Over de kracht van systeemtherapeutisch werk
Samenvatting
Symposium georganiseerd door de NVRG voor systeemtherapeutisch werkers en systemisch counselors
[Breda, 9 juni 2023]
Dagvoorzitters Wilco Kroon, werkzaam bij Euthopia, en Karina Fatehmahomed, systeemtherapeutisch werker bij FamilySupporters, laten op een zonovergoten dag het symposium in de sfeervolle Sacramentskerk te Breda op een carnavaleske manier starten. Zo maken ze meteen duidelijk dat ernst en luim op deze dag hand in hand mogen gaan. Het afstuderen van een eerste generatie systeemtherapeutisch werkers, die in België systemisch counselors worden genoemd, is de aanleiding voor dit feest. De dagvoorzitters vatten meteen ook de belangrijkste thema’s samen in twee woorden: validatie (welke specifieke kwaliteiten hangen samen met het beroep van systeemtherapeutisch werker?) en innovatie (wat zijn vernieuwende handvatten voor systeemtherapeutisch werkers?). Opnieuw leggen ze daarbij de nadruk op ontmoeting en het vinden van inspiratie bij elkaar.
De lichte toon van de voorzitters wordt overgenomen door de eerste keynotespreker, gepensioneerd arts en psychotherapeut Flip Jan van Oenen, die aan de hand van hilarische typetjes zoals professor dokter Shotter Bakkenbruin en motivational coach Spitsdrijver de draak steekt met het ingewikkelde systeemtheoretische vakjargon. Na een kort overzicht van studies over wat werkzaam is in therapie, komt hij tot een nuchtere en bescheiden omschrijving van (systeem)therapie als ‘improviseren op basis van optimaal onderbouwde onwetendheid’. Daarbij komt het erop aan om in moeilijke situaties gewoon te blijven doen en de cliënt zowel te bevestigen als uit te dagen. Van Oenen ziet dan ook veel voordelen aan het statuut van systeemtherapeutisch werker: gewoon doen is gemakkelijker, minder last van theoretische ballast, minder beladen verwijzing (geen ‘therapie’) en een werkcontext die meer uitnodigt tot aansluiting. Al zijn er voor hem ook nadelen tegenover ‘echte’ systeemtherapeuten: lastiger om los te komen van een lineaire invalshoek, er niet bij horen, minder status, risico op zelfonderschatting. Tot slot keert Van Oenen echter toch terug naar zijn adagio ‘hou het simpel’ en laat hij de hele zaal meescanderen: ‘Punt uit! Ik ben systeemtherapeut!’
Daarna is het de beurt aan Robert van Hennik, systeemtherapeut bij het Lorentzhuis en, zo benadrukt hij, maatschappelijk werker, net als zijn grote voorbeelden Jay Haley en Michael White. Hij klaagt aan dat systeemtherapeutisch werkers minder kansen krijgen om door te groeien binnen organisaties en dat ze, als ze wel doorgroeien, betaald worden als bachelor. Daarnaast beschrijft Van Hennik aan de hand van een casus hoe hij zich in complexe situaties laat leiden door een systemisch kompas dat zich richt op het betrekken van betekenisvolle netwerken, die hij collaboratieve leergemeenschappen noemt. Hij hoedt er zich steeds voor om meteen naar de inhoud van het probleem te gaan – dit leidt immers alleen maar tot het geven van adviezen en cliënten die zich niet gehoord voelen – en kijkt eerst naar de context. Hij vraagt zich af: ‘Wie is er allemaal bij het probleem betrokken en hoe kunnen we deze mensen laten samenwerken rond het probleem?’ Van Hennik toont een filmpje waarin een verloren gelopen kind dankzij omstanders zijn vader terugvindt. Het is voor hem een illustratie van vier belangrijke waarden: collectieve actie, spontaniteit, onherhaalbaarheid en de kracht van de ouder-kindrelatie. Hoe problemen zich oplossen blijft volgens Van Hennik steeds een beetje een mysterie. Je kan de oplossing niet plannen, ze ontstaat spontaan vanuit het systeem.
