MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • De Praktijk
    • Onderzoek gesignaleerd
    • Reflecties
    • Discussie
    • Professie en Persoon
    • Congressen
    • Boeken (en zo)
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
    • Artikel indienen
    • Gebruik van artikelen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Proefabonnement
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over Systeemtherapie
    • Redactie
    • Adverteren
    • Open Access
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 34 (2022) / nummer 4
PDF  

Geboren in majeur

Interview met Eliane Wiebenga
Jasmien Peeters, Albert Neeleman
1 september 2025

Samenvatting

Professie & Persoon. De rubriek die het hoofd doet tollen. Zowel dat van de geïnterviewde als van de twee interviewers. Een loopbaan wordt overlopen, drijfveren onder de loep genomen, in een duizelingwekkende sneltreinvaart. De tijd is beperkt, het vak prachtig. De vertelstof en invalshoeken zowat oneindig. Accenten moeten gelegd. Met Eliane Wiebenga (1955), zwierig als haar naam, aan de keukentafel vlakbij Amsterdam, is dat niet anders. Vier decennia vangen we in twee uur en 2500 woorden.

Ze pikt ons op aan het station in Heemstede. In een zonovergoten auto rijden we naar de Beethovenlaan. Wiebenga zegt later in het gesprek iets moois over muzikaliteit: ‘We worden allemaal geboren met een grondtoon. Ik ben gezegend, want geboren in “majeur”, blij en open. Die zorgt voor mijn immer halfvol glas. Dat is niet mijn eigen verdienste, maar wel mijn grote geluk.’ Die grondtoon klinkt ook in het gesprek met appeltaart: haar dankbaarheidslijst is lang. Voor de mensen met wie ze heeft samengewerkt, uitdagingen die kansen bleken, radicaliteit, maar steeds in zachtmoedigheid. Onverenigbare paradoxen toch verzoenen. En ook de reuring waar ze van houdt (als een variant van ‘roeren’: ‘in beweging brengen’).

Dit interview komt niet toevallig op een sleutelmoment: ze gaat met pensioen. In najaar 2022 beëindigt ze haar carrière als systeemtherapeut. ’Ik ben niet onmisbaar. De professionele deur gaat redelijk resoluut dicht en ik ben benieuwd naar de deuren die dan voor me opengaan. Mijn twee kleinkinderen voor wie ik graag tijd wil hebben (de jongste was drie weken op de dag van dit interview), de muziek terug oppikken (piano), zeezeilen met mijn man. Ik ben benieuwd naar wat deze derde levensfase voor mij in petto heeft. Ik heb met hart en ziel gewerkt, maar deze keuze om te stoppen is ook erg bewust.’

We vragen wat door: hoe maakt een jonge vrouw in een eerdere levensfase studiekeuzes? ‘Na een superfijne schooltijd op het Vossius Gymnasium in Amsterdam was ik eigenlijk vastbesloten om diergeneeskunde te studeren, mijn meisjesdroom. Maar na een “ontwrichtende voorlichtingsdag” viel die droom onherroepelijk in duigen. Ik was flink van slag door de ontmoedigende donderpreek van een professor en moest mezelf heroriënteren. Ik leerde dat later aan jongeren: je kunt altijd een andere wending zoeken. Ook als dat noodgedwongen is. Je zit niet vast!

Na een tussenjaar Frans en filosofie in Grenoble besliste ik dat het “iets met kinderen” zou worden. Dankzij dat vage aanvoelen heb ik zo’n mooi vak gevonden! Systeemdenken is mijn natuurlijke kijk op dingen. Gaandeweg begon ik het steeds leuker en noodzakelijker te vinden. Ik kon er ook mijn exploratiedrang en leerhonger ruimschoots in kwijt.’

Iets met kinderen dus. Wiebenga ging orthopedagogiek studeren in Groningen en switchte in haar doctoraal (master) naar klinische pedagogiek in Utrecht. Ze werd klinisch psycholoog en psychotherapeut en is NVRG-erkend systeemtherapeut. Ze is ook opleider, supervisor en leer-therapeut. Haar aandachtsgebieden zijn gezinstherapie, ouderbegeleiding, en verbindend gezag en geweldloos verzet. Ze werkt sinds 1983 in de geestelijke gezondheidszorg en jeugdzorg, en sinds 2000 als therapeut en opleider in het Lorentzhuis.

Hoe kwam dat zo? ‘Mijn moeder was heel maatschappelijk betrokken. Ik heb haar sociale bevlogenheid meegekregen. In 1942 moest ze haar opleiding maatschappelijk werk afbreken, omdat de scholen sloten vanwege de oorlog. Ze leerde mijn vader kennen, ze trouwde en kreeg vier kinderen. Ze mocht daarna als getrouwde vrouw niet meer werken, dat was toen zo. Ze hield van het gezinsleven, ik was nummer vier en de jongste. Later ging ze bestuurswerk doen voor de kinderdagverblijven in Amsterdam (dat was toen voor kinderen die extra zorg nodig hadden). Toen ik achttien was, ging ze als jonge vijftiger uit enthousiasme opnieuw studeren aan de sociale academie. Ze moest veel lezen. Haar boeken inspireerden me. Ik herinner me onder andere Dibs in Search of Self van de Amerikaanse psychologe Virginia Axline (1986). Het boek beschrijft een reeks speltherapiesessies met een jongen. En verder Games People Play – The Psychology of Human Relationships, een bestseller van Eric Berne (1964) over (dis)functionele sociale interacties.

Ze duwde me niet in een bepaalde richting, zoals mijn vader die wilde dat ik geneeskunde ging studeren, maar ze reikte wel dingen aan. Overigens ben ik later wel met een arts getrouwd, mijn man werd kinderneuroloog, dus ik was wellicht zo toch ook loyaal aan mijn vader. Mijn vader gaf me ook de attitude mee van “neem nooit iets voor waar aan, blijf altijd vragen stellen”. Vroeger werd ik er doodmoe van, later was ik er dankbaar voor.

Mijn vader werkte als internist en hoogleraar ziekenhuiswetenschappen aan de universiteit. Hij was weinig thuis, ondanks mijn protest, en liet het werk altijd voorgaan. Je kunt gerust stellen dat hij zich heeft doodgewerkt: hij stierf aan een heftige astma-aanval toen hij negenenvijftig was. Die was afwendbaar geweest als hij naar zijn lichaam had geluisterd, meer rust had genomen. Hij was een man met weinig majeur en veel melancholie in zijn grondtoon. Geboren in Indonesië, opgevoed door een baboe. Bij de terugkeer op zijn zesde jaar met een schip naar Nederland moest hij dat dienstmeisje, zijn primaire hechtingsfiguur, achterlaten.’ Als interviewers zien we een parallel met de Britse psychiater John Bowlby, die als zesjarige abrupt werd gescheiden van zijn nanny Minnie, die toen ontslagen werd. ‘Van het warme geurige Indonesië naar het kille koude Nederland, waar de kinderen hem “poepchinees” noemden omdat hij zongebruind was. Zijn sterfelijkheid heeft me later een aantal bewuste keuzes doen maken. Met onze twee kinderen hebben we bijvoorbeeld in 2003 een lange zeilreis gemaakt naar de Oostzee. En in 2011 samen met mijn man een oceaantocht van drie maanden naar de Azoren. Stel niet alles uit tot later, want misschien is er geen later.

Aan de universiteit in het “ambulatorium” gaf gezinstherapeut Flip Buurmeijer les en ik vond dat machtig interessant. Het zette me ertoe aan om de psychotherapieopleiding met hoofdrichting gezins- en relatietherapie te volgen.

Ook de Amerikaanse psycholoog Carl Rogers raakte me met zijn basishouding van empathie, echtheid en onvoorwaardelijke acceptatie. Dit komt overeen met de uitgangspunten van geweldloos verzet: transparantie, aanvaarding dat het leven voor niemand perfect of maakbaar is en dat oordelen niet helpt. Als mens samenzitten, cliënten als mens benaderen vanuit betrokken nieuwsgierigheid. Jouw lijden is niet anders dan mijn lijden. De strategische en cybernetische systeemtherapie van de jaren tachtig pasten minder bij mij, alhoewel ik er veel van geleerd heb. Ik hou van het gewone, menselijke gesprek, het aanreiken van nieuwe mogelijkheden zonder ze op te dringen.’

In 1984, wanneer Wiebenga cum laude afstudeert, liggen de banen niet voor het oprapen. Na allerlei tijdelijke banen en onbetaald werken, start ze als systeemtherapeut bij het centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie Tulpenburg (nu GGZ Noord-Holland-Noord Jeugd & Gezin). Bij grote namen en leermeesters als Joep Choy (toen directeur en supervisor), Theo Compernolle, Edu van de Velden, Ellen Aptroot … Een systemisch broeinest noopt tot het noemen van namen. ‘Ik heb er ontzettend veel geleerd en ontdekt. Ik heb er echt systemisch leren denken. Ik werd een liefhebber van het circulaire en triadische denken. Ik wilde graag met de ouders praten, en het hele systeem in de kamer. Het individuele werken lag mij minder. Ik wou beter begrijpen vanuit de context, het erover hebben met ouders en belangrijke anderen. Ik kan zo blij zijn als kinderen niet uit huis hoeven, als ouders weer moed krijgen en andere wegen in durven te slaan. Ik blijf pal achter het gezin staan vanuit een meervoudig partijdige houding en geef niet snel op!

Ook zelf moeder worden bleek een baanbrekende ervaring. Ik doorleefde hoe het leven niet maakbaar is. Er is veel meer dan opvoeding, al doet die er wel toe. Over mijn eigen kinderen kan ik bescheiden en met wat humor zeggen dat wij het gelukkig niet verpest hebben.

Ouderbegeleiding was mijn eerste grote professionele liefde. Het is zo belangrijk! Ouders kunnen hun kinderen pas weer geven wat ze nodig hebben als wij aan hen geven wat zij nodig hebben. Daarom sprak geweldloos verzet me ook zo aan: een niet-beschuldigende, hoopgevende aanpak voor wanhopige ouders, die met een verbindende, geweldloze maar ook stevige, begrenzende houding de escalatiecirkels met hun kind eenzijdig kunnen doorbreken en de relatie herstellen. Het kind is en blijft altijd welkom, maar ook zonder bereidheid van het kind kunnen we aan de slag. Heel logisch vanuit het systemische denken: er zijn twee partijen nodig om een vicieuze cirkel in stand te houden en maar één partij om die te doorbreken. Hoe mooi is dat! Het begeleiden van oudergroepen heeft mij altijd geboeid. Geweldloos verzet reikt ons een aantal nuttige ideeën aan. Toch is het vele malen belangrijker dat cliënten in de aanpak geloven, met steun uit het eigen netwerk (die is er altijd, wij niet), zodat ouders het volhouden. Ook hecht ik er waarde aan om niet op zoek te gaan naar “radicale oplossingen”, maar meer te zoeken naar kleine, betekenisvolle verschillen, die al veel lucht kunnen geven.

Ik puzzel graag met cliënten: “Zou dit kunnen helpen?” Ik benoem welke mogelijkheden ik zie, maar leg een behandelmethode nooit op. Als het klikt, kun je samen met je cliënten aan de slag. Dat is maatwerk.

Mijn man en ik zijn fervente zeezeilers, ook dat is maatwerk. Professioneel geeft me dat een prachtige metafoor. Als je de koers van je boot slechts twee graden verlegt en die een tijdje volhoudt, kan dat een groot verschil maken. Je komt in een andere haven aan, of je voelt je op het water minder zeeziek. Je hebt een plan nodig, moet rekening houden met het weer, de stroom, de sluizen. En ook een plan B en C heb je nodig. Vervolgens moet je met die plannen heel flexibel omgaan. Tegelijkertijd het punt aan de horizon erg helder houden en je spitsen op veiligheid.

Zeilen en systeemtherapie zijn allebei een kunde en een kunst. Professioneel heeft me dat erg gelukkig gemaakt. Het werd nooit saai, altijd was er weer een nieuw inzicht. Al heb ik ook dingen uitgeprobeerd en weer laten vallen. Niet alles past bij iedere therapeut en er is geen “beste methode”. Dit wordt prachtig beschreven in het boek The Heart and Soul of Change: Delivering What Works (Duncan et al., 2010), misschien wel het allerbelangrijkste boek over ons vak. Wat mij betreft een verplicht werk voor alle psychotherapeuten, ongeacht hun preferente referentiekader. Evenals het boek Het misverstand psychotherapie van mijn gewaardeerde collega en middelbareschoolvriend Flip Jan van Oenen (2019), waarin hij een realistisch beeld schetst van wat tot de (on)mogelijkheden behoort in psychotherapie.

In 2000 ben ik gevraagd door en gestart in het Lorentzhuis, een centrum voor systeemtherapie, dat door Justine van Lawick en Leo van Dijk werd opgericht in 1984. Wat een mazzel! Het was ontzettend fijn om met Justine samen te werken, niet alleen inhoudelijk: ze gaf me geloof in mezelf. “Laat van je horen, zet het op papier, het is de moeite waard.” Die werkplek betekende bevlogenheid, idealisme en maatschappelijke betrokkenheid. We signaleren niet alleen problemen, we gaan ook op zoek naar oplossingen, zie onder andere het ontwikkelen van Kinderen uit de Knel en verbindend gezag.

Een ding staat in het Lorentzhuis als een paal boven water: het geheel is meer dan de som der delen. Maar een motto zou evenzeer kunnen zijn: “vrijheid in verbondenheid”. Iedere therapeut heeft zijn eigen specifieke werkwijze en tegelijkertijd samenwerking hoog in het vaandel. Dat is de dynamiek en kracht van het Lorentzhuis.

In 2005 sprak Haim Omer, psycholoog en hoogleraar aan de Universiteit van Tel Aviv, in Berlijn op een congres. Hij sprak er over geweldloos verzet in gezinssituaties.’ Het Lorentzhuis haalde hem daarna enthousiast twee keer naar Nederland. ‘Ik vond het direct geweldig, vernieuwend en bemoedigend. Je mag me ’s nachts wakker maken voor dit gedachtegoed: mensen krachtiger maken zonder dat het ten koste van de relatie gaat.’ Wiebenga maakt een mooi gebaar met haar twee handen, de ene hand verbindend, de andere begrenzend. ‘Haim Omer liet een nieuwe weg zien, die me tot op de dag van vandaag inspireert om te werken met onder andere gezinnen waar agressie, zelfdestructief gedrag en ernstig geweld speelt. Precies de gezinnen die ons therapeuten altijd zeer machteloos deden voelen. We hebben meteen een intervisiegroep opgericht om het in de vingers te krijgen. Oudergroepen opgezet. Ik heb het eerste boek van Haim Omer in 2007 in het Nederlands vertaald en een herziene versie van de ouderhandleiding geschreven in 2015. De afgelopen tien jaar hebben we ontelbaar veel collega’s in heel Nederland opgeleid.

De Vlaamse psychiater Dirk De Wachter vroeg me tijdens een interview hoe een bevoorrecht iemand als ik bij het thema geweld belandt. Eigenlijk weet ik het niet. Ik weet wel dat ik van een beetje reuring hou en dat de chaos in sommige gezinnen me eerder boeit dan afschrikt. Je kunt er niet omheen dat zowel het systeemdenken als het geloof in geweldloos verzet tegen de hoofdstroom ingaat (zowel maatschappelijk als in de hulpverlening). Dat weerhield me er niet van om die wegen, waar ik sterk in geloof, in te slaan. Enige eigenzinnigheid is me niet vreemd. En diezelfde levenshouding vond ik ook bij mijn collega in geweldloos verzet.

Het Lorentzhuis, met veel uitwisseling, steun en verdieping, was een heel fijne plek om de tweede helft van mijn carrière te werken. Voor mijn collega Hans Bom wil ik graag expliciet mijn waardering uitspreken. De samenwerking verliep altijd soepel, maar het meest heb ik genoten van de urenlange gesprekken over ons vak, over systeemtheorie en -therapie, over geweldloos verzet, en eigenlijk over het leven. Ik ervaar Hans als een soulmate. We haalden het beste in elkaar naar boven. Eén plus één was bij ons echt drie! En het bleef niet alleen bij uitwisseling. Als we weer wat uitgedacht hadden, verwerkten we het in onze cursussen en in publicaties. Zo omarmden we Omers idee dat de principes van geweldloos verzet ook een goed fundament kunnen zijn voor een “nieuwe autoriteit”, maar bedachten een alternatieve formulering die naar onze mening meer recht deed aan de essentie: “verbindend gezag”. En toen we bezorgd waren over de soms al te technische toepassing van geweldloos verzet, hebben we een artikel geschreven over het belang van de attitude en kennis van de onderliggende filosofie en uitgangspunten, met als prikkelende titel “Met een passende attitude wordt een interventie pas waardevol” (Bom & Wiebenga, 2020). En in ons meest recente artikel in Systeemtherapie (Wiebenga & Bom, 2022) vertaalden we de uitgangspunten van verbindend gezag naar de rol van systeemtherapeut en ouderbegeleider. Ik hoop dat we onze gesprekken over alles wat er op ons pad komt na het pensioen zullen voortzetten.’

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

Literatuur

  • Axline, V.A. (1986). Dibs in search of self. Random House
  • Berne, E. (1964). Games people play – The psychology of human relationships. Ballantine Books.
  • Bom, H., & Wiebenga, E. (2020). Met een passende attitude wordt een interventie pas waardevol – Over het palet van attituden bij verbindend gezag en geweldloos verzet. Tijdschrift voor Psychotherapie, 46(4), 276-293.
  • Duncan, B.L., Miller, S.D., Wampold, B.E., & Hubble, M.A. (Eds.). (2010). The heart & soul of change – Delivering what works in therapy. American Psychological Association.
  • Oenen, F.J. van (2019). Het misverstand psychotherapie. Boom.
  • Omer, H., & Wiebenga, E. (2007). Geweldloos verzet in gezinnen. Bohn Stafleu van Loghum.
  • Omer, H., & Wiebenga, E. (2015). Geweldloos verzet – Handleiding voor ouders. Bohn Stafleu van Loghum.
  • Wiebenga, E., & Bom, H. (2022). Het verbindend gezag van de systeemtherapeut-ouderbegeleider – Attitude en pijlers van verbindend gezag als ankers voor de alliantie tussen ouders en hulpverleners. Systeemtherapie, 34(3), 139-155.

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Jaargang 37, nr. 3, september 2025

Neem een ABONNEMENT Laatste editie Archief

Nieuwsbrief Boom Psychologie

Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.

Aanmelden

Boeken

Handboek suicidaal gedrag bij jongeren
Jan Meerdinkveldboom, Ineke Rood, Ad Kerkhof
€ 26,95
Meer informatie
De JIM-aanpak
Levi van Dam, Sylvia Verhulst
€ 19,95
Meer informatie
Verbonden
Amir Levine, Rachel Heller
€ 19,95
Meer informatie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Systeemtherapie

Foke van Bentum

WG-plein 209

1054 SE Amsterdam
telefoon: (020) 612 30 78

redactie@nvrg.nl

Klantenservice

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

(088) 0301000 

klantenservice@boom.nl