Bevangen van systeemtherapie door een cliënt die gevangen zat in haar systeem
Samenvatting
In het laatste jaar van mijn specialistische opleiding tot klinisch psycholoog werkte ik op een klachtgerichte, klinische afdeling voor volwassenen met complexe angstproblematiek. Daar werd ik regiebehandelaar van Selin, een jonge vrouw van tweeëntwintig jaar, afkomstig uit een Turks gezin, die werd aangemeld met forse, invaliderende dwangproblematiek. De dwang was zo ernstig dat Selin zichzelf niet meer kon verzorgen en niet in staat was om nog zelfstandig te functioneren. Haar ouders verschoonden haar, wasten haar en begeleidden haar over straat uit vrees dat zij midden op de weg in dwanghandelingen verstrikt zou raken. Het systeem van Selin speelde duidelijk een belangrijke rol in haar klachten en ik was op zoek naar inbreng voor systeemsupervisie. Ik besloot het systeem uit te nodigen.
Op het eerste systeemgesprek kwam ze met haar ouders en een zus. Een andere zus was via beeldbellen aanwezig. Het gezin vertelde hun verhaal, over een boze buurman die het gezin al jaren bedreigde en met name vader de stuipen op het lijf joeg. Vader besloot zijn dochters te beschermen en hen heel dicht bij zich te houden. Immers, hij had ‘liever een kind dat wordt beperkt in haar vrijheid, dan een dood kind’. Met zes dochters was hij uiterst kwetsbaar, zo vertelde vader. Hij was ‘niet echt een man’ omdat hij geen zonen had kunnen verwekken en was daarom belast met de zware taak zijn dochters te beschermen. Vader zorgde ervoor dat zijn dochters zich niet zonder zijn toezicht buitenshuis begaven. Hij bracht en haalde hen van en naar school, en in huis controleerde hij ramen en deuren voordat zij gingen slapen. Toen zijn dochters in de puberleeftijd kwamen, wisten zij zich allen uit vaders beschermende greep te bevrijden, met uitzondering van mijn cliënt. In tegenstelling tot haar zussen bleef Selin veelal thuis bij vader en moeder, sprak zij niet af met vriendinnen en had zij geen contact met jongens. Selin had geen vrijheid, maar enkel dwang in haar leven, zo was de conclusie van dit eerste systeemgesprek. Selin merkte op dat zij ‘altijd naar papa had geluisterd’ en ‘dacht dat het verlangen naar vrijheid slecht was’.
In systeemsupervisie bekeek ik dit gesprek nog eens vanuit enkele systemische perspectieven. Vanuit het structurele perspectief bezien was het gezin van Selin een kluwengezin, met diffuse grenzen binnen het gezin en zeer rigide grenzen naar buiten toe. Vanuit het narratieve perspectief was de dreigende, boze buurman verworden tot een inperkend narratief om de kluwen te legitimeren waarmee dit Turkse gezin zich staande hield in de Nederlandse samenleving. De boze buurman stond symbool voor de grote, boze buitenwereld waartegen het gezin beschermd moest worden. Vanuit het gehechtheidsperspectief gezien was er sprake van een angstig-vermijdende hechtingsstijl. Mijn cliënt was bang om door haar vader afgewezen te worden en gebruikte haar totale regressie om loyaal te kunnen zijn aan haar angstige vader. Vanuit het gezinsontwikkelingsperspectief liep het gezin vast in de ontwikkelingstaak van deze levensfase: het in verbinding ‘loslaten’ door de ouders en vormgeven aan een zelfstandig leven door Selin. De autonomieontwikkeling van Selin was vastgelopen omdat zij dacht dat autonomie slecht was. Het begrip autonomieontwikkeling is cultureel gekleurd vanuit een westers referentiekader en doet aannamen over het loskomen van de invloeden van familie die niet vanzelfsprekend zijn in een niet-westerse cultuur (Savenije et al., 2014). Selins ouders durfden haar niet meer in vertrouwen los te laten omdat zij Selin niet zagen als een volwassene, maar als een tweeëntwintigjarige baby die volledig van hen afhankelijk was. Vanuit het communicatieve perspectief bleek hoe in de interactionele cycli in dit gezin de dwangstoornis een manier was waarop Selin contact maakte met haar gezinsleden.
Het eerstvolgende systeemgesprek ging over autonomie (in de taal van het gezin noemden we het ‘vrijheid’). Alle vijf haar zussen waren bij dat gesprek aanwezig, net als beide ouders en Selin. De zussen vertelden dat zij allen op hun eigen manier hadden gekozen voor hun vrijheid, ‘op een manier zoals papa het goedkeurde’ door te trouwen met een Turkse jongen van een goede partij óf ‘zoals het niet hoorde’ door op kamers te gaan en te studeren. Daarop verdedigde vader zich: hij had zijn dochters ‘best wel op een Nederlandse manier los willen laten maar ze zouden dan door Turkse mensen veroordeeld worden’. Selin gaf aan dat zij bang was ‘fouten te maken en daarom de slechte dingen was gaan vermijden’. Ze was daarom naar eigen zeggen haar ‘leven niet ingestapt’, maar had vanaf ‘de zijlijn toegekeken’ hoe haar zussen hun leven leidden. Het leek haar best leuk om net als haar zussen met vrienden af te spreken en erop uit te gaan. Vervolgens moedigde vader haar aan om haar eigen leven te gaan leiden en fouten te gaan maken zodat zij daarvan kon gaan leren.
Intermezzo cultuur
Selins ouders konden zich niet committeren aan een angstbehandeling waarin de cliënt zelfstandig aan de slag ging met exposureoefeningen. Vanuit een westerse cultuur gezien is het doel in behandeling veelal het vergoten van de zelfredzaamheid, maar begrippen als autonomie, zelfredzaamheid en zich ‘losmaken’ van ouders bleken in de Turkse familiecultuur een geheel andere betekenis te hebben. In gezinnen met een migratieachtergrond kan grote dualiteit ontstaan als er thuis regels, gedragingen en omgangsvormen worden aangehouden uit het land van herkomst en het gedrag buitenshuis wordt aangepast aan het gastland (Jessurun & Warring, 2018). Cultuursensitief maatwerk van het behandelaanbod bleek noodzakelijk.

Figuur 1. Tekening van Selin
Tegelijkertijd wilden beide ouders niet dat Selin zonder begeleiding de kliniek zou verlaten, zo gaven zij op het einde van het gesprek aan. Na dit systeemgesprek maakte Selin een tekening van een kooitje waarin zijzelf als een vogeltje gevangen zat bij twee andere vogels die haar ouders representeerden, terwijl buiten het kooitje haar vijf zussen vlogen in vrijheid.
In systeemsupervisie bespraken we het dilemma waarin Selin verstrikt leek te zijn geraakt: enerzijds verlangde zij naar autonome ontwikkeling en anderzijds wilde zij de verbinding met en loyaliteit naar haar ouders niet verstoren. De dwangstoornis leek de oplossing te zijn geworden voor dit dilemma: zelf bepalen én verbonden in verzorging. Om de ouders in de hiërarchie van het oudersysteem te versterken en met hen te onderzoeken hoe zij samen hun dochter meer ruimte konden geven, nam ik me voor in het volgende systeemgesprek enkel de ouders te zien. In datzelfde gesprek wilde ik de culturele context nader verkennen en onderzoeken hoe je autonomie vormgeeft in de Turkse familiecultuur.
Persoonlijk intermezzo
Als echtgenote van een Italiaanse man weet ik hoe remmend zijn familiecultuur kan zijn op mijn autonome behoeften. Bij familiebezoek in Italië laat ik mij ten bate van de harmonie een paar dagen overmatig verzorgen en vertroetelen: dit is de vorm waarin mijn schoonouders hun liefde voor ons laten zien. En ik voel weinig ruimte dat niét te ontvangen. Een eigen koers varen is omzichtig laveren in deze familie.
Vader vertelde over hoe hij was opgegroeid in een Turks bergdorp. Zijn eigen vader was afwezig omdat hij als gastarbeider in Nederland werkte en daarom was hij als oudste zoon verantwoordelijk voor het gezin. Zijn jongere broer verdronk, vermoedelijk door het toedoen van dorpsgenoten die afgunstig waren op de welvaart van het gezin. Ook liep zijn zus van huis weg met een man, waardoor alle zussen in diskrediet raakten en het gezin werd verstoten uit de dorpsgemeenschap. Vaders vader werd bang dat ook vader vermoord zou worden en haalde hem daarom naar Nederland. Door deze trauma’s in zijn voorgeschiedenis was vaders overbezorgde, dwingende houding nog beter te begrijpen.
Ondertussen lukte het Selin maar niet om zich te committeren aan de klinische behandeling: zij was vaak afwezig bij het behandelprogramma en zat dan op haar kamer te telefoneren met haar ouders en zussen. De impasse in haar behandeling leek een weerspiegeling van de impasse in haar autonomieontwikkeling.
In de systeemsupervisie bereidde ik een systeemgesprek voor waarin ik een empathische confrontatie zou aangaan met Selin en haar ouders. Het doel zou zijn dat Selin toestemming van haar vader en steun van haar moeder zou krijgen om haar vrijheid meer vorm te gaan geven.
Intermezzo parallelle processen
Als er onvoldoende voortgang en inzet is in de klinische behandeling, wordt overwogen om de behandeling te stoppen of de druk op gedragsverandering flink op te voeren. Dit systeem had echter meer tijd nodig om vertrouwen te krijgen in Selin opdat zij meer vrijheid kon gaan vormgeven. Daarbij konden we niet sneller gaan dan het systeem zou toelaten. Te veel druk op het systeem zou ertoe kunnen leiden dat het behandelteam ook zou worden geschaard onder de ‘boze buitenwereld’ en wij het systeem zouden kwijtraken.
Binnen het behandelteam merkte ik dat het steeds moeilijker werd mijn beleid ten aanzien van Selin en haar gezin te verdedigen. De cultuur van de instelling en de behandelvorm botsten toenemend met wat ik vond dat het systeem nodig had. Ik voelde mij steeds meer klem zitten. Hoe gaf ik vorm aan mijn loyaliteit naar zowel het team en de instelling, als Selin en haar gezin?
Selin laat het kooitje met de vogels aan haar ouders zien.
S (Selin) (huilt): ‘Het voelt niet goed dat ik nog steeds in dit kooitje zit, maar ik ben wel blij met de dingen die ik al heb bereikt sinds ik uit huis ben.’
V (Vader): ‘Houden wij jou tegen in je vrijheid?’
S: ‘Als jullie zeggen dat ik niet alleen mag wandelen of fietsen, dan doe ik dat niet.’
T (Therapeut): ‘Selin volgt jullie raad letterlijk op, daarmee bepalen jullie haar vrijheid. Jullie toestemming is voor Selin belangrijk om verder te kunnen komen. De beste manier om nu voor Selin te zorgen is door haar vrijheid te geven.’
V: ‘Ze mag van mij alles doen, maar de buurman zou haar nog steeds kwaad kunnen doen.’
T: ‘Dat is zo, maar hoe zal haar leven verdergaan als er niks verandert?’ Vervolgens exploreren we een toekomstperspectief over vijf, tien en twintig jaar mét en zonder dwang.
V: ‘Ik wil haar steunen in een toekomst zonder angst.’
T: ‘Wat kun je nu zeggen om haar te steunen?’
V (richt zich naar Selin): ‘Je mag je eigen keuzes gaan maken, daar ben je oud genoeg voor, je hoeft niet meer afhankelijk te zijn van mij, je moeder of zussen.’
T: ‘Wat zeg je dat mooi, vader. Volgens mij is het ook belangrijk voor Selin om te horen dat jij het goed vindt als zij haar eigen keuzes maakt, zeg dat maar tegen haar.’
V (wendt zich opnieuw naar Selin): ‘Jij woont in Nederland, bent hier geboren. Ik kom uit een ander land maar ik vind het goed als jij hier leeft zoals anderen. Je hoeft niet bang te zijn dat ik jou afwijs. Ik ben er altijd voor je, in goede en in slechte tijden.’ Selin huilt, vader ook.
S: ‘Het voelt fijn dat jij me als volwassene wilt zien. Ik ben bang dat je boos op me wordt als ik een fout maak en je dan minder van me houdt.’
V: ‘Je bent en blijft mijn dochter. Als je een fout maakt, kun je daarmee ook bij mij terecht.’
T: ‘Wat zie je nu in de ogen van je vader?’
S: ‘Een plek waar ik altijd kan knuffelen.’ Selin staat op om haar vader te omhelzen.
T: ‘Wat voel je in de omhelzing van je vader?’
S: ‘Dat alles oké is.’
Na dit ontroerende systeemgesprek leek er overeenstemming te zijn over het probleem en de benodigde oplossing. Selin vloog uit. Ze verliet de kliniek om de stad in te fietsen, te winkelen, naar haar zus in Amsterdam te reizen met de trein. Ze ging experimenteren met make-up en social media en nam zich voor om rijlessen te volgen en te starten met een opleiding. Haar ouders werden echter bang en remden deze voornemens af. In een volgend systeemgesprek besteedden we hier aandacht aan. Haar ouders durfden er niet op te vertrouwen dat Selin een opleiding zou kunnen afronden en vreesden een fikse studieschuld. Een veiligere manier om aan een opleiding te beginnen, zou zijn via maatschappelijke ondersteuning die haar zou kunnen begeleiden, zo redeneerden haar ouders. Selin gaf duidelijk aan dat zij liever aan een opleiding begon, en dat zij dit nodig had om gemotiveerd te blijven voor verandering.
Een dag later verdween Selin uit de kliniek zonder dat dit gemeld werd aan het behandelteam en daarna was zij dagenlang onbereikbaar. Daarmee schond zij de behandelafspraken van de kliniek dusdanig dat de verschillen niet meer overbrugbaar bleken. Toen er een afsluitend gesprek volgde, gaf Selin aan dat zij haar hoop had verloren, zich eenzaam voelde en daarom moeder had gevraagd haar op te halen. Ze vertelde ook dat zij verder wilde gaan met maatschappelijke ondersteuning en dagbesteding, zoals haar ouders dat hadden voorgesteld. Ik was teleurgesteld, een beetje opstandig ook en vond het verdrietig Selin zo te zien. Gelijktijdig realiseerde ik mij ten volle dat verbondenheid met de ander en autonomie vormgeven onlosmakelijk aan elkaar gekoppeld zijn. Vermoedelijk was Selin de verbondenheid met haar ouders verloren omdat zij zo ver was uitgevlogen in het vormgeven van haar autonomie dat zij haar ouders daarin was kwijtgeraakt. Selin had waarschijnlijk haar vrijheid weer opgegeven om de verbinding te herstellen en zodoende was zij teruggekeerd naar het kooitje van dwang en afhankelijkheid, zo was althans mijn interpretatie van wat er gebeurd was. Ik blijf met vragen achter: Hebben wij te veel van Selin en haar systeem gevraagd? Hebben wij voldoende afgestemd op de cultuurspecifieke aspecten in de presentatie van de problematiek? Hadden wij dóór moeten gaan daar waar we grenzen hebben gesteld? Of laat het systeem hiermee zien dat het te allen tijde een eigen tempo heeft waar het gaat over het evenwicht tussen stabiliteit en verandering?
Overwegingen
Deze casus heeft mij geleerd over de immense kracht van het systeem die we in een klachtgerichte behandeling structureel onderschatten. Ook leerde ik over de noodzaak van cultuursensitief vragen stellen en maatwerk bieden. Ik ben geboeid door de rijkdom aan narratieven die zich ontvouwen als je doorvraagt. De ontroerende interacties tussen de leden van het gezin hebben mij geraakt.
Terugkijkend op het proces met mijn systeemsupervisor
Achteraf heb ik in systeemsupervisie gereflecteerd op hoe de behandeling anders had kunnen gaan. Om de ambivalentie tussen ‘behouden en veranderen’ meer in beeld te brengen en te kunnen bewerken, had ik meer met de subsystemen ouders en Selin-zussen kunnen werken. Dat had kunnen bijdragen aan vertraging van het veranderproces en meer tijd voor differentiatie en onderhandeling opgeleverd. De ouders waren nog niet zo ver dat zij Selin in vertrouwen durfden los te laten en Selin had, wellicht samen met haar zussen, nog wat meer gesterkt en gestimuleerd kunnen worden in haar ontdekkingsreis naar vrijheid. Anderzijds had het stimuleren tot verandering bij Selin waarschijnlijk geleid tot meer belemmering van haar ouders. Het is een dunne lijn tussen stimuleren en forceren tot verandering.
Om de overeenstemming met de ouders over (het tempo van) de autonomieontwikkeling te kunnen bereiken had ik met hen terug kunnen gaan naar daar waar er nog wel overeenstemming was en op cultuursensitieve wijze verder kunnen onderzoeken wat autonomie en verbondenheid betekenen in hun niet-westerse cultuur. Het ontdekken van welke normen en waarden botsen met de westerse cultuur had richting kunnen geven aan een afweging tussen behoud van oude waarden en werken aan een nieuw gedragspatroon (Savenije et al., 2014). Ook had ik met de ouders kunnen bespreken hoe het voor hen was om het laatste kind voor wie nog gezorgd moest worden, los te laten. Om de ouders vervolgens te ondersteunen in het in verbinding loslaten, had ik belangrijke ‘gezagsdragers’ in kunnen schakelen, zoals een ouder familielid of een imam uit de geloofsgemeenschap (Tjin A Djie, 2003). Het maakte mij weer eens bewust van die systeemtheoretische basis van de eerste lessen in de systeemtherapie: complexe systemen streven naar zowel homeostase als verandering. Voldoende oog voor beide krachten is noodzakelijk.
Follow-upgesprek met de cliënt
Ook vond er een follow-upgesprek plaats met Selin ter reflectie op de behandeling. Zij kwam naar de kliniek en nam haar moeder mee. Ze waren blij om mij te zien: ik was inmiddels zwanger en moeder pakte mijn buik vast en sprak in het Turks gelukswensen uit voor mijn baby. Ze vertelden dat er van alles was veranderd sinds de behandeling in de kliniek. Selin functioneerde inmiddels een stuk zelfstandiger in haar zelfverzorging en hielp moeder mee in het huishouden. Ook koos zij vaker voor vrijheid door meer contact met leeftijdsgenoten en jongens, ze durfde hierover bovendien de discussie aan te gaan met haar vader. Uit de manier waarop het gesprek verliep, bleek dat de therapeutische relatie intact was gebleven. De overeenstemming over het behandeldoel werd deels zichtbaar in Selins ontwikkeling na ontslag uit de kliniek, maar deels waren we die ook kwijtgeraakt. Zo bleek ook in het huidige gesprek: ze verzochten om een verklaring dat Selin niet meer zou kunnen werken door resterende dwangklachten opdat zij een Wajong-uitkering (inkomensondersteuning die in Nederland wordt geboden aan jongeren die vóór hun achttiende of tijdens hun studie arbeidsongeschikt raken en niet meer kunnen werken) zou kunnen aanvragen en van een inkomen verzekerd zou zijn. Dat leverde een paradox op: door een uitkering zou Selin financieel vrij zijn, maar om de uitkering te kunnen ontvangen moest zij ziek blijven en kon zij het zich niet veroorloven om volledig klachtenvrij te worden. Ik gaf aan dat het niet mijn expertise was om arbeidsvermogen te beoordelen, maar beloofde hun alle informatie over de behandeling toe te sturen opdat zij hier gebruik van zouden kunnen maken bij de uitkeringsaanvraag.
Tot slot vroeg ik Selin om nog eens na te denken over wat zij wilde dat anderen zouden leren van een artikel over haar verhaal. Later verstuurde Selin haar antwoord per e-mail:
‘[A]ndere therapeuten kunnen zo zien hoe moeilijk het is en toch belangrijk is dat de familie erbij betrokken wordt, zodat de familie kan weten dat hun gedrag mijn leven beïnvloedt. En dat de familie vaak wel een betrekking heeft op het leven van de cliënt met hoe ze reageren of het gedrag van ze. En dat eerlijkheid en openheid een grote rol speelt van het beter worden. En ten slotte dat vertrouwen ook een groot rol heeft, want anders had ik het niet zo verteld kunnen hebben als ik jou niet vertrouwde.’
Over hoe het voor haar was om haar ouders en zus te betrekken bij de behandeling, schreef Selin:
‘[H]et was fijn en gaf mij een vertrouwd sfeergevoel om mij aan iedereen te laten begrijpen in wat voor probleem ik zat en waarmee het te maken had. Voor de behandeling was het wel zinvol en gemakkelijker dat mijn familie erbij betrokken was, want dan kon ik ze ook uitleggen dat ze mij minder vertrouwden en meer vrijheid moeten geven.’
Selin gaf aan dat zij graag meer tijd en steun had gekregen om zelfvertrouwen op te kunnen bouwen en eigen keuzes te durven maken. Toch had zij na de behandeling meer vrijheid verkregen:
‘[N]aarmate ik ouder word, besef ik dat het mijn leven is en ik me niet door anderen moet laten bespelen. Ik laat niemand meer mijn keuzes beïnvloeden en sinds kort kies ik voortaan zelf wat ik wil.’
Mijn systeemsupervisor Jeroen Bakker ben ik enorm dankbaar voor de begeleiding bij deze casus. Zijn steun, vertrouwen en bevlogenheid hebben mij gesterkt en geïnspireerd om me verder te ontwikkelen als systeemtherapeut.
Referenties
- Jessurun, C.M., & Warring, R. (2018). Verschillen omarmen – Transcultureel systemisch werken (2de druk). Coutinho.
- Savenije, A., Lawick, M.J. van, & Reijmers, E.T.M. (2014). Handboek systeemtherapie (2de geheel herziene druk). De Tijdstroom.
- Tjin A Djie, K. (2003). Beschermjassen – Een wijze van hulpverlenen waardoor ouders en kinderen uit wij-systemen worden ingebed in hun familie en cultuur. Systeemtherapie, 15(1), 17-39.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden