De vele lagen van verbondenheid
Samenvatting
In het Vlaamse polderland, in een klein dorpje ergens tussen Gent en Brugge, heeft de wieg gestaan van Sabine Vermeire. Vermeire, 54 jaar, is werkzaam als staflid en hoofdopleider van het narratieve leertraject en het postgraduaat Samenwerkingsgericht en systemisch werken met gezinnen aan de Interactie-Academie te Antwerpen. Als systemisch en narratief psychotherapeut werkt zij met kinderen, jongeren en gezinnen in zorgwekkende situaties, waarin bijvoorbeeld geweld, misbruik, verwaarlozing en/of psychiatrische problematiek aan de orde zijn.
Ze heeft verschillende publicaties op haar naam staan, waaronder de boeken Wegen naar her-verbinding (Vermeire & Sermijn, 2017), Grote kleine mensen problemen – Grote grote mensen problemen (Vermeire et al., 2015) en Een ridder en zijn draken – Op weg met Toby, een pleegjongen (Vermeire, 2019). Deze publicaties laten zien hoe gedreven ze op zoek blijft gaan naar de vele lagen van verbondenheid. Ze blijkt daarbij een gevoelig oor te hebben voor meerstemmigheid en de vaak ondergesneeuwde stemmen van cliënten. Een nieuw Engelstalig boek, Unraveling trauma, weaving resilience, is onderweg.
Vermeire is een van de dragende krachten in het NDC2 (Narratief, Dialogisch en Collaboratief Collectief van de Lage Landen). Het nieuwe NDC2 ‘Worlding’-congres is in aantocht en is maar een van de vele aanleidingen om deze energieke duizendpoot te interviewen voor deze rubriek. Vanwege de lockdown doen we het interview via beeldbelverbinding.
Enige aarzeling om op deze uitnodiging in te gaan had ze wel, vertelt Vermeire. ‘Er zijn zoveel rollen, zoveel perspectieven! Kun je in een opzet als deze rubriek nog wel caleidoscopisch verschijnen? De persoon die je bent, je relaties, je sociale wereld zijn zo’n verwevenheid geworden. De weerslag van zo’n interview is altijd een selectie van mogelijke perspectieven.’ Waarvan akte. Want wat is er veel te vertellen!
Beide ouders van Vermeire werden geboren in 1940 en waren van eenvoudige komaf. Moeders moeder verliet het gezin toen moeder nog jong was, een ongekende stap. Beide ouders moesten als veertienjarigen al keihard werken om ergens te komen. Ze pakten alles aan. Zo deed vader op zijn achttiende zijn verplichte militaire dienst als paracommando en werd een jaar voor de onafhankelijkheid naar Congo gezonden. Haar ouders hadden dus al veel doorstaan voordat er kinderen kwamen. Vermeire is de oudste van drie kinderen. Van het kleine dorpje Waarschoot verhuisde het gezin naar het grotere Eeklo zodat de kinderen daar naar school konden. Voor het jonge meisje betekende die verhuizing de ontdekking dat er heel andere werelden bestaan dan die ze kende. De overgang was niet gemakkelijk, maar ontsloot wel allerlei mogelijkheden, zoals de tekenacademie, theater en de jeugdbeweging.
De ziekte van Huntington, een degeneratieve en erfelijke hersenaandoening, hing als een zwaard van Damocles boven de gezinsleden. Grootvader en vele familieleden aan moeders kant hebben het moeten doormaken. Zeker toen moeder op latere leeftijd alsnog ziek werd, hadden de kinderen rekening te houden met vijftig procent kans om eveneens de ziekte te ontwikkelen. Het maakte de vraag wat een zinvol leven kan zijn urgent. Wie de ziekte heeft, toont zich vreemd, dronken. Huntington roept dus ook bij de omgeving veel op. Het gezin weigerde zich echter neer te leggen bij determinisme. Moeder bleef steeds zoeken naar nieuwe wegen en oplossingen voor de moeilijkheden waarvoor ze zich gesteld zagen. Ze ving ondertussen ook nog kinderen op die moeilijk zaten, voor gemarginaliseerden had zij oog. ‘Van ons moeder hebben we geleerd met de vraag te leven “Wat is waardevolle zorg voor mensen?” Het is niet ondenkbaar dat mijn voeling met marginalisering en uitsluiting in dit alles een oorsprong vindt.
Moeder was ook een fantastische kokkin. Wij leerden allemaal koken zonder kookboek en zonder te proeven. Wat ligt er in de koelkast? We improviseren een geweldige maaltijd, liefst met lokale producten: cuisine du marché. Een concept dat later in hulpverlening ook zeer helpend is gebleken.’
Op school bleek Vermeire heel goed in wiskunde en natuurwetenschappen. Het is nog steeds een wereld die haar fascineert. Het advies vanuit school was een studie tot civiel ingenieur. Uiteindelijk is ze op een andere manier bruggenbouwer geworden. Vanuit het onooglijke dorpje waar ze ter wereld was gekomen had zij een grote drang om de wereld voorbij de kerktoren te ontdekken. Naast haar logische en analytische talenten bleek ook de wereld van kleuren, lijnen en vlakken haar daarbij te kunnen helpen. Ze heeft goede herinneringen aan de teken- en schilderacademie, waar ze tot haar achtentwintigste naartoe bleef gaan. Ook woorden en taal gaven haar gereedschap om de vraag ‘wie en wat is nu een mens?’ te onderzoeken. Hoeveel verschillende wijzen zijn er waarop mensen een leven kunnen leiden?
Tegen de verwachtingen van de omgeving koos ze voor een universitaire studie in de psychologie. Ze riskeerde met deze keuze een breuk met haar ouders. De keuze voor een wereld die de ouders niet kenden, bezorgde hun immers een grote schrik haar kwijt te raken. Middels studentenbaantjes bekostigde zij haar studie zelf. Ze was niet de enige die naar Gent toog om te gaan studeren. Een hele club vrienden van de middelbare school maakte dezelfde beweging. De verbinding met elkaar is nog steeds hecht, ook als peettantes en peetooms van elkaars kinderen.
In het eerste jaar van de studie psychologie in Gent werd ze geconfronteerd met de interpretatie van professor Quackelbeen van de lacaniaanse psychoanalyse. ‘Ik dacht: mijn hemeltje, als we zo mensen moeten gaan begrijpen, dat gaat ’m niet worden! Dus ik ben overgestapt naar orthopedagogiek.’ In die studie waren de drie maanden stage in Mexico en de lessen van professor Van Oost memorabel, die toen verbonden was aan de Interactie-Academie en de studenten inleidde in de systeemtheorie en -therapie. ‘Zij heeft mij geholpen anders te kijken, anders te denken en los te komen van het individu.’ De studie ging haar gemakkelijk af. Er bleef tijd genoeg over voor tal van projecten, zelfs naast de studentenbaantjes. Ook het activisme werd ontstoken in Gent, toen de overheid het collegegeld verhoogde van 7000 naar 13.000 frank. Dat hierdoor mensen werden buitengesloten was genoeg aanleiding om te staken en te protesteren.
Gefascineerd raakte ze door de vele mogelijkheden van taal. ‘De magische wereld die in de kindertaal besloten ligt, de taal van het theater met het rijke scala aan uitdrukkingsvormen, metaforen en beeldtalen om te spreken en te delen met elkaar. Taal geeft manieren om ervaringen te condenseren en sociaal deelbaar te maken, zodat er ook weer nieuwe perspectieven op kunnen ontstaan. De taal van de psychologie kan houvast bieden maar kan ook heel normatief zijn en loskoppelen van relaties en contexten waarin mensen leven. Het is oppassen je niet op te laten sluiten in dominante vertogen!’
Systemisch denken bleek te kunnen werken als een tegengif. Dat merkte zij toen zij na haar studie twaalf jaar werkte in de bijzondere jeugdzorg, waar het beschuldigen en beschamen van ouders vaak op de loer lagen. Als vijfentwintigjarige gaf zij zich op voor de systeemtheoretische psychotherapie-opleiding van de Interactie-Academie. In de systeemtheorie moest nog een hele wereld te ontdekken zijn aan concepten die behulpzaam konden zijn in haar werk met kinderen en ouders. Het circulair denken, mensen te zien binnen hun netwerken van verbinding, hoe het doen en laten van de een weer van alles doet met de ander, daar was ze nieuwsgierig naar.
Voordat de opleiding startte reisde ze een maand met een rugzak rond in de binnenlanden van Irian Jaya (nu Papoea). Het was een zeer indringende ervaring; alle referentiepunten van het bekende leven leken verdwenen in de jungle. Ze sliep als westerse vrouw tussen dertig mannen met peniskokers in de hut. Pijnlijk ook te merken hoe de Indonesiërs de Papoea’s vernederen en marginaliseren. Hoe mensen leven, hoe culturen uiteenlopen, hoe anders het allemaal kan, raakte diep aan de fascinatie voor al die mogelijke werelden. Damocles indachtig was de vraag prangend: ‘Wat voor leven wil ik leven, wat wil ik gedaan hebben in mijn leven, en hoe wil ik het gedaan hebben? Stel dat het op mijn tweeëndertigste gedaan is … In ieder geval met aandacht voor de zoekende, wroetende mens en de vele contexten waarin iemand terecht kan komen!’
Een van de dingen die Vermeire graag deed was bergbeklimmen, canyoning en speleologie. Net na de eerste dag van de opleiding was ze een canyoning gaan doen met vrienden toen het noodlot toesloeg: ze viel en brak haar rug. Maar opgeven was niet aan de orde. Het eerste halve jaar van de opleiding deed zij liggend. Haar talent om mogelijkheden te zien in schijnbaar hopeloze situaties komt haar dagelijks van pas. Halverwege de opleiding bleek moeder op vijfenvijftigjarige leeftijd alsnog de ziekte van Huntington te ontwikkelen. Het was het begin van een vijftien jaren durend proces. Huntington brengt gemakkelijk schuld en schaamte mee. Iemand maakte de opmerking: ‘Jij had nooit kinderen mogen krijgen!’ Dat was verschrikkelijk. Of iemand drager is van de ziekte kunnen we pas sinds de jaren negentig van de vorige eeuw onderzoeken. Toen Vermeire en haar broer zich lieten onderzoeken was dat een ervaring die verzet opriep ‘om zo ingezogen te worden in de medische wereld en tot je genen gereduceerd te worden. Alsof daardoor de betekenis van je leven bepaald wordt!’ Het onderzoek nam een half jaar in beslag, een uitgebreide psychologische testbatterij incluis. De suïcidecijfers bij mensen die drager blijken te zijn, zijn gigantisch. Ook in de familie hebben mensen hun leven beëindigd. Vermeire en haar broer bleken de ziekte niet bij zich te dragen. Ze koerste zelf bewust op een leven zonder eigen kinderen. Een leven zonder kinderen is ook ongelooflijk waardevol, bijvoorbeeld omdat het haar in staat stelde om voor moeder (en eventueel haar zusje) te kunnen zorgen. Toen haar zus ook gevrijwaard bleek kwam er toch een kind: Jonas, nu veertien jaar geleden. De naam betekent geschenk van God. En hoewel zij geen van beiden religieus zijn, zegt dat wel iets over hoe Vermeire en haar partner Luc Van den Berge de komst van hun zoon ervaren hebben. ‘Mijn twee mannen zijn voor mij rotsen in de branding waarbij het altijd fijn is om thuis te komen en om samen onderweg te zijn!’
In het werken binnen de jeugdzorg biedt de systeemtheorie grote steun om niet in schuldvragen te hoeven vastlopen. ‘Het besef van al die beïnvloedende contexten en de gelaagdheid van die contexten en hoe de culturele inbedding weer in het klein in de menselijke verhoudingen infiltreert, dat is zo belangrijk om mijn werk te kunnen doen. Ik vind het daarbij opmerkelijk hoe gezinnen uit de lagere sociale klassen en de gemarginaliseerde wijken eerder in de jeugdzorg terechtkomen, terwijl de meer bevoorrechte gezinnen in de psychiatrie terechtkomen. En voor zover de eerstgenoemde groep doorverwezen werd naar de psychiatrie, werden die vlot weer terugverwezen onder het mom van “daar kunnen we niet mee werken”.
Het denken in gelaagdheid van contexten, een voortdurend besef van een netwerk van wederzijds beïnvloedende verbindingen, dat is misschien een kern van wat de opleiding aan de Interactie-Academie mij gebracht heeft. Als je als mens nog een beetje beseft dat je ertoe doet, dat je verschil maakt … Daar is bij de Interactie-Academie een hele invloedstheorie op gebaseerd, die mij nog altijd inspireert in mijn werk.’
Na de opleiding heeft ze nog een poosje gewerkt in de jeugdzorg en is zij vervolgens fulltime als staflid aan de slag gegaan bij de Interactie-Academie, waar zij werkt als opleider, supervisor, therapeut, onderzoeker en schrijver. ‘Ik vind het heel fijn om vanuit die verschillende invalshoeken met hetzelfde bezig te zijn. Die verschillende ingangen bevruchten elkaar. Ik zou niet willen dat ik er eentje van zou moeten opgeven.’
Hoewel ze inmiddels dus veel van waarde in Antwerpen vergaard had, bleef ze wel nog zoekend naar het meer politieke en naar nadere methodische uitwerking. Die vond ze in de narratieve benadering, die haar nog een extra taal erbij heeft gegeven. Zo’n vijftien jaar geleden is ze de narratieve opleiding in Londen gaan volgen bij The Institute of Narrative Therapy. Daar leerde ze dat therapiewerk ook altijd politiek werk is. ‘Het heeft me steeds gefascineerd hoe verhoudingen, dynamieken en beslissingen op geopolitiek en economisch macroniveau en de tijdsgeest het dagdagelijks leven en interpersoonlijke uitwisselingen van mensen op microniveau beïnvloeden. Wie nodig je uit, hoe nodig je uit, welke vragen ga je stellen om te voorkomen dat je de zeer individualiserende kijk van onze maatschappij gaat reproduceren? De doelen die we in therapie stellen zijn vaak witte middenklassedoelen. Het is dus mijn verantwoordelijkheid daar aandacht voor te hebben. We hebben een gezonde scepsis nodig ten opzichte van theorieën en praktijken, bijvoorbeeld rond trauma of hechting, die highways to heaven beloven! En enige argwaan ten aanzien van de therapeut die claimt: ”Ik weet wat goed is voor jou en welke weg bewandeld moet worden.” Ik hou van samen een ontdekkingsreis starten en samen co-researchers zijn. Een zoektocht in vele talen, een zoektocht naar wegen die bewandelbaar zijn. Mensen die bij ons komen hoeven niet met ons verder, maar in hun eigen wereld en hun netwerken. Doel is niet alle narigheid weg te maken of glad te strijken. Doel is dat ieder weer mag voelen dat er een plekje is voor hem of haar op deze wereld, waarin je je gehoord kunt voelen en verbonden met gelijkgestemden.’
Naast haar werk bij de Interactie-Academie is Vermeire ondertussen zowel aan The Institute of Narrative Therapy als aan het Dulwich Centre in Adelaide Australië verbonden als opleider. Drie jaar geleden heeft bovendien een aantal provinciale pleegzorgorganisaties in Vlaanderen haar gevraagd samen een therapeutische behandelmodule uit te werken, wat ze vanuit bovengenoemde uitgangspunten gedaan heeft.
Met collega’s die dit soort ideeën delen vormt Vermeire het Narratief Dialogisch en Collaboratief Collectief (NDC2). ‘Het creëert de mogelijkheid om praktijken, ideeën en theoretische evoluties met elkaar uit te wisselen en die onder andere via congressen met anderen te delen. Zo kan waardevol werk een podium krijgen en kunnen we inspiratie bieden. Een paar jaar terug hebben we op basis van interviews met jongeren die in de greep waren van zogenaamde loverboys een theaterstuk gemaakt en gespeeld. Dat blijkt heel therapeutisch omdat in dat proces vaak onzichtbare betekenissen boven komen drijven en deelbaar worden.
In mijn werk wil ik kinderen als actieve participanten en full agents benaderen, hun stem en hun verhalen serieus nemen en in de wereld brengen, samen speelse benaderingen uitwerken om vastlopende of gestolde relaties en verhalen samen terug vlot te krijgen. Het co-creëren van alternatieve wegen en het ontvouwen van nieuwe betekenissen zijn een voortdurende queeste. De kinderen en jongeren zijn daarbij doorheen de jaren misschien wel mijn grootste leermeesters geweest. Ik sta geregeld nog versteld van de creatieve, originele uitwegen en antwoorden die ze vinden op moeilijkheden. Aan kinderen hangen ook steeds ouders vast en kinderen zijn in allerlei netwerken ingebed. Ik heb daarom heel wat pogingen ondernomen om ouders en de netwerken een volwaardige plek te geven, niet mee te stappen in de soms versimpelde schuld- en schaamtediscoursen en een paar rimpelingen te bewerkstelligen in ons denken en kijken naar deze gezinnen. Het is voor mij ontzettend belangrijk om samen met hen te zoeken naar hoe zij weer verder kunnen met hun leven. Onze systeemtheorie en narratieve inspiraties zijn hier steeds een heel waarden-vol kompas in geweest en een blijvende bron van inspiratie om ideeën, theoretische concepten en methodieken verder te ontwikkelen.’
Volgende generaties wenst ze toe dat het ongelooflijk waardevolle van ons systeemdenken als tegengif voor de individualiserende krachten in de samenleving overeind blijft. ‘We moeten dat als collectief liefdevol onderhouden en daar verbonden in blijven! Ik wil ook doorgeven dat het belangrijk is om af en toe buiten de lijntjes te kleuren. Ik wil roepen: verdiep u in de veelheid van contexten waar mensen in leven! Blijf buiten de kaders denken en stappen. En laten we vooral mildheid koesteren voor de zoekende, wroetende mens.’
Literatuur
- Vermeire, S. (2019). Een ridder en zijn draken – Op weg met Toby, een pleegjongen. Interactie-Academie.
- Vermeire, S., Beckers, W., Decraemer, K., & Faes, M. (2015). Grote kleine mensen problemen – Grote grote mensen problemen. Interactie-Academie.
- Vermeire, S., & Sermijn, J. (2017). Wegen naar her-verbinding. Interactie-Academie.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden