Stranger in de city – The circular relationship between alienation and psychosis and the healing power of human reconnection
Samenvatting
Georganiseerd door de International Society for Psychological and Social Approaches to Psychosis (ISPS)
[Rotterdam, 28 augustus – 1 september 2019]
Als bezoeker van een congresdag met de titel ‘Psychosis, migration, social exclusion en low status groups’ voel ik me de hele dag wat vervreemd. Dat komt niet alleen doordat de voertaal van het congres Engels is, maar ook door de aanwezigheid van vele nationaliteiten. Mijn gevoel wordt nog eens versterkt als een ‘bekende Nederlander’ met een televisieploeg op mij afstapt en mij een vraag stelt, maar zich abrupt omdraait als ik mijn beroepsgroep noem. Ik blijk niet tot zijn doelgroep te behoren, en nogmaals wordt mijn gevoel een vreemde te zijn bevestigd.
De eerste spreker is Wim Veling, werkzaam als psychiater bij UMCG. Hij promoveerde in 2008 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op het proefschrift Schizophrenia among ethnic minorities. Hij voert een helder betoog over de relatie tussen oorzaken en mechanismen van psychosen en sociale uitsluiting. Hij onderzocht etnische groepen in Rotterdam waarbij bleek dat migranten een verhoogd risico hebben op het krijgen van psychosen. De achtergrond daarvan moet volgens Veling gezocht worden in sociale status en het behoren tot een minderheidsgroep. Zo blijken Marokkaans-Nederlandse mannen tot zeven keer vaker een psychotische stoornis te krijgen dan autochtone Nederlanders. De mate van integratie en de kracht van de banden binnen de groep zijn bepalend voor de mate waarin iemand beschermd is tegen verwarring en psychose. Veling nuanceert zijn resultaten door ruimte te laten voor de biologische psychiatrie, waarbij hij benadrukt dat het niet het een of het ander is. Veling biedt echter wel een voor mij nieuw perspectief op het ontstaan van psychosen.
Het congres is internationaal en kleurrijk. Sushrut Jadhav, psychiater en senior lector in cross-cultural psychiatry aan het University College London, vertelt met ‘The elephant vanishes’ het verhaal van gemarginaliseerde boeren in India die in conflict komen met olifanten. De olifanten vallen dorpen aan omdat hun leefgebied steeds kleiner wordt door onder andere bevolkingsgroei. Jadhav vertelt het verhaal van een boer die zich moet beschermen tegen oprukkende olifanten. Wanneer de olifanten de boerderij platlopen verliest hij zijn strijd en raakt hij alles kwijt. Hij kan geen bestaan meer opbouwen, ontwikkelt psychische problemen en eindigt in een psychiatrisch ziekenhuis. Deze aangrijpende schets van een land en cultuur die ver van ons af staan illustreert hoe armoede en uitsluiting kunnen leiden tot psychiatrische ziekten. Ik realiseer me bij Jadhavs lezing dat ziekte in een veel bredere context staat, zij is zo veel meer dan een dsm-classificatie.
Françoise Davoine, sociologe en psychoanalytica, is de derde spreker. Ook zij legt het verband tussen ingrijpende gebeurtenissen en het ontstaan van psychiatrische ziekten. Davoine deed onderzoek naar de invloed van sociale catastrofes op overdracht en tegenoverdracht in psychoanalytische therapie. Zij richtte haar onderzoek op psychiatrische patiënten in het noorden van Frankrijk die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt. Davoine nam de psychotische verhalen serieus en ging, tegen de gangbare opvattingen in, een persoonlijke band aan met haar patiënten. Davoine gebruikte bewust haar eigen geschiedenis die via haar ouders ook sterk verbonden was met de oorlog in Europa. Ze merkte dat er veel verbanden waren tussen haar geschiedenis en de geschiedenis van haar psychotische patiënten.
Davoine betoogt hoe patiënten in hun verwardheid niet meer in staat zijn te communiceren over ervaringen die te heftig zijn. Ze spreekt van ‘stille zones’ waarover de patiënt niet talig communiceert maar die bij de patiënt wel beelden en lichamelijke sensaties oproepen. Er is in die stille zones geen besef van tijd meer en er zijn geen anderen. Om als buitenstaander connectie te maken moet je opnieuw een persoon voor de ander worden. Het is daarbij van belang een persoonlijke band aan te gaan en vertrouwen te krijgen om in contact te komen. ‘Wie ben jij dat maakt dat ik mag spreken,’ zegt een patiënt tegen Davoine. Het is aan de ene kant het persoonlijke verhaal en aan de andere kant de grote geschiedenis van de oorlog waarin de patiënten gevangen zitten. Door te spreken krijgt de patiënt weer woorden voor die gevoelens waarvoor hij geen woorden meer had. Psychosen, zo leer ik, kunnen verbonden zijn met trauma’s en staan in een context. Davoine betoogt dat het van belang kan zijn samen naar woorden te zoeken voor traumatische gebeurtenissen die soms verscholen liggen achter de psychose. Zo wordt samen met de patiënt een verhaal geconstrueerd.
De lezingen die ik ’s middags bijwoon, gaan respectievelijk over het anders kijken naar psychose, over identiteit en het belang van de sociale context. Het Mazor Mental Health Centre in Israël behandelt patiënten met een eerste psychose en richt zich in het bijzonder op de veerkracht van patiënten, familie en andere directbetrokkenen, om daarmee sociale uitsluiting en eenzaamheid te voorkomen. Verschillende studies tonen volgens de sprekers aan dat vervreemding van familie, gemeenschap en hulpverleners leidt tot een diep gevoel van eenzaamheid. Dat gegeven onderstreept het belang van verbindende interventies.
Thijs Burger en Marjolein Lachmeijer, onderzoekers bij Arkin, onderzochten met een team de ervaringen van Amsterdamse patiënten, hun familie en betrokken professionals met betrekking tot het herstelproces van een psychose. Zij benadrukken dat herstel van een psychose een uniek persoonlijk proces is. Ook constateren ze dat perspectieven van de familie en de professionals soms kunnen conflicteren. Communicatie over conflicterende belangen is essentieel.
Nienke Moernaut, psycholoog en onderzoeker aan de Universiteit van Gent, bespreekt het fenomeen ‘negatieve symptomen’. Anders dan in het medisch model ziet zij negatieve symptomen als een unieke ervaring van een patiënt. De negatieve symptomen zijn relationeel van aard en een uiting van complexe onderliggende ervaringen van de persoon. Het is een Lacaniaanse psychoanalytische kijk op psychose als een structureel aanwezig fenomeen, een soort identiteit. De Franse psychoanalyticus Jacques Lacan heeft zich onder andere beziggehouden met de vraag hoe subjectiviteit vorm krijgt binnen de psychotische beleving omdat hij vindt dat het neurobiologisch onderzoek de complexiteit van de psychotische ervaring van patiënten geheel buiten beschouwing laat. Moernaut plaatst dit tegenover de uitgangspunten van de dsm die (tijdelijke) psychotische symptomen slechts opsomt.
In de jaren negentig pleitte Marius Romme met zijn ‘stemmeninterview’, net als de sprekers op deze dag, ervoor de inhoud van psychose serieus te nemen. Psychose zien als een structureel fenomeen, en niet als een tijdelijke verstoring, en het verbinden van een psychose met iemands identiteit, is nieuw voor mij. Werken met mensen met een psychose vraagt van de systeemtherapeut om open te staan voor de betekenis van psychotische verhalen omdat zij verbonden zijn met de identiteit van de patiënten. Ik realiseer me dat het serieus nemen van deze verhalen ook tot onzekerheid kan leiden. Hoever ga je daarin en hoe interpreteer je ze? Systeemtherapeuten zouden daarin een brug kunnen slaan tussen familie, sociale omgeving en patiënt. Deze manier van kijken naar psychosen biedt een nieuw perspectief op de psychotische patiënt en zijn systeem.
Dit vierdaagse congres, waarvan ik een dag heb meegemaakt, verschaft me een stukje van de puzzel die psychose heet. Deze puzzel is nog lang niet gelegd. Wat is zij verdraaid lastig en waanzinnig interessant!
Literatuur
- Veling, W.A. (2008). Schizophrenia among ethnic minorities – Social and cultural explanations for the increased incidence of schizophrenia among first and second-generation immigrants in the Netherlands (Proefschrift). Erasmus Universiteit Rotterdam, Rotterdam.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden