MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • De Praktijk
    • Onderzoek gesignaleerd
    • Reflecties
    • Discussie
    • Professie en Persoon
    • Congressen
    • Boeken (en zo)
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
    • Artikel indienen
    • Gebruik van artikelen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Proefabonnement
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over Systeemtherapie
    • Redactie
    • Adverteren
    • Open Access
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 28 (2016) / nummer 2
PDF  

Robert M. – Iedereen kent hem!?!

Een pleidooi voor gezamenlijk narratief over een geheim
Sacha Lucassen
1 september 2025

Samenvatting

De achtjarige Anne wordt door haar ouders aangemeld bij onze gespecialiseerde ggz-instelling in verband met zorgen over haar gedragsproblemen. Ze heeft veel boze buien en de aansluiting bij leeftijdgenoten verloopt niet goed. Zij wordt voornamelijk boos op haar ouders en haar broer. In haar ogen omdat haar broer haar te veel uitdaagt en omdat haar ouders te snel boos worden en ze ‘moet’ zoveel van ze.

Uit onderzoek blijkt dat er sprake is van een mozaïek van problemen. Anne heeft een aantal kenmerken van adhd en autismespectrum maar onvoldoende om te spreken van een stoornis. Eerder was al een ernstige vorm van dyslexie vastgesteld. Daarnaast heeft het gezin roerige tijden meegemaakt.

In december 2010, Anne was toen ruim zes jaar oud, kregen de ouders van Anne te horen dat Anne een van de slachtoffers was van Robert M. Het misbruik had plaatsgevonden van twee-en-een-half tot driejarige leeftijd. Zij zat destijds op de crèche het Hofnarretje waar Robert M. als groepsleider meer dan zestig kinderen seksueel misbruikt heeft. Haar ouders waren uiteraard zeer geschokt toen ze op de hoogte werden gesteld van het misbruik. Vervolgens waren er telkens stressvolle periodes als er weer rechtszaken waren. Zij hadden Anne en haar broertje wel uitgelegd dat zijzelf bij tijd en wijle erg gespannen waren en dat het niets met de kinderen van doen had. Anne wist echter niet waar het dan wel om ging en wist niets van het seksueel misbruik. Haar ouders hadden verder geen uitzonderlijke seksuele gedragingen bij Anne gezien.

 

Het dilemma in deze casus was dat ik graag, voordat ik verder ging met behandelen, het ‘geheim’ van het misbruik uit de wereld wilde hebben, terwijl Annes ouders daar veel vraagtekens bij hadden. Was ze niet te jong? Zou het haar juist schaden als ze wist wat er was gebeurd? Als je het vertelt, hoe vertel je het dan? Wat kan je verwachten aan reacties? Hoe reageer je daarop?

Deze reactie van ouders krijg ik vaak als het gaat om het onthullen van geheimen. Mijn ervaring is echter dat kinderen veel meer weten dan ouders denken en ook dat kinderen met hun grote fantasie vaak dingen veel erger maken dan ze in werkelijkheid zijn. Dat kinderen soms veel blijken te weten gold bijvoorbeeld voor Eva. De vierjarige Eva had alsmaar nachtmerries waarin haar overleden moeder met een (niet bestaand) zusje langskomt, daarnaast had ze ernstige separatieangst en slaapproblemen. Het bleek dat zij op de leeftijd van achttien maanden er getuige van was geweest dat haar vader haar hoogzwangere moeder had vermoord (Lucassen en Overdam, 2010).

Het idee dat kinderen te jong zijn om te begrijpen wat er is gebeurd en de angst dat het hen te veel kan worden, lijkt niet alleen bij ouders, maar ook bij de hulpverleners zelf te leven. Ongeveer dertig jaar geleden werd het onthullen van een geheim en het openlijk bespreken van een traumatische ervaring met een kind nog als schadelijk voor diens ontwikkeling gezien. Dat veranderde langzaam nadat post-traumatische stressstoornis (ptss) bij kinderen in 1987 in de DSM werd beschreven. Sindsdien zijn goede behandelingen ontwikkeld zoals cognitieve gedragstherapie en EMDR. In 2008 heb ik samen met Saskia van der Oord WRITEjunior ontwikkeld, een traumagerichte cognitieve gedragstherapie (Lucassen & Van der Oord, 2012).

De kans dat een geheim op een onverantwoorde manier uitkomt door iemand buiten het gezin is levensgroot aanwezig, zeker als het gaat om zaken die in de publiciteit zijn geweest zoals bij Robert M.. En daar was ik in dit geval ook bang voor. Ik heb al vaker meegemaakt dat het vertrouwen van kinderen in hun ouders ernstig beschadigd raakte als ze op latere leeftijd te horen kregen van een buurvrouw: ‘Weet je dan niet dat je opa eigenlijk jouw vader is?’, of van een vriendje: ‘Nee joh, jouw moeder is gewoon van de flat gesprongen.’

Waarom is de onthulling zo belangrijk? Het geheimhouden van een traumatische gebeurtenis voor hun kind kan ouders langdurige fysiologische stress opleveren, die een negatief effect heeft op hun lichamelijke gezondheid (Wismeijer & Vingerhoets, 2007). Daarnaast is het vertrouwen dat zij als ouders in de verzorger, in dit geval Robert M., hebben gesteld ernstig geschonden (Van Andel, 2011). Dit levert schuld- en agressiegevoelens op die ouders een korter lontje kunnen geven.

De kans dat Anne van het misbruik zou horen van derden achtte ik groot, gezien alle publiciteit rond deze zaak. Daarnaast draagt de stress die Anne had ondervonden tijdens het misbruik mogelijk ook bij aan de huidige problematiek. Na het onthullen van het geheim zal blijken dat Anna veel woede heeft naar M., die ze dan pas kan verwoorden en uiten.

Uit een meta-analyse van onderzoek naar preverbaal trauma van Paley en Alpert (2003) blijkt dat ook heel jonge kinderen de herinneringen aan de traumatische gebeurtenissen gedurende lange tijd in een of andere vorm, verbaal of non-verbaal, opslaan. De wijze van opslaan, van met name de centrale aspecten van het trauma, zou accuraat en consistent zijn als deze werden vergeleken met de rapportage van volwassen derden die aanwezig waren bij het trauma. Uit de literatuur komt ook naar voren dat traumatische stress in de vroege kindertijd een risicofactor vormt voor het ontwikkelen van chronische ptss en andere psychopathologie op latere leeftijd (Coates en Gaensbauer, 2009; Wellens, Bels, Van Wetswinkel, Van West en Deboutte, 2006).

Hoe zijn ouders te overtuigen van het nut van de onthulling? Naast bovenstaande argumenten geef ik ouders het artikel ‘Trauma? Geheim? Traumatisch geheim?’ (Lucassen & Overdam, 2010) te lezen, dat is te downloaden via www.writejunior.nl. Dit artikel helpt hen vaak over de drempel om het geheim te gaan onthullen.

Annes ouders stonden eerst huiverig tegenover het onthullen, maar door het gebruik van de socratische dialoog met vragen als ‘Hoe groot achten jullie de kans dat Anne via derden hoort over het seksueel misbruik?’ gingen ze al een beetje om. Daarna lazen ze het artikel. Wat uiteindelijk de doorslag gaf, was dat ik hun duidelijk kon schetsen hoe de onthulling eruit ging zien, zodat ze wisten waar ze aan toe waren.

Hoe leid je het vertellen van het verhaal in goede banen? Dat kan uitstekend door het gebruik van een variant van het cognitief gedragstherapeutische protocol WRITEjunior. Die bestaat eruit dat de therapeut samen met ouders een verhaal schrijft waarin exposure, cognitieve herstructurering en coping plaatsvinden. Daarna vindt zo nodig WRITEjunior met het kind zelf plaats of een andere behandeling, zoals in het geval van Anne.

Annes ouders en ik hebben samen onderstaande brief voor haar gemaakt om het geheim te onthullen. Op deze wijze hadden we een gezamenlijk narratief met de cognitief-gedragstherapeutische elementen. Belangrijk voor de therapeut is dat je de ouders enerzijds bij de hand neemt om te zorgen dat de exposure, de cognitieve herstructurering en de coping allemaal een plaats krijgen in het verhaal. Anderzijds moet je voldoende ruimte laten aan de ouders om hun eigen woorden te gebruiken, want die begrijpt hun kind het best. Er moet voor gezorgd worden dat ouders zich vrij en veilig genoeg voelen om zowel hun eigen emoties als die van hun kind in kindertaal te kunnen verwoorden.

Deze manier van werken maakt het verhaal ‘helend’. Zoals Ehlers en Clark (2000) beschrijven: bij het verwerken van de traumatische herinnering wordt niet alleen de angst voor de herinnering minder, maar worden ook de sensorische, gefragmenteerde herinneringen omgezet in een betekenisvol, coherent verhaal. Sensorische herinneringen zijn de zich opdringende gedachten, aan de traumatische ervaringen, ook wel herbelevingen of intrusies genoemd. Vaak zijn deze visueel van vorm, maar de intrusies kunnen ook de vorm aannemen van geur, geluid of sensomotorische ervaringen. De intrusies zijn fragmentarisch van aard en vormen geen coherent verhaal. Voor het slachtoffer voelt het alsof de gebeurtenis opnieuw plaatsvindt in het hier en nu, en dat kan angstaanjagend en overweldigend zijn.

De ouders van Anne vonden het een zware opgave, ook al omdat het schrijven veel herbelevingen bij henzelf opriep. Daarnaast waren ze bang dat Anne het aan iedereen zou gaan vertellen, dus daar moesten we in de brief ook aandacht aan besteden. Tegelijkertijd vonden ze het prettig om duidelijk richting te krijgen, zodat hun dochter zo veel mogelijk van het verhaal zou profiteren. Dit werd de brief:

Lieve Anne,

 

We schrijven je deze brief omdat we je iets belangrijks willen vertellen. We vinden het ook best moeilijk om het te vertellen, dus daarom hebben we het ook opgeschreven voor je. Weet je nog dat je op het Hofnarretje zat? Je kwam daar vanaf datje een paar maanden oud was. Je was daar goed gewend en je ging drie ochtenden per week als papa en mama moesten werken. Toen je twee jaar was, kwam Robert daar werken. Wij kenden hem nog niet, hij kwam net van de crècheleidersschool. Vanaf het begin vonden jullie elkaar allebei heel leuk. Papa en mama vonden het fijn dat jullie het goed met elkaar konden vinden, maar we vonden Robert wel een raar iemand. Na ongeveer twee maanden is Robert ook een keer komen oppassen omdat hij dat graag wilde. Hij is één ochtend komen oppassen. Je broer Jeroen vond het naar en daarom hebben papa en mama hem niet meer laten oppassen.

De rest van het jaar was Robert nog steeds op de crèche. Robert kon leuk met je omgaan, maar hij deed ook dingen die echt fout zijn. Gelukkig heeft de politie dat ontdekt. Je lichaam is van jezelf en nooit mag iemand zomaar aan je zitten. Robert had een ziekte in zijn hoofd waardoor hij veel te veel aan kinderen ging zitten en op plekken waar hij helemaal niet aan mocht zitten, zoals je kutje. Ook deed hij zelf zijn broek uit om zijn piemel te laten zien. Dan ben je echt heel ziek in je hoofd en het mag helemaal niet. De politie heeft het ook opgeschreven in dikke boeken dat het echt nooit mag en als je het toch doet dan moet je naar de gevangenis. Dat is met Robert nu ook gebeurd. Van de rechter moet Robert nu 18 jaar in de gevangenis en hij moet naar een dokter voor de ziekte in zijn hoofd. Papa en mama zijn heel boos op Robert en verdrietig dat dit bij jou gebeurd is.

Als papa en mama hadden geweten dat Robert zo gek was in zijn hoofd, hadden we jou nooit bij hem gelaten, dan waren we meteen naar de politie gegaan. Robert wist heel goed dat hij foute dingen deed, daarom deed hij het zo stiekem, daarom konden papa en mama het niet weten. Robert was zo gek, dat hij het bij heel veel kinderen heeft gedaan. En ook die andere papa’s en mama’s konden het niet weten, omdat Robert het zo stiekem deed. Die andere papa’s en mama’s zijn ook heel boos op hem en iedereen in Nederland ook.

Gelukkig zijn er maar heel weinig mensen zoals hij. Nadat dit gebeurd is, wordt er ook heel goed opgelet dat dit soort mensen nooit met kinderen mogen werken en dat ze in de gevangenis worden gestopt. Papa en mama vinden het ook heel goed dat iedereen nu extra goed oplet. Papa en mama vonden Robert al een raar iemand, ook al wisten we nog niet wat hij stiekem deed. Wij denken dat jij dat ook wel gevoeld hebt. We denken dat je in de war raakte, omdat je wel voelde dat hij raar was, maar dat hij ook heel aardig tegen je deed. Alle kinderen raken daar van in de war. Ook weten kinderen nog niet dat het heel erg verboden is wat hij heeft gedaan. Dus het is extra knap van jou dat jij al voelde dat het raar was. Jouw gevoel is dus een goede raadgever en het is belangrijk om daar naar te luisteren. Als je later bij iemand bent die iets doet wat je niet goed voelt, dan is het goed om dit aan papa en mama te vertellen. Papa en mama zullen je altijd helpen. Toen met Robert was je nog te klein om het aan ons te kunnen vertellen, maar nu kan je dat heel goed. Papa en mama vinden het heel naar dat dit is gebeurd met jou. Het liefst zouden we alles wegtoveren maar dat kan niet. Sinds we dit van Robert weten, letten we daarom ook extra goed op en gelukkig ben je nu groot genoeg om het ook zelf te vertellen aan papa en mama. Gelukkig zijn bijna alle mensen niet zoals Robert.

Wij vinden het heel belangrijk datje nu weet wat er is gebeurd. We denken dat je nu of later nog wel vragen hebt over wat er is gebeurd en we denken dat je misschien, net als papa en mama, ook heel boos op Robert bent. We vinden het altijd goed als je met je vragen naar ons toe komt. Papa en mama kunnen je het allerbeste helpen, het is ook het beste om het aan papa en mama te vertellen en niet aan andere mensen want die snappen het niet goed. Het is heel naar dat het is gebeurd, maar je blijft voor ons onze allerliefste Anne en we zijn heel blij met jou.

 

Liefs, papa en mama

De brief gaf Annes ouders naast houvast ook een gevoel van veiligheid. Het was ook een prettig idee dat het verhaal vastgelegd was en het weer opgepakt kon worden als dat nodig mocht zijn.

De ouders besloten de brief voor te lezen in de kerstvakantie, dan hadden ze alle tijd om er op terug te komen. Ze waren op het moment van vertellen enorm gespannen, terwijl Anne er rustig en verwachtingsvol bij zat. Ze luisterde heel aandachtig en kwam met de opmerking: ‘Ik weet wie dat is.’ Vervolgens beschreef Anne tot verbazing van haar ouders precies hoe Robert M. eruitzag. In de tijd daarna kwamen er vragen over de gevangenis, zoals: ‘Hoe lang moet hij nog, wat gebeurt er als hij er uit komt?’ Ook kwam er ruimte voor de boosheid die Anne voelde: ‘Ik zou hem wel in elkaar willen slaan.’

De ouders voelden zich erg opgelucht en hadden nu samen met Anne een gezamenlijk narratief, waardoor ze de vragen van Anne makkelijker konden beantwoorden. Ze hadden zich in haar beleving verplaatst en hun eigen visie op de gebeurtenissen ook helder weergegeven, en dit alles in kindertaal. Anne heeft nog een sociale vaardigheidstraining gevolgd en maakte een overstap naar een school waar extra hulp voor haar dyslexie beschikbaar was. Haar ouders kregen daarnaast ouderbegeleiding om haar te helpen overzicht te houden door het bieden van extra steun en structuur. De behandeling is met succes afgesloten en Anne ontwikkelde zich verder goed. In een telefonisch contact met de ouders naar aanleiding van het schrijven van dit artikel vertelden ze dat Anne af en toe nog terugkomt op Robert M. als er op tv of in de krant iets gezegd wordt over seksueel misbruik of een gevangenis. Ze voelen zich dan goed in staat om het gesprek met haar aan te gaan en haar waar nodig steun te bieden.

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

Literatuur

  • Andel, R. van (2011). Ieder misbruik kent zijn slachtoffers. Kind en Adolescent Praktijk, 10(3), 120-122.
  • Coates, S. & Gaensbauer, T. (2009). Event trauma in early childhood – Symptoms, assessment, intervention. Child Adolescent Psychiatric Clinics of North America, 18(4), 611-626.
  • Ehlers, A. & Clark, D.M. (2000). A cognitive model of posttraumatic stress disorder. Behaviour Research and Therapy, 38(4), 319-345.
  • Lucassen, S. & Oord, S. van der (2008, 2012) (herziene versie). WRITEjunior – Protocol schrijftherapie voor getraumatiseerde kinderen en adolescenten van 4-18 jaar. Amsterdam: SWP.
  • Lucassen, S. & Overdam, N. (2010). Trauma? Geheim? Traumatisch geheim? Behandeling van een vierjarig meisje wier moeder door haar vader is vermoord. Kind en Adolescent Praktijk, 6(2), 48-55.
  • Paley, J. & Alpert, J. (2003). Memory of infant Trauma. Psychoanalytic Psychology, 20(2), 329-347.
  • Wellens, J., Bels, M., Wetswinkel, U. van, West, D. van & Deboutte, D. (2006). Diagnostische criteria voor PTSS bij het jonge kind – Toepasbaarheid en beperkingen. Tijdschrift voor orthopedagogiek, kinderpsychiatrie en klinische kinderpsychologie, 31(4), 180-191.
  • Wismeijer, A.A.J. & Vingerhoets, A.J.J.M. (2007). De emotionele belasting van geheimen – Gevolgen voor de somatische gezondheid en implicaties voor hulpverlening. Tijdschrift voor Psychiatrie, 49(6), 383-389.

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Jaargang 37, nr. 3, september 2025

Neem een ABONNEMENT Laatste editie Archief

Nieuwsbrief Boom Psychologie

Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.

Aanmelden

Boeken

Verbonden
Amir Levine, Rachel Heller
€ 19,95
Meer informatie
Handboek suicidaal gedrag bij jongeren
Jan Meerdinkveldboom, Ineke Rood, Ad Kerkhof
€ 26,95
Meer informatie
De JIM-aanpak
Levi van Dam, Sylvia Verhulst
€ 19,95
Meer informatie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Systeemtherapie

Foke van Bentum

WG-plein 209

1054 SE Amsterdam
telefoon: (020) 612 30 78

redactie@nvrg.nl

Klantenservice

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

(088) 0301000 

klantenservice@boom.nl