De laatste spreker van de dag is Sabine Vermeire, psychotherapeut bij de Interactie-Academie. Ze staat momenteel volop in de belangstelling dankzij haar boek Unravelling trauma and weaving resilience with systemic and narrative therapy (2023). Vermeire doet waar ze goed in is. Aan de hand van sprekend videomateriaal neemt ze ons op een bevlogen manier mee in een casus. Deze keer is dat het verhaal van Rani, een meisje dat hele dagen huilt om het verlies van haar mama en haar broer. Wanneer Vermeire tijdens een interview twee stoelen bijschuift om de geliefden aanwezig te maken, zie je het gezicht van Rani opklaren. Vermeire gebruikt voor de levensweg van cliënten de metafoor van een rivier. Op een zeker moment belanden ze in een kolkend stuk van de rivier. Ze zijn daar niet alleen in terechtgekomen, maar samen met veel andere mensen die aan hen trekken en duwen. Er is niet veel nodig om daar als systeemtherapeutisch werker in meegetrokken te worden. Als je overeind wilt blijven in dergelijk woelig water, moet je stevig in je schoenen staan en jezelf bewust zijn van alle perspectieven en posities. In dergelijke complexe situaties is het belangrijk om vanaf het begin ‘iets anders’ te doen. In het geval van Rani betekent dat haar betrekken als actieve participant in de reis die ze zal ondernemen en zo via coresearch haar sense of agency versterken (Vermeire, 2023). Of met andere woorden: Rani zo snel mogelijk op de oever krijgen zodat ze van daaruit naar de kolkende rivier kan kijken.
In de namiddag hebben de deelnemers de keuze tussen verschillende workshops. Ik sluit eerst aan bij ‘Obstakels en andere moeilijkheden op de onderzoekstafel’, waarin Sabine Vermeire – samen met Jorinde Dewaelheyns, gezinscounselor – verder bouwt op het verhaal dat Vermeire in de voormiddag heeft verteld. Ze laten zien hoe ze creatieve, narratieve methodieken inzetten die voor openingen kunnen zorgen in complexe casussen. Dat kan bijvoorbeeld door onverwachte vragen voor te leggen aan mensen die verwachten dat ze over hun problemen moeten komen vertellen, zoals: ‘Wat is je lievelingsdier?’, of door betekenisvolle momenten in beeld te brengen door het tekenen van een levensrivier met steentjes (lastige herinneringen) en knopen (deugddoende herinneringen), door gebruik te maken van duplopoppetjes of door te werken met kralen. Steeds weer is het daarbij belangrijk te vragen wie er op deze momenten toe deed en zicht te krijgen op het team of support van de cliënt. Vermeire en Dewaelheyns zetten ook hun publiek aan het werk. Zelf word ik daarbij opnieuw verrast door het effect van de vraag: ‘En wat zou de ander bij jou waarderen?’ Het verhoogt mijn veerkracht direct.
Ik heb de indruk dat er de laatste tijd in het systeemtheoretisch veld een vergrote aandacht is voor het lichaam. Tijdens dit symposium neem ik deel aan de workshop ‘Systeemtherapeutisch werken en psychomotore therapie, communicatie binnen het gezin’ van Marjolijn Stomps, systeemtherapeutisch werker en Lieve De Kinderen, psychomotorisch therapeut. Zij nemen ons mee in drie eenvoudige oefeningen. De eerste oefening is in tweetallen, waarbij de een de hand op de schouder van de ander legt en achtereenvolgens moet volgen, leiden en loslaten. De tweede oefening is een rollenspel waarin een groep van vier een oversteek moet maken, eerst met het gebruik van woorden, daarna zonder. Ten slotte is er opnieuw een gewaarzijnsoefening in tweetal waarbij de een de hand op de arm van de ander legt. De oefeningen laten je telkens aan den lijve ervaren wat de kracht van non-verbale afstemming kan zijn. Dat ze zonder veel aanpassingen ingezet kunnen worden in het werken met gezinnen, is mooi meegenomen.
Het symposium wordt met een bingo die iedereen uitnodigt om nieuwsgierige vragen aan elkaar te stellen, even feestelijk afgesloten als het werd ingezet. Onderweg naar huis denk ik in de door de zon verhitte auto nog na over wat dan precies het verschil tussen een systeemtherapeut en een systeemtherapeutisch werker zou kunnen zijn. Ik denk terug aan mijn opleiding tot counselor waarin Lieve Cottyn van de Interactie-Academie het vaak had over ‘tussendoor’ werken: het inzetten van systeemtheoretische ideeën in het spreken en doen met cliënten, terwijl je met andere dingen bezig bent. Een verfrissende gedachte die me zin geeft om na het weekend weer in de kolkende rivier te springen.
Literatuur
- Vermeire, S. (2023). Unravelling trauma and weaving resilience with systemic and narrative therapy. Routledge.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden