Relatietherapie: een vak apart – Op zoek naar een integratief model
Samenvatting
May Michielsen & Jan Lens (2022). Pelckmans Uitgevers. 223 pp., € 30,00
ISBN 9789464018950
Blij verrast ben ik met de uitgave van een nieuw Nederlandstalig boek over partnerrelatietherapie. Het boek is geschreven door May Michielsen en Jan Lens. Zij zijn een paar sinds 1986 en brachten sindsdien vier kinderen groot in een samengesteld gezin en werkten – veel samen maar ook afzonderlijk – als relatietherapeut en als opleider. De laatste tien jaar van hun loopbaan geven zij als duo een opleiding relatietherapie in Antwerpen en Utrecht. En nu brengen beiden dus samen een boek uit, met bovenstaande aansprekende titel.
Dat relatietherapie een apart vak is, kan volgens de auteurs op twee manieren gelezen worden. Het is een apart vak in de betekenis van bijzonder: soms pijnlijk, boeiend, uitdagend en ook vaak hartverwarmend. En het is een apart vak in de betekenis van een eigen specifiek vak met eigen theorie en eigen vaardigheden. De auteurs winden er in de inleiding geen doekjes om, het is ook een moeilijk vak. Tussen paren ontstaan vaak hooglopende emoties en escalaties in de therapiekamer die moeilijk te doorbreken zijn.
Michielsen en Lens willen in dit boek, overstijgend aan specifieke modellen – ze noemen daarbij kort de grote toeloop die de EFT kent – aandacht geven aan de specifieke moeilijkheden van relatietherapie waarmee elke relatietherapeut worstelt. Relatietherapie vraagt volgens hen een brede integratieve benadering en het verwerven van een aantal vaardigheden die te maken hebben met de actieve en directieve positie van de therapeut. Dit integratieve uitgangspunt is hetgeen mij in de titel al aansprak: relatietherapie als een vak apart dat meer behelst dan één specifiek model.
Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel heet ‘Basisuitgangspunten en het belang van een goede start’. In het eerste hoofdstuk wordt aandacht besteed aan belangrijke basisvaardigheden van een relatietherapeut: het op een collaboratieve manier leiding nemen over het proces; het wisselend partij zijn voor alle leden van de context (aanwezig en niet aanwezig), met als uitgangspunt dat het paar een circulair systeem is waarin beiden in principe evenveel invloed hebben; sensitiviteit voor gender- en cultuurverschillen; en het belang van zelfreflectie en innerlijke dialoog van de therapeut. De auteurs beschrijven de veranderde kijk op – en invulling van – partnerrelaties gedurende de vorige eeuw binnen onze westerse cultuur, met als nieuwe grondprincipes intimiteit en gelijkwaardigheid. Zij gaan daarbij dieper in op de begrippen differentiatie en hechting. Zoals een integratieve kijk verlangt, wordt zowel het belang van differentiatie zoals door David Schnarch (1997) beschreven (de bekwaamheid om een sense of self te behouden ook in belangrijke en verbonden relaties) als het bevorderen van een veilige hechting tussen de partners zoals Sue Johnson beoogt, essentieel geacht. Partners moeten leren hun eigen pijnlijke emoties te verdragen en te reguleren en die niet omzetten in aanval of terugtrekking. Als partners te veel op elkaar leunen voor troost, geruststelling of waardering, is er te weinig differentiatie mogelijk. In een relatietherapie is het dus zoeken naar een balans tussen voldoende zelfregulatie en voldoende toegankelijkheid en emotionele steun van de partners voor elkaar.
Michielsen en Lens beschrijven vervolgens de groeicirkel van Schnarch (1997), waarin elke langlopende relatie wisselende periodes van stabiliteit, rust en veiligheid kent, én van verandering, instabiliteit en onveiligheid, nodig voor ontwikkeling en groei.
In de volgende twee hoofdstukken lichten de auteurs voorwaarden toe om een goede start te maken. Ze beschrijven kort een systemische visie op partnergeweld, psychopathologie en trauma en de plek (soms zinvol, soms juist niet) van individuele sessies binnen een relatietherapie, en hoe om te gaan met vertrouwelijkheid van informatie. Vervolgens wordt uiteengezet hoe zij de intake vorm geven en een ‘contract’ met het paar opstellen.
Verrassend voor mij – en zeker anders dan ik zelf gewoon ben te doen – is het starten met een sessie van een halve dag waarin zij eerst anderhalf uur met het paar spreken, daarna met hen apart gedurende drie kwartier en dan nog in een gezamenlijke afsluiting. Voorafgaand aan deze lange intake, heeft het paar ook al een uitgebreide vragenlijst ingevuld. De informatie die verzameld wordt tijdens deze eerste lange sessie, wordt door de therapeuten samengebracht in een evaluatiemodel. Dit model, dat de auteurs het ‘bouwwerk van de relatie’ noemen, wordt gebruikt om samen met het paar een evaluatie te maken van de stand van zaken van hun relatie. Het bouwwerk van de relatie is gebaseerd op the sound relationship house van Gottman en Gottman (2012), met nog enkele aanvullingen van Michielsen en Lens zelf. De tijd, de zorgvuldigheid en de brede kijk die deze eerste fase behelst, met als uitkomst een gezamenlijk ‘contract’, getuigt zeker van een zorgzame en gedegen start. Hoewel ik niet weet of ik de procedure op dezelfde manier zal gaan doen, heeft het me wel geïnspireerd en weer nieuwe ideeën aangereikt.
Het tweede deel bestaat uit vier hoofdstukken en beschrijft het therapeutisch proces. Dit deel is gebaseerd op de reeds bestaande integratieve multi-level approach van Scheinkmann (2008). Haar meerlagenmodel is ook voor mij al jaren, als relatietherapeut en als opleider, een beproefde routekaart en houvast voor het therapeutisch proces. Het model biedt volgens Michielsen en Lens voldoende structuur en openheid om eigen integratie in onder te brengen. Zij werken in de vier hoofdstukken die volgen op een overzichtelijke manier, ondersteund door een casus, de vier lagen uit. Het vertrekpunt van de therapie is het probleem zoals beschreven door elk van de partners en zoals het deel uitmaakt van het patroon van reactiviteit en escalatie dat het paar klemzet. Dan volgen: (1) de-escalatie van de interactie, (2) het opsporen en aanpakken van bronnen van stress en steun, (3) het doorwerken van de intrapsychische kwetsbaarheden en overlevingsstrategieën, en (4) het paar binnen een intergenerationele dynamiek. Het meerlagenmodel wordt mooi uitgediept en recht gedaan, hetgeen Michele Scheinkman zelf ook in het nawoord onderschrijft.
Dit boek van Michielsen en Lens is helder van taal en structuur. Het geeft een gedegen overzicht van wat het werken met paren inhoudt. Het is zeker integratief: theorieën en interventies van Schnarch, Gottman, Greenberg, Johnson, Scheinkman, Boszormenyi-Nagy en andere vakgenoten worden organisch met elkaar verbonden. Ik ben het eens met de bewering van Alfons Vansteenwegen in zijn voorwoord, dat het een mooi en goed leesbaar boek is over de realiteit van de partnerrelatietherapie. Ik deel niet zijn stellingname dat het getuigt van een volkomen originele aanpak van deze therapievorm. Origineel is het boek naar mijn mening zeker niet. Juist de jarenlange ervaring met deze therapievorm maakt het boek waardevol. Het is daarom niet origineel, maar wel beproefd. Het is een goed boek voor beginnende relatietherapeuten en zeer geschikt voor opleidingsdoeleinden en een aanwinst voor het Nederlandstalig vakgebied.
Literatuur
- Gottman, J., & Gottman-Schwarz, J. (2012). Bridging the couple chasm [Syllabus Level I, Gottman couple therapy]. The Gottman Institute.
- Scheinkman, M. (2008). The multi-level approach – A roadmap for couples’ therapy. Family Process, 47(2), 197-213.
- Schnarch, D. (1997). Passionate marriage – Love, sex and intimacy in emotionally committed relationships. W.W. Norton & Company.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden