MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Artikelen
    • De Praktijk
    • Onderzoek gesignaleerd
    • Reflecties
    • Discussie
    • Professie en Persoon
    • Congressen
    • Boeken (en zo)
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
    • Artikel indienen
    • Gebruik van artikelen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Proefabonnement
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over Systeemtherapie
    • Redactie
    • Adverteren
    • Open Access
    • Links
    • Contact
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 30 (2018) / nummer 3
PDF  

International Conference Contextual Therapy: For the future!

Mirjam Bakker, René Knip
1 september 2025

Samenvatting

Congres georganiseerd door het Instituut Contextuele Benadering (ICB)
[Ede, 18, 19 en 20 april 2018]

Ede oogt niet bepaald als de metropool voor een internationale conferentie, maar het met veel glaswanden beklede gebouw van de Christelijke Hogeschool Ede heeft wel de uitstraling die past bij de titel die de organisator gaf aan deze bijeenkomst van contextueel therapeuten: ‘For the future!’.

Heeft ze nog toekomst, die kleine stroming van therapeuten die werken met het contextuele gedachtegoed van Ivan Boszormenyi-Nagy? De contextuele therapie met haar aandacht voor de ethiek van relaties? De theorie met ingewikkelde begrippen als loyaliteit, gerechtigde aanspraak en meerzijdige partijdigheid? Toen Ammy van Heusden, docent aan de voorloper van de Voortgezette Opleiding voor maatschappelijk werkers, de therapie in 1967 naar Nederland haalde, werd die enthousiast ontvangen als een poging de kloof tussen individuele therapie en gezinstherapie te overbruggen. Jarenlang werden de demonstratiesessies van Nagy goed bezocht. De contextuele theorie vond haar weg in diverse opleidings-curricula en beïnvloedde met name het veld van de jeugdzorg. In de eerste versie van het Handboek systeemtherapie kreeg de contextuele therapie met twee artikelen van de hand van psychiater Oele en familietherapeute Van den Eerenbeemt nog een ruime plaats bemeten. In de laatste uitgave van het handboek heeft zij nog slechts een plek in de marge, weggestopt in het bredere artikel over het gezinsontwikkelingsperspectief.

De sprekers op de conferentie zijn ervan overtuigd dat er een toekomst is voor de contextuele therapie. In verschillende workshops werd ingegaan op lopend onderzoek naar haar werkzaamheid. Het aan de Christelijke Hogeschool Ede gesitueerde Instituut Contextuele Benadering (ICB) geeft leiding aan een aantal onderzoeken binnen het domein ‘Jeugd en Familie’, onder leiding van lector Martine Noordegraaf. Zo is er lopend onderzoek naar de CLAS-methodiek die ingezet wordt binnen gezinnen waar seksueel misbruik heeft plaatsgevonden. Jaap van der Meiden, contextueel therapeut en oprichter van het ICB, doet met videoanalyses aan de hand van Jefferson’s transcription conventions (Jefferson, 2004) onderzoek naar de interventies die Nagy gebruikte gedurende zijn vele demonstratiesessies met gezinnen in de jaren ‘80 en ‘90 van de vorige eeuw. Met welke technieken betreedt Nagy nu eigenlijk de relationele ethiek, die vierde dimensie waarin hij veranderingen wilde bewerkstelligen? Het blijken vooral de verkenning van de balans van geven en ontvangen en de meerzijdige partijdigheid te zijn.

Zijn die veranderingen te meten? Rashmi Gangamma, verbonden aan de afdeling Marriage and Family Therapy van de Universiteit van Syracuse (VS), vertelt over pogingen om de bruikbaarheid van de door Terry Hargrave en anderen ontwikkelde Relational Ethics Scale te verbeteren met vragen over de vermoedelijke antwoorden die de betrokken ander (bijvoorbeeld een partner) zal invullen. Overeenkomsten en verschillen tussen deze verschillende vragenlijsten geven meer inzicht in de daadwerkelijke betrouwbaarheid van de relaties.

Maar moeten de contextuelen die kant wel op? ‘Valt de ethiek van relaties wel te meten’, riep Paul Heyndrickx als vraag op in zijn workshop. Zowel Peter Rober – als niet contextueel therapeut alle dagen aanwezig op deze conferentie en belangrijke spreker op de derde dag – als Catherine Ducommun-Nagy, verbonden aan de afdeling Couple and Family Therapy van Drexel University in Philadelphia, stonden kritisch tegenover het willen meten van dit terrein van het tussenmenselijke. Zoals de laatste verwoordde: ‘Al snel meet je twee maal de psychologie, maar daarmee heb je nog geen maat voor het vertrouwen en de rechtvaardigheid van de onderlinge relaties.’

De nadruk op onderzoek en meten lijkt te passen bij het tijdsbeeld, evidence based is immers de norm (of zijn we die al weer voorbij?). ‘Gaf contextuele therapie wellicht een antwoord op de vragen van de jaren ‘80 en ‘90 van de vorige eeuw?’, vroeg Van der Meiden zich al direct bij de aanvang van het congres af. Moeten we dan nuchter constateren dat de contextuele benadering haar tijd heeft gehad? Nieuwe tijd, nieuwe theorie; geen man overboord, leek hij te suggereren. Dat was een uitdagende opening voor een congres over de toekomst van een therapie! Gelukkig voor de aanwezige therapeuten, afkomstig uit onder meer de Verenigde Staten, Hongarije, Israël en België, liet hij ook ruimte voor een andere optie: de theorie moet zich ontwikkelen en kan dat ook. Met nog ruim tweeëneenhalve dag conferentie voor de boeg, leek dat de toehoorders een wenkend perspectief.

Om als therapeutische stroming door te ontwikkelen, werd als optie genoemd verbindingen te zoeken met andere therapeutische stromingen. Dit kwam tot uitdrukking in de verschillende workshops die op dit onderwerp betrekking hadden. Zijn de efttherapeuten de natuurlijke partners, zoals Jennifer Coppola in haar workshop aandroeg, of eerder de dialogisch en narratief georiënteerde therapeuten, waaraan Albert van Dieren refereerde? Peter Rober was als vertegenwoordiger van de laatste stroming aanwezig en benadrukte dat beide therapeutische stromingen veel aandacht besteden aan twee succesfactoren van therapie, de zorg voor de relatie tussen therapeut en cliënt en het belang van de context van de cliënt. Hij deed een oproep de dialoog tussen de contextueel therapeuten en de narratief therapeuten in ieder geval verder te voeren. Bij twee therapievormen die de bevordering van de dialoog in het hart van hun therapie plaatsen, moet een goed gesprek toch lukken zou je denken. Al blijft de vraag in de lucht hangen waar de verschillen en overeenkomsten zitten tussen beide stromingen bij hun invulling van het begrip ‘dialoog’. Of zijn de klassiek en cybernetisch geschoolde systeemtherapeuten dan toch de natuurlijke partners voor de contextueel geschoolde therapeuten? Ducommun-Nagy benadrukte maar weer eens dat de vierde dimensie niet de enige toegang tot de werkelijkheid is. De dimensies van de feiten, de psychologie en de interacties zijn dat ook en vormen daarmee aangrijpingspunten voor de therapie. Samenwerking met de systeemtherapeuten, bij uitstek geschoold op het terrein van de communicatie en de interacties, is geen vreemde manoeuvre voor de contextuelen. Al klonk in haar woorden ook de kritische noot door dat alleen werken in de dimensie van de interacties een verschraling van de werkelijkheid is, waarbij de therapeut rijke interventiemogelijkheden laat liggen.

Een andere optie voor ontwikkeling die genoemd werd, is concreter maken wat het werken met de relationele ethiek nu eigenlijk is. Want misschien is de taal waarmee Nagy de werkelijkheid probeerde te beschrijven te moeilijk en niet meer passend bij de huidige tijd. Wat Nagy bedoelde te doen, wordt ook zichtbaar in zijn handelen. Leidt analyse van dat concrete handelen van contextueel therapeuten tot een meer toegankelijke en daarmee beter overdraagbare beschrijving van de contextuele methodiek?

De toekomst is onbekend gebied. Wat we wel weten, is wat de vragen van de mensen van de toekomst hier-en-nu aan ons zijn. ‘The people-to-come give me a possibility for practising solidarity. They are asking us, without words, for being responsible, caring persons’, betoogde Hanneke Meulink-Korf, verbonden aan Stichting Contextueel Pastoraat, aan het begin van de druk bezochte derde dag van het congres. Zou het voor die mens van de toekomst uiteindelijk ook niet gaan om de waarden van de indirecte winst van het geven, de oprechte dialoog en onderlinge verbondenheid, liet Meulink-Korf als retorische vraag aan haar publiek achter.

Hoeft de contextuele therapie dus helemaal niet zo te veranderen, omdat de omstandigheden weliswaar wijzigen, maar de mens nu eenmaal altijd een mens-in-relatie zal blijven en de contextuele theorie dit nu juist tot haar interventieterrein heeft gekozen? Of maken de contextuelen het zich hiermee te gemakkelijk? Over twee jaar hopen ze elkaar in internationaal verband weer te ontmoeten. Die tijd is aanzienlijk korter dan de 22 jaar die tussen het vorige en het huidige internationale congres zat. ‘For the future’ blijft op die manier ook mooi te overzien!

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

Literatuur

  • Jefferson, Gail (2004). Glossary of transcript symbols with an introduction. In G.H. Lerner (ed.), Conversation analysis – Studies from the first generation (pp. 13-23). Philadelphia: John Benjamins.
  • Hargrave, T., Jennings, G. & Anderson, W. (1991). The development of a relational ethics scale, Journal of Marital and Family Therapy, Vol. 17, No.2, 145-158.

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Jaargang 37, nr. 3, september 2025

Neem een ABONNEMENT Laatste editie Archief

Nieuwsbrief Boom Psychologie

Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.

Aanmelden

Boeken

De JIM-aanpak
Levi van Dam, Sylvia Verhulst
€ 19,95
Meer informatie
Handboek suicidaal gedrag bij jongeren
Jan Meerdinkveldboom, Ineke Rood, Ad Kerkhof
€ 26,95
Meer informatie
Verbonden
Amir Levine, Rachel Heller
€ 19,95
Meer informatie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Systeemtherapie

Foke van Bentum

WG-plein 209

1054 SE Amsterdam
telefoon: (020) 612 30 78

redactie@nvrg.nl

Klantenservice

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

(088) 0301000 

klantenservice@boom.nl