Systeemtherapie op het scherpst van de snede
Samenvatting
Afscheidssymposium Flip Jan van Oenen
[Amsterdam, 1 juni 2022]
Het symposium ter gelegenheid van het afscheid van Flip Jan van Oenen van Arkin Jeugd & Gezin, vond op 1 juni plaats in het Planetarium bij de Gaasperplas in Amsterdam. In een gemoedelijke, opgewekte sfeer spraken vier jongere collega’s van Van Oenen over de behandeling van partnergeweld, vechtscheiding en ouderverstoting. Het geheel werd op een soepele manier geleid door Jurgen Cornelis, als crisisdienstpsychiater en systeemtherapeut achttien jaren een directe collega van Van Oenen. Cornelis stond niet uitgebreid stil bij Van Oenens loopbaan, dat zou Van Oenen zelf doen in zijn afsluitende presentatie. Cornelis gaf eerst een korte presentatie van het begrip ‘crisis’. Van een crisis is volgens hem sprake als mensen geen oplossing meer weten voor de situatie waarin ze beland zijn. In zo’n geval kun je de positie innemen van (medisch) expert, maar in de meeste gevallen lijkt het beter om de rol te vervullen van procesconsulent. Een procesconsulent betrekt de context en maakt met de betrokkenen een plan hoe uit de crisis te komen.
De eerste lezing werd verzorgd door Andaye Steijlen, orthopedagoog en systeemtherapeut, die een nieuwe module presenteerde binnen het kader van het programma Kinderen uit de Knel. In een aantal gevallen heeft een complexe echt-
scheiding tot gevolg dat het contact van de kinderen met een van beide ouders verbroken wordt. Dat kan een nadelige invloed hebben op hun ontwikkeling. Doel van deze module is te komen tot contact-herstel. Voorwaarde voor deelname aan dit programma is dat beide ouders contact met de kinderen onderhouden, zelfs als de kinderen aangeven dat zij dat zelf niet willen. Daarbij moet de therapeut een zeer directieve positie innemen, iets wat bij een reguliere systeemtherapie niet altijd gebruikelijk is. Bij dit programma is de verwijzer – vrijwel altijd de Jeugdbescherming – de feitelijke opdrachtgever. Vooraf vindt uitvoerig overleg plaats tussen de Jeugdbescherming en de behandelaar over de mogelijkheden en de wijze van aanpak. Ouders zijn bij dit overleg niet aanwezig. Een belangrijke voorwaarde om met de behandeling te starten is dat het contact met de buitenspel gezette ouder voor de kinderen veilig genoeg moet zijn. Vanzelfsprekend verloopt het complexe behandel-proces niet gemakkelijk en treedt er geregeld stagnatie op. Op die momenten is het nodig dat de verwijzer de druk op de ouders verhoogt om door te kunnen gaan met het programma. Als deze verhoogde druk onvoldoende resultaat oplevert, wordt de strijd gestaakt, maar wel met de mededeling van het team dat een tweede herstelpoging later mogelijk is. In de drie jaar dat dit programma draait, zijn twintig casussen behandeld, waarvan er slechts twee mislukt zijn. Zo te horen een sterke nieuwe ontwikkeling!
Age ter Veen, eveneens systeemtherapeut, presenteerde vervolgens het al eerdergenoemde programma Kinderen uit de Knel. Na een geestige inleiding, waarbij hij zich tot Van Oenen richtte over de scheiding tussen Van Oenen en Arkin Jeugd & Gezin, belichtte hij op heldere wijze hoe echtparen in een vechtscheiding terechtkomen en dat individuele hulp aan de betrokken kinderen dan niet helpt. In dit programma wordt ouders gevraagd te stoppen elkaar te beschuldigen en te boycotten, en te proberen zich te verplaatsen in de positie van de kinderen. Dat wordt bewerkstelligd met een aantal oefeningen, zoals het schrijven van een brief aan de kinderen, waarin de ouders begrip tonen voor hoe de kinderen de scheiding ervaren. En dat alles met de mantra: ‘zoek ’t bij jezelf’, als manier om te stoppen met verwijten en beschuldigen. Ter Veen benadrukte in deze lezing hoe lastig het voor therapeuten kan zijn om compassie te tonen voor ouders en hun gedrag. Een steunend team is hierbij noodzakelijk. De afdeling zoekt nog naar wegen om dergelijke gezinnen in een vroeger stadium te kunnen helpen.
Voorafgaand aan de pauze sprak Jelmer Kors, pedagoog en systeemtherapeut, over de behandeling van partnergeweld. Onder controle proberen te krijgen van dit – meestal eenzijdige – geweld helpt vaak niet. Wat wel helpt is psycho-educatie over oplopende emoties, samen met een time-outprocedure. Daarna kan ruimte ontstaan voor het interactiepatroon en voor doorgemaakte trauma’s. In de loop van de jaren dat dit programma voor de behandeling van partnergeweld draait, zijn er steeds meer elementen uit de eft bij gekomen, die het mogelijk maken om stil te staan bij gevoelens van schuld, schaamte, trauma’s en hechting. De eft-interactiecirkels en de eft-tango hebben in de aanpak van Arkin een plaats gekregen. Kwetsbare gevoelens worden gevalideerd, evenals het goed luisteren naar de partner. Op deze wijze kan het vaak voorkomende patroon van aanklampen en terugtrekken een halt worden toegeroepen.
Na de pauze gaf Agnes Zegwaard, psychiater en systeemtherapeut, een helder overzicht van de elementen die vooropstaan bij het Centrum voor Relationele Therapie, onderdeel van Arkin Jeugd & Gezin. Ze stond achtereenvolgens stil bij crisissen in kwetsbare gezinnen die tot blikvernauwing kunnen leiden, bij de altijd aanwezige verlangens jegens anderen en bij het nut om bij een crisis het proces te vertragen. In de tijdsruimte die ontstaat door de vertraging kunnen de verschillende visies van betrokkenen besproken worden en leren zij elkaar beter kennen. Belangrijk is om je als behandelaar te blijven verwonderen, en wel door vragen te stellen. Daarnaast is het nodig te verdragen wat in een crisis naar voren komt en respect te tonen voor eenieders loyaliteit, zeker die van kinderen jegens hun ouders. Het uiteindelijke doel van de interventies is ervoor te zorgen dat iedereen er beter uitkomt. Ook het afscheid van Van Oenen is een zekere crisis, die zijn afdeling tegelijk ook weer een kans biedt om verder te gaan met zijn rijke erfenis.
Als afsluiting trad Van Oenen zelf op, onder de titel: ‘Is dit alles wat er is?’ Behalve om zijn vakmanschap in de hulpverlening staat Van Oenen ook bekend om zijn gevoel voor cabaret en zijn acteertalent. Nu, dat buitte hij groots uit. Van Oenen startte met een overzicht van de ontwikkelingen binnen de ggz van de jaren zeventig tot nu toe en zijn rol daarin. Hij was altijd geïnteresseerd in heftige situaties als crisissen, vechtscheidingen en huiselijk geweld, en zocht daarbij het perspectief op het snijvlak van het individu, diens relaties en de maatschappij. Zo bedacht hij de in zwang gekomen term ‘zorgmijders’. Hij beschreef zijn eigen werkwijze, waarbij hij steeds eerst een kader schiep waarbinnen de hulp moest plaatsvinden. ‘Moest’ ja, want het motto was: ‘Zo zit het, en zo doen we het.’ En dat zonder de expert te willen zijn. Steeds met vragen over de verwijzer, het waarom en het moment van de verwijzing. Gezinsleden wilde hij zowel bevestigen als uitdagen. Meerdere projecten kwamen aan bod, zoals de groepen voor ouders van psychotische jongeren en de formalisering van de feedback, evenals zijn promotie in 2017 op de vraag of feedback door cliënten de kwaliteit van handelen door de professional nu wel zoveel verbetert. Zo bracht Van Oenen een keur aan bevindingen en ervaringen naar voren die hij door de jaren heen had opgedaan. Uiteindelijk was zijn conclusie dat therapie ongrijpbaar is en nooit goed genoeg. Met zijn in 2019 verschenen boek Het misverstand psychotherapie heeft hij dit nogmaals onderstreept. Van Oenen wisselde zijn betoog af met humoristische en hilarische showelementen, waarin hij zijn andere talenten toonde, zoals zijn vermogen op de rand van een stoel op zijn hoofd te gaan staan. Van Oenen sloot af met een door hemzelf op de gitaar begeleid liedje over zijn afscheid.
Het was een mooi symposium, met sterke optredens van zijn jongere collega’s en van Van Oenen zelf. Daarbij kwamen nieuwe inzichten naar voren. Laten we hopen dat we nog van hem zullen horen, zo’n multitalent zien we niet vaak.
Literatuur
- Oenen, F.J. van (2019). Het misverstand psychotherapie. Boom.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden