Autisme ver-beeld-en
Samenvatting
Thomas Fondelli & Isabelle Niset (2019).
Eppo. 60 pp., € 21,50
ISBN 9789462671690
Het aantal boeken over autisme is omvangrijk. Het merendeel van het aanbod is theoretisch en diagnosegericht. Daarbij wordt autisme vooral primair benaderd als een individueel probleem. Veel van het huidige behandelaanbod is dan ook gericht op het bieden van psycho-educatie aan het individu en zijn omgeving en op het trainen van vaardigheden. Er is nog steeds weinig literatuur voorhanden over autisme en systeemtherapie. Toch krijgen we als gezinstherapeut vaak te maken met gezinnen waarbij minstens een gezinslid de diagnose van autisme heeft gekregen. We merken en weten dat de effecten van het autisme op het hele gezin groot zijn. En omgekeerd dat ook het gezinsfunctioneren invloed heeft op het autisme. En dan is de vraag welke literatuur ons systemisch verder op weg kan helpen?
Het boek Autisme ver-beeld-en van Thomas Fondelli en Isabelle Niset is een atypisch boekje over autisme. Het geeft een vooral beeldende kijk in wat er onder autisme kan verstaan worden. Wat het boek sterk en uniek maakt is dat de beelden werden gecreëerd door kinderen en jongeren met een diagnose van autisme, allen tussen de tien en zestien jaar oud. In samenwerking met de Hogeschool West-Vlaanderen (HOWEST) werd onderzoek gedaan naar de wijze waarop kinderen en jongeren hun autisme zouden beschrijven. Daarbij werd ook in beeld gebracht hoe ze hun autisme of aspecten ervan ervaren. In het boek werden de resultaten gebundeld.
Thomas Fondelli is klinisch psycholoog en systeemtheoretisch psychotherapeut. Als psycholoog is hij verbonden aan het Zeepreventorium in de leefgroep voor adolescenten met obesitas in De Haan. Hij is werkzaam als vormingsmedewerker bij Autisme Centraal in Gent en bij de Interactie-Academie te Antwerpen. Daarnaast werkt hij in psychotherapiepraktijk De Dam in Moerkerke, België. Isabelle Niset is bachelor toegepaste psychologie. Ze werkt bij Ma Petite Ecole, een Franse privéschool, waar ze op een creatieve manier de Franse taal aanleert aan kinderen.
Het boekje Autisme ver-beeld-en oogt als een kindervoorleesboek. Het kleurrijke omslag en het vierkante formaat geven het een aantrekkelijke vorm. Het is opgebouwd uit twee delen. Het eerste deel bevat achtergrondinformatie over de totstandkoming van het boek en een handleiding over hoe met het boek aan de slag te gaan. Het tweede deel is een bundeling van de beelden, voorzien van een verduidelijkende tekst. De auteurs hopen ouders, leerkrachten en hulpverleners door middel van de beelden te inspireren om een rijker en meer doorleefde visie op autisme te ontwikkelen. Ze willen hen ertoe aanzetten om met kinderen met autisme in gesprek te gaan en samen te zoeken naar een beeld dat past bij hun beleving. De auteurs beseffen dat beeldend spreken niet voor alle kinderen met autisme zal aanslaan. Ze benadrukken eveneens dat de kinderen en jongeren over een bepaald verbaal begripsniveau dienen te beschikken om beeldtaal te kunnen begrijpen en gebruiken. Tot slot klinkt de waarschuwing dat niet iedereen met een diagnose van autisme een beelddenker is.
De auteurs willen een context creëren waarin kinderen en jongeren met autisme de kans krijgen met hun eigen woorden en aan de hand van hun eigen beelden, iets over hun beleving van autisme te delen. Immers, zo staat te lezen: ‘Een beeld zegt meer dan duizend woorden’ (p. 6). Een beeld laat toe dat we iets op verschillende manieren nieuwsgierig kunnen bekijken en bevragen. Het biedt ruimte om anders te kijken en na te denken over ervaringen en zo creatief om te gaan met de zorgen erover. Een beeld kan verbindend werken omdat we er ons in kunnen herkennen.
Het leunt meer aan bij subjectieve ervaringen dan wanneer we het hebben over woorden die het anders-zijn benadrukken. Vanzelfsprekend moet er eerst veiligheid gecreëerd worden, vooraleer we kinderen kunnen stimuleren om hun beelden te durven delen.
De auteurs vestigen daarvoor de aandacht op twee belangrijke basisattitudes: nieuwsgierigheid en openheid. Om een actief nieuwsgierige houding aan te nemen wordt verwezen naar de attitude van de journalist, zoals door Michael White (2007) omschreven. De hulpverlener dient zich te richten op de binnenkant van de jongeren, op hoe ze hun autisme ervaren. Daarnaast is nodig zich nieuwsgierig op te stellen naar wat er zich tussen de jongeren en de hulpverlener afspeelt. Er is openheid nodig om stil te staan bij wat er gebracht wordt. Dit is anders dan bij psycho-educatie waarbij er eerder expliciterend en corrigerend wordt opgetreden vanuit een expertpositie.
De auteurs geven aan dat er verschillende manieren bestaan om kinderen en jongeren te helpen zich een beeld te vormen van hoe ze hun autisme beleven. We dienen als hulpverleners tegelijk ook goed te luisteren. Want soms gebruiken kinderen spontaan beeldspraak om te verwoorden wat ze ervaren. Door hier oor voor te hebben en er nieuwsgierig naar door te vragen, kan er samen een beeld geconstrueerd worden.
Een andere manier om tot beelden te komen is er expliciet naar te vragen. In het boek worden daarvoor vier stappen aangegeven. De eerste stap bestaat uit het verduidelijken dat we niet zomaar bij elkaar kunnen binnenkijken. De tweede stap behelst de introductie van de beeldtaal middels een aantal voorbeelden. De derde stap is te vertellen dat we nieuwsgierig zijn naar hoe autisme bij hen aanvoelt en ook waarom we nieuwsgierig zijn. Daarbij staat centraal dat autisme door verschillende mensen op verschillende manieren ervaren wordt. Vervolgens wordt de vraag gesteld waarmee zij zelf hun autisme zouden vergelijken opdat we hen wat beter kunnen begrijpen. En ten slotte worden er bij de vierde stap verdiepende vragen gesteld. De auteurs voegen toe dat er een zekere bereidwilligheid nodig is bij de jongere om over het autisme te willen praten.
In het tweede deel van het boekje zijn de verschillende beelden weergegeven. Elke bladzijde toont een beeld, met een titel en tekst ter verduidelijking. Dit maakt de werkwijze overzichtelijk en het doet denken aan een kunstboekje. Het eerste beeld is door een elfjarige gemaakt en heeft als titel: ‘Mijn autisme is als een drivein’ (p. 22). De begeleidende tekst licht toe dat dit kind het autisme beleeft als een drive-in zoals bij de McDonalds, waarbij alle auto’s op hun beurt moeten wachten. Er is telkens een auto per keer aan de beurt. Als er twee auto’s tegelijkertijd hun bestelling willen afhalen, ontstaat er een botsing en chaos. Dit is een krachtig beeld om uit te drukken dat er maar een ding tegelijkertijd afgewerkt kan worden. Een ander voorbeeld van een twaalfjarige heeft als titel: ‘Mijn autisme gedraagt zich soms als een dier’ (p. 24). Daarbij staat er een olifant afgebeeld. Er staat uitgelegd dat mensen situaties begrijpen omdat ze erover kunnen nadenken en dat ze ook met elkaar kunnen praten om van elkaar te leren. Dieren kunnen dat niet. Ze doen wat ze gewoon zijn te doen. Een dier doet ook liefst wat het gewoon is. Als er iets verandert, is hij van slag. Dan probeert hij zich te beredderen met de beperkte middelen die hij heeft’ (p. 24).
Het boekje biedt inspiratie voor het werken met beeldtaal en metaforen in de begeleiding van kinderen en jongeren met autisme. Het biedt ook een opening om samen met een gezin in gesprek te gaan over hoe het autisme eruit zou kunnen zien en om de effecten van het autisme op de andere gezinsleden breder te gaan verkennen.
Deze ervaringsgerichte, creatieve benadering wijkt af van de gangbare methodieken die voorhanden zijn over autisme. Toch wordt het autisme van het kind naar voren geschoven als centraal uitgangspunt. Als systeemtherapeut mis ik de bredere samenhang en de gezinsverbanden die de klachten op de voorgrond houden. Het blijft dus een uitdaging om het begeleidingswerk verder systemisch te verrijken, navigerend tussen het autisme en de bredere contexten.
Literatuur
- White, M. (2007). Maps of narrative practice. W.W. Norton & Company.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden