Our multi-storied bodies
Samenvatting
Studiedag met Poh Lin Lee en Helena Rose georganiseerd door NDC2
[Utrecht, 1 juni 2023]
Het Narratief Dialogisch Collaboratief Collectief (NDC2) heeft als doel vanuit verschillende benaderingen en verschillend gedachtegoed mensen samen te brengen om kennis en praktijkervaringen zoveel mogelijk te kunnen delen. Vandaag zijn Poh Lin Lee en Helena Rose uitgenodigd. De Australische Lee was reeds te gast op het narratief congres in 2019, waar ze de documentaire Island of the hungry ghosts voorstelde. Lee bekleedt verschillende rollen, zoals narratief therapeut en filmmaker, van waaruit ze mensen en gemeenschappen ‘op de vlucht’ ontmoet. Het zijn mensen die onderweg zijn of die te maken hebben (gehad) met onrecht in verschillende contexten. Hierbij gaat ze op een respectvolle manier op zoek naar wat identiteit voor hen betekent. Voor deze workshop is Lee in het gezelschap van Helena Rose. Rose is een Britse psycholoog die mensen ontmoet die stemmen horen, die te maken hebben met visioenen of ongewone ervaringen, samen met hun familie en hun sociale contexten. Rose is naast haar narratieve praktijk ook actief als docent. Tijdens de pandemiecrisis vonden beiden een gemeenschappelijke grond in het narratieve denken. De studiedag vandaag brengt hen voor het eerst ‘in levenden lijve’ samen.
Lee leidt de dag in met de uitleg van het principe van co-research (Lee, 2013). Hoe kunnen we samen op onderzoek uitgaan? Rose en Lee belichamen deze manier van ontmoeten. Ze laten ervaringen bestaan, geven ze ruimte en gaan op een serene manier op zoek naar de betekenis van de verwarring. Deelnemers uit de groep zoeken samen naar afstemming door het Engels in het Nederlands te vertalen en betekenisvolle zinnen te herhalen. Op deze manier nemen Rose en Lee ons mee in het samen onderzoeken en het belichaamd ervaren.
‘Je lichaam is geen eenduidige identiteit maar een gemeenschap van verschillende identiteiten’, licht Lee toe. Ze nodigt ons uit om zo naar ons lichaam en dat van anderen te kijken. ‘Welke leden van de gemeenschap van ons lichaam zijn vandaag naar hier gekomen met een gevoel van nieuwsgierigheid en welwillendheid? Welke leden laten ons iets weten vanuit een vermoeidheid of een terughoudendheid?’ Deze vragen nodigen ons onmiddellijk uit om zelf te ervaren hoe het is om vanuit dit ‘gemeenschapsdenken’ naar ons eigen lichaam te luisteren. Het is een moeilijke oefening om met weinig kennis en context onmiddellijk op deze manier mee aan de slag te gaan. De vragen brengen de groep in verwarring. Lee maakt gebruik van deze verwarring. Het geeft haar de mogelijkheid om de complexiteit te laten ervaren en erop te wijzen dat deze manier van werken in de steigers moet worden gezet. Vragen naar het lichaam als gemeenschap met verschillende leden vraagt anders na te denken. Lee wijst op het tempo en de ruimte die ervoor nodig zijn. ‘De vraag moet kunnen landen’, verduidelijkt ze.
Lee neemt ons mee in gesprek met een cliënt, waarin zij samen de schouder van de cliënt interviewen. ‘Welke vragen zou jij aan je schouder willen stellen?’ Ze gaan samen op zoek naar wat de schouder haar wil vertellen. Geleidelijk aan krijgen ze meer zicht op de relatie tussen de cliënt en haar schouder. Lee noemt het een collaboratie.
Rose op haar beurt neemt ons mee in een verhaal waarin ze in de wachtzaal van het ziekenhuis zit. Hier krijgt ze iets te pakken van de ideeën die er leven over lichamelijkheid en gezondheid. Ofwel je bent ziek, ofwel je bent gezond. Er bevindt zich weinig ruimte tussen beide concepten. Ze introduceert de hoop dat er meer differentiatie in dit denken kan optreden door naar de verschillende delen van het lichaam te kijken. We worden uitgenodigd om in groepjes terug te denken aan een moment dat een specifiek deel van ons lichaam een bepaalde verwachting of druk ervaarde. De groep ervaart een verschil door specifieke delen van het lichaam te bevragen. Een deelnemer vertelt dat de oefening haar stevig doet staan. ‘Door me na te laten denken vanuit bepaalde delen van mijn lichaam, wordt het een doorleefde ervaring’, getuigt ze. ‘Na het interview ervaarde ik een rust in mijn lichaam, voel ik me ontspannen en heb ik meer vertrouwen.’
Rose vangt de namiddag aan met het delen van een persoonlijk verhaal van haar vader. Toen zijn lichaam te kampen had met kanker, werd het moeilijker voor hen beiden om te communiceren met elkaar. Op een persoonlijke en pakkende manier vertelt ze ons hoe ze taal vond door te knuffelen toen het voor hem niet meer mogelijk was te spreken. De foto’s die haar moeder nam van deze bijzondere momenten zijn voor haar vandaag nog steeds waardevolle herinneringen aan hem. De actie van haar armen, het knuffelen, heeft ze meegenomen in relatie met andere betekenisvolle personen in haar leven.
Haar verhaal vormt de aanzet tot een tweede keer in groepjes te ervaren wat het betekent om vragen te stellen aan specifieke delen van je lichaam. Ook nu zijn de vragen erop gericht om een verschil in antwoord te genereren van de verschillende lichaamsdelen. De groep getuigt: ‘Je lichaamsdelen kunnen zelf vertellen wat ze willen vertellen. Het geeft vrijheid en speelsheid. Er is een verschil tussen de heupen die graag dansen en jij als persoon die graag danst.’
Lee deelt tot slot een online gesprek met cliënt Tess over het antwoord dat deze geeft op trauma. Naast de klassieke narratieve aanpak rond trauma (Denborough, 2008), maakt ze een verschil door de focus te leggen op het lichaam als gemeenschap. Kunnen we verschillende antwoorden vinden in bepaalde delen van het lichaam? Ze gaat samen met Tess op zoek naar hoe haar borstkas pijn heeft van wat er is gebeurd en hieraan vasthoudt. Lee maakt opnieuw verbinding met het breder geheel van het lichaam door Tess de vraag te stellen: ‘Is er een ander deel van jouw lichaam dat antwoordt op de borstkas die aan het vasthouden is?’ Naast de borstkas kan ze Tess in verbinding brengen met haar rug, die verlangt om mee te dragen. Ze brengt differentiatie in antwoorden en verlangens van het lichaam. Een eenzijdig probleemverhaal wordt stap voor stap verbreed naar een lichaam met meerdere verhalen.
Lees geprefereerde manier van in ontmoeting gaan met mensen is het houden van een zekere afstand en niet trachten te ervaren wat de cliënt lichamelijk ervaart. Dat doet ze door voortdurend te schrijven en bijvoorbeeld in de handen te wrijven. Ook maakt ze niet altijd oogcontact om niet op de verwachting in te gaan van te moeten antwoorden. Ze houdt wel de mogelijkheid open om eigen ervaringen in te brengen. Haar focus ligt bij het to the point kunnen beschrijven van de ervaring. Vertragen is hierbij zeer belangrijk.
Lee en Rose namen ons deze dag mee in een narratieve kijk op het lichaam. Ze toonden en lieten ons zelf ervaren hoe je anders naar lichamelijke ervaringen kan luisteren. Door hierin differentiatie te brengen, ontstond meerstemmigheid. De getuigenissen uit het publiek spraken boekdelen, de interactie tussen groep en sprekers maakten van deze dag een uniek moment en zorgden voor veel inspiratie in de ontmoeting met elkaar!
Literatuur
- Denborough, D. (2008). Collective narrative practice – Responding to individuals, groups, and communities who have experienced trauma. Dulwich Centre Publications.
- Lee, P.L. (2013). Making now precious – Working with survivors of torture and asylum seekers. The International Journal of Narrative Therapy and Community Work, 1(1), 1-10.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 0924-3631
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden