Werken met samengestelde gezinnen – Mythes, valkuilen, tips en interventies
Samenvatting
Patricia L. Papernow, bewerkt door Barbara Lavrysen en Peter Rober (2022). Pelckmans. 279 pp. € 30,00
ISBN 9789464016857
Onlangs hoorde ik in een podcast (Kelder, 2022) empathieonderzoeker Paul van Lange vertellen over zijn fascinerende onderzoek naar de kracht van dyades, ofwel tweetallen. Hieruit blijkt dat positieve uitwisseling en empathie tussen mensen vele malen makkelijker verloopt in tweetallen dan in groepen met meerdere mensen. In tweetallen is er de kracht van wederkerigheid en bovendien kun je in tweetallen niet buitengesloten worden. Uitsluiting gebeurt immers altijd in groepen. Dit mechanisme van uitsluiting in groepen van meer dan twee personen, zoals beschreven door Paul van Lange, sluit naadloos aan bij de gezinsprocessen in samengestelde gezinnen die Patricia Papernow beschrijft in haar bestseller Werken met samengestelde gezinnen. Zij laat op treffende en toegankelijke wijze in haar boek zien dat in samengestelde gezinnen onvermijdelijk insider- en outsiderposities ontstaan. Geheel in lijn met het werk van Paul van Lange houdt zij een pleidooi om juist niet direct te focussen op het vormen van een nieuwe groep (gezin), maar juist veel meer een-op-eentijd te creëren binnen de afzonderlijke dyades in het gezin. Een advies dat vaak indruist tegen de neiging van het nieuwe koppel, dat er vaak juist op gericht is zo snel mogelijk samen een nieuw gezin te vormen, door gezamenlijk veel tijd als nieuw gezin door te brengen. Volgens Papernows werkwijze moet het paar juist meer tijd met zijn tweeën doorbrengen. Ook de aparte ouder-kindrelatie krijgt extra aandacht: de stiefouder en het stiefkind werken samen aan hun eigen nieuwe band en zoeken hierin naar onderlinge gezamenlijkheid. Wat een opluchting en een ruimte wordt zo gecreëerd voor iedereen in het nieuwe stiefgezin.
Er is vandaag de dag geen systeemtherapeut die eraan ontkomt om met samengestelde gezinnen te werken. De gelaagdheid, complexiteit en loyaliteitsconflicten binnen het samengestelde gezin zal elke systeemtherapeut kennen. Werken met samengestelde gezinnen, dat bewerkt is door Barbara Lavrysen en Peter Rober, is een gedegen, inspirerend en bovendien deels wetenschappelijk onderbouwd boek. Het boek schetst de valkuilen en ontkracht de mythes rond het werken met samengestelde gezinnen. Het biedt daarbij een wegenkaart, vol met praktische tips en therapeutische interventies, die waardevol is voor elke systeemtherapeut.
In dit toegankelijk geschreven boek, waarin de theorie in kleine brokken is opgedeeld en afgewisseld wordt met therapeutische interventies en casuïstiek, word je als lezer bij de hand genomen langs al wat van belang is om te weten en te begrijpen over stiefgezinnen. Prettig aan dit boek is dat alle kennis direct toepasbaar wordt gemaakt door goed uitgewerkte casuïstiek en door de aangereikte interventiestrategieën.
In deel 1, ‘Fundamenten’, schotelt Paper-now de lezer casuïstiek voor waaruit blijkt hoe stiefgezinnen zijn opgebouwd en hoe zij verschillen van kerngezinnen. Hierbij kijkt zij naar de samenhang tussen de ‘emotionele temperatuur’ in het stiefgezin, met twee sterke, verbindende krachten: hechting en ‘middenweg’ (middle ground). Onder dit laatste worden door de jaren heen ingeslepen gewoonten en waarden in het samenleven met elkaar verstaan, zoals eten voor de tv of aan tafel, of er kerst of sinterklaas gevierd wordt, hoe laat de kinderen naar bed gaan, enzovoort. Hoe meer de middenweg zich vormt in het gezin, hoe makkelijker het wordt om samen dingen te doen.
In deel 2 worden vijf belangrijke uitdagingen beschreven die zowel voor hulpverleners als gezinsleden in stiefgezinnen heel herkenbaar zijn. Volgens Papernow zijn die uitdagingen: intense en vastgeroeste insider- en outsiderposities; worstelingen van de kinderen met verlies, loyaliteits-conflicten en te veel veranderingen; opvoedingstaken die de partners polariseren; een nieuwe gezinscultuur creëren; en het omgaan met de ex-partners, die ook blijvend deel uitmaken van het gezin. Dit deel sluit af met een aantal specifieke toepassingen, zoals werken met lhbtiq-gezinnen of stiefgezinnen in een latere levensfase. In dit deel van het boek wordt de kern van het werken met stiefgezinnen heel duidelijk, volledig en praktisch behandeld. Aan de hand van een mix van casuïstiek en theoretische uitleg weet Papernow heel knap begrip en empathie bij de lezer te creëren voor de uitdagingen van elk gezinslid: voor de stiefouder die zich alleen en buitengesloten kan voelen, voor de ouder die dit niet altijd kan begrijpen en zichzelf klem voelt zitten, en voor de kinderen die het vaak emotioneel niet bij kunnen benen.
In deel 3, ‘Stiefgezinnen door de jaren heen’, worden eerst de ontwikkelingsfasen van het stiefgezin beschreven in de ‘stiefgezinscyclus’. Vervolgens onderscheidt en beschrijft Papernow zes gezinstypes in de ontwikkeling van een stiefgezin, zoals ‘vermijdende stiefgezinnen zitten hopeloos vast’ of ‘rollercoaster-stiefgezinnen trekken ten strijde’. Deel 3 sluit af met adviezen rond het begeleiden van stiefgezinnen op lange termijn.
Tot slot komen in deel 4 van het boek praktische ‘tools om stiefgezinnen te helpen volhouden’ aan bod. Volgens Papernow moet bij het werken met stiefgezinnen onderscheid gemaakt worden tussen drie niveaus. Niveau 1 behelst psycho-educatie over wat wel en wat niet werkt, gebaseerd op wetenschappelijke kennis over samengestelde gezinnen. Hier hoort onder andere bij: het normaliseren van wat speelt (zoals de insider- en outsiderposities die zijn ontstaan, of de loyaliteitsconflicten en de worsteling van het kind met veranderingen), empathie en begrip hebben voor ieders positie en ervaring en de druk wegnemen om snel te ‘mixen’.
Niveau 2 focust op interpersoonlijke vaardigheden. Hierbij wordt gewerkt aan inleving en empathie. Papernow draagt een eclectische mix van voorbeelden en interventies aan, die enigszins behulpzaam kunnen zijn om richting te geven aan de gesprekken, maar anderzijds ook wat oppervlakkig en niet goed onderbouwd overkomen.
Dit geldt ook voor niveau 3, het intrapsychische werk, dat ingezet kan worden als de uitdagingen binnen het stiefgezin oude kwetsuren raken, waardoor de interventies uit niveau 1 en 2 onvoldoende toereikend zijn. Bij dit niveau worden uiteenlopende tips voor intrapyschisch werken gegeven, zoals beginnen met de vraag: ‘Wat gebeurt er binnen in jou als …?’ en het gebruik van de taal der delen (‘Het lijkt wel of een deel van jou gewoonweg wordt uitgeschakeld’). De beschrijving van het intrapsychisch werken op niveau 3 is geen goed uitgewerkte toepassing, maar meer een verzameling tips en trucs op basis van de klinische ervaring van de auteur. Dat is vermoedelijk ook Papernows intentie en past geheel bij wat de titel van deel 4 doet vermoeden. Zij beschrijft ook telkens op bescheiden wijze: ‘Dit zijn enkele richtlijnen die ik volg’, of: ‘Ik zeg tegen mijn cliënten … ’zonder te pretenderen dat het zo moet of een precieze handleiding te geven van te nemen stappen. Toch was meer uitwerking, onderbouwing en samenhang in dit hoofdstuk een meerwaarde geweest om hulpverleners nog meer handvatten te geven om te kunnen werken op niveau 2 en 3 met samengestelde gezinnen.
Werken met samengestelde gezinnen is een rijk en praktisch boek, dat veel belangrijke kennis en handvatten over het werken met stiefgezinnen bevat, die elke systeem-therapeut zo kan toepassen. Ook voor cliënten is het boek lezenswaardig. Erg waardevol dat Lavrysen en Rober de moeite hebben genomen dit boek en het recente onderzoek erover te bewerken en te vertalen voor Vlaamse en Nederlandse hulpverleners en gezinsleden in samengestelde gezinnen.
Literatuur
- Kelder, J. (Host). (2022, 30 juni). De Jortcast – Afl. 464 Koel in crisistijd [Audio podcast]. AVROTROS.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden