van de sociale commentaren waarmee ze geconfronteerd worden. Terwijl in de dierentuin vooral mijn innerlijke dialoog aan het werk was, voegen we in ons werk als therapeut de dialoog met de cliënt toe. Er is namelijk al verschil tussen een nietgehoord en een gehoord probleem. Een probleem dat is uitgesproken en door iemand anders wordt beluisterd, krijgt daardoor communicatief gezien bestaansrecht.

In de redactie van het tijdschrift Systeemtherapie ben ik al jaren medebeheerder van de boeiende rubriek ‘Congressen’. Via deze rubriek krijgen lezers de mogelijkheid iets van de inhoud en sfeer van het congres mee te maken. Een congres biedt de mogelijkheid achter de schermen te kijken van het werk van collega therapeuten. Dagelijks werken we als hulpverleners in onze eigen ruimte zonder pottenkijkers. Dit maakt ons werk comfortabel maar ook soms eenzaam. Op een congres krijgen we illustraties van hoe collega’s te werk gaan, op welke dilemma’s ze botsen, welke theorieën en hypothesen ze erop na houden, welke interventies ze gebruiken. We krijgen soms door beeldmateriaal van een cliëntgesprek inzage achter de schermen in het leven van de cliënt en het werk van de therapeut. De beelden werken uitnodigend zelf iets te vertellen over wat zich achter onze eigen schermen afspeelt. Hierdoor durven we iets te delen over onze eigen ervaringen en interventies maar ook over onze twijfels en onze zoektocht. Het geeft ruimte om ondanks het sociale discours op expertkennis bij de hulpverlener, het eens niet te weten. Inkijk geven en krijgen achter de eigen schermen geeft dus verbondenheid met anderen. Omwille van dezelfde reden zijn intervisiemomenten met collega’s zo boeiend. Anderzijds brengt een kwetsbare opstelling ook risico’s met zich mee. Een blik achter de schermen van je eigen werk en innerlijke dialoog betekent ook je blootstellen aan andere perspectieven. De meerwaarde van de meerstemmigheid is niet altijd vanzelfsprekend. Het vertrekt namelijk vanuit de aanname dat een ander perspectief aangereikt krijgen mogelijkheden biedt voor je eigen kijk. Dat is niet altijd het geval. Een verschillende kijk kan ook als lastig of als kritiek aangevoeld worden. Het is goed ons ervan bewust te blijven dat kwetsbaarheid en meerstemmigheid in veel gevallen wel, maar niet per definitie altijd en overal zinvol zijn.

Ik had het voorrecht om op de laatste twee edities van het narratief, dialogisch en collaboratief congres in 2015 en 2018 dagvoorzitter te zijn. In congresverslagen lezen we doorgaans iets over de sprekers of de workshopgevers, maar niet zoveel over de rol van de dagvoorzitter. Vandaar dat ik in deze bijdrage iets wil toelichten over hoe het eraan toegaat achter de schermen. De dagvoorzitter kent verschillende taken: hij of zij doet de verwelkoming, brengt een inhoudelijke inleiding, introduceert de sprekers, bewaakt de tijd, geeft praktische informatie maar bovenal probeert hij de gewenste sfeer van het congres mee te installeren. In geval van dit congres: hoe kon de sfeer narratief, dialogisch en collaboratief zijn?

De keuze van de naam

In april 2018 werd het derde narratief, dialogisch en collaboratief congres der Lage Landen georganiseerd. De eerste editie had nog geen titel, de tweede wel: ‘Wegen naar herverbinding’. Een titel creëert een kapstok om de lezingen en de workshops aan op te hangen. In onze zoektocht naar een titel voor de derde editie, kwamen we met het organisatiecomité op het idee de titel te verbinden met de plaats van het congres. Het congres vond plaats in het Castellum Hoge Woerd, in de buurt van Utrecht. Op de plek waar 2000 jaar geleden Romeinen vanuit een fort de rivier bewaakten, staat nu een moderne interpretatie van het fort met wallen van zes meter hoog. De locatie is precies dezelfde als het oorspronkelijke fort, de wallen zijn net zo hoog en de omtrek is even groot. Een voorafgaand werkbezoek maakte ons enthousiast over de plaats en gaf inspiratie voor de titel van ons congres: ‘Leiden alle wegen naar Rome?’

Als dagvoorzitter vond ik het belangrijk om bij aanvang iets over deze titel te vertellen en over het waarom ervan. We kunnen de vraag ‘leiden alle wegen naar Rome?’ namelijk zowel letterlijk als op betekenisniveau beantwoorden. Ik vond op het internet drie onderzoekers (in Gross et al., 2018), die via een computerdesign een letterlijk antwoord zochten op de vraag of alle wegen naar Rome leiden. Ze voerden in een routeplanner 486.713 startpunten in met de Italiaanse hoofdstad als bestemming. En wat bleek? In Europa leiden inderdaad een heleboel wegen naar Rome. Dit leidde tot de volgende mooie afbeelding.

© moovel lab, roadstorome.moovellab.com

In ons werk als systemisch hulverlener zijn we vaak meer met betekenissen bezig dan met de letterlijke inhoud. Vandaar dat we het vooral in het kader van dit congres over de betekenis van de vraag wilden hebben. De uitdrukking ‘alle wegen leiden naar Rome’ betekent dat er verschillende manieren zijn om een doel te bereiken. Omdat we binnen ons denkkader liever met vragen dan met stellingen werken, formuleerden we de uitdrukking in de vraagvorm: leiden alle wegen naar Rome? In deze algemene vraag zitten ook andere vragen. Wat zijn mogelijke manieren om een doel te bereiken? Wat zijn mogelijke doelen? Is het eigenlijk wel nodig om een doel te hebben? Wat als je je doel niet bereikt? Wat als je een ander doel bereikt dan het doel dat je je had voorgenomen? Het stellen van vragen eerder dan het poneren van stellingen kenmerkt onze benadering. Volgens Karl Tomm zetten stellingen kennis neer, terwijl vragen kennis naar voor halen. ‘Statements set forth knowledge whereas questions bring forth knowledge’ (Tomm, 1988, p. 2). Vragen helpen onszelf minder centraal te stellen ten voordele van de kennis van de cliënt. David Epston zei tijdens zijn laatste tocht door de Lage Landen: ‘Wil je buitengewone antwoorden, dan zul je buiten het gewone vragen moeten stellen’ (Hillewaere 2018, p. 187).

Rol dagvoorzitter

Hoe kunnen we op een goede, congruente manier invulling geven aan de rol van dagvoorzitter? Om te beginnen werd besloten niet voor één maar voor twee dagvoorzitters te kiezen, een man en een vrouw, een Belg en een Nederlandse. Ik deelde het dagvoorzitterschap met Tineke Haks, psycholoog en systeemtherapeut uit Groningen. Het gedeeld voorzitterschap bood ons de mogelijkheid met elkaar in dialoog te gaan, zowel op het podium als ernaast. Zo zat het belang van het dialogische werken ingebakken in het concept. Als opleiders weten we bovendien dat met tweeën zijn een aantal voordelen heeft en ook een aantal nadelen. In zijn handboek vermeldt Frank Oomkes (1992) dat werken met twee trainers weliswaar voordelen heeft, maar onder bepaalde voorwaarden. Als voordelen noemt hij onder meer: er is afwisseling en taakverdeling mogelijk, er zijn meer mogelijkheden voor aanvaarding en begrip van deelnemers, je hebt een klankbord en ondersteuning, er is meer mogelijkheid tot identificatie voor de deelnemers en je kunt leren van elkaar. De voorwaarden zijn: een goede voorbereiding waarbij verwachtingen uitgesproken worden en taakafspraken gemaakt, kennis van eigen en andermans sterktes en zwaktes, een bereidheid tot leren van de ander, eensgezindheid over filosofie en strategie maar aanvullend in stijl, vertrouwen en respect voor elkaar en geen gevoelens van concurrentie. Onze eerste voorbereidingsbijeenkomst was vooral gericht op elkaar ontmoeten, beter leren kennen en in dialoog gaan over hoe we het voorzitterschap zien en wat we van elkaar verwachten. Dat zat meteen goed en gaf vertrouwen om het dagvoorzitterschap gedurende twee dagen met elkaar op te nemen. Verder maakten we taakafspraken. Wie doet wat? Wie leidt welke spreker in? Hoe steunen we elkaar?

We vonden het belangrijk enkele principes van de narratieve, collaboratieve en dialogische praktijk toe te passen in de manier waarop we het congres zouden voorzitten. Practice what you preach of walk your talk zoals het in het Engels klinkt. Het narratief perspectief is echter een boom met vele loten (Habekotté en Reijmers, 2014, p. 310). Het is niet zo eenvoudig om die principes in een paar woorden samen te vatten, maar centrale begrippen zijn ontmoeting, taal, dialoog en de betekenisgeving van verhalen (Vermeire & Sermijn, 2017). We wilden vanaf het begin een toon zetten, een sfeer creëren van ontmoeting, dialoog en verbinding. Kan dat dan met een groep van honderdvijftig mensen? Jazeker, maar het hoeft niet altijd met woorden te gebeuren. We kozen ervoor om bij het begin van beide dagen enkele vragen te stellen die het publiek met handopsteking kon beantwoorden. Zo hoopten we verbondenheid met en betrokkenheid bij de aanwezigen te creëren. Op de eerste dag stelden we onder meer de volgende vragen: wie van jullie was erbij op het vorige congres? Wie is al eerder in Utrecht geweest? Wie is er al in Rome geweest? Wie met het vliegtuig? Wie met de auto? Wie te voet? Wie is van België? Wie is van Nederland? Wie heeft zijn vinger nog niet opgestoken? Op deze manier hoopten we dat iedereen toch minstens één keer zijn of haar hand zou opsteken. Aan het begin van de tweede dag deden we een onderzoeksexperiment aan de hand van vragen. Hoe tevreden ben je over de vorige dag? Hoe voel je je vandaag? Hoe hoger de hand in de lucht, hoe positiever het antwoord. Aan het einde van de dag stelden we de vragen opnieuw en maten we (zogezegd) hoe groot het verschil was. Een knipoog naar het actuele debat in onze sector op het vlak van outcome meting en evidence based handelen. Aan het einde van de dag gingen de beide handen de lucht in en werd een afsluitend warm applaus ingezet voor de organisatie en het welslagen van de studiedag. In het werken met groepen, groot of klein, is het een uitdaging om mensen ook letterlijk aan het bewegen te krijgen. Het fysieke bewegen stimuleert namelijk mee de verandering (Faes, 2016). Het opsteken van de hand bleek in een grote groep een haalbare vorm van bewegen.

Een andere manier om de dialoog tussen de deelnemers te stimuleren, was de witte sticker die iedereen aan het begin van de dag kreeg. We vroegen om naast de naam iets op te schrijven over zichzelf: een leuk weetje, een hobby, lievelingseten, boek, film, levensmotto… Dit kan aanleiding zijn voor een ontmoeting met een andere deelnemer of om iemand beter te leren kennen. Als dagvoorzitters gaven we het goede voorbeeld door op het podium een geïmproviseerde dialoog te voeren over elkaars sticker. In plaats van de gebruikelijke stickers op studiedagen die iemands werkcontext of functie (psychiater, directeur, medewerker) vermelden, kozen we voor deze formule. Het bood de mogelijkheid andere dan de gangbare verhalen aan elkaar te vertellen en het vermeed de kans op een hiërarchisch verschil en ongelijkwaardigheid.

Hoewel het congres goed is verlopen, ervoer ik het dagvoorzitterschap als een spannende aangelegenheid. Ondanks een goede voorbereiding weet je nooit op voorhand hoe het zal uitpakken. Het is een vorm van springen zonder dat je zeker weet waar je terecht zal komen. Het is iedere keer anders. Je levert je over aan de mening van anderen terwijl je weet dat je het niet voor iedereen goed kan doen. Je voelt je bekeken en beoordeeld. Aan de buitenkant ben je rustig maar van binnen ziet het er heel anders uit. Je bent gevoelig voor de druk van opvattingen over de rol van dagvoorzitter. Dit brengt verschillende ‘moetens’ met zich mee: het moet goed zijn, het moet perfect getimed zijn, het moet leuk zijn, het moet interessant zijn… Dit zorgt voor een drukkende verantwoordelijkheid. Gelukkig kunnen we ons optrekken aan helpende gedachten die wat tegengewicht bieden zoals ‘we kunnen onmogelijk alle complexiteiten overzien’, ‘we kunnen steeds opnieuw beginnen’ en ‘we zijn gelukkig met twee dagvoorzitters en een organisatieteam, maar ook deelnemers zijn mee verantwoordelijk voor het slagen van een congres’. Je voelt opluchting als er gelachen wordt om een grapje. Net zoals een voetballer kan groeien in een wedstrijd, kan een voorzitter groeien gedurende het congres. Ik vond troost in een recent boekje, Donker in het licht, van schrijver en cultuurhistoricus Eva Roovers (2018) die negen cabaretiers heeft geïnterviewd. Het boekje gunt ons een blik achter de schermen van hun ‘duisternis’ zoals de angsten, frustraties en onzekerheden. De ook in Nederland bekende Vlaamse cabaretier Wim Helsen verwoordt het op de volgende zelfs systemische manier:

‘Alleen op het podium staan brengt een oerangst met zich mee. Als je mensen vraagt waar ze het meest bang voor zijn, dan staat op nummer 1 doodgaan en op nummer 2 staat spreken voor een publiek. Die angst is voor iedereen herkenbaar, ook voor mij. Wanneer een optreden mislukt, voelt dat als een grote afwijzing. Dan val je helemaal buiten de groep en sterf je, want alleen red je het niet. De mens is een sociaal wezen, we halen ons levensplezier uit de interactie met elkaar. Maar als het dan eens misgaat, blijkt de ervaring zelf niet zo verschrikkelijk. Je merkt dat je het overleeft. Het is vooral de angst die zo heel erg is. Daarom ben je er daarna weer opnieuw bang voor’ (Roovers, 2018, p. 21).

Besluit

Een blik achter de schermen is vaak boeiend en intrigerend. Het maakt nieuwe perspectieven mogelijk, of het nu in de dierentuin is, in het leven van de cliënt, het werk van de therapeut of in de rol van de dagvoorzitter. Het vraagt een zekere kwetsbare opstelling iets te delen. Ik heb in deze tekst de rol van de dagvoorzitter toegelicht die naast het specifieke van die rol zeker ook gelijkenissen vertoont met het werk van hen die met cliënten en groepen werken. Ik hoop dat deze blik achter de schermen de lezer inspireert om ook een blik achter de schermen van het eigen leven of werk toe te laten en te delen met anderen.

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

Literatuur

  • Faes, M. (2016). Lichaam, beweging en doen in partnerrelatietherapie. Systeemtheoretisch Bulletin, 34 (2), 139-15.
  • Gross, B., Bohnacker, H., Laub, J. & Lazzeroni, C. (2018). Generative design – Visualize, program, and create with javaScript in p5.js. New York: Princeton Architectural Press.
  • Habekotté, F. & Reijmers, E. (2014). Narratief perspectief. In A. Savenije, M.J. van Lawick & E. Reijmers (red.), Handboek systeemtherapie. Utrecht: De tijdstroom.
  • Hillewaere, B. (2018). Een jongen in Wonderland – David Epston en zijn narratieve verdiensten. Systeemtherapie, 30(4), 185-191.
  • Oomkes, F. (1992). Training als beroep – Sociale en interculturele vaardigheid 1: trainingstheorie. Amsterdam: Boom.
  • Roovers, E. (2018). Donker in het licht. Amsterdam: Bunker theaterzaken.
  • Tomm, C. (1988). Interventive interviewing: part 111 – Intending to ask lineal, circular, strategic, or reflexive questions? Family Process, 27, 1-15.
  • Vermeire, S. & Sermijn, J. (red). (2017). Wegen naar her-verbinding–Narratieve, collaboratieve en dialogische praktijken. Antwerpen: Interactie-Academie.

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Jaargang 37, nr. 3, september 2025

Neem een ABONNEMENT Laatste editie Archief

Nieuwsbrief Boom Psychologie

Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.

Aanmelden

Boeken

De JIM-aanpak
Levi van Dam, Sylvia Verhulst
€ 19,95
Meer informatie
Verbonden
Amir Levine, Rachel Heller
€ 19,95
Meer informatie
Handboek suicidaal gedrag bij jongeren
Jan Meerdinkveldboom, Ineke Rood, Ad Kerkhof
€ 26,95
Meer informatie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Systeemtherapie

Foke van Bentum

WG-plein 209

1054 SE Amsterdam
telefoon: (020) 612 30 78

redactie@nvrg.nl

Klantenservice

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

(088) 0301000 

klantenservice@boom.nl