Rouw met een rand – Als je na de dood van een dierbare een geheim ontdekt
Samenvatting
Josée Pollet & Johan Maes (2022). Witsand. 301 pp. € 22,50
ISBN 9789493292086
Wat betekent het als je geliefde overlijdt en je daarna schokkende ontdekkingen doet die tot dan toe geheim gehouden waren? En wat brengt dat voor de nabestaanden met zich mee? Pollet en Maes, beiden psycholoog en emdr-therapeut, gespecialiseerd in traumatische verliezen, en psychotherapeut en rouwtherapeut, onderzoeken in dit boek de zeer indringende effecten daarvan op de nabestaanden. Pollet realiseerde zich op enig moment dat ze maar één geval had meegemaakt. Daarom deed ze een oproep in het Eindhovens Dagblad en een interview voor de Groninger Gezinsbode. Ze ontving daarop meer dan dertig aanmeldingen van mensen, allen vrouwen, die hun verhaal wilden vertellen. Aansluitend benaderde ze Johan Maes als rouw-therapeut om samen over dit onderwerp een boek samen te stellen.
De auteurs openen met de uitleg over hun onderzoek en vervolgen met een aantal theoretische reflecties over geheimen, rouw, rouw na een symbolisch verlies en na een suïcide. Ze besluiten dit deel van de inleiding met een – bescheiden uitgewerkt – hulpverleningsmodel. Aansluitend komen eenentwintig verhalen van nabestaanden. Voor deze recensie heb ik allereerst die verhalen gelezen om te weten hoe het eruitziet als rouw gevolgd wordt door de ontdekking van een – in deze gevallen – bruut geheim. Want die verhalen – opvallend genoeg steeds van vrouwen over hun mannelijke partner – liegen er niet om. De geheimen betreffen vormen van seksuele ontrouw (in meer dan de helft van de gevallen), ook in de vorm van homoseksuele relaties, en porno. Daarnaast zijn er verhalen over verborgen gehouden depressiviteit die geleid heeft tot zelfdoding, of over verslaving, maar ook over frauduleus handelen. Erger wordt het nog als blijkt dat je partner die andere vrouw ook nog flink wat geld heeft geschonken dat deels afkomstig was uit je eigen kapitaal. Alsof het nog niet genoeg was. De schok komt zowel van de inhoud van het geheime leven dat de partner erop nahield, als van het feit van de geheimhouding op zich. Vooral dat laatste brengt de nabestaanden ernstig aan het twijfelen: wat heb ik niet gezien, waarin ben ik tekortgeschoten, waarom heeft hij mij niet vertrouwd, en nog vele andere vragen die niet beantwoord kunnen worden. De emoties zijn vaak een mengeling van boosheid, ontsteltenis, ongeloof en verbijstering, wat bij die nabestaanden nogal eens leidt tot een ernstige crisis. Alle herinneringen die zij ooit zo waardevol achtten, worden in een keer waardeloos. Ze kunnen hun woede niet kwijt, want de ‘dader’ is er niet meer.
Alle weduwen zochten hulp, want alleen al het rouwproces was sterk verstoord. Opvallend maar niet onbegrijpelijk is ook dat de reacties van de kinderen veelal veel milder waren. Zij rekenden hun vader af op diens gedrag als vader en werden minder geraakt door zijn ontrouw en geheimen als echtgenoot. Het gevolg daarvan is dat de weduwen weinig steun van hun kinderen ervaarden. Dat wordt nog versterkt door eenzaamheid: velen uit hun netwerk zijn niet op de hoogte, en verder voelt het als een vorm van verraad iedereen op de hoogte te brengen van het wangedrag van de overledene.
In het theoretische gedeelte van het boek schrijft Pollet dat ze geen andere literatuur heeft gevonden over zulke specifieke gezinsgeheimen. Ze noemt in het eerste stuk ook het onbegrip vanuit de omgeving van de nabestaanden. Reacties als: ‘Dat was toch te verwachten?’ of: ‘Dom dat je dat niet in de gaten had’ versterkten hun isolement en hun schuldgevoelens. Victim blaming dus.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat een aantal van de oorspronkelijke respondenten zich al vóór het interview heeft teruggetrokken, omdat de confrontatie met de feiten en vooral het erover praten te heftig voor hen was. Anderen trokken om dezelfde reden alsnog hun medewerking voor de publicatie in.
In twee opeenvolgende hoofdstukken wordt stilgestaan bij de theorie van het (gezins)geheim. Een van de gevolgen van de ontdekking door de nabestaande is het gevoel dat niemand nog te vertrouwen is. Dat is vergelijkbaar met de situatie waarin een gezinslid een geheim onthult en de gezinsleden nooit weten of nu alles naar buiten is gekomen of dat er nog iets achter wordt gehouden. Veel nabestaanden houden het ontdekte geheim ook voor zich, vertellen het niet aan broers en zussen, en ook niet aan hun kinderen, met name niet als die nog jong zijn. Hoe, of en zo ja, wanneer ik het mijn kinderen vertel, is een moeilijk te beantwoorden vraag. Daar komt bij dat de weduwe vanaf de ontdekking geheimhouder is geworden en ten gevolge daarvan een zware last te dragen krijgt.
De al eerdergenoemde verwarring door zeer verschillende emoties maken het zowel zwaar om met het geheim verder te leven als om het beeld van hun echtgenoot, hun huwelijk en ook van zichzelf te gaan bijstellen. Voor velen is en blijft het niet te bevatten. Alle vroegere geloof in eerlijkheid, in een veilige relatie en in rechtvaardigheid is geheel onderuitgehaald. Een tweespalt die zonder hulp moeilijk op te lossen of te aanvaarden is.
Maes wijdt een hoofdstuk aan rouwen als proces en benadrukt dat dit voor iedereen geheel verschillend kan verlopen. En pathologische rouw, waarvan sprake is bij de onderzochte groep weduwen, eindigt niet of pas heel laat, omdat het onvermogen de partner en diens gedrag te begrijpen, blijft.
Er wordt apart stilgestaan bij rouw om een symbolisch verlies (verlies zonder overlijden) en rouw na een suïcide. Suïcide vindt soms plaats als een geheim boven tafel dreigt te komen. In dat geval is de schok wellicht nog groter. Het overlijden had immers niet hoeven te gebeuren en wordt ook nogal eens als agressief ervaren. De herinneringen aan de onverwachte dood en aan het beeld van de aan suïcide overleden man blijven nog lang hangen.
Het advies van Pollet is om standaard te vragen naar geheimen als iemand voor een traumatherapie komt, zeker bij onverwerkte rouw.
Wat betreft mogelijkheden voor gerichte hulp beschrijft Maes de methodiek van de lege stoel. Daarbij wordt de nabestaande gevraagd te spreken tegen de overledene alsof die aanwezig is. Dan dienen drie aspecten aan bod te komen: de nare en onbetrouwbare kanten van de man, de moeizame en problematische kanten van hem, en de kenmerken die steeds als positief zijn ervaren en die erkend blijven.
Wat biedt dit boek systeemtherapeuten? Om te beginnen zijn de heftige verhalen zeer informatief over hoe echtpaar-relaties kunnen ontsporen zonder dat daar duidelijke aankondigende signalen voor zijn geweest. Bij de procedure van de lege stoel helpt de therapeutische houding van meervoudige partijdigheid die alle systeemtherapeuten hebben natuurlijk ook.
Al lezende kom ik op aanvullende gedachten over mogelijkheden voor gezinsgerichte begeleiding of therapie. Het helpen analyseren van de complexe gedragingen van de man is een opdracht, een andere is het complexe geheel van de emotionele reacties van de nabestaanden bespreekbaar maken. Ook kan hulp worden geboden aan het achtergebleven gezin, waarbinnen de reacties op de ontdekking van de geheimen zo verschillend kunnen zijn. Wederzijds begrip bewerken kan het isolement van de weduwe verminderen. En tevens kan besproken worden welke personen uit het netwerk van het gezin wanneer worden ingelicht.
In dit boek zijn de schokkende verhalen zonder meer zeer lezenswaardig. De beschouwingen leveren ook informatie op. Wat betreft hulpmogelijkheden zou een systeemtherapeut als coauteur wellicht nog nuttige aanvullingen hebben kunnen leveren.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden