Geen boeman, geen superman, wie ben je dan als man? Nadenken over genderstereotypering van mannen in (intieme) relaties
Samenvatting
Studiedag van de School voor Relatietherapie
[Antwerpen, 3 oktober 2019]
Geïnspireerd door de oproep van Esther Perel in De wereld draait door in 2018 organiseert de School voor Relatietherapie een jaar van de man. Jan Lens, maatschappelijk werker, gestalt- en contextueel therapeut en medezaakvoerder van de School voor Relatietherapie, opent de dag met het waarom van een jaar van de man. ‘Mannelijkheid en vrouwelijkheid zijn relationele constructen. Ze worden gevormd door en evolueren met de noden van de samenleving. Door de vrouwenemancipatie is de definitie van vrouwelijkheid sterk verruimd. Dit heeft geleid tot een veel grotere keuzevrijheid voor vrouwen in hoe ze willen zijn en wat ze willen doen. De definitie van mannelijkheid is mede door de vrouwenemancipatie verruimd, maar niet in dezelfde mate. We spreken dan ook van een mannelijkheid in crisis. In onze moderne wereld waar de grenzen en verschillen meer diffuus zijn, maar het machoverhaal nog sterk aanwezig is, lijkt het moeilijk te weten wat het betekent om een man te zijn en soms zelfs nog moeilijker om je goed te voelen over je mannelijkheid.’
Nathan Vos, oud-hoofdredacteur van Zin magazine en auteur van Man o man (2017), een zoektocht naar de strijd van de moderne man, weet onmiddellijk de aandacht te vangen. Naar aanleiding van de zelfdoding van zijn broer werd het zijn doel een antwoord te vinden op de vraag hoe dit kon gebeuren. De cijfers liegen er niet om. Mannen plegen drie keer vaker zelfmoord dan vrouwen, waar vrouwen twee keer zo vaak gediagnosticeerd worden met depressie. Vos roept op tot wat hij een ‘andersoortige mannenstrijd’ noemt, eentje waarin we in plaats van te provoceren naast de man gaan staan en mooie vragen stellen. Vragen zoals: Wat is een vader? Wie is jouw vader? Wat is vrijheid? Denk je dat je goed genoeg bent? Hoe waren je jongensjaren?
Katrien Van der Heyden, socioloog en genderexpert, ondervoorzitter van Men-Engage, brengt een goed opgebouwd betoog over het verschil tussen geslacht, seksuele oriëntatie, genderidentiteit en genderexpressie. We leven in een genderfluïde samenleving waar het hokjesdenken ter discussie staat. Gender evolueert immers veel sneller dan biologie. Stereotypen beïnvloeden onze visie op de realiteit, onze emoties, ons gedrag en onze verwachtingen. De samenleving duwt mannen in een vakje van stoer, competitief, sterk en macho. Zo zijn we geëvolueerd naar een maatschappij die hypermasculiniteit idealiseert. De schaduwzijde hiervan is toxische mannelijkheid, een gif waarmee de man zichzelf of de ander besmet. Gender policing is het aanvallen van mensen van wie we gedrag waarnemen dat niet strookt met de algemene visie op gender, zoals een vrouw die leiding neemt. Online haat is hiervan een schrijnend en verregaand voorbeeld, zoals Van der Heyden als moeder van klimaatactiviste Anuna De Wever van zeer nabij heeft ervaren. Echt emanciperen zou een winwin moeten zijn, waarin we elkaars bondgenoot zijn tegen genderstereotypering.
Lucas De Man, regisseur, presentator en theatermaker, neemt ons mee in een deel van zijn voorstelling gebaseerd op interviews met mannen tussen de twintig en de dertig. Vernuftig en creatief slaagt hij erin mij aan het lachen te maken en tegelijk te raken met enkele van zijn theatraal en magistraal gebrachte stellingen. Over de mannenparadox bijvoorbeeld, waarin je leert lief te zijn maar dat in bed onmiddellijk weer moet vergeten. Over hoe schaamte voor eenzaamheid zorgt. Over hoe we samen als mannen en vrouwen gelijkwaardiger maar ook onmachtiger zijn geworden. Over dat emancipatie vooral betekent ‘jezelf kunnen zijn’. Hij eindigt met de oproep om actief empathisch te zijn, zodat we, als we elkaar aankijken, elkaar ook durven zien. Op de vraag vanuit het publiek wat hem persoonlijk geholpen heeft in het vinden van zijn weg als man, is zijn spontane antwoord: ‘Mijn moeder, omdat ik mocht vragen en er gepraat kon worden en omdat ze haar kwetsbaarheid toonde. Zo werd ze niet normatief in hoe het zou moeten. En de brief van mijn vader, jaren later, waarin hij op zijn manier duidelijk maakte dat hij mij graag ziet.’
Na een zeer uitgebreid Vlaams koud buffet als middagmaal zijn we klaar voor de namiddag waar zes sprekers ieder twintig minuten hun licht schijnen op het thema van de dag. May Michielsen, psycholoog en relatietherapeut en medezaakvoerder van de School voor Relatietherapie, neemt ons vliegensvlug mee langs vier belangrijke topics. Ze vertelt hoe genderopvattingen en genderidentiteit in ons lichaam zitten ingebakken en ons als therapeut, zeker als we vastlopen, mogelijk triggeren. Ze toont, verwijzend naar een artikel van Van Lawick (2006), hoe we niet blind mogen zijn voor machtsverschillen tussen man en vrouw. Blindheid stopt de veranderingskracht en de kans die frictie bij relatieproblemen ons biedt. Michielsens derde aandachtspunt is seks als terrein bij uitstek waarin genderidentiteit een rol speelt. Wees hiervan als therapeut bewust. Tot slot wijst ze ons erop dat mannen en vrouwen in essentie niet zo heel verschillend zijn.
Jan Hoet, psycholoog, systemisch/contextueel psychotherapeut en docent bij Focus & Potentieel, blikt terug op zijn persoonlijke geschiedenis als zoon van een leerkracht en een verpleegkundige in een katholieke context in de jaren vijftig, en op hoe hij als vader ervoor koos in de jaren tachtig tijdelijk huisman te zijn. Hij wil ons duidelijk maken dat we pas naar de toekomst kunnen kijken als we de strijd begrijpen die we in het verleden moesten leveren. Het traditioneel mannelijk terrein van begrenzing en autoriteit is naar de achtergrond verdwenen doordat we ons in de jaren zestig en zeventig afzetten tegen autoriteit. Jongeren hebben het nodig te ervaren dat er wat van hen verwacht wordt: ‘Het is de kalk die nodig is om een ruggengraat van zelfzekerheid op te bouwen,’ stelt Hoet. Verder zet hij helder uiteen hoe het model Nieuwe Autoriteit (Omer & Wiebenga, 2007) mannen kan helpen hun traditionele rol te behouden in een andere vorm. Autoriteit is geen eigenschap maar een relationeel begrip.
Ook Jef Slootmaeckers, maatschappelijk werker, eft-therapeut en contextueel therapeut in eigen praktijk, heeft zijn gehoor aan zijn lippen als hij een persoonlijk voorbeeld geeft uit het begin van zijn loopbaan. Terwijl hij inmiddels met zo’n negenhonderd geweldkoppels heeft gewerkt, is hij nooit vergeten wat er mis kan gaan als je onmiddellijk geweld benoemt en lineair ervan uitgaat dat de man de dader is. ‘Ik zag in de ogen van de man dat iets hem pijn deed en hem kwaad maakte. Hij rolde de mouwen van zijn rode werkmanshemd op, waardoor er een grote bloeduitstorting op zijn arm zichtbaar werd, en fluisterde: “Ik heb nog nooit iemand geslagen.”’ Slootmaeckers neemt ons mee langs de zes krachtlijnen van de gender inclusive approach van Hamel (2005) om zo te komen tot de stelling dat koppels zelf hem de weg toonden. Pas als er echt begrip is voor de mens voor je, kun je de confrontatie over het gedrag aangaan. Partnergeweld gaat over een impasse, een wederzijds verlies van verbinding, liefde en betrouwbaarheid, en niet over macht en ongelijkheid.
Wim Slabbinck, seksuoloog in eigen groepspraktijk en columnist, stelt dat vrouwen pas vrijer kunnen worden als ook mannen vrijer worden. Ook bij seksuele problemen is het belangrijk de mens vooral te zien in zijn mens-zijn. De man te zien zoals hij is, niet zoals we denken dat hij is.
Alle voorbeelden van deze dag, zowel die van sprekers als het casusmateriaal, zijn hetero- en gezinsgericht. Erik Cuyvers, psychiatrisch verpleegkundige, criminoloog en gestalttherapeut in eigen praktijk, en docent aan de opleiding verpleegkunde in Hasselt, is specifiek door de organisatoren gevraagd te spreken vanuit zijn homoseksuele identiteit. Ook hij start met een persoonlijke anekdote over hoe zijn coming-out voelde als een mooi opflakkerend kaarsje maar uiteindelijk insloeg als een bom. Hij stelt bij zijn cliënten vast dat er onder mensen met een andere seksuele oriëntatie of genderidentiteit een groot stigmabewustzijn heerst. Hij vraagt ons nieuwsgierig te zijn, schaamte te herkennen en keuzevrijheid te verruimen.
Birsen Taspinar, klinisch psycholoog en systeemtherapeut in eigen praktijk, en auteur, komt met de titel van haar lezing tegemoet aan een interesse van mezelf: ‘Man-zijn in twee culturen.’ Door het korte tijdsbestek en de ondankbare taak om laatste spreker te zijn, blijf ik toch wat op mijn honger zitten. Van haar betoog onthoud ik het belang te vragen naar sociale pijn en het bewustzijn om als therapeut te kijken vanuit het gevoel ‘ik had in jouw schoenen kunnen staan’.
Het siert alle sprekers hoe ze theorie, professionele praktijk en persoonlijke ervaringen aan elkaar weten te rijgen. Dit maakt de dag en vooral de lezingen in de namiddag stevig om te verteren, maar bovenal voedend.
Literatuur
- Hamel, J. (2005). Gender inclusive approach – Treatment of intimate partner abuse – A comprehensive approach. New York: Springer Publishing.
- Lawick, J. van (2006). Kan een man-vrouw paar genderverschillen overbruggen? In L. Migerode & J. van Brussel (red.), Als liefde alleen niet volstaat– Over hulp aan koppels (pp. 95-119). Leuven: Lannoo.
- Omer, H., & Wiebenga, E. (2007). Geweldloos verzet in gezinnen – Een nieuwe benadering van gewelddadig en zelfdestructief gedrag van kinderen en adolescenten. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
- Perel, E. (2018). 2019 – Het jaar van de man. Geraadpleegd op: bnnvara.nl/dewerelddraaitdoor/videos/344760
- Vos, N. (2017). Man o man – Je faalt niet – Je doet wat je kunt. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden