Surviving and thriving in stepfamily relationships. What works and what doesn’t
Samenvatting
Workshop met Patricia L. Papernow
[Leuven, 24 maart 2022]
Het was lang wachten op deze workshop. Initieel was de dag ingepland op 18 november 2021. Vier maanden later was het dan eindelijk zo ver. Zelf had ik voor de workshop nog niet zoveel gelezen van Patricia Papernow. Op aanraden van anderen werd toch mijn interesse gewekt. Zo leerde ik dat Papernow een autoriteit is in het domein van stiefgezinnen. Ze heeft als klinisch psycholoog meer dan veertig jaar ervaring en een grote bijdrage geleverd aan de kennis die we ondertussen hebben over stiefgezinnen of samengestelde gezinnen. Naast het klinisch werk is ze actief als opleider en supervisor.
De dag werd ingeleid door Barbara Lavrysen (klinisch psycholoog, relatie- en gezinstherapeut, opleider en supervisor, verbonden aan Context, centrum voor relatie- en gezinstherapie van het UPC Z.org KU Leuven). Zij heeft zelf ook veel kennis en ervaring in het werken met stiefgezinnen. Papernow nam het woord met veel passie. Ze sprak vaak vanuit haar eigen ervaringen met het dagelijks leven in een stiefgezin. Ze deed ook haar best om zorgvuldig te zijn. Voorafgaand aan de studiedag had ze al verschillende teksten doorgestuurd zodat iedereen haar goed zou kunnen volgen. Ze noemt zichzelf niet voor niets the queen of handouts. Papernow kwam op mij over als een vrouw met een missie. Ze wil de wereld, of toch zeker de hulpverleners, laten kennismaken met de specifieke worstelingen en uitdagingen waarmee stiefgezinnen te kampen hebben.
Daarnaast wil ze vooral de mythes uit de wereld helpen en laten zien dat er specifieke handvatten zijn die kunnen helpen in het werken met stiefgezinnen.
Papernow bouwde haar betoog op vanuit een strakke structuur. Ze zorgde voor een goed overzicht van de dag en verwees vaak naar de handouts en naar haar boek Surviving and thriving in stepfamily relationships (Papernow, 2013). Dit boek werd vertaald en bewerkt door Barbara Lavrysen en Peter Rober (Papernow, 2022). Het boek werd aan ons voorgesteld als een wegenkaart die ons de weg wijst in het werken met stiefgezinnen. Op grond van haar eigen onderzoek en dat van anderen, liet Papernow ons zien dat er een evidencebased manier is om met stiefgezinnen te werken. Ze legde verbanden met de hechtingstheorie en emotionally focused therapy (eft), met traumatherapie en de ontwikkeling van het brein. Ze sprak over het tolerantievenster en deelde ook haar kennis over het internal family systems model (ifs), ontwikkeld door Richard Schwartz (Schwartz & Sweezy, 2019). Deze theorie gaat ervan uit dat we in onze binnenwereld allemaal verschillende delen hebben. Hoe meer trauma of hechtingskwetsuren er aanwezig zijn, hoe vaker bepaalde delen belast worden. Deze delen gebruiken soms extreme strategieën. Hierdoor kan het zelf zich minder rustig en met minder vertrouwen en helderheid presenteren. Papernow gebruikt dit model als richtlijn in haar klinisch werk met stiefgezinnen. Het helpt haar in te schatten wanneer er meer intrapsychisch werk nodig is met bepaalde gezinsleden.
Papernow spendeerde veel tijd om toe te lichten wat het eigene is aan stiefgezinnen. Ze gebruikte verschillende casussen in haar betoog en ging stap voor stap. Ze bleef met hart en ziel spreken en deed haar best om het publiek mee te krijgen. De basisomschrijving van een stiefgezin is dat er ten minste één ouder-kind-eenheid voorafgaat aan het volwassen koppel. Papernow noemde dat in de literatuur soms minder passende termen worden gebruikt. Wat ik zal blijven onthouden, is dat de term blended family vooral een verlangen weergeeft om samen te komen, maar allerminst de realiteit weergeeft. In een stiefgezin gaat het om zoveel meer dan het samenvoegen van gezinnen. Hetzelfde gaat op voor de Nederlandse term ‘samengesteld gezin’.
Daarna kon er stilgestaan worden bij vijf uitdagingen waar stiefgezinnen voor staan en hoe er per uitdaging met het gezin kan gewerkt worden. De eerste uitdaging is de insider-outsiderpositie bij ouder en stiefouder. Door de structuur van een stiefgezin zitten zowel ouders als stiefouders vast in een bepaalde positie. Ouders zijn verbonden met alle personen maar voelen zich vaak alsof ze moeten kiezen. Stiefouders staan buiten de ouder-kindrelatie en de relatie die er is met de andere ouder, wat vaak als afwijzend wordt ervaren. De tweede uitdaging betreft de worsteling van kinderen met verlies, loyaliteiten en alle veranderingen. Het zijn de volwassenen die een nieuwe relatie aangaan en beslissen welke stappen ze hierin zetten. Dit brengt tegelijk erg veel veranderingen voor de kinderen mee, waarvan de volwassenen zich niet steeds bewust zijn. Dan kwam als derde uitdaging aan de orde de polarisatie tussen ouders en stiefouders als het gaat om de opvoeding van de kinderen. Vaak willen stiefouders een striktere aanpak terwijl ouders meer begrip en nabijheid willen voor hun kinderen. De vierde uitdaging is de nieuwe gezinscultuur die ontwikkeld moet worden. Er zijn veel verschillen in wat als normaal wordt beschouwd binnen een gezin. In een stiefgezin komen minstens twee verschillende gezinsculturen samen. Als vijfde en laatste uitdaging werd benoemd hoe ex-partners steeds een deel van de familie blijven vanuit hun ouderrol.
Papernow stond uitgebreid stil bij de aanpak in het klinisch werken met stiefgezinnen. Daarbij spitste zij haar benadering toe op drie niveaus. Psycho-educatie komt steeds aan bod als eerste niveau, waarbij Papernow laat zien hoe afstemming en empathie een belangrijke rol spelen. Inleven in het lijden en validering van emoties en reacties worden steeds benadrukt in haar verhaal. Het tweede niveau wordt toegespitst op het ontwikkelen van interpersoonlijke vaardigheden. De focus ligt hier meestal op zelfregulatie als ouder of stiefouder. Vaak gaat dit ook om het aanleren van communicatievaardigheden, zoals het gebruik van een ik-boodschap. Het derde niveau is het intrapsychisch werken of werken met het gezin van oorsprong. Bij alle vijf de uitdagingen gaf Papernow specifieke handvatten op deze drie niveaus.
Als richtlijnen voor gezinstherapie bij stiefgezinnen gaf Papernow de aanbeveling om met subsystemen te werken, waarbij de ouder-kindrelatie de basis is. De hechting tussen ouder en kind was al aanwezig voor de stiefouder in beeld kwam. In het werken met stiefouders legt ze de nadruk op het werken naar verbinding. Na het bespreken van de uitdagingen werd nog kort stilgestaan bij de ontwikkelingsstadia van een stiefgezin, waarbij het vooral belangrijk is om te zien dat een stiefgezin een proces en geen gebeurtenis is.
Papernow presenteerde haar verhaal duidelijk en gaf veel aanknopingspunten voor de praktijk. De aanbeveling om met subsystemen te werken en rekening te houden met de structuur van het stiefgezin en de relaties die eerst bestonden, is iets wat ik zeker meeneem in mijn werk. Papernow gebruikte verschillende goede oneliners. Dit helpt om het verhaal vast te houden. Bij de uitdaging rond polarisatie in opvoedingstaken gebruikt zij bijvoorbeeld connection before correction om stil te staan bij de positie van de stiefouder en hoe dit zich verhoudt tot opvoedingstaken, de polarization polka en collaborative chacha gebruikt zij om de mate van polarisatie en samenwerking tussen ouder en stiefouder te benoemen.
De workshop bleef dicht aanleunen bij de structuur van de handouts die vooraf waren gegeven. Enerzijds gaf dit het voordeel van duidelijkheid en overzichtelijkheid. Anderzijds miste ik soms wat zijsprongen of verdieping in haar betoog. Desalniettemin heeft ze haar missie om de hulpverleners handvatten en een kader te bieden in het werken met stiefgezinnen duidelijk volbracht.
Literatuur
- Papernow, P.L. (2013). Surviving and thriving in stepfamily relationships – What works and what doesn’t. Routledge.
- Papernow, P.L. (2022). Werken met samengestelde gezinnen – Mythes, valkuilen, tips en interventies (B. Lavrysen, & P. Rober, vertalers). Pelckmans.
- Schwartz, R.C., & Sweezy, M. (2019). Internal family systems therapy (2de editie). Guilford.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden