Onderzoek naar systeemtherapie met ernstig getraumatiseerde gezinnen
Samenvatting
Studiemiddag georganiseerd door de Wetenschapsadviescommissie van de NVRG [Den Bosch, 21 juni 2019]
Het thema van deze studiemiddag was onderzoek naar systeemtherapie met ernstig getraumatiseerde gezinnen. De sprekers waren Elisa van Ee en Paul Pijnenborg. Elisa van Ee is systeemtherapeut, klinisch psycholoog en psychotherapeut bij het Topklinisch Psychotraumacentrum (PTC) Zuid-Nederland. Paul Pijnenborg is als systeemtherapeut aan hetzelfde centrum verbonden.
Van Ee begint haar lezing met het verhaal van Mirjam. Mirjam is na een verkrachting verstoten uit haar gemeenschap. Een verhaal met impact, waardoor direct een beeld ontstaat van de gezinnen die meegenomen zijn in de onderzoeken van het psychotraumacentrum. Verhalen als die van Mirjam waren aanleiding voor practice based onderzoek naar factoren binnen behandelingen die werken bij moeders met kinderen geboren uit seksueel geweld. In dit geval werd een kwalitatieve Delphi-studie gedaan. In een Delphistudie wordt experts in verschillende rondes gevraagd consensus te ontwikkelen over bepaalde onderwerpen. De experts in deze studie werd gevraagd wat in deze casussen de belangrijkste problematiek is en hoe je hierop zou moeten interveniëren.
De grootste problemen bij gezinnen waarin kinderen geboren zijn uit seksueel geweld, blijken moeder-kindhechting, stigma en economische mogelijkheden te zijn. Bij de behandeling van deze gezinnen is het daarom belangrijk dat de context begrepen wordt. Wat betekent de context voor de moeder-kindinteractie? Wat wordt er in de cultuur gezegd over de moederkindinteractie en over ouderschap? Wat zijn beschermende elementen die gebruikt kunnen worden?
Voor getraumatiseerde moeders is het vooral belangrijk dat er contact gemaakt wordt, dat ze begrepen worden, dat zij zich veilig voelen en zich kunnen aanpassen, en dat er netwerk gecreëerd wordt. Het is van belang te onderzoeken hoe geaccepteerd moeder en kind zich voelen in hun eigen netwerk. Voor de therapeut bestaat het risico door de schrijnende verhalen ingezogen te raken. ‘Reflecteer daarom met collega’s op je interventies en je werkrelatie,’ zo adviseert Van Ee. ‘Wees je verder bewust dat het kind voor de moeder en haar omgeving altijd een herinnering blijft aan een trauma.’
Rondom uit seksueel geweld geboren kinderen en hun moeders bestaan maatschappelijke opvattingen. Om ons bewust te worden van de impact van stigma’s wordt ons gevraagd in kleine groepjes een uitje voor een klas te organiseren. Daarbij krijgt iedereen een kaartje met een woord (stigma) erop. Op de kaartjes staan woorden als hoogbegaafd, psychotisch, leider, volger en dergelijke. Alle groepsleden weten wat er op het kaartje staat, maar jijzelf niet. In deze leerzame oefening ervaren we in korte tijd hoe groot de invloed van een stigma kan zijn.
Na de pauze gaat Van Ee in op de gezinnen die een nieuw evenwicht moeten vinden nadat een van de ouders als militair een posttraumatische-stressstoornis (ptss) heeft opgelopen. We bekijken het filmpje Wie is toch die man die zondags het vlees komt snijden? (SIRE, 1997). Van Ee gaat daarna in op een kwalitatieve studie naar multi family therapie (mft). In deze studie wordt onderzocht wat het trauma doet met de interacties in het gezin en hoe gezinsleden kunnen oefenen met positief gedrag, waarbij vooral ingezet wordt op het versterken van het mentaliserend vermogen. Voor de mft-behandeling kenmerken de gezinsinteracties zich door conflict en agressie en worden andere moeilijke situaties vermeden. Een belangrijke uitkomst van de studie is dat de relaties tussen de gezinsleden na mft verstevigd zijn. Gezinsleden voelen meer betrokkenheid op elkaar en kunnen het gesprek weer samen aangaan. Onderlinge agressie en conflicten zijn verminderd. Ook is er meer openheid en gaan gesprekken meer over emoties. De gezinnen noemen de psychoeducatie over wat trauma met jou en met jouw gezin doet, het meest helpende mechanisme. Van Ee illustreert dit met quotes van participanten uit het onderzoek: ‘Ik krijg weer een beetje het vertrouwen dat ik ook een leuke vader en partner kan worden.’
Vanuit het onderzoek wordt voorgesteld te werken met getrapte zorg, waarbij de gezinnen standaard psycho-educatie krijgen, vervolgens een training in opvoedvaardigheden in de vorm van after deployment adaptive parenting tools (adapt) en mocht er op het gebied van gezinsfunctioneren nog meer nodig zijn ook multi family therapy. Gezien de kleine groep participanten moeten de bevindingen van dit onderzoek voorzichtig geïnterpreteerd worden.
Van Ee adviseert altijd systeemtherapie toe te voegen aan traumagerichte behandeling. Adapt en mft zijn hier voorbeelden van.
Paul Pijnenborg vertelt vervolgens over adapt, dat een afgeleide methode is van het Parent Management Training Oregon model (pmto). Pmto is een evidence-based behandeling voor gezinnen met kinderen met externaliserende gedragsproblemen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar, maar was nog niet onderzocht bij veteranen. Het idee van adapt is dat het gezinsfunctioneren, dat door overweldigende ervaringen onder druk staat, versterkt wordt door het trainen van opvoedvaardigheden.
Het psychotraumacentrum werkt met verschillende contextuele systeembenaderingen. Als er hulp nodig is voor het gezinsfunctioneren werken ze met mft. Adapt wordt ingezet wanneer ondersteuning nodig is bij het versterken van opvoedvaardigheden. Adapt is binnen het psychotraumacentrum doorontwikkeld voor veteraangezinnen met kinderen tussen vier en twaalf jaar, waarbij sprake is van uitzendinggerelateerde gezinsproblematiek. Adapt kenmerkt zich door specifieke aandacht voor het samenwerken als een ouderteam, extra aandacht voor de eigen emotieregulatie, en er wordt gewerkt met zogenaamde emotiecoaching. Bij emotiecoaching leren ouders de emoties van hun kind te herkennen en daarop te reageren. Het programma kent veertien wekelijkse groepssessies van twee uur voor de ouders, waarin door middel van rollenspellen, discussies en interactieve oefeningen geprobeerd wordt de veerkracht in het gezin te vergroten, de opvoedvaardigheden van de ouders te verbeteren en de emotieregulatie in de ouder-kindinteractie te ondersteunen. Adapt steekt positief in en gaat uit van dingen die wel lukken in de gezinnen.
Uit onderzoek blijkt dat systemische benaderingen als mft en adapt zorgen voor verminderde ptss-symptomatologie en voor een verbeterd functioneren van gezinnen, partners en kinderen. Mentaliseren en emotieregulatie zijn hierbij mediatoren van het effect.
Op deze studiemiddag wordt het belang van onderzoek en het belang van systeemtherapie bij getraumatiseerde gezinnen benadrukt. De drie dingen die ik meeneem zijn het focussen op het verbeteren van de ouder-kindinteractie, het belang van psycho-educatie voor getraumatiseerde gezinnen en dat ik – natuurlijk, maar goed daar weer even bij stil te staan – niet moet vergeten op zoek te gaan, met een vergrootglas desnoods, naar de dingen die wel lukken in de gezinnen.
Literatuur
- SIRE. (1997). SIRE – Mannen erbij betrekken, Wie is toch die man. Geraadpleegd op 21 juni 2019, op www.youtube.com/watch?v=bt-HJbA-D98&feature=youtu.be
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden