MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • De Praktijk
    • Onderzoek gesignaleerd
    • Reflecties
    • Discussie
    • Professie en Persoon
    • Congressen
    • Boeken (en zo)
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
    • Artikel indienen
    • Gebruik van artikelen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Proefabonnement
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over Systeemtherapie
    • Redactie
    • Adverteren
    • Open Access
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 28 (2016) / nummer 2
PDF  

De waarde van luisteren en beluisterd worden – Interview met Christien Brinkgreve

Cathy Van Gorp, Jolanthe de Tempe†
1 september 2025

Samenvatting

Christien Brinkgreve studeerde sociologie aan de Universiteit van Amsterdam, waar ze in 1984 promoveerde op een dissertatie over de vestigingsstrijd van de psychoanalyse in Nederland. Ook heeft zij veel onderzoek verricht en gepubliceerd over het ontstaan van de psychotherapie en veranderingen in het privéleven en de beleving van mensen. Brinkgreve is getrouwd met de journalist Arend Jan Heerma van Voss en heeft twee zonen, Daan en Thomas Heerma van Voss, beiden schrijver. Na enkele jaren hoogleraarschap vrouwenstudies in Nijmegen was ze tot vorig jaar hoogleraar sociale wetenschappen aan de universiteit van Utrecht. Naast haar universitaire werk heeft ze altijd geschreven voor een breder publiek. Tijdens haar afscheidsrede zei ze: ‘Verhalen zijn belangrijk. Mensen ordenen de wereld om hen heen met verhalen. Zij verwerken gebeurtenissen door middel van vertellingen. Verhalen kunnen groepen binden en tegenstellingen vergroten, ze vertellen over helden en overwonnen beproevingen. Verhalen ontstaan in de interactie tussen mensen, dat maakt het vanuit sociologisch perspectief zo interessant.’

De redactie vond dan ook dat Brinkgreve in dit themanummer over verhalen niet mocht ontbreken. Het is onze wens als redactie om meer aangrenzende wetenschappen te betrekken bij ons tijdschrift. Systeemtherapeuten zijn veelal psychologen, oorspronkelijk opgeleid vanuit een vooral individueel perspectief, terwijl de systeemtherapie bij uitstek op sociale relaties en interacties is gebaseerd. Zoals Brinkgreve het formuleerde: in de systeemtherapie komen psychologie en sociologie mooi samen. Wij hopen met dit artikel een aanzet te geven tot meer kruisbestuiving en minder splitsing, een beweging die onze theorievorming en onze waardevolle praktijkbeoefening ten goede zouden kunnen komen. We hebben elkaar nodig.

Op een regenachtige januaridag ontmoetten we elkaar in Arti et Amicitiae, kunstenaarssociëteit in hartje Amsterdam, een plek die niet meer zou bestaan zonder de inspanningen van vader Brinkgreve, die beeldhouwer was. In het interview merken we steeds dat de persoon en de professor, de intellectueel en de vrouw, de mens en de denker een geheel vormen, en een bron van kennis en warmte.

Brinkgreves ontwikkeling in de richting van het belang en het gebruik van verhalen in haar vakgebied alsook in haar leven loopt langs een aantal verschillende lijnen. Een zo’n lijn was haar eigen psychoanalyse na het stranden van haar eerste huwelijk op jonge leeftijd. Haar toenmalige zwager, de bekende Nederlandse psycholoog en gedragstherapeut Johan Barendregt, adviseerde haar in analyse te gaan om te voorkomen dat ze steeds in dezelfde valkuil terecht zou komen. Ook haar hoogleraar sociologie Abram de Swaan, bij wie zij assistent was en die zelf ook in opleiding voor psychoanalyticus was, moedigde haar daartoe aan. ‘Ik had in die periode veel last van onverklaarde angsten. Tijdens mijn analyse – zes jaar lang, vijf keer drie kwartier per week – merkte ik dat ik uit mijn kunstzinnige gezin van herkomst ook een stille opdracht had meegekregen: alles te moeten kunnen, op een moeiteloze manier. De analyse gaf mij grond onder de voeten. Maar nog belangrijker, ik ontdekte voor het eerst dat ik het waard was om beluisterd te worden.’ Ze zwijgt even. ‘De kracht die uitging van die manier van luisteren, zonder beoordeeld te worden! De brokstukken in mijn biografie zijn stilaan bij elkaar gaan horen. De dingen kregen een plaats in een duidelijk verhaal.’

‘Deze manier van luisteren, de kracht van verhalen, ben ik ook gaan gebruiken in mijn studie sociologie. Ik werd hierin gestimuleerd door De Swaan maar zeker ook door denkers als Norbert Elias en Johan Goudsblom. Verhalen zijn altijd mijn bron voor onderzoek geweest’, vertelt Brinkgreve. ‘Het gebruik van biografieën, etnografisch materiaal en ook literatuur zijn voor mij, net als de psychoanalyse, een manier van luisteren naar dat wat de maatschappij in die periode ons vertelt. Daarin vind ik het uitermate belangrijk dat je net zoals de analyticus vooral ook luistert naar de stiltes, naar wat mensen niet zeggen. Je derde oor moet scherp afgesteld staan zodat je niet over de vanzelfsprekendheden heen stapt. Zo leerde ik ontdekken wat de verborgen cultuuropdrachten zijn.’ Met dat laatste stipt Brinkgreve een van de centrale ideeën doorheen haar hele oeuvre aan.

‘Aan de universiteit merkte ik door de jaren heen jammer genoeg dat tellen en meten een steeds dwingender praktijk werden. Ik ben altijd blijven streven naar zicht krijgen op de gelaagdheden en dat kan je niet met cijfers alleen. Verhalen als bron van onderzoek geven een rijkdom aan inzichten hoe mensen met elkaar omgaan, welke emoties er leven.

Ik denk ook dat de sociologie – en de psychoanalyse – veel meer terug zou moeten evolueren naar een vorm van cultuurkritiek. Zeker in deze tijden van terreur en angst zit er een schat aan informatie in de sociale spanningen en de manieren waarop deze geuit en benoemd worden. We moeten niet alleen naar individuen kijken, maar vooral ook naar de manier waarop verhoudingen georganiseerd zijn, de systemen waarin mensen leven’, betoogt Brinkgreve.

‘De toespraak van mijn toenmalige decaan bij mijn afscheid vertelt veel over de sfeer waarin ik de laatste jaren probeerde te werken.’ Een citaat van hem uit deze toespraak, opgenomen in het vriendenboek bij haar afscheid in Utrecht (Koops, 2014, p. 106-7): ‘Christien deed ongeveer alles in strijd met “ons” bestuurlijk beleid. Ze publiceerde niet in internationale tijdschriften, ze was narratief en niet empirisch analytisch gericht, ze was geen onderdeel van een groep, maar ze was alleen zichzelf. […] Het hedendaagse bedrijfsmodel van de Universiteit past niet bij het werk en de intellectuele attitude van Christien Brinkgreve. Ze is daarvoor te veel een intellectueel, en te weinig beoefenaar van een stiel die streeft naar goede productiecijfers.’

‘Een ambivalente relatie noemde hij het’, knipoogt Brinkgreve, duidelijk geraakt door zijn woorden en gesterkt in haar keuze voor de verhalende aanpak, hoeveel dit haar ook in haar carrière heeft gekost aan strijd.

Een andere drijfveer om telkens terug te grijpen naar verhalen, heeft te maken met de visie die zij uitschreef in haar voorlaatste boek Het verlangen naar gezag (2012). ‘Volgens Paul Verhaeghe, met wie ik sinds enkele jaren een tweejaarlijks seminar geef, ben ik hem altijd een stapje voor’, lacht Brinkgreve, doelend op zijn boek Autoriteit (2015). ‘Dat gold ook voor zijn boek over Identiteit (2012) en mijn De ogen van de ander (2009). Het traditionele gezag is verzwakt. In de huidige cultuur van gelijkheid en vrijheid is er daarentegen wel behoefte aan gezag. Maar die autoriteit vereist een nieuwe basis, vanuit betrokkenheid. De beste manier om betrokkenheid en verbinding te installeren is door te luisteren en dus te vertellen! Ik ben er meer en meer van overtuigd dat deze manier van sociologie – en therapie – bedrijven een vorm van cultuurkritiek kan opleveren die het onbehagen in deze tijd weet bloot te leggen. Licht werpen op wat er in deze tijd onderdrukt wordt, geeft richting aan wat er op mensen weegt. Met dit oor voor onbehagen luisteren geeft mensen die vrije ruimte, sterkt hen in een spreken dat normaliserend werkt.’

Brinkgreve raakt hiermee aan het belang van de therapeutische relatie. Ook in haar laatste boek Vertel (2014) merkt ze op dat er in dat opzicht weinig verschil is tussen de schrijver, de socioloog en de therapeut. Er ontstaat in beide vakken pas een verhaal als er met een open oor geluisterd wordt. ‘Als therapeut is het belangrijk om je bewust te zijn van de vanzelfsprekendheden in het vocabulaire van deze tijd, die door de socioloog blootgelegd kunnen worden. Ik herinner me een gesprek een tijd geleden met een familielid, een kersverse mama’, gaat Brinkgreve verder. ‘Ze ging gebukt onder het gevoel niet gelukkig te zijn. Ze leek geen ruimte te vinden voor haar last, voor het niet zo vanzelfsprekende, voor dat wat niet bij de roze wolk paste. Ik luisterde, gaf haar geen tips of advies. Ik hoorde haar wanhoop en de zwaarte van het niet kunnen opleven tegen het ideaal, waardoor ze zich als jonge moeder enkel voelde falen.’

‘Zo zijn er zoveel onuitgesproken opdrachten in onze tijd, dwingende krachten die ons opdragen hoe het moet. Afwijken betekent falen. Falen betekent schuld, eigen schuld in onze tijd. Want in deze tijd van vrijheid en gelijkheid wordt onze menselijke behoefte aan houvast volledig verdrongen. We moeten autonoom zijn, we moeten authentiek zijn, we moeten onszelf zijn. Er is geen ruimte meer voor zoeken, twijfel of ongelijkheid. Verwarring en een algeheel gevoel van tekortschieten zijn het gevolg. Een gevoel dat op zijn beurt ook weer niet uitgesproken kan worden’, aldus Brinkgreve.

Haar betoog brengt ons tot een systeemtheoretisch concept dat naar de achtergrond verdwenen lijkt te zijn in de hele postmoderne golf van de laatste jaren. Annie Mattheeuws benadrukte met haar term ‘sociale perspectieven’ (1983) deze invloedrijke ‘men-denkens’ die ons verbinden en scheiden en van betekenis – lees: identiteit – voorzien. Vanzelfsprekend, vanzelfzwijgend, we beseffen die voortdurende sociale beïnvloedingen niet: ‘The fish don’t talk about the water’, zegt Brinkgreve.

‘Verhalen zijn een belangrijke bron van herkenning en erkenning. Het delen van verhalen verbindt mensen. Verhalen ontstaan ook in verbinding. Er mogen zijn kan niet op je eentje.’ Hierbij verwijst Brinkgreve naar haar boek De ogen van de ander – De sociale bronnen van zelfkennis (2009). ‘Voor mij was dat ook een van de veranderingskrachten van mijn analyse, die ik ook zie in de cursussen autobiografisch schrijven die ik geef. Verhalen werken verbindend, niet enkel met anderen, ook met jezelf. Ze vormen je identiteit.’

Dit brengt ons terug bij de persoon van Brinkgreve zelf, haar verhaal. In een mooie documentaire op de Nederlandse televisie (Verhoeff, 2014) werd het gezin Heerma van Voss-Brinkgreve geportretteerd. Ze lacht: ‘Ik besef dat niet iedereen dit gedaan zou hebben. Het is als het verhaal van mijn moeder dat ik schreef (2004) nadat mijn vader was overleden. Toen zei ze opeens: “Ik heb ook een verhaal.” Sommigen raadden het me af om mijn eigen moeder te interviewen. Ik was benieuwd haar beter te leren kennen, en nu was het haar beurt. Haar depressies waren volgens mij deel van het collectieve verhaal van vrouwen van haar generatie, de aandacht was altijd naar mijn vader uitgegaan. Zij had als moeder een taak te vervullen en zette daarbij haar persoonlijke verlangens en dromen opzij. Het werd een manier om mij te herverbinden met mijn moeder. Zij had altijd in de schaduw van mijn vader gestaan en had dat goed gedaan. Maar in tegenstelling tot wat velen vreesden, ging zij na zijn dood niet onderuit, ze trad uit zijn schaduw. Haar verhaal vormgeven door het te vertellen, gaf haar opnieuw bestaansrecht.’

Terug naar het gezin Heerma van Voss-Brinkgreve, want volgens Brinkgreve is het gezinsleven complexer dan het werkleven, dus meer dan de moeite om ons licht op te werpen. Ze is zelfs bereid deze documentaire als cursusmateriaal te komen toelichten op een opleiding systeemtherapie. ‘Vriendinnen van mij zagen vooral mijn verbindende rol en de moeite die het me soms kostte te leven in dit mannengezin. Vrienden van mijn man oordeelden dat hij toch wel erg veel op zijn kop kreeg zowel van mij als van zijn zonen.’ Ze lacht. ‘Net een Rorschach-test – iedereen haalt er weer wat anders uit, de eigen thema’s resoneren mee. We hadden gelukkig alle vier groot vertrouwen in de regisseur, een oude vriend van ons gezin. Enkel zo konden deze interacties, die zich ook zonder de camera’s zo voordoen, zich zo authentiek ontvouwen. Het heeft ons als gezin juist bevestigd in de liefde en het vertrouwen die nodig waren om dit engagement aan te gaan. Via de publieke omweg is er voor mij persoonlijk wel iets verhelderd, hoe confronterend het soms ook is om jezelf bezig te zien. Net zoals in het gezin waar ik opgroeide, besef ik dat ook wij als ouders zonder ons daarvan bewust te zijn de lat hoog leggen, in elk geval in verbaal opzicht. Opgroeien in een artistiek gezin vormt een ingewikkelde belasting. Er hangt in zulke gezinnen een onuitgesproken verwachting te creëren, en iemand te zijn.’

Samen met Halleh Ghorashi (2013) gaf ze een boek uit dat ontstond tijdens de masterclass levensverhalen die zij gaven en waaraan vrouwen deelnamen die van elders kwamen. Daarin werd weer eens bevestigd hoe intens sociaal het ‘zelf’ is, en hoe scheidslijnen en verbindingslijnen anders lopen dan landsgrenzen. Ze noemt twee belangrijke vragen van Ghorashi die ze ook voor therapeuten zeer zinvol vindt: ‘Wat is jouw “sense of belonging”, waar hoor je bij?’ en ‘Wat zijn je dromen?’

Met deze laatste vraag rondden we ons gesprek af. Wat zijn haar dromen, nu ze met pensioen is? ‘Ik heb recent een aantal mensen bij elkaar gebracht, een collectief ter bevordering van een ander paradigma. Ik gaf het de naam Babel, verwijzend naar het bijbelverhaal dat vaak verkeerd begrepen wordt. In Babel kwamen mensen van verschillende windstreken bij elkaar, ze ontwikkelden gaandeweg een gemeenschappelijke taal zodat ze hun project, het bouwen van een toren, tot een goed einde konden brengen’, zegt Brinkgreve. ‘Met een interdisciplinair gezelschap van onder andere Paul Verhaeghe, Stijn Vanheule, Jim van Os, Trudy Dehue, Anne-Mei The en Eric Koenen zijn we al een keer samengekomen. De kern van onze bijeenkomst is luisteren. Het dwingende systeem van de huidige psychodiagnostiek geeft weinig ruimte voor wat daar niet binnen past. Dat heeft een plettende werking, en belemmert de creativiteit bij mensen. Wij proberen de aandacht te herstellen voor variatie, voor de vitale vermogens van mensen, voor het belang van verhalen. Ik voel me als een spin in een web, met mensen in wie ik een gemeenschappelijk vastlopen en ongenoegen zag, een zoeken hoe verschillend ook. Onze eerste bijeenkomst voelde als een verjaarspartijtje. Ze komen allemaal, dacht ik tevreden. Ik heb getracht een veilige ruimte te creëren, waarin verteld en geluisterd kon worden naar ieders kwaadheid of grondmotief, naar ieders inspanningen tot nu toe en naar de beïnvloedingen die nog mogelijk zijn. In de herfst volgt een officiële presentatie’, glundert Brinkgreve.

Laten wij als systeemtherapeuten deze ontwikkelingen goed in de gaten houden en eraan deelnemen: aan contacten over grenzen heen, aan verhalen gebaseerd op luisteren, naar anderen en naar onze eigen stem.

Een overzicht van Brinkgreves publicaties is te vinden op www.christienbrinkgreve.nl

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

Literatuur

  • Brinkgreve, C. (1984). Psychoanalyse in Nederland – Een vestigingsstrijd. Amsterdam: Arbeiderspers/Synopsis.
  • Brinkgreve, C. (2004). Ik heb ook een verhaal – Het verhaal van Sjuwke Brinkgreve-Kunst verteld aan haar dochter Christien. Amsterdam: Palteam.
  • Brinkgreve, C. (2009). De ogen van de ander – De sociale bronnen van zelfkennis. Amsterdam: Augustus.
  • Brinkgreve, C. (2012). Het verlangen naar gezag – Over vrijheid, gelijkheid en het verlies aan houvast. Amsterdam/Antwerpen: Atlas/Contact.
  • Brinkgreve, C. (2014). Vertel – Over de kracht van verhalen. Amsterdam/Antwerpen: Atlas/Contact.
  • Brinkgreve, C. & Ghorashi, H. (2013). Licht en schaduw – 15 vrouwen over leven en overleven. Amsterdam: VU Uitgeverij.
  • Koops, W. (2014). Een mooie ambivalente relatie. In J. Bos, R. van Daalen, L. Meeuwesen & J. Westerbeek, (red.), Luister! Over de kracht van verhalen – 65 vertellingen voor Christien Brinkgreve (pp. 106-108). Utrecht: Universiteit Utrecht.
  • Mattheeuws, A. (1983). Omtrent sociale perspectieven, Systeemtheoretisch Bulletin, 1(3), 13-25.
  • Verhaeghe, P. (2012). Identiteit. Amsterdam: De Bezige Bij.
  • Verhaeghe, P. (2015). Autoriteit. Amsterdam: De Bezige Bij.
  • Verhoeff, P. (2014). Het uur van de wolf – Privéterrein. Hilversum: NTR, 9 oktober. Te zien op www.ntr.nl/NTR-Documentaires/137/detail/Het-Uur-van-de-Wolf-/VPWON_1226977.

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Jaargang 37, nr. 3, september 2025

Neem een ABONNEMENT Laatste editie Archief

Nieuwsbrief Boom Psychologie

Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.

Aanmelden

Boeken

Handboek suicidaal gedrag bij jongeren
Jan Meerdinkveldboom, Ineke Rood, Ad Kerkhof
€ 26,95
Meer informatie
Verbonden
Amir Levine, Rachel Heller
€ 19,95
Meer informatie
De JIM-aanpak
Levi van Dam, Sylvia Verhulst
€ 19,95
Meer informatie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Systeemtherapie

Foke van Bentum

WG-plein 209

1054 SE Amsterdam
telefoon: (020) 612 30 78

redactie@nvrg.nl

Klantenservice

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

(088) 0301000 

klantenservice@boom.nl